Verordening overleg lokaal onderwijsbeleid

Geldend van 11-02-1999 t/m heden

Intitulé

Verordening overleg lokaal onderwijsbeleid

De raad van de gemeente Simpelveld gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 december 1998

gelet op de bepalingen over het op overeenstemming gericht overleg in de Wet op het primair onderwijs (Wpo) en deel II van de Wet op het voortgezet onderwijs (Wvo II);

gezien het advies van de commissie welzijnszorg/onderwijs van 11 januari 1999;

gezien het gevoerde overleg met de vertegenwoordigers van de schoolbesturen;

overwegende dat het noodzakelijk is een regeling vast te stellen voor het overleg tussen de ge-meente en het schoolbestuur over het lokaal onderwijsbeleid;

besluit vast te stellen de volgende:

Verordening overleg lokaal onderwijsbeleid.

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder

  • a.

    schoolbestuur: het bestuur van een volgens de Wet op het primair onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs bekostigde bijzondere school voor basisonderwijs, speciale school voor basisonderwijs en school voor speciaal voortgezet on-derwijs, die gelegen is op het grondgebied van de gemeente;

  • b.

    advies: het advies van de Onderwijsraad als bedoeld in de Wet op het primair onder-wijs en de Wet op het voorgezet onderwijs;

  • c.

    burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders.

Hoofdstuk 2 Overleg

Paragraaf 2.1 Overlegorgaan lokaal onderwijsbeleid

Artikel 2 Functie overlegorgaan

  • 1. Er is een overlegorgaan lokaal onderwijsbeleid, waarin burgemeester en wethouders met de vertegenwoordigers van het schoolbestuur overleg voeren over de voorbereiding en uitvoe-ring van het lokaal onderwijsbeleid.

  • 2. In het overlegorgaan komen aan de orde:

    • 3.

      de onderwerpen waarop het op overeenstemming gericht overleg van toepassing is, als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs;

    • 4.

      de overige onderwerpen van overleg aangaande het lokaal onderwijsbeleid.

  • 5. Op de onderwerpen, als bedoeld in het tweede lid onder b, is artikel 9 niet van toepassing.

Artikel 3 Samenstelling overlegorgaan

  • 1. Het schoolbestuur kan zich laten vertegenwoordigen in het overlegorgaan. Het schoolbestuur wijst daartoe maximaal 2 vertegenwoordigers aan, die namens het schoolbestuur het overleg voeren.

  • 2. De portefeuillehouder onderwijs vertegenwoordigt burgemeester en wethouders in het over-legorgaan. De portefeuillehouder onderwijs fungeert als voorzitter van het overlegorgaan.

Artikel 4 Derden

Derden kunnen, indien de voorzitter van het overlegorgaan dit wenst of de vertegenwoordigers van het schoolbestuur, genoemd in artikel 3, dit wensen, deelnemen aan een overleg.

Paragraaf 2.2 voorbereiding overleg

Artikel 5 Uitnodiging

  • 1. Alvorens burgemeester en wethouders een voorstel aan de raad doen over een onderwerp, zenden zij de voorgenomen inhoud van dit voorstel met een toelichting daarop en de inven-tarisatie, als bedoeld in artikel 7, toe aan het schoolbestuur.

  • 2. De toezending geschiedt onder bekendmaking van de plaats, de datum en het tijdstip waar-op het overleg hierover zal aanvangen. Tussen de datum van de toezending van het voor-stel en de datum van het overleg liggen tenminste twee weken.

  • 3. Het schoolbestuur kan, wanneer het niet aan het overleg deelneemt, voor de datum van dit overleg zijn zienswijze schriftelijk aan burgemeester en wethouders kenbaar maken. Burge-meester en wethouders stellen de deelnemers aan dit overleg hiervan in kennis.

Artikel 6 Secretariaat

Burgemeester en wethouders voeren het secretariaat van het overlegorgaan.

Artikel 7. Voorbereiding

Burgemeester en wethouders kunnen een voorbereidend overleg tussen vertegenwoordigers van het schoolbestuur en burgemeester en wethouders instellen dat voorafgaat aan het overleg in het overlegorgaan. Dit voorbereidend overleg wordt afgerond met een inventarisatie van de onderwerpen waarover al dan niet overeenstemming is bereikt. Per onderwerp wordt aangegeven of het gaat om een onderwerp als bedoeld in artikel 2, tweede lid onder a.

Artikel 8 Agendaoverleg

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen een agendaoverleg instellen. Hierin wordt nagegaan welke onderwerpen op welk tijdstip in het overlegorgaan aan de orde kunnen komen. Op grond hiervan stellen burgemeester en wethouders de agenda op.

  • 2. Aan het agendaoverleg nemen de portefeuillehouder onderwijs en de vertegenwoordigers van het schoolbestuur deel.

Paragraaf 2.3 Uitvoering overleg

Artikel 9 Advies Onderwijsraad

  • 1. Indien het schoolbestuur of burgemeester en wethouders een advies wensen over een on-derwerp waarop het op overeenstemming gericht overleg van toepassing is, maken ze dit uiterlijk kenbaar in het overleg, waarin het onderwerp in finale zin aan de orde is. Dit gebeurt aan de hand van een schriftelijk gemotiveerde omschrijving van het onderwerp, waarover het advies wordt verwacht. Hierbij wordt tevens het verband aangegeven tussen het onder-werp en de vrijheid van richting en de vrijheid van inrichting van het onderwijs.

  • 2. Alle vertegenwoordigers krijgen in het overleg de gelegenheid hun zienswijzen naar voren te brengen over het verzoek om advies.

  • 3. Burgemeester en wethouders zijn belast met de indiening van een verzoek om advies. Zij doen dit uiterlijk twee weken na afloop van het overleg. Daarbij informeren zij tevens de On-derwijsraad over de in het tweede lid bedoelde zienswijzen.

  • 4. De wettelijke termijn voor het uitbrengen van het advies wordt opgeschort met ingang van de dag waarop de Onderwijsraad burgemeester en wethouders uitnodigt het verzoek voor het uitbrengen van het advies aan te vullen met de gegevens die hij nodig heeft voor een goede vervulling van zijn taak, tot de dag waarop het verzoek is aangevuld.

  • 5. De raad neemt gedurende de termijn voor het uitbrengen van het advies geen besluit over het onderwerp waarover advies is gevraagd.

  • 6. Burgemeester en wethouders zenden zo spoedig mogelijk een afschrift van het uitgebrachte advies toe aan het schoolbestuur. Indien het geheel of gedeeltelijk opvolgen van het advies zou leiden tot een of meer inhoudelijke bijstellingen van het voorstel over een onderwerp waarover advies is gevraagd, wordt het schoolbestuur bij de toezending van het afschrift van het advies uitgenodigd voor nader overleg.

    In alle andere gevallen beoordelen burgemeester en wethouders of nader bestuurlijk overleg over het advies wenselijk is. Zij geven dit aan bij de toezending van het afschrift van het ad-vies.

  • 5. Het overleg als bedoeld in het vorige lid vindt binnen twee weken plaats nadat het advies heeft uitgebracht. Burgemeester en wethouders informeren de raad over dit overleg in de vorm van een aanvulling op het verslag als bedoeld in artikel 10.

Artikel 10 Verslaglegging; informeren raad

  • 1. Burgemeester en wethouders maken een verslag van het overleg.

  • 2. Het verslag bevat een overzicht van de besproken onderwerpen, waarbij per onderwerp wordt aangegeven:

    • a.

      of het bepaalde in artikel 2, tweede lid, onder a of b van toepassing is;

    • b.

      of volledige, geen volledige of geen overeenstemming is bereikt;

      • 7.

        de in het overleg door de deelnemers naar voren gebrachte zienswijzen en - indien van toepassing - de zienswijzen als bedoeld in artikel 5, derde lid;

      • 8.

        de door de portefeuillehouder onderwijs in het overleg toegezegde wijzigingen in het oor-spronkelijke voorstel.

        Indien artikel 9, eerste lid van toepassing is, wordt hiervan eveneens een weergave opgeno-men in het verslag.

  • 3. Het overlegorgaan stelt het verslag vast. In afwijking hiervan kunnen burgemeester en wet-houders spoedheidshalve het verslag ter commentaar toezenden aan het schoolbestuur. Binnen tien week na de dag waarop het conceptverslag is toegezonden, maakt het schoolbestuur, wanneer het deel heeft genomen aan het overleg, schriftelijk zijn opmerkingen over het concept van het verslag kenbaar. Burgemeester en wethouders stellen het verslag, met inachtneming van de opmerkingen, vast.

  • 4. Burgemeester en wethouders brengen het verslag gelijktijdig met het voorstel ter kennis van de raad. Voor zover door burgemeester en wethouders afwijken van de tijdens het overleg naar voren gebrachte zienswijzen, wordt dit gemeld in het voorstel aan de raad. Daarbij ge-ven zij de redenen aan van het niet of niet geheel overnemen van deze zienswijzen.

Artikel 11 Heropening overleg

  • 1. Indien uit het oordeel van de betrokken raadscommissie over het voorgenomen voorstel aan de raad over een onderwerp blijkt dat de meerderheid van de raadscommissie of een deel van de raadscommissie dat volgens burgemeester en wethouders geacht wordt een meer-derheid in de raad te vertegenwoordigen, van oordeel is dat het voorstel inhoudelijk bijstel-ling behoeft, dan kan een heropening van het overleg plaatsvinden. Burgemeester en wet-houders beslissen daarover. Zij heropenen het overleg in ieder geval, indien de inhoudelijke bijstelling betrekking heeft op een onderwerp als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder a, waarover overeenstemming in het overlegorgaan was bereikt.

  • 2. Indien burgemeester en wethouders het overleg heropenen, dan roepen zij het overlegorgaan zo spoedig mogelijk bijeen, doch uiterlijk vóór het moment waarop de raad een defini-tief besluit neemt over het onderwerp. In het overleg hebben de vertegenwoordigers de gele-genheid om hun zienswijzen te geven op het oordeel van de raadscommissie. Burgemees-ter en wethouders informeren de raad over het resultaat van dit overleg in de vorm van een aanvulling op het verslag als bedoeld in artikel 10. De raad betrekt de in dit aanvullend ver-slag neergelegde zienswijzen bij zijn definitieve besluitvorming over het onderwerp.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 12 Beslissing burgemeester en wethouders in gevallen waarin de verordening niet voorziet

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders ge-hoord de vertegenwoordigers van het schoolbestuur in het overleg.

Artikel 13 Citeertitel; inwerkingtreding

  • 1. De verordening kan worden aangehaald als: Verordening overleg lokaal onderwijsbeleid ge-meente Simpelveld.

  • 2. Deze verordening treedt, onder gelijktijdige intrekking van de verordening procedure overleg huisvesting onderwijs gemeente Simpelveld, in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 28 januari 1999.
 
Burgemeester en wethouders van Simpelveld,
de secretaris,
de burgemeester,
 
J.M.G. Hermans
H.G.G. Bogman