Regeling vervallen per 01-01-2024

Verordening op het correctief raadgevend referendum Sint Anthonis 2002

Geldend van 01-01-2002 t/m 31-12-2023

Intitulé

Verordening op het correctief raadgevend referendum Sint Anthonis 2002

De Raad van de gemeente Sint Anthonis;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 7 december 2001;

gelet op artikel 8, vierde lid, van de Tijdelijke referendumwet; overwegende dat de raad het aangewezen acht bepaalde in de Tijdelijke referendumwet genoemde besluiten van een referendum uit te zonderen;

B E S L U I T :

vast te stellen de volgende verordening: Verordening op het correctief raadgevend referendum Sint Anthonis 2002.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. de wet: de Tijdelijke referendumwet;

b. een referendum: een raadgevend correctief referendum als bedoeld in de Tijdelijke referendumwet over de in artikel 8 van de wet genoemde besluiten van de gemeenteraad;

Artikel 2 Uitzonderingen

a. Een referendum kan niet worden gehouden over:

b. een besluit van de raad inhoudende een algemeen verbindend voorschrift dan wel de intrekking daarvan, dat uitsluitend betrekking heeft op:

1. de rechtspositie van ambtsdragers of gewezen ambtsdragers als zodanig dan wel hun nagelaten betrekkingen of hun rechthebbenden;

2. de gemeentelijke belastingen, bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;

c. een besluit van de gemeenteraad, als bedoeld in artikel 1, eerste en derde lid, 51, eerste en derde lid, 61, eerste en derde lid, 73, eerste en derde lid en 96 van de Wet gemeen- schappelijke regelingen.

Artikel 3 Budget

De raad stelt na de vaststelling dat een referendum zal worden gehouden als bedoeld in artikel 105 van de wet, budget ter beschikking voor de voorlichting en de organisatie van een referendum.

Artikel 4 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2002.

Artikel 5 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op het correctief raadgevend referendum Sint Anthonis 2002.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van de Raad van de gemeente Sint Anthonis van 17 december 2001 en gewijzigd bij raadsbesluit van 15 december 2003. De Raad voornoemd,
de griffier,                        de voorzitter,
mr. A.P.J.L. Keijzers      J.M.J. Verbeeten 

Toelichting op de “Verordening op het correctief raadgevend referendum Sint Anthonis 2002''

Na jaren van discussie over landelijke wetgeving met betrekking tot referenda is op 10 juli jl. de Tijdelijke referendumwet (Trw) door de Eerste Kamer aanvaard. De Trw treedt op 1 januari 2002 in werking en heeft een tijdelijk karakter, de wet vervalt op 1 januari 2005. Dit tijdelijke karakter van de wet hangt samen met een voorstel tot wijziging van de Grondwet. Deze grondwetswijziging maakt referenda met een bindend karakter mogelijk. De Eerste Kamer heeft deze grondwetswijziging in eerste lezing op 10 juli jl. aanvaard. Het wachten is nu op aanvaarding van het wetsvoorstel in tweede lezing door de Tweede en Eerste Kamer. Daarnaast is overigens (de aanvaarding van) uitvoeringswetgeving noodzakelijk. De Trw – daarentegen - maakt referenda mogelijk met een adviserend karakter: de wetgever, respectievelijk regering en Staten Generaal, provinciale staten en de gemeenteraad, behouden de beslissingsvrijheid om een uitspraak tot afwijzing van een besluit naast zich neer te leggen. Het gaat hierbij om raadgevende correctieve referenda op nationaal, provinciaal en gemeentelijk niveau. Raadgevende correctieve referenda worden gehouden op initiatief van kiesgerechtigden over reeds genomen besluiten die in principe nog niet in werking zijn getreden. De reden dat hier gesproken wordt over “in principe'' is gelegen in de uitzondering die geldt voor spoedeisende besluiten. Deze besluiten kunnen in werking treden voordat vaststaat dat hierover een referendum gehouden wordt. Als over deze besluiten toch een referendum wordt gehouden zal de raad een beslissing moeten nemen over de intrekking van deze besluiten. Deze regeling heeft echter een uitzonderingskarakter, er mag slechts in uitzonderingsgevallen als de inwerkingtreding geen uitstel kan lijden, gebruik van gemaakt worden. De hoofdregel is dat besluiten niet in werking treden voordat vaststaat dat er geen referendum over gehouden wordt. Dit is dus een belangrijke uitzondering op de Algemene wet bestuursrecht en artikel 139 en 142 van de Gemeentewet. Het verschil tussen raadplegende en raadgevende referenda is gelegen in het antwoord op de vraag wie het initiatief tot een referendum neemt. In het geval van een raadplegend referendum is dit de raad. Correctief of niet-correctief wil zeggen dat het referendum gaat over resp. een genomen of een voorgenomen besluit. Globaal is de procedure van de Trw als volgt. Na de bekendmaking van het besluit dat er een referendum kan worden gehouden over een besluit, kunnen kiesgerechtigden een verzoek doen tot het houden van een referendum over de in de wet genoemde besluiten. Indien voldoende kiesgerechtigden een geldig verzoek tot het houden van een referendum doen, wordt een inleidend verzoek toegelaten en kan een definitief verzoek volgen. Kiesgerechtigden moeten hiertoe een verklaring ter ondersteuning van het inleidend verzoek indienen. Een definitief verzoek is het aantal geldige ingediende ondersteuningsverklaringen. Na het definitieve verzoek volgt de beslissing over de toelating ervan en wordt vastgesteld of een referendum wordt gehouden. Voor een gemeentelijk referendum is het aantal kiesgerechtigden dat een verzoek of ondersteuningsverklaring moet indienen afhankelijk van de gemeentegrootte. Kiesgerechtigd voor een nationaal, provinciaal of gemeentelijk referendum zijn diegenen die kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de leden van resp. de Tweede Kamer, Provinciale Staten of de gemeenteraad. De Trw en het daarop gebaseerde Besluit omschrijven de procedure nauwkeurig (zie verder de circulaires CW2001/82554 en CW2001/82050 van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties). Landelijke referenda kunnen gehouden worden over wetten en verdragen. Provinciale en gemeentelijke referenda zijn mogelijk over verordeningen, beslissingen tot het oprichten van of deelnemen in privaatrechtelijke rechtspersonen, tot wijziging van de provincie- of gemeentenaam, over grenscorrecties en tot het treffen van een gemeenschappelijke regeling (artikel 8 Trw). De Trw heeft derhalve een verplichtend karakter. Indien aan de voorschriften van de Trw wordt voldaan, moeten gemeenten een referendum houden. Beleidsvrijheid Wel beschikken gemeenten op grond van de Trw over enige beleidsvrijheid. Artikel 8 van de Trw biedt gemeenten de mogelijkheid om één of meer in de wet genoemde besluiten van referendabiliteit uit te zonderen. Dit betreft de volgende besluiten:

a. een besluit van de gemeenteraad inhoudende een algemeen verbindend voorschrift dan wel de intrekking daarvan, dat uitsluitend betrekking heeft op: 1. de rechtspositie van ambtsdragers of gewezen ambtsdragers als zodanig dan wel hun nagelaten betrekkingen of hun rechthebbenden; 2. de gemeentelijke belastingen, bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;

b. een besluit van de gemeenteraad, als bedoeld in artikel 155, eerste lid, van de Gemeente

c. een besluit van de gemeenteraad, als bedoeld in artikel 1, eerste en derde lid, 51, eerste en derde lid, 61, eerste en derde lid, 73, eerste en derde lid en 96 van de Wet gemeenschappelijke regelingen

De onder b. bedoelde besluiten hebben betrekking op beslissingen tot oprichting van of deelneming in privaatrechtelijke regelingen. De onder c. bedoelde besluiten zijn beslissingen tot het aangaan, opheffen of wijzigen van gemeenschappelijke regelingen. Deze verordening dient ter invulling van de beleidsvrijheid waarover gemeenten beschikken in het kader van de Trw. Er kan worden besloten één of meer in de wet genoemde besluiten van een referendum uit te zonderen. In dat geval is het noodzakelijk om een verordening vast te stellen. Aanvullende regelgevende bevoegdheid Overigens laat de Trw de bevoegdheid van gemeenten onverlet om in aanvulling op de wet een verordening vast te stellen die al dan niet correctieve raadgevende of raadplegende referenda over andere onderwerpen dan welke in de Trw zijn genoemd mogelijk maakt (zie artikel 166 Trw en artikel 121 Gemeentewet). Met andere woorden deze verordeningen kunnen betrekking hebben op alle besluiten, behalve op de besluiten die op grond van de Trw referendabel zijn of van referendabiliteit zijn uitgesloten. Deze regelgevende bevoegdheid van de raad berust uiteraard op artikel 147 en 149 Gemeentewet.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsbepalingen

Ad a.: Deze verordening berust op de Tijdelijke referendumwet en wordt om herhaling te voorkomen eenmalig gedefinieerd.

Ad b.: De verordening heeft uitsluitend betrekking op raadgevende correctieve referenda als bedoeld in de Tijdelijke referendumwet. Door dit te bepalen kan er geen onduidelijkheid bestaan over het type referendum waarover in deze verordening wordt gesproken. Meer begripsomschrijvingen zijn niet nodig, aangezien in de verordening zelf voor bepaalde begrippen rechtstreeks wordt verwezen naar bepalingen van de Tijdelijke referendumwet.

Artikel 2 De Tijdelijke referendumwet bepaalt welke besluiten wel en niet referendabel zijn. Voor wat betreft het gemeentelijk referendum wordt de gemeenteraad echter enige beleidsvrijheid gegeven. Op basis van artikel 8, vierde lid, van de Tijdelijke referendumwet heeft de gemeenteraad de mogelijkheid om één of meer (limitatief opgesomde) besluiten van een referendum uit te sluiten. Het oordeel hieromtrent heeft de wetgever aan de gemeenteraad gelaten. De raad van de gemeente Sint Anthonis heeft besloten om optimaal gebruik te maken van de geboden beleidsvrijheid, ergo alle in artikel 8 Trw genoemde besluiten zijn uitgezonderd van referendabiliteit.

Artikel 3 Deze bepaling is opgenomen aangezien er budget beschikbaar moet worden gesteld door de raad voor de voorlichting en de organisatie. De besteding van dit budget kan aan het college worden overgelaten.

Artikel 4 De datum van inwerkingtreding van deze verordening sluit aan bij de datum van inwerkingtreding van de Trw zelf, derhalve 1 januari 2002.