Regeling vervallen per 01-01-2018

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Sint Anthonis 2014

Geldend van 01-01-2014 t/m 31-12-2017

Intitulé

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Sint Anthonis 2014

De Raad van de gemeente Sint Anthonis,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 10 december 2013,

gezien het advies van de Wmo—adviesraad gemeente Sint Anthonis,

gelet op artikel 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning,

met inachtneming van artikel 149 van de Gemeentewet,

overwegende dat het noodzakelijk is het verlenen van voorzieningen op het gebied van maatschappelijke ondersteuning bij verordening te regelen;

b e s l u i t:

tot het vaststellen van de hierna volgende Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Sint Anthonis 2014:

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

1.Wet: Wet maatschappelijke ondersteuning

2.College: College van burgemeester en wethouders.

3.Compensatieplicht: De plicht van het College aan personen met een beperking, eenchronisch psychisch of een psychosociaal probleem voorzieningen te bieden tercompensatie van hun beperkingen op het gebied van zelfredzaamheid enmaatschappelijke participatie teneinde hen in staat te stellen een huishouden tevoeren, zich te verplaatsen in en om de woning, zich lokaal te verplaatsen pervervoermiddel en medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbandenaan te gaan. Daarbij legt artikel 4 van de Wet het College de plicht op om eenresultaat te bereiken dat als compensatie mag gelden en dat in het individuele gevalmaatwerk is.

4.Persoon met beperkingen: een persoon die ten gevolge van een beperking inclusiefchronische psychische en psychosociale problemen, aantoonbare beperkingenondervindt bij het voeren van activiteiten bij normale deelname aan hetmaatschappelijke verkeer, te weten het voeren van een huishouden, het normalegebruik van de woning; het zich in en om de woning verplaatsen; het zich zodanigverplaatsen dat aansluiting wordt gevonden bij regionale, bovenregionale enlandelijke vervoerssystemen; het ontmoeten van andere mensen en het aangaan enonderhouden van sociale verbanden om op die manier deel te nemen aan het lokale

maatschappelijke Ieven van alledag.

5.Mantelzorg: langdurige ondersteuning die niet in het kader van een hulpverlenendberoep wordt geboden aan een hulpbehoevende, door personen uit diens directeomgeving waarbij het verlenen van de ondersteuning rechtstreeks voortvloeit uitde sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt.

Mantelzorg vindt plaats op basis van vrijwilligheid, dat wil zeggen dat de

mantelzorger zelf aangeeft in staat te zijn deze ondersteuning te verlenen.

6.Aanmelding: de mededeling (melding) aan het college dat er problemen zijn opgrond waarvan iemand verzoekt een afspraak te maken voor een gesprek.

7.Het gesprek: het eerste contact na een aanmelding waarin met degene die

maatschappelijke ondersteuning zoekt zijn gehele situatie wordt geinventariseerdten aanzien van de beperkingen en de gevolgen daarvan, deondersteuningsbehoefte, de te bereiken resultaten, de te kiezen oplossingen viaeigen mogelijkheden, via mogelijkheden van het netwerk dan wel via algemene,algemeen gebruikelijke collectieve, (wettelijk) voorliggende en individuelevoorzieningen. Het gesprek kan worden afgesloten met een verslag dat door departicipanten kan worden ondertekend.

8.Aanvraag: het verzoek om in aanmerking te komen voor één of meerdere

voorzieningen om een resultaat te bereiken in het kader van deze verordening, datschriftelijk via een aanvraagformulier, op elektronische wijze, mondeling oftelefonisch is gedaan.

9.Belanghebbende: een persoon die voor zichzelf, of met behulp van een machtigingdoor een ander, een aanmelding of een aanvraag doet.

10.Gemachtigde: een persoon die met machtiging namens belanghebbende eenaanmelding of een aanvraag doet.

11.Psychosociaal probleem: een situatie van verlies van zelfstandigheid en, met name,een gebrek aan deelname aan het maatschappelijk verkeer, veroorzaakt doorproblemen die iemand heeft in zijn relatie met anderen, met zijn sociale omgeving.

12.Algemene voorziening: een voorliggende voorziening die weliswaar niet bestemd isvoor, noch te gebruiken is door alle personen als bedoeld in artikel 4 lid 1 van dewet, maar die anderzijds door iedereen waarvoor de voorziening wel bedoeld is opeenvoudige wijze te verkrijgen of te gebruiken is, zonder een ingewikkeldeaanvraagprocedure.

13.Algemeen gebruikelijke voorziening: een voorziening die niet speciaal bedoeld is voormensen met een beperking en dus ook door anderen gebruikt wordt, gewoon in dewinkel te koop is en niet — aanzienlijk — duurder is dan vergelijkbare producten.

14.Collectieve voorziening: een voorziening die individueel wordt verstrekt

maar die door meerdere personen tegelijk wordt gebruikt.

15.Voorliggende voorziening: een voorziening die normaal in de maatschappij aanwezigen beschikbaar is en bedoeld voor iedereen die daar behoefte aan heeft.

16.Wettelijk voorliggende voorziening: een voorziening op grond van een wettelijkebepaling anders dan ingevolge de wet waarmee het resultaat geheel of gedeeltelijkbereikt kan worden.

17.Individuele voorziening: een voorziening die door het college ten behoeve van éénpersoon op basis van artikel 4 Wmo wordt verstrekt en waarop alle regels van deWmo van toepassing zijn.

18.Gebruikelijke zorg: de zorg die op het gebied van het voeren van het huishoudenvoor alle leden van een leefeenheid geldt om gezamenlijk voor het huishouden tezorgen.

19.Voorziening in natura: een voorziening in te zetten om het resultaat te bereiken, inde vorm van goederen in (bruik)leen of in eigendom, of als persoonlijke dienstverlening.

20.Persoonsgebonden budget: een geldbedrag om te gebruiken voor het te bereiken

resultaat, als alternatief voor een voorziening in natura.

21.Financiële tegemoetkoming: een geldbedrag, al dan niet forfaitair of gemaximeerd,

bedoeld om een voorziening mee aan te schaffen voor het te bereiken resultaat.

22.Hoofdverblijf: de plaats waar een persoon daadwerkelijk de meeste nachten per jaar

doorbrengt.

23.Huishoudelijke verzorging: huishoudelijke verzorging (HV) als bedoeld in artikel 1 sub

h van de wet ("het ondersteunen bij of het overnemen van activiteiten op het gebied van

het verzorgen van het huishouden van een persoon dan wel van de leefeenheid waartoe

een persoon behoort. ”). In de praktijk ook wel ‘Hulp bij het Huishouden’ genoemd.

Huishoudelijke verzorging bestaat op basis van individueel concreet maatwerk uit een of

meer van de HV—activiteiten.

24.HV activiteiten: de in het afwegingskader van de nadere beleidsregels genoemde

huishoudelijke verzorgingsactiviteiten ( werkzaamheden en/ of —taken) die op basis van

individueel concreet maatwerk met een actieve zorgsignaalfunctie worden verricht. De

concrete invulling, omvang en uitvoering van de HV activiteiten vindt plaats met als

uitgangspunt een adequate invulling van de compensatieplicht als bedoeld in artikel 4 lid

1 sub a van de wet en rekening houdend met de capaciteiten van de cliënt om uit een

oogpunt van kosten zelf in maatregelen te voorzien als bedoeld in artikel 4 lid 2 van de

wet.

25.HV Zorgovereenkomst: de overeenkomst tussen de persoon als bedoeld in artikel 4

lid 1 van de wet en de HV zorgdienstverlener inzake de concrete invulling, omvang en

uitvoering van de Huishoudelijke verzorging respectievelijk de concrete invulling, omvang

en uitvoering van een of meer van de HV—activiteiten.

Hoofdstuk 2 Resultaatgerichte compensatie

Artikel 2. De te bereiken resultaten

De op basis van artikel 4 lid 1 van de wet via compenserende maatregelen te bereiken

resultaten zijn:

a.in het kader van de leefbaarheidgerealiseerde huishoudelijke verzorging in de vormvan licht en/of zwaar huishoudelijke werk in de woonkamer, slaapvertrekken, keukenen sanitaire ruimten van de woning;

b. wonen in een geschikt huis;

c. beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften;

d. beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding;

e. het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren;

f. zich verplaatsen in om en nabij de woning;

g. zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel;

h. de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aanrecreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten.

Hoofdstuk 3. Hoe te komen tot de te bereiken resultaten

Artikel 3. Scheiding aanmeldingen aanvraag

1.Aan een aanvraag voor een individuele voorziening ex artikel 1, lid 1 aanhef en onder g sub 6 van de wet gaat een aanmelding voor een gesprek vooraf indien:

a. De aanvraag afkomstig is van een belanghebbende die nog niet eerder een aanvraag

in het kader van de Wmo heeft gedaan;

b. De aanvraag afkomstig is van een belanghebbende die al eerder een gesprek heeft

gevoerd maar waarbij sprake is van gewijzigde omstandigheden of gewijzigde te

bereiken resultaten;

c. Belanghebbende of het college daarom verzoekt.

2. Indien belanghebbende aangeeft direct een aanvraag in te willen dienen vervalt het gestelde in het eerste lid.

Artikel 4. Aanmelding voor een gesprek

Een aanmelding voor een gesprek kan schriftelijk, elektronisch, mondeling of telefonisch worden gedaan bij het Wmo loket door of namens een persoon met een beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem die behoefte heeft aan compensatie ten behoeve van het bevorderen van zijn deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren.

Artikel 5. Het gesprek

1.Het gesprek wordt gevoerd bij de belanghebbende thuis of ten kantore van het Wmo loket, tenzij belanghebbende aangeeft het gesprek liever elders te voeren.

2.Het gesprek kan gevoerd worden aan de hand van een lijst te bespreken punten, die voor belanghebbende beschikbaar is bij het Wmo loket, of op verzoek ontvangen kan worden bij de schriftelijke bevestiging van de afspraak.

3.Bij het voeren van het gesprek zal de International Classification of Functions, Disabilities and Health als basis voor het begrippenkader worden gehanteerd.

4.Als de belanghebbende een mantelzorger is, wordt met de mantelzorger en zo mogelijk met de verzorgde geinventariseerd welke problemen er bestaan bij de uitvoering van de mantelzorg.

Artikel 6. Het verslag

1.Het gesprek kan worden afgesloten met een verslag. Opmerkingen van

belanghebbende over dit verslag kunnen als bijlage aan het verslag worden toegevoegd. In ieder geval als gebruik wordt gemaakt van het gestelde in het derde zal het gespreksverslag worden ondertekend.

2. Het verslag van het gesprek bevat in ieder geval:

a. Een omschrijving van de beperking, het chronisch psychisch probleem en/of het psychosociaal probleem zoals ervaren door belanghebbende;

b. De mogelijkheden die belanghebbende heeft of kan ontwikkelen ondanks dit probleem;

c. De belemmeringen die belanghebbende ondervindt vanwege dit probleem;

d. De resultaten die belanghebbende wil bereiken op de in artikel 2 omschreven terreinen;

e. Hetgeen belanghebbende inmiddels zelf heeft gedaan om bestaande problemen op te lossen;

f. De mogelijkheden die belanghebbende nog heeft om oplossingen te bewerkstelligen door middel van eigen mogelijkheden, via mogelijkheden van het netwerk dan wel via algemene voorzieningen, algemeen gebruikelijke voorzieningen, collectieve voorzieningen of andere al dan niet wettelijk voorliggende voorzieningen;

g. De individuele voorzieningen die uiteindelijk nodig zijn om de geformuleerde doelstellingen te bereiken.

3. Na het voeren van een gesprek kan een belanghebbende, gebruik makend van het ondertekende verslag van het gesprek dat in die situatie als aanvraagformulier dient, een aanvraag indienen voor een individuele voorziening ex artikel 1, lid 1 aanhef en onder g sub 6 van de wet.

Hoofdstuk 4. De aanvraag van een individuele voorziening

Artikel 7. De aanvraag

1. De aanvraag van een individuele voorziening moet schriftelijk of elektronisch plaatsvinden.

2. Indien een aanvraag mondeling, waaronder telefonisch, plaatsvindt wordt dit per omgaande schriftelijk bevestigd. Bij deze bevestiging wordt indien nodig een aanvraagformulier meegezonden.

3. Bij de aanvraag wordt, als er een gesprek is gevoerd, het ondertekende verslag van dit gesprek als aanvraagformulier beschouwd.

Hoofdstuk 5. Beoordeling van de te bereiken resultaten

Paragraaf 5.1 Algemene regels

Artikel 8. Het maken van een afweging

1. Bij het beoordelen welke voorzieningen getroffen gaan worden neemt het college het verslag van het gesprek indien aanwezig als uitgangspunt. Het college gaat uit van de behoeften en persoonskenmerken van de belanghebbende. Daarbij zal onderzoek gedaan worden naar de noodzaak en mogelijkheid tot leveren van maatwerk ten aanzien van het te bereiken resultaat.

2. Alle eigen mogelijkheden, mogelijkheden van het netwerk dan wel wettelijk voorliggende, anderszins voorliggende, algemeen gebruikelijke, collectieve en algemene voorzieningen die beschikbaar en bruikbaar zijn worden eerst beoordeeld, voor zover die niet tot een oplossing hebben geleid in het gesprek, of indien geen gesprek heeft plaatsgevonden.

Paragraaf 5.2 De te bereiken resultaten

Artikel 9. in het kader van de leefbaarheid gerealiseerde huishoudelijke verzorging in de

vorm van licht en/of zwaar huishoudelijk werk in de woonkamer, slaapvertrekken,

keuken en sanitaire ruimten van de woning

1. Het (eerste) te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit in het kader van de leefbaarheid gerealiseerde huishoudelijke verzorging in de vorm van licht en/of zwaar huishoudelijk werk in de woonkamer, slaapvertrekken, keuken en sanitaire ruimten van de woning.

2. Met het oog op het bepaalde in lid 1 van dit artikel kan compensatie worden geboden voorlicht en/of zwaar huishoudelijk werk.

3. Indien de belanghebbende een of meer huisgenoten heeft die beschikbaar en in staat zijn werkzaamheden over te nemen zal dit eerst in het kader van gebruikelijke zorg beoordeeld worden conform het protocol gebruikelijke zorg bij hulp bij het huishouden.

4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn zullen ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen worden verstrekt.

Artikel 10. Wonen in een geschikt huis

1. Het te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het normaal gebruik kunnen maken van de woning waar men over beschikt of gaat beschikken en waar men hoofdverblijf heeft. Dit geldt ten aanzien van de woonkamer, slaapvertrekken, keuken, sanitaire ruimten, berging, tuin of balkon.

2. Met het oog op het normale gebruik van de woning kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van de bereikbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid van de woning.

3. Voor zover de belanghebbende kan verhuizen naar een geschikte woning of een gemakkelijker geschikt te maken woning welke verhuizing kan leiden tot het te bereiken resultaat zal deze mogelijkheid eerst beoordeeld worden. Deze beoordeling zal alleen plaatsvinden indien de aanpassing van de woning hoger is dan het bedrag zoals vermeld in artikel 7 lid 1 van het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Sint Anthonis 2012.

4. Voor zover de in lid 3 genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn zullen ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen worden verstrekt.

5. Een financiële tegemoetkoming voor verhuiskosten zoals vermeld in artikel 7 lid 2 van het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Sint Anthonis 2012 kan verstrekt worden indien belanghebbende besluit om te verhuizen naar een geschikte, compenserende woning, waardoor een woningaanpassing in de huidige woning voorkomen wordt.

6. In afwijking van het gestelde in het eerste lid kan een woonvoorziening getroffen worden voor het bezoekbaar maken van één woning indien de aanvrager zijn hoofdverblijf heeft in een AWBZ instelling. Bij bezoekbaar maken bestaat het te behalen resultaat uit de toegang tot de woning en buitenruimte en het normaal gebruik kunnen maken van de woonkamer en één toilet. Voor het bezoekbaar maken geldt een gemaximeerde financiële tegemoetkoming zoals vermeld in artikel 7 lid 10 van het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Sint Anthonis 2012.

7. Het bepaalde in lid 1 en 2 is niet van toepassing op het treffen van bouwkundige en bouwtechnische voorzieningen:

a. Aan hotels/pensions, trekkerswoonwagens, verzorgingstehuizen, kloosters,

vakantiewoningen, recreatiewoningen, tweede woningen en kamerverhuur;

b. Aan specifiek op personen met beperkingen en ouderen gerichte woongebouwen voor wat betreft voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten;

c. Die bij (nieuw)brouw of renovatie zonder noemenswaardige meerkosten

meegenomen kunnen worden;

d. Aan woonwagens en woonschepen die een technische levensduur hebben van minder dan 5 jaar;

e. Aan woningen die binnen een termijn van 5 jaar gesloopt worden.

Artikel 11. Beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften

1. Het te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het voorzien zijn van dagelijks benodigde hoeveelheid voedsel voor maaltijden en andere momenten waarop iets genuttigd wordt, evenals toiletartikelen en schoonmaakartikelen. Ook de noodzakelijke bereiding van maaltijden kan hieronder vallen.

2. Met het oog op het beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het doen van boodschappen, voor wat betreft levensmiddelen, schoonmaakmiddelen, en toiletartikelen, alsmede het bereiden en opdienen van maaltijden.

3. Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare boodschappenservice of maaltijdvoorziening die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat zal deze mogelijkheid eerst beoordeeld worden.

4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn zullen ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen worden verstrekt.

Artikel 12 Beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding en bed en linnengoed

1. Het te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het aanwezig zijn van gewassen, al dan niet gestreken en zo nodig opgevouwen of opgehangen kleding en bed en Iinnengoed.

2. Met het oog op het beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding en bed en linnengoed kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het wassen, drogen en strijken en opruimen van de dagelijkse was.

3. Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare was en strijkservice die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat zal deze mogelijkheid eerst beoordeeld worden.

4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn zullen ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen worden verstrekt.

Artikel 13. Het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren

1. Het te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit de dagelijkse, gebruikelijke zorg voor in het huishouden aanwezige kinderen.

2. Met het oog op het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren, kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het zo mogelijk tijdelijk ter overbrugging van een periode noodzakelijk voor het nemen van meer definitieve maatregelen — vervangen van de ouder die in principe voor de kinderen zorgt.

3. Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare voor tussen en naschoolse opvang, kinderopvang of andere opvangmogelijkheden die in de individuele situatie van de belanghebbende kunnen leiden tot het te bereiken resultaat zullen deze mogelijkheden eerst beoordeeld worden.

4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn zullen ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen worden verstrekt.

Artikel 14 Zich verplaatsen in en om de woning

1. Het te bereiken resultaat ten aanzien van het zich verplaatsen in en om de woning bestaat uit het in staat zijn de woonkamer, het slaapvertrek en/of de slaapvertrekken, het toilet en de douche, de berging, de tuin of het balkon kunnen bereiken en er zich zodanig kunnen redden dat normaal functioneren mogelijk is.

2. Met het oog op het verplaatsen in en om de woning kan een individuele voorziening worden getroffen bestaande uit een rolstoel voor dagelijks zittend gebruik.

3. Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare rolstoelpool die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat zal deze mogelijkheden eerst beoordeeld worden.

4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn zullen ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen worden verstrekt.

Artikel 15. Zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel

1. Het te bereiken resultaat ten aanzien van het zich lokaal verplaatsen per

vervoermiddel bestaat uit het kunnen doen van dagelijkse boodschappen, het kunnen bezoeken van familie, kennissen en het doen van gewenste activiteiten, alles binnen de directe woon en Ieefomgeving.

2. Met het oog op het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel, kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het verplaatsen over de korte afstand rond de woning en het verplaatsen over de langere afstand binnen de directe woon en leefomgeving.

3. Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare scootmobielpool of van collectief vraagaflwankelijk vervoer van deur tot deur die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat zullen deze mogelijkheden eerst beoordeeld worden.

4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn zullen ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen worden verstrekt.

Artikel 16. De mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten

1. Het te bereiken resultaat ten aanzien van de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten bestaat uit het zo mogelijk kunnen afleggen van gewenste bezoeken en het deelnemen aan gewenste activiteiten binnen de directe regio.

2. Met het oog op de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het vervoer naar de gewenste bestemmingen.

3. Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een of meer aanwezige en bruikbare (vrijwilligers)organisaties die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat zullen deze mogelijkheden eerst beoordeeld worden.

4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn zullen ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen worden verstrekt.

Hoofdstuk 6. Verstrekkingwijze, eigen bijdrage en eigen aandeel

Paragraaf 6.1 verstrekking van individuele voorzieningen

Artikel 17. Moqelijke verstrekkingwijzen

De te treffen individuele voorzieningen kunnen als voorziening in natura, als financiële tegemoetkoming en als persoonsgebonden budget worden verstrekt.

Paragraaf 6.2 Verstrekking in natura

Artikel 18. Inhoud beschikking

1. Bij het treffen van een voorziening in natura wordt in de beschikking vastgelegd

a. welke de te treffen voorziening is;

b. wat de duur is van de verstrekking is;

c. hoe de voorziening in natura verstrekt wordt;

d. of er sprake is van een overeenkomst waarin deze verstrekking is geregeld.

2. Als er sprake is van een te betalen eigen bijdrage of een eigen aandeel wordt dit in de beschikking opgenomen.

Paragraaf 6.3 Verstrekking als persoonsgebonden budget

Artikel 19. Overwegende bezwaren

Het college legt in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Sint Anthonis 2012 vast in welke situaties sprake is van overwegende bezwaren zodat er geen persoonsgebonden budget verstrekt wordt.

Artikel 20. Inhoud beschikking

1. Bij het treffen van een voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget wordt in de beschikking vastgelegd:

a. Voor welk te bereiken resultaat het persoonsgebonden budget gebruikt moet worden, eventueel aangevuld met een program van eisen waaraan bij de besteding voldaan moet worden;

b. Wat de omvang van het persoonsgebonden budget is en hoe deze omvang tot stand is gekomen;

c. De voorwaarden voor uitbetaling van het persoonsgebonden budget en de wijze van uitbetaling van het persoonsgebonden budget;

d. Wat de duur is van de verstrekking waarvoor het persoonsgebonden budget bedoeld is; en

e. Welke regels gelden ten aanzien van verantwoording van de besteding van het persoonsgebonden budget.

2. Als er sprake is van een te betalen eigen bijdrage of een eigen aandeel wordt dit in de beschikking opgenomen.

Paragraaf 6.4 Verstrekking als financiële tegemoetkoming

Artikel 21. Inhoud beschikking

1. Bij het treffen van een voorziening in de vorm van een financiële tegemoetkoming

wordt in de beschikking vastgelegd:

a. Voor welk te bereiken resultaat de financiële tegemoetkoming bestemd is;

b. Wat de duur van de verstrekking is;

c. Of er sprake is van een overeenkomst waarin deze verstrekking is geregeld.

2. Als er sprake is van een te betalen eigen bijdrage of een eigen aandeel wordt dit in de beschikking opgenomen.

Paragraaf 6.5 Eigen bijdrage en eigen aandeel

Artikel 22. Eigen bijdragen en eigen aandeel

1. Bij het verstrekken van een individuele voorziening is een eigen bijdrage of een eigen aandeel verschuldigd ten aanzien van de volgende resultaten:

a. in het kader van de leefbaarheid gerealiseerde huishoudelijke verzorging in de vorm van licht en/of zwaar huishoudelijk werk in de woonkamer,

slaapvertrekken, keuken en sanitaire ruimten van de woning;

b. wonen in een geschikt huis;

c. beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften;

d. beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding;

e. het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren;

f. zich verplaatsen in, om en nabij de woning voor zover het geen rolstoel betreft;

g. zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel;

h. de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten.

2. Het college Iegt in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Sint Anthonis 2012 de hoogte en de duur van de te vragen eigen bijdrage of eigen aandeel vast.

Hoofdstuk 7. Procedurele bepalingen

Artikel 23. Beslistermijn op aanvraag individuele voorziening

1. De wettelijke termijn waarbinnen een besluit op een aanvraag voor een individuele voorziening bedraagt maximaal 8 weken.

2. Indien de wettelijke termijn niet gehaald kan worden dan wordt belanghebbende hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld.

Artikel 24 Voorwaarden en weigeringsgronden

1. Een voorziening kan slechts worden toegekend voor zover:

a. De noodzaak voor het te bereiken resultaat langdurig is, tenzij kortdurende hulp bij het huishouden leidt tot het te bereiken resultaat;

b. De te verstrekken voorziening als de goedkoopst compenserende voorziening aan te merken is;

2. Geen voorziening wordt toegekend:

a. Indien de voorziening algemeen gebruikelijk is.

b. Indien de belanghebbende niet woonachtig is in de gemeente Sint Anthonis

c. Voor zover de aanvraag betrekking heeft op kosten die de belanghebbende voorafgaand aan het moment van aanvragen of het moment van beschikken heeft gemaakt en niet meer is na te gaan of deze voorziening noodzakelijk was en als goedkoopst compenserend aan te merken valt.

d. Voor zover een voorziening als die waarop de aanvraag betrekking heeft reeds eerder in het kader van enige wettelijke bepaling of regeling is verstrekt en de normale afschrijvingstermijn van de voorziening nog niet verstreken is, tenzij de eerder vergoede of verstrekte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan belanghebbende zijn toe te rekenen, of tenzij belanghebbende geheel of gedeeltelijk

tegemoetkomt in de veroorzaakte kosten.

e. Voor zover er aan de zijde van de aanvrager geen sprake is van aantoonbare meerkosten in vergelijking met de situatie voorafgaand aan het optreden van de beperkingen waarvoor de voorziening wordt aangevraagd.

Artikel 25. Advisering

1. Het college is bevoegd om, voor zover dit van belang kan zijn voor de beoordeling van het recht op de aangevraagde voorziening, degene door wie een aanvraag is ingediend of bij gebruikelijke zorg diens relevante huisgenoten:

a. Op te roepen in persoon te verschijnen op een door het college te bepalen plaats en tijdstip en hem te ondervragen;

b. Op een door het college te bepalen plaats en tijdstip door een of meer daartoe aangewezen deskundigen te doen ondervragen en/of onderzoeken.

2. Het college vraagt een door hem daartoe aangewezen adviesinstantie om advies indien:

a. De aanvraag om medische redenen wordt afgewezen;

b. Het college dat overigens gewenst vindt.

Artikel 26. Wijziging situatie

Degene aan wie krachtens deze verordening een voorziening is verstrekt, is verplicht aan het college mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een voorziening.

Artikel 27. Intrekking van een voorziening

1. Het college kan een besluit, genomen op grond van deze verordening, geheel of gedeeltelijk intrekken indien:

a. niet of niet langer wordt voldaan aan de voorwaarden gesteld bij of krachtens deze verordening;

b. beschikt is op grond van gegevens waarvan gebleken is dat die gegevens zodanig onjuist waren dat, waren de juiste gegevens bekend geweest, een andere beslissing zou zijn genomen;

c. de aanvrager tekortschietend besef van verantwoordelijkheid heeft betoond;

d. blijkt dat gedurende een periode van meer dan drie maanden geen gebruik is gemaakt van de verstrekte voorziening.

2. Een besluit tot verlening van een financiële tegemoetkoming of een persoonsgebonden budget kan worden ingetrokken indien blijkt dat de tegemoetkoming of het budget binnen drie maanden na uitbetaling niet is aangewend voor de bekostiging van de voorziening waarvoor de verlening heeft plaatsgevonden of nog geen opdracht is gegeven tot levering van de dienst of het product.

Artikel 28. Terugvordering

1. Indien het recht op een voorziening is ingetrokken kan op basis daarvan een reeds uitbetaalde financiële tegemoetkoming of persoonsgebonden budget worden teruggevorderd.

2. Ingeval het recht op een in eigendom verstrekte voorziening is ingetrokken kan deze voorziening worden teruggevorderd indien de voorziening is verleend op basis van valselijk verstrekte gegevens.

3. Ingeval het recht op een in bruikleen verstrekte voorziening is ingetrokken kan deze voorziening worden teruggehaald indien de voorziening is verleend op basis van valselijk verstrekte gegevens.

Hoofdstuk 8. Slotbepalingen

Artikel 29. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afvvijken van de bepalingen van deze verordening indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 30. Indexering

Het college kan jaarlijks per 1 januari de in het kader van deze verordening en het op deze verordening berustende gemeentelijk besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Sint Anthonis geldende bedragen verhogen of verlagen aan de hand van de prijsindex voor de gezinsconsumptie, zoals bepaald in artikel 4.5 lid 1 van het

(landelijke) Besluit maatschappelijke ondersteuning (Stb. 2006, 450).

Artikel 31. Evaluatie

Het door het gemeentebestuur gevoerde beleid wordt eenmaal per 2 jaar geëvalueerd. Onderdeel van deze evaluatie is het klanttevredenheidsonderzoek. Indien de evaluatie daartoe aanleiding geeft wordt het beleid aangepast. Het college zendt hiertoe telkens 2 jaar na de inwerkingtreding van de verordening aan de gemeenteraad een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de verordening in de praktijk.

Artikel 32. Inwerkingtreding en overgangsbepaling

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2014

Artikel 33. Intrekking oude regeling

De Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Sint Anthonis 2012 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2014.

Artikel 34. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Sint Anthonis 2014".

Aldus besloten in de openbare vergadering van de

Raad van de gemeente Sint Anthonis van 27 januari 2014.

De Raad voornoemd,

de griffier, de voorzitter,

mr. A.P.J.L. Keijzers M.L.P. Sijbers