LANDSVERORDENING houdende regels inzake weerkorpsen

Geldend van 30-05-2015 t/m heden

Intitulé

LANDSVERORDENING houdende regels inzake weerkorpsen

Artikel 1

In deze Landsverordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

a.

minister:

de Minister van Algemene Zaken;

b.

regionaal bevelhebber:

de door de Minister van Defensie van het Koninkrijk aangewezen Commandant der Zeemacht in het Caribisch gebied;

c.

weerkorps:

iedere organisatie van particulieren, welke gericht is op of voorbereidt tot het in onderling verband verrichten van of deelnemen aan handelingen in bijstand of hulpverlening aan de minister of de regionaal bevelhebber dan wel aan door hen aan te wijzen functionarissen;

d.

militaire bijstand:

de terbeschikkingstelling door de Gouverneur van de krijgsmacht in Sint Maarten aan de regering.

Artikel 2

  • 1. Het is verboden weerkorpsen tot stand te brengen, daarvan deel uit te maken of deze te steunen.

  • 2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, geldt niet voor organisaties die zijn toegelaten bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen.

  • 3. Alvorens wordt overgegaan tot toelating van een weerkorps wordt de Minister van Justitie om advies gevraagd.

  • 4. Elk openbaar vertoon van weerkorpsen is verboden, tenzij met uitdrukkelijke toestemming van de minister.

Artikel 3

  • 1. De doelstelling, organisatie en de inrichting van een weerkorps worden bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, goedgekeurd. Zulks geschiedt bij de toelating van het weerkorps.

  • 2. In het in het eerste lid bedoelde landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden nadere voorwaarden gesteld waaraan een weerkorps moet voldoen. Deze hebben in ieder geval betrekking op:

    • a.

      de inzet van een weerkorps;

    • b.

      de verantwoording van de financiële middelen;

    • c.

      de goedkeuring van de interne reglementen.

  • 3. Weerkorpsen zijn verplicht te allen tijde mee te werken aan controles uitgeoefend door of namens de minister.

Artikel 4

  • 1. De minister kan weerkorpsen ter beschikking stellen van de Minister van Justitie in bijstand aan het Korps Politie Sint Maarten ter handhaving van de openbare orde en rust.

  • 2. De minister kan weerkorpsen ter beschikking stellen van bevoegde autoriteiten in het kader van hulpverlening bij rampen.

  • 3. Indien in de gevallen, bedoeld in het eerste en tweede lid, tevens militaire bijstand wordt verleend, overleggen zo mogelijk de minister, de regionaal bevelhebber en de Minister van Justitie omtrent de terbeschikkingstelling.

  • 4. De minister kan weerkorpsen ter beschikking stellen aan de Minister

    van Justitie voor het leveren van bijstand aan:

    a. de Douane;

    b. de Kustwacht;

    c. de bewaking van gevangenissen en huizen van bewaring.

  • 5. In buitengewone omstandigheden stelt de minister weerkorpsen ter beschikking van de regionaal bevelhebber.

  • 6. Aan de in het eerste tot en met vierde lid bedoelde terbeschikkingstelling kunnen door de minister voorwaarden worden verbonden.

  • 7. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, wordt een instructie voor het optreden in bijstand of steunverlening als bedoeld in het eerste tot en met vierde lid, vastgesteld.

Artikel 5

  • 1. Met inachtneming van artikel 3, tweede lid, onderdeel b, kan de minister aan weerkorpsen een bijdrage ten laste van de begroting van Sint Maarten toekennen ten behoeve van de voorbereiding op hun taak alsmede ten behoeve van de instandhouding van het materieel.

  • 2. Indien weerkorpsen overeenkomstig de bepalingen van artikel 4 worden ingezet, ontvangen de leden die worden ingezet hiervoor een door de minister vast te stellen vergoeding.

Artikel 6

De kosten verbonden aan operationele inzet, daaronder begrepen de vergoeding, bedoeld in artikel 5, tweede lid, alsmede eventuele kosten voor transport en verblijf, komen voor rekening van het orgaan dat om de inzet heeft verzocht.

Artikel 7

  • 1. Op het lid van een weerkorps dat lijdt aan in en door de dienst ontstane ziekten of gebreken is de Regeling vergoeding behandelings- en verplegingskosten overheidsdienaren van overeenkomstige toepassing.

  • 2. Voor de toepassing van de in het eerste lid genoemde landsverordening geldt het lid van een weerkorps als een overheidsdienaar als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van die landsverordening.

Artikel 8

  • 1. Degene die handelt in strijd met het verbod, bedoeld in artikel 2, eerste en vierde lid, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee jaar of een geldboete van de vijfde categorie.

  • 2. Overtreding van de in artikel 2, eerste en vierde lid, gestelde verboden wordt beschouwd als een misdrijf.

Artikel 9

De regionaal bevelhebber kan de Gouverneur, de minister, de Minister van Justitie, alsmede leidinggevenden van weerkorpsen desgevraagd of uit eigen beweging van advies dienen omtrent alle aangelegenheden, de weerkorpsen betreffende.

Artikel 10

[vervallen]

Artikel 11

[regelt de inwerkingtreding]

Artikel 12

Deze landsverordening kan worden aangehaald als: Landsverordening op de weerkorpsen.