LANDSVERORDENING houdende bepalingen tot het heffen van een speelvergunningsrecht bij hazardspelen als bedoeld in artikel 1 van de Landsverordening hazardspelen

Geldend van 30-05-2015 t/m heden

Intitulé

LANDSVERORDENING houdende bepalingen tot het heffen van een speelvergunningsrecht bij hazardspelen als bedoeld in artikel 1 van de Landsverordening hazardspelen

Artikel 1

Onder naam speelvergunningsrecht wordt bij hazardspelen als bedoeld in de Landsverordening hazardspelen, ten behoeve van de Landskas een recht geheven.

Artikel 2

Het speelvergunningsrecht is aan het Land verschuldigd, door degene aan wie een vergunning is verleend krachtens het bepaalde in artikel 1 van de Landsverordening hazardspelen, hierna te noemen: de vergunninghouder.

Artikel 3

  • 1. Het speelvergunningsrecht wordt per boekjaar geheven van het uit de vergunning voortvloeiende brutobedrag van de ontvangsten volgens een bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, vast te stellen tarief.

  • 2. Indien krachtens dezelfde vergunning meerdere gelegenheden voor hazardspelen worden geëxploiteerd, wordt het speelvergunningsrecht geheven als ware voor elk van deze gelegenheden afzonderlijk een vergunning verleend.

  • 3. Onder het brutobedrag van de ontvangsten worden mede begrepen de niet geïncasseerde speelschulden.

Artikel 4

  • 1. De vergunninghouder is verplicht een boekhouding en administratie in te richten en te voeren waaruit het brutobedrag van de ontvangsten onweerlegbaar blijkt.

  • 2. Indien krachtens dezelfde vergunning meerdere gelegenheden voor hazardspelen worden geëxploiteerd, is de vergunninghouder verplicht voor elk van die gelegenheden een afzonderlijke boekhouding en administratie in te richten en te voeren waaruit het brutobedrag van de ontvangsten van de desbetreffende gelegenheid onweerlegbaar blijkt.

Artikel 5

Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden voorschriften vastgesteld betreffende de invordering en betaling van het te heffen speelvergunningsrecht.

Artikel 6

  • 1. Overtreding van enige bepaling van deze landsverordening of van op grond hiervan uitgevaardigde landsbesluiten, houdende algemene maatregelen, wordt beschouwd als overtreding en gestraft met hechtenis van ten hoogste een jaar of een geldboete van de derde categorie.

  • 2. Indien het strafbaar feit gepleegd wordt door een rechtspersoon, wordt de strafvervolging ingesteld en de straf uitgesproken tegen de in Sint Maarten gevestigde leden van het bestuur of bij ontstentenis van die leden, tegen de vertegenwoordiger van de rechtspersoon in Sint Maarten.

  • 3. Het bepaalde bij het vorige lid vindt overeenkomstige toepassing ten aanzien van rechtspersonen, optredende als bestuurder of vertegenwoordiger van een andere rechtspersoon.

  • 4. Geen straf wordt uitgesproken tegen het lid van het bestuur of tegen de vertegenwoordiger, van wie blijkt, dat het feit buiten zijn toedoen is gepleegd.

Artikel 7

Met het opsporen van de bij of krachtens deze landsverordening strafbaar gestelde feiten zijn mede belast de ambtenaren der Belastingdienst.

Artikel 8

  • 1. Volgens door de Minister van Toerisme, Economische Zaken, Verkeer en Telecommunicatie vast te stellen voorschriften kan teruggaaf worden verleend van speelvergunningsrecht dat teveel of van onrechte betaald is.

  • 2. Voor het speelvergunningsrecht, verschuldigd door een rechtspersoon, zijn de bestuurders of, na ontbinding, de vereffenaars, alsmede de vertegenwoordigers of gemachtigden in Sint Maarten hoofdelijk mede aansprakelijk. Onder vorenbedoelde bestuurders, vereffenaars, vertegenwoordigers en gemachtigden zijn begrepen allen, die bij of na het ontstaan van de schuld als zodanig optraden, ook indien zij afgetreden zijn, rekening en verantwoording hebben afgelegd of decharge hebben gekregen.

  • 3. De aansprakelijkheid van een in het vorige lid bedoelde persoon houdt op, wanneer hij, tot betaling aangesproken, aantoont dat het niet voldoen van de schuld niet aan hem te wijten is.

Artikel 9

  • 1. Deze landsverordening, welke kan worden aangehaald als: Landsverordening speelvergunningsrecht hazardspelen, treedt in werking met ingang van de dag na die van haar afkondiging en werkt terug tot en met 22 februari 1958.

  • 2. [vervallen]