Regeling vervallen per 01-01-2022

Verordening op de heffing en de invordering van scheepvaartrechten Schouwen-Duiveland 2021

Geldend van 01-07-2021 t/m 31-12-2021

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van scheepvaartrechten Schouwen-Duiveland 2021

De raad van de gemeente Schouwen-Duiveland;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d 17-11-2020;

gelet op artikel 229 van de Gemeentewet;

besluit :

Vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van scheepvaartrechten Schouwen-Duiveland 2021

Artikel 1. Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

1. haven: alle gemeentelijke havens met de daarbij behorende vaste werken, zijnde de los-, laad- en opslagplaatsen en de dijken met de daarop bestaande steenglooiingen, welke de havens omringen, steigerwerken inbegrepen;

2. zate: een droogvallend gedeelte van de havenbodem van de gemeentelijke haven door de zakelijk rechthebbende daarvan toegewezen om regelmatig door hetzelfde vaartuig uitsluitend als vaste ligplaats te worden gebezigd;

3. scheepsherstellingszate: een gedeelte van de havenbodem van de gemeentelijke haven te Bruinisse door burgemeester en wethouders toegewezen om uitsluitend te worden gebezigd als ligplaats voor schepen met het oogmerk om aan die schepen technische voorzieningen te treffen.

4. vaste ligplaats: een ligplaats die krachtens overeenkomst met watersportverenigingen, dan wel met toestemming van burgemeester en wethouders, ter beschikking is gesteld voor permanent gebruik door hetzelfde vaartuig;

5. vaartuig: alle soorten van drijvende lichamen welke wegens hun drijfvermogen worden gebezigd dan wel bestemd of geschikt zijn voor het dragen en eventueel vervoeren van personen, dieren, stoffen (al dan niet vloeibaar), gassen, goederen of voorwerpen, al dan niet met het vaartuig één geheel uitmakende, alsmede caissons, pontons, ketels, bakken, baggermolens, zuigers en dergelijke drijvende lichamen.

6. meetbrief: het document als bedoeld in artikel 782, vierde lid van het Wetboek van Koophandel juncto het besluit van 24 oktober 1983, Stbl. 548 (Besluit binnenschependocument).

7. schip: vaartuig, al dan niet met eigen beweegkracht, veelal bestemd voor het vervoer van personen of goederen.

8. binnenschip: schip, dat door bouw en uitrusting bestemd is voor de vaart op de binnenscheepvaartwegen.

9. vrachtschip: schip, dat door bouw en uitrusting bestemd is voor het vervoer van verpakte lading of droge lading in bulk, zoals een vracht-, beun of een tankschip.

10. beunschip: vrachtschip, ingericht voor het vervoer van zand en grind.

11. tankschip: schip, dat door bouw en uitrusting bestemd is voor het vervoer van vloeistoffen.

12. passagiersschip: een binnenschip, dat middel van openbaar vervoer is of hoofdzakelijk wordt gebezigd voor het bedrijfsmatig vervoer van personen.

13. vissersschip: een schip dat hoofdzakelijk en bedrijfsmatig wordt gebruikt voor het vangen van vis of andere levende rijkdommen (bijv. schelpdieren) van de zee of ander buitendijks water.

14. sportvissersschip: een schip dat hoofdzakelijk, al dan niet bedrijfsmatig, voortdurend of in incidentele gevallen in recreatieve zin wordt gebezigd voor het bevissen van de zee of ander buitendijks water met betalende passagiers.

15. werkvaartuig: een vaartuig, ingericht en bestemd voor het verrichten van bijzondere werkzaamheden te water, of het verkopen van goederen, vloeistoffen en gassen (pontons, zuigers, molens, onderlossers, heistellingen en dergelijke).

16. sleep- of duwboot: schip met eigen beweegkracht, dat door bouw en uitrusting is bestemd om andere schepen te slepen of te duwen.

17. dienstvaartuig: vaartuig dat door de bevoegde autoriteiten bestemd is voor het verrichten van overheidsdiensten.

18. zeilend bedrijfsvaartuig: een binnenschip, geen passagiersschip zijnde, dat overwegend of geheel met zeilen wordt voortgestuwd en dat hoofdzakelijk wordt gebezigd voor het bedrijfsmatig vervoer van personen.

19. pleziervaartuig: een vaartuig dat uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt voor niet-bedrijfsmatige, sportieve of recreatieve doeleinden.

20. catamaran: pleziervaartuig met dubbele romp.

wedstrijdboot: een vaartuig, dat uitsluitend op dat moment wordt gebruikt ten behoeve van het deelnemen aan door de gemeente vastgestelde zeil- of soortgelijke wedstrijden.

22. roeiboten: vaartuigen welke door roeien moeten worden voortbewogen en kleine vaartuigen met geringe accommodatie.

23. bedrijfsschip: een schip, geen vrachtschip zijnde, dat voor de beroepsvaart is bestemd en/of wordt gebruikt, zoals een passagiersschip, vissersschip, sportvissersschip, werkvaartuig, sleep- of duwboot en zeilend bedrijfsvaartuig.

24. laadvermogen: het in tonnen uitgedrukte verschil tussen de zoetwater-verplaatsing van het schip bij de grootste toegelaten diepgang en die van het ledige schip.

25. ton:een massa van 1.000 kilogram.

26. waterverplaatsing:de in volumen uitgedrukte waterverplaatsing van een vaartuig tussen het vlak van de grootste toegelaten diepgang en het vlak van inzinking van het ledige vaartuig volgens de meetbrief.

27. havenmeester: door de raad dan wel he t college van burgemeester en wethouders als zodanig aangewezen persoon of diens plaatsvervanger.

28. Passant(en): één of meerdere personen die niet beschikken over een vaste ligplaats en met één of meerdere vaartuigen voor onbepaalde tijd een ligplaats in nemen tegen het verschuldigde passantentarief, vastgesteld in de Tarieventabel behorende bij de Verordening scheepvaartrechten Schouwen-Duiveland en die geen deelnemer zijn aan een evenement of dat evenement op een andere wijze met een schip faciliteren

29. tabel: de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

30. dag: een tijdvak van 24 uren of gedeelte daarvan aanvangende te 0.00 uur.

31. week: een aaneengesloten periode van 7 dagen.

32. maand: een kalendermaand.

33. jaar: een kalenderjaar.

34. termijn: een in de tabel genoemd tijdvak waarin het gebruik van de haven plaatsvindt.

35. winterseizoen: het aaneengesloten tijdvak van 1 november tot 1 april daaropvolgend.

36. zomerseizoen: het aaneengesloten tijdvak van 1 april tot 1 november daaropvolgend.

37. goederen:alle soorten goederen, voorwerpen, materialen en waren.

Artikel 2. Belastbaar feit

1. Onder de verzamelnaam ‘scheepvaartrechten’ worden rechten geheven ter zake van:

a. het gebruik met een vaartuig overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen van voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen die in beheer of onderhoud zijn bij de gemeente;

b. het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten.

2. De in het eerste lid bedoelde rechten worden gepreciseerd in:

a. havengeld: een recht geheven ter zake van het gebruik of genot van de gemeentelijke havens

met vaartuigen. Het havengeld wordt geïnd ten behoeve van één gemeentelijke haven waarin

een vaartuig zijn vaste ligplaats heeft of een passantenplaats;

b. kadegeld: een recht ter zake het geheel of gedeeltelijk lossen, laden of overladen van

vaartuigen;

c. liggeld: een recht ter zake het doen verblijven op de kaden van goederen, (bouw)materialen,

meststoffen of voorwerpen;

d. zategeld: een recht terzake van het gebruik van een zate of een scheepsherstellingszate;

e. overscheepgeld: een recht ter zake van het gebruik van de haven voor het overschepen van,

van elders ingevoerde, goederen zonder daarbij gebruik te maken van de vaste werken, tot de haven behorend;

f. milieurecht: een recht terzake van het gebruik van een zate, met daaraan verbonden de

mogelijkheid klein chemisch afval te leveren in de havenontvangstinstallatie;

g. verwijderingsrecht afval: een recht terzake het gebruik van gemeentelijke afvalcontainers

teneinde huishoudelijk afval in te deponeren;

h. reserveringsrecht: een recht ter zake het reserveren van een ligplaats in een gemeentelijke haven langer dan 50 meter ten behoeve van een passagiersschip;

Artikel 3. Belastingplicht

Belastingplichtig is:

1. ter zake van het havengeld/liggeld/ verwijderingsrecht afval/reserveringsrecht: de schipper, de reder,

de eigenaar of de gebruiker van het vaartuig, degene die het vaartuig heeft gecharterd of degene die

als vertegenwoordiger van één van hen optreedt;

2. ter zake van het kadegeld: bij invoer van goederen in deze gemeente, de geadresseerde, en bij

uitvoer van goederen uit deze gemeente, de verzender;

3. ter zake van het zategeld: degene die een zate of een scheepsherstellingszate is toegewezen;

4. ter zake van het overscheepgeld: de schipper, de reder, de eigenaar van het vaartuig van waaruit de

goederen worden overgescheept, degene die dit bedoelde vaartuig heeft gecharterd of degene die als

vertegenwoordiger van één van hen optreedt;

Artikel 4. Vrijstellingen

1. Scheepvaartrechten worden niet geheven ter zake van:

a. rijksvaartuigen, voor zover bij wet of algemene maatregel van bestuur vrijstelling is voorgeschreven;

b. hospitaalschepen, waarop van toepassingen is het bepaalde in artikel 1 van de internationale

overeenkomst van 21 december 1904;

c. vaartuigen, welke rechtstreeks goederen voor de gemeente aanvoeren dan wel ten genoegen van het

afdelingshoofd Openbare Werken werkzaamheden in de haven uitvoeren;

d. de vaartuigen rechtstreeks in gebruik bij en in eigendom van de publiekrechtelijke lichamen en

reddingsmaatschappijen;

e. vaartuigen, welke dienst doen als roeiboten, voor zover zij behoren bij vaartuigen waarvoor reeds

havengeld ingevolge deze verordening is verschuldigd, met uitzondering van vaartuigen waarvoor een

vaste ligplaats is aangewezen aan de daarvoor aangewezen roeibotensteiger;

f. vaartuigen die ten gevolge van storm, ijsgang of andere weersomstandigheden gedwongen zijn in de

haven te verblijven, met dien verstande dat deze vrijstelling pas in werking treedt met ingang van de

15e dag van het verblijf;

g. vaartuigen die de haven binnenlopen, uitsluitend ter verkrijging van geneeskundige hulp voor zich

aan boord bevindende zieken;

h. vaartuigen, welke van de haven gebruik maken, zulks voor het uitvoeren van kleine reparaties en voor

het doen van inkopen van voedsel, het innemen van water, brandstof of andere

scheepsbenodigdheden, met dien verstande evenwel, dat deze vrijstelling slechts geldt voor de tijd,

welke voor genoemde doeleinden nodig is, zulks ter beoordeling van de havenmeester;

i. de ledige verpakkingsmaterialen waarin de goederen geborgen zijn geweest en waarvoor in deze

gemeente reeds kadegeld is betaald.

j. de goederen die reeds eerder zijn overgescheept en waarvoor in deze gemeente reeds

overscheepgeld is betaald;

k. vervallen.

Artikel 5. Maatstaf van heffing

1. Grondslagen voor de berekening van de rechten zijn:

Havengeld:

a. het laadvermogen van het vaartuig, uitgedrukt in tonnen;

b. de oppervlakte van het vaartuig, uitgedrukt in vierkante meters, zoals deze blijken uit de meetbrief,

dan wel ambtshalve worden vastgesteld;

c. de lengte van het vaartuig;

d. de waterverplaatsing van het vaartuig, uitgedrukt in kubieke meters.

Kadegeld:

het aantal tonnen bruto gewicht aan geloste of geladen goederen.

Liggeld:

het aantal vierkante meters in gebruik genomen kadegedeelte.

Zategeld:

a. de oppervlakte van het vaartuig, uitgedrukt in vierkante meters, zoals deze blijken uit de

meetbrief of ambtshalve worden vastgesteld;

b. de aanwezigheid van een door de gemeente getroffen elektriciteitsvoorziening bij de zate.

Overscheepgeld:

a. het gewicht van de goederen, uitgedrukt in kilogrammen;

b. de inhoud van de goederen, uitgedrukt in liters,

zoals deze ambtshalve worden vastgesteld.

Reserveringsrecht:

een gedane schriftelijke of mondelinge reservering voor een tijdelijke ligplaats minimaal drie

maanden voor het daadwerkelijke bezoek. Bij annulering van een gedane schriftelijke of mondelinge

reservering vindt geen restitutie plaats.

2. In de tabel is per soort vaartuig of groep van vaartuigen aangegeven welke maatstaf van heffing van

toepassing is.

Artikel 6. Tarief

De rechten worden geheven naar de tarieven die zijn opgenomen in de tabel, zulks met inachtneming van daarin gegeven aanwijzingen en het bepaalde in artikel 5.

Artikel 7. Tarieftoepassingen

Voor de toepassing van de tarieven:

1. geldt als laadvermogen in tonnen van het vaartuig, het aantal tonnen zoals dat blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;

2. wordt de oppervlakte van een vaartuig gesteld op het product lengte over alles en grootste breedte, mits deze blijken uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;

3. wordt de lengte van een vaartuig gesteld en de lengte over alles, zoals die blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;

4. wordt, in afwijking van het in de onderdelen 1, 2 en 3 bepaalde, de waterverplaatsing, het laadvermogen in tonnen, dan wel de grootste breedte en/of lengte over alles ambtshalve vastgesteld indien de in de onderdelen 1, 2 en 3 bedoelde meetbrief niet wordt overlegd of indien deze de vereiste gegevens niet vermeldt;

5. wordt een gedeelte van een eenheid van inhoud, van massa, van oppervlakte, van lengte of van tijdsduur voor een volle eenheid gerekend;

6. wordt de termijn steeds op de kortste van de in de tabel voor het betreffende soort vaartuig genoemde termijnen gesteld;

7. wordt het te betalen bedrag op halve euro’s naar beneden afgerond;

8. geldt als waterverplaatsing in kubieke meters, het aantal kubieke meters, zoals dat blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;

9. worden de zategelden en het milieurecht berekend naar het werkelijk aantal maanden dat de belastingplichtige de beschikking heeft gehad over de zate.

Artikel 8. Wijze van heffing

De rechten worden geheven door middel van een gedagtekend schriftelijke kennisgeving, nota, bon of welke andere schriftuur dan ook.

Artikel 9. Verschuldigdheid

De rechten zijn verschuldigd zodra het gebruik of genot als bedoeld in artikel 2 begint.

Artikel 10. Tijdstip van betaling

1. De rechten moeten worden betaald op het tijdstip waarop het gebruik of genot aanvangt;

2. Indien de rechten niet op het in artikel 9 bedoelde tijdstip kunnen worden vastgesteld moeten deze, in afwijking van het bepaalde in het eerste lid, in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de vorige leden genoemde termijnen.

Artikel 11. Ontheffing en overschrijving

1. Van de rechten die worden betaald naar een termijn van een jaar wordt, indien het gebruik van de haven definitief is geëindigd voor het verstrijken van de termijn, op schriftelijk verzoek van de belastingplichtige, ontheffing verleend voor zoveel maanden als er in dat jaar na de beëindiging van het gebruik van de haven nog volle maanden overblijven.

2. Indien een vaartuig wordt vervangen door een ander vaartuig, worden de voor het vervangen vaartuig over de nog niet verstreken maanden van de lopende termijn betaalde rechten op verzoek van de belastingplichtige verrekend met de verschuldigde rechten over die maanden voor het vervangende vaartuig, met dien verstande dat, indien de laatste genoemde rechten lager zijn dan het betaalde, teruggaaf van het verschil niet plaats vindt.

Artikel 12. Bevoegdheden havenmeester

1. De belastingplichtigen zijn verplicht de havenmeester ter berekening van de verschuldigde gelden bedoeld in artikel 2 lid 2, letter b, c en f tijdig een lijst van de geladen, geloste, opgeslagen of overgescheepte goederen te verstrekken.

2. Ingeval van twijfel of de opgegeven goederen, vermeld in de lijst als bedoeld in het eerste lid, overeenkomen met de inhoud van de te vervoeren kisten, manden, balen of pakken, is de havenmeester bevoegd deze in tegenwoordigheid van de afzender of geadresseerde te openen of te doen openen.

Artikel 13. Kwijtschelding

Bij de invordering van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 14. Overgangsbepaling

De “Verordening scheepvaartrechten Schouwen-Duiveland 2020” van 19 december 2019, alsmede de 1e wijzigingsverodening van 3 maart 2016, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 15, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 15. Inwerkingtreding

1. De verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

Artikel 16. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening scheepvaartrechten Schouwen-Duiveland 2021”.

Vastgesteld door de raad van de gemeente Schouwen-Duiveland in zijn openbare vergadering van 17-12-2020.

T. van Oostenbrugge,

J. Chr. van der Hoek

Griffier

voorzitter

Tarieventabel behorende bij de Verordening scheepvaartrechten Schouwen-Duiveland 2021

 

Algemeen: alle in onderstaande tabel (pleziervaart) opgenomen tarieven zijn inclusief omzetbelasting.

Recreatievaart:

 

Brouwershaven

Bruinisse

Zierikzee

 

 

Tarief

2021

2020

Tarief 2021

2020

Tarief 2021

2020

1.1

Pleziervaartuigen per overnachting tot max.12.00 uur volgende dag (per m1)

€ 1,90

€ 1,70

€ 1,10

€ 1,00

€ 2,55

€ 2,30

1.2

Catamaran per overnachting lengte + 2 meter (per m1)

€ 1,90

€ 1,70

€ 1,10

€ 1,00

€ 2,45

€ 2,20

1.3

Wedstrijdboot inclusief elektra en gebruik douche toiletgebouw (per schip)

€ 11,75

€ 10,45

€ 11,75

€ 10,45

€ 11,75

€10,45

1.4

all-in tarief voor Pleziervaartuigen met een ligplaats aan de passantensteiger per overnachting tot max.12.00 uur volgende dag (per m1)

 € 2,55

 

 

 

 

1.5

all-in tarief voor Catamaran met een ligplaats aan de passantensteiger per overnachting lengte + 2 meter (per m1)

€ 2,55

2.1

Jaarplaats verhuurd door gemeente (per m2)

€ 40,85

€ 37,85

n.v.t.

n.v.t.

€ 40,85

€30,05

2.2

Jaarplaats verhuurd door gemeente/geringe accommodatie (per m2)

€ 36,45

€ 35,60

n.v.t.

n.v.t.

€ 36,45

€35,60

2.3

Kleine vaartuigen (per m1, max. 8 m1)

€ 29,45

€ 26,20

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

2.4

Winterligplaats per maand (per m2)

€ 3,15

€ 2,80

n.v.t.

n.v.t.

€ 3,15

€ 2,80

2.5

Winterligplaats per seizoen (per m2)

€ 15,10

€ 13,45

n.v.t.

n.v.t.

€ 15,10

€13,45

 

 

 

 

 

3.1

Electra per kWh: voor vaste plaatsen

€ 0,50

€ 0,50

n.v.t.

n.v.t.

€ 0,50

€ 0,50

3.2

Elektra per kWh: voor passanten

€ 0,50

€ 0,50

n.v.t.

n.v.t.

€ 0,50

€ 0,50

3.3

Gebruik douche toiletgebouw

€ 1,00

€ 1,00

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t

n.v.t.

3.4

Gebruik wasmachine

€ 6,50

€ 6,85

n.v.t.

n.v.t.

€ 6,50

€ 6,85

3.5

Gebruik wasdroger

€ 1,50

€ 1,50

n.v.t.

n.v.t.

€ 1,50

€ 1,50

3.6

Administratiekosten voor het versturen van een factuur in verband met niet betalen voor vertrek uit de haven

€ 36,80

€ 32,75

€ 36,80

€ 32,75

€ 36,80

€ 32,75

3.7

Gebruik hellingbaan (particulier)

€ 11,75

€ 10,45

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

3.7.1

Gebruik hellingbaan (particulier) jaarkaart

€ 117,40

€ 104,50

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

3.8

Gebruik van een ligplaats voor het Jollenveld bij de haven van Brouwershaven, voor vaste ligplaatshouders (per m2)

€ 10,25

€ 9,15

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

Algemeen: alle in onderstaande tabel (beroepsvaart) opgenomen tarieven zijn exclusief omzetbelasting.

Beroepsvaart voor de havens van Brouwershaven, Bruinisse en Zierikzee:

Tarief 2021

 

2020

4.1

Havengeld bedrijfsschip per aanlegbeurt (max. 24 uur) met een minimum van 100 m2

€ 0,10 per m²

 

0,10

4.2

Havengeld leeg vrachtschip per week

€ 0,10 per m²

 

0,10

4.3

Jaarabonnement havengeld bedrijfsschip met een "vaste" ligplaats in de betreffende haven (inclusief milieurecht) en jaarcontract voor schepen zonder vaste ligplaats

 

 

4.3.a

in box

€ 18,25 per m²

 

17,85

4.3b

naast elkaar

€ 12,20 per m²

 

11,95

4.4

Jaarcontract voor gebruik wateroppervlakte ten behoeve van een steiger in de betreffende haven

€ 12,20 per m²

11,95

4.5

Jaarabonnement havengeld bedrijfsschip met een "vaste" ligplaats in de Vissershaven Bruinisse (inclusief milieurecht) en jaarcontract voor schepen zonder vaste ligplaats

 

 

4.5.a

voor schepen kleiner dan 50m²

€ 27,20 per m²

 

26,60

4.5.b

voor schepen groter dan 50m²

€ 26,70 per m²

 

26,10

4.6

Jaarabonnement havengeld bedrijfsschip met een “vaste” ligplaats in de haven van Zierikzee (inclusief milieurecht) en jaarcontract voor schepen zonder vaste ligplaats

4.6.a

voor schepen kleiner dan 50m2

€ 27,20 per m²

26,60

4.6.b

voor schepen groter dan 50 m2

€ 26,70 per m²

26,10

4.7

Maanabonnement havengeld bedrijfsschip met een “vaste” ligplaats aan de loswal te Brouwershaven (inclusief milieurecht)

4.7.a

voor schepen kleiner dan 50m2

€ 2,15 per m²

2,10

4.7.b

voor schepen groter dan 50m2

€ 2,10 per m²

2,05

Op het tarief bij 4.3a, 4.3.b,4.5.a, 4.5.b, 4.6.a en 4.6.b wordt een korting van € 1,- per m2 scheepsoppervlakte toegepast voor de deelnemer aan de Stichting Financiering Afvalstoffen Visserij (SFAV)

4.8

Jaarabonnement havengeld visserschip met als vaste ligplaats Vluchthaven Bruinisse

€ 10.472,00 per schip

 

10.226,65

Op dit tarief wordt een korting van € 350,-- toegepast voor de deelnemer aan de Stichting Financiering Afvalstoffen Visserij (SFAV)

 

 

4.9

Jaarabonnement havengeld vrachtschip in de betreffende haven (inclusief milieurecht)

€ 4,65 per ton

 

4,55

4.10

Gebruik scheepsherstellingszate Bruinisse per jaar

€ 5,60 per m²

 

5,50

4.11

Kadegeld loswal voor in beslag genomen ruimte voor max. 4 dagen

€ 3,25 per m²

 

3,20

4.12

Kadegelden voor laden en lossen per overgeladen ton in Vluchthaven Bruinisse

€ 0,25 per ton

 

0,25

Op het tarief bij 4.11 geldt de volgende zogenaamde staffelkorting:

Tot 50.000 ton regulier tarief

Tussen 50.000 – 70.000 ton 10% korting

Vanaf 70.000 ton 20% korting

4.12.a

Kadegelden voor laden en lossen per dagdeel (4 uur) of een deel daarvan voor de loswal in Zierikzee

€ 20,35 per dagdeel

19,90

4.13

Havengeld vrachtschip voor laden en lossen per overgeladen ton

€ 0,20 per ton

 

0,20

4.14

Gebruiksrecht water

€ 3,25 per m³

 

3,20

4.15

Gebruiksrecht elektriciteit

€ 0,40 per KWH

 

0,40

4.16

Gebruik vaste elektriciteitsvoorziening (alleen in Bruinisse)

€ 105,70 per jaar

 

103,30

4.17

Reserveringsrechten passagiersschepen

€ 149,80 per reservering

 

146,35

4.18

Afvalverwijderingsrechten

€ 37,40 per m³

 

36,55

4.19

Schepen zonder vaste ligplaats die echter wél gebruik maken van de havenontvangstinstallatie (HOI) voor het inleveren van chemisch afval per m² scheepsoppervlakte

€ 1,30 per m²

 

1,30

4.20

Gebruik hellingbaan (zakelijk excl BTW)

€ 3,95

 

3,90

4.21

Jaarabonnement havengeld bedrijfsschip met een "vaste" ligplaats in de haven van Zierikzee (inclusief milieurecht) en jaarcontract voor schepen zonder vaste ligplaats

 

 

4.21.a

voor schepen kleiner dan 50m²

€ 27,20 per m²

 

26,60

Behorend bij het Raadsbesluit van 17-12-2020, de griffier,

 

Ondertekening