Regeling vervallen per 01-01-2021

Dienstreizen

Geldend van 30-07-2019 t/m 31-12-2020 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2016

Intitulé

Dienstreizen

Regeling met betrekking tot dienstreizen en reis- en verblijfkosten verband houdend met dienstreizen

Deze regeling geldt voor de Gemeente Boxmeer en de Gemeente Sint Anthonis.

Inhoudsopgave

  • Artikel 1 Begripsomschrijving

  • Artikel 2 Toekenning dienstreisbevoegdheid

  • Artikel 3 Voorwaarden gebruik eigen auto ten behoeve van dienstreis in relatie tot schadeaansprakelijkheid voor de werkgever (art. 15:1:24 en 15:1:23, 2e lid CAR-UWO)

  • Artikel 4 Plaatselijk beleid ter zake gebruik eigen motorrijtuig of openbaar vervoer

  • Artikel 5 Vergoeding reis- en verblijfkosten

  • Artikel 6 Declaraties

  • Artikel 7 Ter beschikking stellen privé-auto

  • Artikel 8 Afwijkingen uit doelmatigheid

  • Artikel 9 Citeertitel en inwerkingtreding

Artikel 1 Begripsomschrijving

Onder dienstreis wordt in deze regeling verstaan: Een naar het oordeel van het bevoegd gezag noodzakelijke verplaatsing van de ambtenaar tot het verrichten van dienstwerkzaamheden buiten de plaats van tewerkstelling, evenals het hiermee verband houdende verblijf buiten deze plaats.

Artikel 2 Toekenning dienstreisbevoegdheid

Lid 1

De toekenning van dienstreisbevoegdheid wordt neergelegd bij de direct leidinggevenden. Daarbij wordt ook de wijze van vervoer bepaald, t.w. openbaar vervoer of eigen vervoer.

Lid 2

Voor ambtenaren die op grond van hun functie ook in de ‘buitendienst’ werkzaam zijn, wordt het gebruik van de eigen auto geacht direct functioneel te zijn en er hoeft geen toestemming van de leidinggevende verkregen te worden, tenzij de dienstreis zich buiten de gemeente uitstrekt.

Lid 3

Met betrekking tot de keuze tussen het gebruik van eigen auto of openbaar vervoer zijn de artikelen 3 en 4 van toepassing.

Artikel 3 Voorwaarden gebruik eigen auto ten behoeve van dienstreis in relatie tot schadeaansprakelijkheid voor de werkgever (artikel 15:1:24 en 15:1:23, 2e lid CAR-UWO)

Lid 1

Ter nadere verduidelijking en beperking van het risico in verband met werkgeversaansprakelijkheid voor schade aan motorrijtuigen bij dienstgebruik, wordt aan de toestemming voor het gebruik van het eigen motorrijtuig ten behoeve dienstreizen de voorwaarde gesteld dat voor de dienstreis zo mogelijk, gebruik gemaakt wordt van een motorrijtuig dat allrisk verzekerd is.

Lid 2

Bij gebruik van het eigen motorrijtuig bij dienstreizen met ‘openbaar vervoeraanwijzing’ als bedoeld in artikel 4, wordt geen werkgeversaansprakelijkheid als in artikel 15:1:23, lid 2 van de CAR-UWO aanvaard.

Artikel 4 Plaatselijk beleid ter zake gebruik eigen motorrijtuig of openbaar vervoer

Lid 1

De gemeenten Sint Anthonis en Boxmeer sluiten aan bij het Rijksbeleid (de intentie van Reisbesluit binnenland) om het gebruik van auto en andere motorrijtuigen terug te dringen en openbaar vervoer te stimuleren. Uitgangspunt is daarbij dat het reizen met openbaar vervoer doelmatig moet zijn.

Lid 2

Een dienstreisbestemming wordt als doelmatig met openbaar vervoer bereikbaar aangemerkt, als:

  • deze bestemming binnen een straal van 5 kilometer vanaf een treinstation ligt;

  • betreffend treinstation met als vertrekpunt station werkplaats dan wel het dichtstbijzijnde station woonplaats met de trein met maximaal 2 overstappen is te bereiken;

  • de reistijd ten opzichte van het gebruik van eigen vervoer (auto) naar beoordeling van de leidinggevende niet meer dan redelijk langer is. Als ‘meer dan redelijk langer’ wordt hier aangemerkt dat de reistijd met openbaar vervoer v.v. meer dan 1,5 maal de reistijd bedraagt dan bij gebruik van een eigen motorrijtuig. Als uitgangspunt voor die berekening wordt uitgegaan van de routeplanner Google maps (“snelste route” ) en de NS-reisplanner.

Lid 3

Indien bijzondere omstandigheden, zoals reizen met meerdere personen, onevenredige reistijd, tijdstip van aanvang of afloop, daartoe aanleiding geven kan van bovenstaande algemene regel afgeweken worden en gaat gebruik van eigen motorrijtuig voor. De beoordeling van doelmatigheid binnen bovengenoemde voorwaarden is aan de direct leidinggevende.

Lid 4

De beoordeling van dienstreisbevoegdheid en gebruik van openbaar vervoer of eigen motorrijtuig wordt vooraf aangegeven op een ‘dienstreisbriefje’.

Artikel 5 Vergoeding reis- en verblijfkosten

Lid 1

De ambtenaar die ter zake van reizen in het belang van de dienst, reis- en verblijfkosten heeft gemaakt, krijgt die kosten vergoed overeenkomstige toepassing van het Reisbesluit binnenland voor het burgerlijk rijkspersoneel (Reisbesluit binnenland).

Lid 2

Voor de vergoeding van reis- en verblijfkosten geldt dat de plaats van tewerkstelling het beginpunt en eindpunt is van de dienstreis. Vanuit dit adres wordt de vergoeding voor reis- en verblijfkosten berekend. Hiermee wordt bij declaratie rekening gehouden.

Lid 3

Reiskosten per openbaar vervoer worden vergoed volgens overgelegde bewijsstukken. Bij gebruik van de trein, is de ambtenaar gerechtigd om in de tweede klas te reizen. Bij de gemeente Boxmeer en de gemeente Sint Anthonis kan men gebruik maken van de NS-Business Card.

Verder worden voor het bereiken van de dienstreisbestemming vanaf het treinstation openbaar vervoerskosten of indien nodig taxikosten vergoed, onder overlegging van betalingsbewijs/reisbewijs. De reiskosten van en naar het treinstation vanuit de plaats van tewerkstelling worden vergoed naar de kilometervergoeding voor dienstreizen.

Lid 4

Indien de ambtenaar met instemming van de bevoegde leidinggevende ten behoeve van dienstreis gebruik maakt van het eigen motorrijtuig, wordt een kilometervergoeding gegeven zoals vastgesteld in de Reisregeling Binnenland (per peildatum 1 januari 2008: € 0,37 waarvan € 0,19 onbelast en € 0 ,18 belast).

Indien de ambtenaar met dienstreisbevoegdheid ‘openbaar vervoer’ toch gebruik maakt van de eigen auto/motorvoertuig wordt de lage kilometervergoeding toegekend volgens de Reisbesluit binnenland. Als uitgangspunt voor die berekening wordt uitgegaan van de routeplanner Google maps (“snelste route”) en de NS-reisplanner.

Lid 5

Conform de bepalingen van het Reisbesluit binnenland worden verblijfkosten verband houdend met dienstreis vergoed. Geen aanspraak op vergoeding van verblijfkosten bestaat voor dienstreizen van korter dan 4 uur en voor dienstreizen binnen 1 kilometer van de plaats van tewerkstelling.

De in verband met dienstreis noodzakelijk gemaakte verblijfkosten (maaltijden, logies en kleine uitgaven) worden op declaratiebasis, onder overlegging van bonnen/nota’s vergoed volgens Reisbesluit binnenland.

Artikel 6 Declaraties

Het declareren van reis- en verblijfkosten dient te gebeuren via het daarvoor bestemde formulier. Declaraties voor reis- en verblijfkosten dienen voor akkoord ondertekend door de direct leidinggevende en onder toevoeging van de eventuele bewijsstukken (vervoersbewijzen openbaar vervoer, bonnetjes e.d. voor verblijfkosten), ingeleverd te worden bij de salarisadministratie. Als uitgangspunt voor de berekening van de afstand van de dienstreis wordt uitgegaan van de snelste route van de routeplanner Google maps. Reis- en verblijfkostendeclaraties dienen binnen 2 maanden na de gemaakte dienstreis en/of kosten ingediend te worden.

Artikel 7 Ter beschikking stellen privé-auto

Het bestuur kan voor functies met een specifiek benoemd vakgebied aangeven dat het wenselijk is dat de ambtenaar zijn privé-auto voor de uitoefening van zijn werkzaamheden structureel beschikbaar stelt. Ingeval de ambtenaar hieraan gevolg geeft, kan hem een vaste maandelijkse vergoeding worden toegekend.

Artikel 8 Afwijkingen uit doelmatigheid

Uit doelmatigheidsoogpunt kan met instemming van de leidinggevende van deze regeling worden afgeweken.

Artikel 9 Citeertitel en inwerkingtreding

Lid 1

Deze regeling kan worden aangehaald als “Regeling met betrekking tot dienstreizen en reis- en verblijfkosten verband houdend met dienstreizen gemeenten Sint Anthonis en Boxmeer 2010”.

Lid 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2010.

Ondertekening