Regeling vervallen per 20-11-2014

Verordening burgerparticipatie Wmo gemeente Sint Anthonis 2008

Geldend van 16-04-2009 t/m 19-11-2014

Intitulé

Verordening burgerparticipatie Wmo gemeente Sint Anthonis 2008

Verordening Burgerparticipatie Wmo gemeente Sint Anthonis 2008

De raad van de gemeente Sint Anthonis;

gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders d.d. 29 januari 2008;

gelet op artikel 11 en 12 van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en artikel 84 Gemeentewet,overwegende:dat de gemeente Sint Anthonis haar burgers, relevante instellingen en organisaties wenst te betrekken bij de voorbereiding van het gemeentelijk Wmo-beleid, met aandacht voor de belangen en behoeften van ingezetenen die deze niet goed kenbaar kunnen makendat het daarvoor noodzakelijk is om te komen tot een adviesorgaan van de gezamenlijke vertegenwoordigers van de kant van vragers op het gebied van maatschappelijke ondersteuning,

B E S L U I T:

vast te stellen de volgende Verordening burgerparticipatie Wmo gemeente Sint Anthonis 2008.

Artikel 1 Definities

a. de gemeente: de gemeente Sint Anthonis.

b. de raad: de gemeenteraad van de gemeente Sint Anthonis.

c. college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sint Anthonis.

d. de wethouder: de wethouder Welzijn van de gemeente Sint Anthonis.

e. Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning.

f. vertegenwoordiger: de vertegenwoordiger van de kant van vragers op het gebied van maatschappelijke ondersteuning.

g. de Wmo-Adviesraad: het uit vertegenwoordigers bestaande orgaan met taken en bevoegdheden zoals in deze verordening omschreven.

h. adviseren: het uitbrengen van een advies.

i. beleidsfases: inventarisatie, visievorming, beleidsvoorbereiding, ontwerpen beleidsplan, vaststellen verordeningen, beleidsuitvoering, evaluatie.

j. contactambtenaar: de beleidsmedewerker die deskundig is op het gebied van de Wet maatsschappelijke ondersteuning.

k. onafhankelijke voorzitter: de voorzitter van de Wmo-adviesraad.

l. vergadering: het overleg tussen de leden van de Wmo-adviesraad.

m periodiek overleg: officieel beraad tussen wethouder en Wmo-Adviesraad en tussen de gemeenteraad en de Wmo-adviesraad. De gemeenteraad kan zich ook door een delegatie uit haar midden laten vertegenwoordigen.

Artikel 2 Reikwijdte van de verordening

Deze verordening is van toepassing op de organisatie van de door de gemeente inge-stelde Wmo-Adviesraad. Opdracht en doelstelling

Artikel 3 Opdracht Wmo-Adviesraad

1. De Wmo-Adviesraad heeft als participatieorgaan van het college en de raad tot taak de gemeente gevraagd en ongevraagd te informeren en te adviseren, alsmede ontwikkelingen te signaleren over alle zaken die van belang zijn voor vragers, zoals beschreven in de Wet maatschappelijke ondersteuning.

2. Onderwerpen die ter advisering aan de Wmo-Adviesraad worden voorgelegd, worden niet aan andere externe adviesraden ter advisering voorgelegd.

Artikel 4 Doelstelling van de Wmo-Adviesraad

De doelstelling van de Wmo-Adviesraad is om de burgerparticipatie zoals omschreven artikel 12 Wmo zo goed mogelijk in te vullen en zo integraal mogelijk vorm te geven. Bevoegdheden Wmo-adviesraad

Artikel 5 Bevoegdheden

1. Initiatiefrecht

a. De Wmo-Adviesraad heeft de bevoegdheid alle aangelegenheden die de uitvoe-ring van de Wmo door het college raken, in het periodiek overleg met de wethouder en de contactambtenaar van de gemeente en met de gemeenteraad aan de orde te stellen.

b. De Wmo-Adviesraad stelt jaarlijks in overleg met het college, op basis van de gemeentelijke jaarplanning met betrekking tot de Wmo-besluitvorming, een activiteitenplan en een begroting op.

c. De Wmo-Adviesraad heeft de bevoegdheid om voor een goede invulling van zijn taakstelling in voorkomende gevallen binnen een door de gemeenteraad beschikbaar gesteld budget en na overleg met het college, gebruik te maken van in-en externe deskundigheid.

2. Informatierecht

1. a. De Wmo-Adviesraad wordt geïnformeerd over de resultaten van landelijke Wmo-benchmarks, klanttevredenheidsonderzoeken, enquêtes en klachtenreportages.

2. b. De Wmo-Adviesraad krijgt spontaan en op verzoek tijdig alle informatie die hij voor de uitoefening van zijn taken, zoals in deze verordening omschreven, nodig heeft, tenzij enig wettelijk voorschrift de verstrekking daarvan in de weg staat. Zonodig zullen deskundige ambtenaren mondelinge toelichting geven over lopend beleid, de invloed van (nieuw) rijksbeleid of over ideeën en plannen van college en/of raad op het Wmo-beleidsterrein.

3 Adviesrecht

1. a. De Wmo-Adviesraad is gesprekspartner van de gemeente in de beleidsfases inventarisatie, visievorming (kadernota) en beleidsvoorbereiding (ontwerpplan), heeft adviesrecht ten aanzien van het vaststellen van het beleidsplan en verordeningen en wordt opnieuw geraadpleegd over de beleidsuitvoering, evaluatie en benchmarking.

2. b. Het college stelt de Wmo-Adviesraad op een zodanig tijdstip in de gelegenheid advies uit te brengen dat er een daadwerkelijke invloed mogelijk is op de besluitvorming. De gemeente geeft van tevoren de financiële, juridische en beleidsmatige kaders aan. Indien de gemeente om advies vraagt, wordt het advies binnen zes weken schriftelijk uitgebracht.

3. c. Het college geeft binnen zes weken een schriftelijke reactie op een uitgebracht advies; zij kan alleen beargumenteerd afwijken van dit advies.

Samenstelling, voordracht, benoeming en zittingsduur

Artikel 6 Wmo-Adviesraad

1. De Wmo-Adviesraad bestaat uit gezamenlijke vertegenwoordigers zo mogelijk van representatieve organisaties van de kant van vragers op het gebied van maatschappelijke ondersteuning die de 9 prestatievelden van de Wmo dekken, met als doel:

1. a. Het bevorderen van sociale samenhang en leefbaarheid in dorpen, wijken en buurten;

2. b. Op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met het opgroeien en ondersteuning van ouders met problemen met opvoeden;

3. c. Het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers;

4. d. Het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijk verkeer en het bevorderen van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem;

5. e. Het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem ten behoeve van het behoud van hun zelfstandig functioneren of hun deelname aan het maatschappelijk verkeer;

6. f. Het bieden van maatschappelijke opvang, waaronder vrouwenopvang;

7. g. Het bevorderen van de openbare geestelijke gezondheidszorg (OGGZ); en

8. h. Het bevorderen van het verslavingsbeleid.

2. De Wmo-Adviesraad is op zodanige wijze samengesteld dat elk prestatieveld via de lokale representatieve cliëntenorganisaties wordt gedekt.

3. Als cliëntgroepen Wmo kunnen worden onderscheiden: senioren, gehandicapten en mensen met een functiebeperking, mantelzorgers, cliënten in de (O)GGZ, vrijwilligers, dorpsraden, vrouwen die behoefte hebben aan opvang, verslaafden en jeugd en ouders.

4. Indien geen representatieve organisaties van vragers bekend zijn, dan kunnen ook burgerleden met ervaringsdeskundigheid namens een cliëntgroep lid zijn van de Wmo-Adviesraad. Als vanuit een bepaald prestatieveld zoals bedoeld in artikel 6 lid 1 hiervoor een lokale vertegenwoordiger ontbreekt, wordt zo mogelijk een regionale vertegenwoordiger bij de Wmo-Adviesraad betrokken.

5. De vertegenwoordigers dragen zorg voor de communicatie met de eigen achterban en andere achterbannen uit desbetreffend prestatieveld.

6. De leden bekleden geen vertegenwoordigende functie namens een politieke partij in de gemeente Sint Anthonis en zij bekleden geen management- of beleidsfunctie bij een commerciële organisatie die direct belang heeft bij de dienstverlening aan de doelgroepen van de Wmo.

7. De namen van de organisaties, de zetelverdeling en de functieprofielen zullen te zijner tijd worden vastgelegd door het college in een bijlage bij deze verordening.

Artikel 7 Voordracht, benoemingen en zittingsduur

1. De onafhankelijke voorzitter en de gezamenlijke vertegenwoordigers worden respectievelijk als voorzitter en leden door het college, op basis van het profiel zoals opgenomen in de bijlage bij deze verordening, benoemd voor een periode van vier jaar.

2. Benoemingen kunnen één keer met eenzelfde periode worden verlengd.

3. Er wordt een rooster van aftreden gemaakt, waarbij roulerend wordt afgetreden.

4. De vertegenwoordigde (groep van) organisatie(s) heeft het recht om zijn door het college als lid benoemde vertegenwoordiger tussentijds gemotiveerd te vervangen.

5. De leden verplichten zich tot het bijwonen van de bijeenkomsten ter voorbereiding van een gevraagd advies. Als een zittend lid op jaarbasis meer dan de helft van het aantal bijeenkomsten verzuimt, wordt door de vertegenwoordigde organisatie een nieuw lid voorgedragen. Wanneer een zittend lid om geldige redenen langdurig moet verzuimen kan de vertegenwoordigde organisatie een plaatsvervangend lid voordragen.

6. Het college benoemt op voordracht van de Wmo-Adviesraad een onafhankelijke voorzitter. De voordracht van de voorzitter van de Wmo-Adviesraad heeft de instemming van de wethouder.

7. Alle benoemde personen ontvangen een schriftelijke bevestiging van hun benoeming van het college. Overleg tussen Wmo-Adviesraad en de gemeente

Artikel 8 Periodiek overleg met wethouder en contactambtenaar

1. Het periodiek overleg met de wethouder wordt voorgezeten door de onafhankelijke voorzitter.

2. De onafhankelijke voorzitter stelt in overleg met de contactambtenaar de agenda samen voor het periodiek overleg met de wethouder. Ieder lid heeft het recht om via de onafhankelijke voorzitter onderwerpen aan te reiken. De definitieve agenda wordt bij aanvang van de bijeenkomst vastgesteld.

3. De onafhankelijke voorzitter stelt in overleg met de contactambtenaar de agenda samen voor het periodiek overleg met de wethouder. Ieder lid heeft het recht om via de onafhankelijke voorzitter onderwerpen aan te reiken. De definitieve agenda wordt bij aanvang van de bijeenkomst vastgesteld.

4. Op verzoek van tenminste twee leden van de Wmo-Adviesraad of op verzoek van het college worden, naast de reguliere bijeenkomsten, extra zittingen belegd. Aan dit verzoek wordt binnen vier weken voldaan, nadat het verzoek daartoe door de onafhankelijke voorzitter is ontvangen.

5. De contactambtenaar roept het periodiek overleg bijeen door middel van een schriftelijke kennisgeving. Deze kennisgeving wordt, vergezeld van de agenda en de vergaderstukken, tenminste veertien dagen van tevoren toegezonden.

6. De contactambtenaar maakt van het periodiek overleg een verslag dat binnen twee weken aan de leden wordt verzonden.

7. De Wmo-Adviesraad overlegt minimaal twee keer per jaar met de wethouder en de contactambtenaar.

8. De Wmo-Adviesraad overlegt vier keer per jaar met de contact-ambtenaar.

Artikel 8a Periodiek overleg met de gemeenteraad

1. De Wmo-Adviesraad overlegt een keer per jaar met de gemeenteraad.

2. Het periodiek overleg met de gemeenteraad wordt voorgezeten door de onafhankelijke voorzitter.

3. De onafhankelijke voorzitter stelt in overleg met de contactambtenaar de agenda sa-men voor het periodiek overleg met de gemeenteraad. Ieder lid heeft het recht om via de onafhankelijke voorzitter onderwerpen aan te reiken. De definitieve agenda wordt bij aan-vang van de bijeenkomst vastgesteld.

4. De onafhankelijke voorzitter bepaalt in overleg met de contactambtenaar tijd en plaats van het periodiek overleg.

5. De contactambtenaar roept het periodiek overleg bijeen door middel van een schriftelij-ke kennisgeving. Deze kennisgeving wordt, vergezeld van de agenda en de vergader-stukken, tenminste veertien dagen van tevoren toegezonden.

6. De contactambtenaar maakt van het periodiek overleg een verslag dat binnen twee weken aan de leden wordt verzonden.

Artikel 9 Vergadering

1. De Wmo-Adviesraad kan ter voorbereiding van een advies vergaderen.

2. Het college draagt er zorg voor dat de vergaderingen ter voorbereiding van gevraagde adviezen en van maximaal drie ongevraagde adviezen in de vorm van een budget voor secretariaat en vergaderaccommodatie wordt ondersteund. De contactambtenaar bereidt de vergadering voor en zal ook zorgdragen voor de uitwerking van het advies.

Artikel 10 Openbaarheid

De vergaderingen van de Wmo-Adviesraad zijn niet openbaar. De adviezen zijn wel openbaar.

Artikel 11 Jaarverslag

1. Jaarlijks vóór april maakt de Wmo-Adviesraad een verslag van de werkzaamheden over het afgelopen jaar.

2. Het college draagt zorg voor een budget ten behoeve van kosten, die samenhangen met het maken van een jaarverslag.

Artikel 12 Vergoedingen

1. In het kader van gevraagde advisering en ongevraagde advisering hebben de leden van de Wmo-Adviesraad recht op een door de gemeente vast te stellen onkostenvergoeding en een vergoeding voor reis- en verblijfkosten.

2. De leden van de Wmo-Adviesraad hebben recht op een door de gemeente vast te stellen commissievergoeding conform de geldende beleidslijn van de gemeente Sint Anthonis. Uitsluitend voor de aanwezigheid bij vergaderingen ter voorbereiding van een gevraagd advies en ter voorbereiding van ongevraagde adviezen.

Artikel 13 Geschillen betreffende deze verordening

Over geschillen voortkomend uit de toepassing van deze verordening beslist het college.

Artikel 14 Slotbepalingen

1. CommunicatieHet college maakt het bestaan van de Wmo-Adviesraad algemeen bekend. Daarnaast zorgt het college voor bekendmaking van de verordening.

2. Evaluatie

1. a. De Wmo-Adviesraad evalueert jaarlijks tezamen met de wethouder het functioneren van het periodiek overleg. Indien er op basis van deze evaluatieronde reden is de verordening aan te passen dan wordt hiertoe via het college een verzoek ingediend bij de raad.

2. b. De Wmo-Adviesraad kan naar aanleiding van een evaluatie het college gemotiveerd verzoeken de onafhankelijke voorzitter te vervangen, met dien verstande dat een besluit daartoe de instemming behoeft van twee derde deel van de leden van de Wmo-Adviesraad.

3. Huishoudelijk reglement Ten dienste van zijn functioneren zal de Wmo-Adviesraad een huishoudelijk reglement opstellen, waarin onder andere de communicatie met de achterban wordt geregeld. Nadere regels.

4. Nadere regels In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college, na overleg met de Wmo-Adviesraad.

Artikel 15 Citeertitel

De verordening wordt aangehaald als: ‘Verordening Burgerparticipatie Wmo gemeente Sint Anthonis 2008’.

Artikel 16 Inwerkingtreding van de verordening

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 april 2008.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de Raad van de gemeente Sint Anthonis van 16 maart 2009.
De Raad voornoemd,
de griffier,                                                      de voorzitter,
mr. A.P.J.L. Keijzers                                    J.M.J. Verbeeten