Regeling vervallen per 23-04-2014

Intensivering Arbeismarktbeleid

Geldend van 20-11-2006 t/m 22-04-2014

Intitulé

Intensivering Arbeismarktbeleid

<vet>Gemeente Sint AnthonisNovember 2006                                               </vet><vet>ARBEIDSMARKTBELEID                          “Mensen actief laten deelnemen aan de samenleving”</vet>

Hoofdstuk 1 Doel

De gemeenten in het Land van Cuijk willen een regionaal ‘werkend netwerk’ tot stand brengen en onderhouden. Een werkend netwerk waarin alle betrokken partijen en instanties (overheid, bedrijfsleven, onderwijsveld, zorg en welzijn, reïntegratie) elkaar weten te vinden en samen werken aan hetzelfde doel: mensen actief laten deelnemen aan de samenleving.

Hoofdstuk 2 Huidige arbeidsmarktbeleid

Het huidige arbeidsmarktbeleid in het Land van Cuijk richt zich op het nemen van maatregelen die gericht zijn op het bevorderen van de zelfstandigheid en participatie op eigen kracht. Ondersteuning is waar nodig gericht op het herwinnen van die zelfstandigheid. Een duurzaam arbeidsmarktbeleid moet echter ook bijdragen aan de ontwikkeling van en verknoping met andere terreinen zoals sociale zaken, economische zaken en onderwijs”. Van oudsher richt de aandacht van het gemeentelijk arbeidsmarktbeleid zich op het verkleinen van de afstand tot de arbeidsmarkt van individuen en specifieke groepen. Er wordt sterk vanuit de behoeften en mogelijkheden van de (potentiële) werknemer gedacht. Met deze methodiek wordt slechts een deel van het arbeidsmarktbeleid afgedekt. Behoeften aan de vraagzijde bij ondermeer bedrijven en instellingen blijven veelal onderbelicht. Door meer aandacht te hebben voor de vraagzijde van de arbeidsmarkt, kan het gemeentelijk arbeidsmarktbeleid aan effectiviteit winnen.Naast vraag en aanbod en het leveren van een match tussen beiden, bepalen ook onderwijs en scholing het arbeidsmarktbeleid. Zowel werkzoekenden als werkenden zijn gebaat bij een adequate scholing en opleiding. Het wordt daarbij steeds belangrijker dat ook externe partijen vanuit onderwijs en het bedrijfsleven bij elkaar komen en afstemming zoeken. Deze noodzaak wordt niet alleen ingegeven door nationale maar ook internationale ontwikkelingen. De Nederlandse maar ook de economie in Noordoost-Brabant wordt steeds meer geconfronteerd met het wegtrekken van lager geschoolde werkgelegenheid naar landen met lagere lonen en sociale heffingen.

Hoofdstuk 3 Nieuw arbeidsmarktbeleid langs vier sporen

Om zoveel mogelijk mensen actief te laten deelnemen aan de samenleving zal een beleid langs vier sporen ontwikkeld moeten worden, waarbij eerst ingezet wordt op het eerste en twee spoor: 1. Toeleiden van mensen naar werk2. Stimuleren van participatie anders dan via betaald werk3. Behoud van bestaande en aantrekken van nieuwe werkgelegenheid4. Zorgen voor voldoende en gekwalificeerd personeel1. Het eerste spoor: toeleiden naar werk. We kiezen er voor nadrukkelijk in te zetten op het voorbereiden op en het verkrijgen van regulier werk. Dat betekent dat activiteiten die in het kader van reïntegratie worden verricht, tijdelijk zijn en als doel hebben om mensen voor te bereiden op de reguliere arbeidsmarkt. Vormen van gesubsidieerde arbeid zijn daarbij niet langer het doel, maar een middel om mensen voor te bereiden op een reguliere arbeidsplaats. Arbeidsmarktbeleid Land van Cuijk Bij een dergelijk reïntegratiebeleid dient de aandacht nadrukkelijk verbreed te worden naar doelgroepen aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Dat begint met eraan te werken dat jongeren hun school afmaken en een startkwalificatie voor de arbeidsmarkt halen. Als jongeren het onderwijs de rug toekeren, heeft het ze kennelijk te weinig te bieden; onderwijs en bedrijfsleven kunnen daar gezamenlijk wat aan doen. Vervolgens is het van groot belang dat er voor jongeren en andere laaggeschoolde werkzoekenden banen zijn. Van belang is aan de slag te gaan met het opsporen van ‘verborgen vacatures’ Via het reïntegratiebeleid dienen inspanningen geleverd te worden om mensen zo snel mogelijk (weer) aan het werk te krijgen. Wij verwachten ook van de uitkeringsgerechtigden dat zij zich ervoor inzetten om hun afhankelijkheid van een uitkering zo snel mogelijk te beëindigen, bij voorkeur door het accepteren van betaalde arbeid. Voor jongeren maar ook voor ouderen is een work-first aanpak een middel daartoe. Het is van belang hierbij op te merken dat de achterliggende gedachte niet is ‘dat je voor een uitkering moet werken’, maar dat het erom gaat (weer) actief te zijn: je gaat niet naar de Sociale Dienst voor een uitkering, maar voor werk!2. Het tweede spoor: maatschappelijke participatie als werken (nog) niet kan. Regulier werk is en blijft het belangrijkste doel. Maar niet tot elke prijs. Want er zijn ook mensen die - ondanks begeleiding en hun eigen inspanningen - niet in een reguliere baan kunnen functioneren. Het is niet reëel om van deze mensen te blijven verlangen dat ze zich inspannen om betaald werk te vinden. Wel is het belangrijk dat deze mensen zoveel mogelijk maatschappelijk actief blijven. Een belangrijke rol is daarbij weggelegd voor het vrijwilligerswerk, dat een onmisbare bijdrage levert aan de kwaliteit van de samenleving. Op diverse manieren zal het vrijwilligerswerk en de deelname hieraan gestimuleerd moeten worden. Als dat niet mogelijk is, moeten mensen gestimuleerd worden om deel te nemen aan sociaal-culturele activiteiten, sport of andere vormen van groepsactiviteiten. Daarbij zal ook een discussie gestart moeten worden over een mogelijk meer verplichtende invulling van ‘stimuleren’. Bij deze cliënten is een klant-volgsysteem een belangrijk middel te meten of er toch mogelijkheden zijn door te stromen.3. Het derde spoor: meer werkgelegenheid. Werkgevers zijn vaak terughoudend bij het aannemen van nieuw personeel, ook al zouden zij best een extra medewerker kunnen gebruiken. Dit heeft o.a. te maken met administratief gedoe, te weinig flexibiliteit in de arbeidscontracten en onzekerheid over de kwaliteit van eventuele (reïntegratie)kandidaten. Met de nieuwe flexibele instrumenten van de WWB kan in een aantal gevallen de drempel verlaagd worden. Langs deze weg kunnen nu nog verborgen vacatures beschikbaar komen. Het gaat dan met name om werk -leerbanen en banen voor reïntegratiekandidaten. De komende veranderingen in de WAO en WSW zullen leiden tot extra behoefte aan dergelijke banen. Een bijzondere inspanning zal dan ook geleverd moeten worden omvoldoende van deze banen en werkplekken te creëren.4. Zorgen voor voldoende en gekwalificeerd personeel Door de vergrijzing en de ontwikkeling naar een kenniseconomie zullen mensen ook gedurende hun (langer wordende) loopbaan zich moeten blijven scholen en ontwikkelen. Scholing van bestaand personeel leidt er ook toe dat aan de “onderkant” ruimte ontstaat voor bijvoorbeeld jongeren en reïntegratiekandidaten. Onder het motto “Een leven lang leren en werken” zullen ondernemers nadrukkelijker ondersteund moeten worden bij het ontwikkelen en uitvoeren van een permanent opleidingsbeleid. Een andere kwestie is die met betrekking tot de aansluiting tussen (beroeps)onderwijs en de arbeidsmarkt. Deze aansluiting is niet optimaal. Van belang is namelijk het behalen van een startkwalificatie. Dit blijft in de praktijk een minimum voorwaarde om te kunnen deelnemen en duurzaam Arbeidsmarktbeleid Land van Cuijk inzetbaar te blijven. Het is daarom belangrijk veel aandacht te besteden aan het voorkomen van voortijdig schoolverlaten.

Hoofdstuk 4 Op wie is het nieuwe arbeidsmarktbeleid van toepassing.

Doel van het nieuwe arbeidsmarktbeleid is om mensen actief laten deelnemen aan de samenleving. Het gaat daarbij grosso modo om uitkeringsgerechtigden WWB, IOAW/Z, WAO/WIA, ANW, WW, maar ook NUG-ers, niet-werkende schoolverlaters en anderen welke niet actief participeren in de samenleving. Van belang is aan te geven dat het nieuwe arbeidsmarktbeleid eerst van toepassing te laten zijn op uitkeringsgerechtigden met een WWB- en IOAW/Z-uitkering en personen met een WW-uitkering welke op afzienbare termijn de maximale termijn van het recht op uitkering bereiken.

Hoofdstuk 5 Betere samenwerking

Er is hiervoor al geschreven hoe aan de vier sporen van het arbeidsmarktbeleid de komende jaren inhoud gegeven kan worden. Daarbij kwam al aan de orde dat de uitvoering van dat beleid alleen kan slagen als er beter samengewerkt wordt met bedrijven en ketenpartners. Er zijn vele spelers op de regionale arbeidsmarkt. Om in  gezamenlijkheid arbeidsmarktbeleid te ontwikkelen en uit te voeren is organiserend vermogen nodig: menskracht en financiële middelen om projecten en pilots te initiëren, relevante partijen en kennis bijeen te brengen en activiteiten op elkaar af te stemmen. Een dergelijke constructieve samenwerking kan gestalte krijgen in een Arbeidsmarktforum, waarin alle partijen vertegenwoordigd zijn. Dit forum dient partijen zo te verbinden dat het beste resultaat tot stand komt. Hierbij zijn ketensamenwerking en ketenregie centrale begrippen. Daarbij moet tevens het dienstverleningsconcept van het BVG betrokken worden dat als uitgangspunten kent: - De klant staat centraal, niet de dienstverlenende bedrijven/instellingen;-Werk gaat boven inkomen;- De ketendienstverlening moet geoptimaliseerd worden;- Kwaliteit moet meteen aan de kop van het proces (bij de intake) geleverd worden en- Bevorderen van de aanwezigheid van werkgevers in het BVG.Verder past het in gezamenlijkheid ontwikkelen van arbeidsmarktbeleid uitstekend bij andere initiatieven welke genomen zijn op het terrein van Samenwerking in het Land van Cuijk (SLvC).<cursief>Arbeidsmarktforum Land van Cuijk</cursief>Partijen die deel uit kunnen maken van het Arbeidsmarktforum zijn: de vijf gemeenten in het Land van Cuijk, CWI, UWV, de werkgevers, de werknemers en het onderwijs. Een aantal partijen op het terrein van de arbeidsmarkt en werk &amp; inkomen zien we verzameld rondom het nieuw in te richten bedrijfsverzamelgebouw. Met dit gebouw alsmiddel kunnen partners zich ook operationeel vinden in samenwerking. Een eerste model van het Arbeidsmarktforum Land van Cuijk gaat in een bijlage hierbij.<cursief>Reko</cursief>In de ordening van de bestuurlijke en operationele structuur van de gemeentelijke/regionale arbeidsmarkt zou het Reko, gelet op zijn samenstelling kunnen gaan dienen als een orgaan dat nieuw initiatieven vanuit de ketenpartners aan het arbeidsmarktforum voorlegt. <cursief>Portefeuillehoudersoverleg</cursief>In de structuur van het bestuur en uitvoering werk &amp; inkomen kan het Arbeidsmarktforum praktisch het beste worden gesitueerd als een orgaan dat rapporteert aan het portefeuillehoudersoverleg sociale zaken Land van Cuijk.

Hoofdstuk 6 Conclusie

In de gemeenten in het Land van Cuijk een regionaal “werkend netwerk” tot stand brengen. Dit moet een werkend netwerk zijn waarin alle betrokken partijen en instanties (overheid, bedrijfsleven, onderwijsveld, zorg en welzijn, reïntegratie) elkaar weten te vinden en samen werken aan hetzelfde doel: mensen actief laten deelnemen aan de samenleving. Een dergelijke netwerk gestalte laten krijgen in een Arbeidsmarktforum, waarbij op termijn ook andere partners kunnen aansluiten.

Hoofdstuk 7 Opdracht

Aan een externe deskundige zal de opdracht gegeven moeten worden een “werkend netwerk” in het Land van Cuijk tot stand te laten brengen, rekening houdend met het viersporentraject zoals genoemd in paragraaf 3. De gemeenten in het Land van Cuijk beschikken namelijk niet over de deskundigheid en capaciteit e.e.a. te bewerkstelligen. Over de kosten zal een nader besluit genomen moeten worden.

Ondertekening

Namens de beleidsmedewerkers arbeidsmarktbeleid Land van Cuijk. Sint Anthonis, 13 november 2006 H. de Kunder