LANDSVERORDENING houdende bepalingen omtrent beëdigde vertalers

Geldend van 10-10-2010 t/m heden

Intitulé

LANDSVERORDENING houdende bepalingen omtrent beëdigde vertalers

Artikel 1

Hij, die in Nederland bevoegd is tot het geven van middelbaar onderwijs in een of meer andere talen dan de Nederlandse en in Sint Maarten woonplaats heeft, wordt, op zijn schriftelijk gedaan verzoek, na overlegging van:

  • a.

    zijn geboorteakte;

  • b.

    de betrokken akte(n) van bekwaamheid;

  • c.

    een bewijs van goed zedelijk gedrag afgegeven door een krachtens wettelijke regelingen daartoe bevoegde autoriteit;

door de Minister van Onderwijs, Cultuur, Jeugd en Sport, hierna te noemen: de minister, als vertaler voor een of meer van die talen uit en in de Nederlandse taal toegelaten, wanneer hij ter beoordeling van de minister, tevens voldoende blijken geeft van kennis van de Nederlandse taal.

Artikel 2

Personen, die in Sint Maarten woonplaats hebben en reeds in Nederland door de daartoe bevoegde macht voor een of meer talen als vertaler uit en in de Nederlandse taal zijn toegelaten, kunnen, op hun schriftelijk gedaan verzoek, na overlegging van de akte van toelating en van de stukken in artikel 1, onderdelen a en c, bedoeld, door de minister voor zodanige taal of talen als vertaler uit en in de Nederlandse taal worden toegelaten.

Artikel 3

Na overlegging van de stukken, bedoeld in artikel 1, onderdelen a en c, zomede van een getuigschrift, als in artikel 4 bedoeld, worden anderen dan de in de artikelen 1 en 2 genoemden, indien zij meerderjarig zijn en in Sint Maarten woonplaats hebben, op hun schriftelijk gedaan verzoek door de minister voor de bij de beschikking te vermelden vreemde taal als vertaler uit en in de Nederlandse taal toegelaten.

Artikel 4

  • 1. Een getuigschrift, dat hij voldoende blijken van bekwaamheid heeft gegeven om voor de daarbij te vermelden vreemde taal als vertaler uit en in de Nederlandse taal op te treden, wordt uitgereikt aan ieder, die voldaan heeft aan het schriftelijk en mondeling examen, hem afgenomen door het Hoofd van de Inspectiedienst Onderwijs, Cultuur, Jeugd en Sport, hierna te noemen: het hoofd, en twee door deze aan te wijzen leden van de examencommissie, met bijstand en raadgevende stem van de president van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, hierna te noemen: het Hof, of een door deze aan te wijzen persoon.

  • 2. Het in het eerste lid bedoelde examen kan op alle dagen en uren plaats hebben, een en ander als door het hoofd in overleg met de Voorzitter van het Hof te bepalen.

  • 3. Het examen wordt slechts afgenomen op vertoon van het bewijs, dat voor dit doel het bedrag van NAf 25,- in de Landskas is gestort. Deze storting geeft het recht zich tweemaal voor het afleggen van het examen bij het hoofd aan te melden.

Artikel 5

[vervallen]

Artikel 6

  • 1. Het gemis of de onmogelijkheid van overlegging van een geboorteakte kan worden verholpen door een akte van bekendheid door een openbaar ambtenaar afgegeven, of door andere zelfs in het buitenland opgemaakte stukken, waaruit de nodige gegevens ter zake kunnen worden geput.

  • 2. Voor wat aangaat personen, die nog geen vijf achtereenvolgende jaren in Sint Maarten woonplaats hebben, is, behalve een bewijs van goed zedelijk gedrag als bedoeld in artikel 1 onderdeel c, overlegging vereist van in het buitenland opgemaakte stukken, waaruit de nodige gegevens ter zake kunnen worden geput, voor zover een en ander niet reeds uit een andere benoeming of toelating voortvloeit.

Artikel 7

Een toelating als in de voorgaande artikelen bedoeld, gevolgd door een eed of belofte als hierna te melden, geeft de bevoegdheid om in Sint Maarten als beëdigd vertaler op te treden voor de taal of talen in de toelating vermeld.

Artikel 8

  • 1. Onverminderd het in de voorgaande artikelen bepaalde, wordt een toelating als daarin bedoeld, door de minister slechts geweigerd, na onherroepelijke veroordeling van de betrokken persoon wegens - of bij gegrond vermoeden, dat hij binnen Sint Maarten strafrechtelijk vervolgbaar is wegens - een misdrijf, waarbij voorlopige aanhouding is toegelaten, of op gronden aan de openbare orde ontleend.

  • 2. Een toelating kan door de minister, na onherroepelijke veroordeling van de betrokken persoon wegens - of bij gegrond vermoeden, dat hij binnen Sint Maarten strafrechtelijk vervolgbaar is wegens - een misdrijf, waarbij voorlopige aanhouding is toegelaten, of op gronden aan de openbare orde of de goede zeden ontleend, of wegens gebleken onbetrouwbaarheid van de vertaler, worden ingetrokken.

  • 3. Wanneer de gronden van de intrekking hebben opgehouden te bestaan, is de minister bevoegd de toelating wederom van kracht te verklaren.

Artikel 9

Op vertoon van de in de voorgaande artikelen bedoelde toelating en na neerlegging van zijn handtekening en paraaf ter Griffie van na te noemen gerecht, legt de betrokken persoon in handen van de rechter in het Gerecht in eerste aanleg de eed, of de belofte af, dat hij zijn plichten als vertaler met nauwgezetheid zal vervullen.

Artikel 10

De legalisatie van de handtekening van de beëdigde vertaler op door hem als zodanig uitgegeven stukken geschiedt, indien deze vereist of door belanghebbenden verlangd wordt, door de rechter in het Gerecht in eerste aanleg, alwaar hij de eed of de belofte heeft afgelegd, mits hij met vertoning van een afschrift van het proces-verbaal van de aflegging van de eed of belofte als bedoeld in artikel 9 ter Griffie van het Gerecht zijne handtekening en paraaf heeft neergelegd.

Artikel 11

Wanneer bijzondere, bij de betrokken beschikking te vermelden omstandigheden er toe nopen, kan de minister, op verzoek, naar gelang van het geval, van hetzij het Hof of de rechter in het Gerecht in eerste aanleg, hetzij het openbaar ministerie bij het Hof of bij het Gerecht in eerste aanleg, hetzij belanghebbenden, met afwijking van de voorschriften van de voorgaande artikelen en al dan niet met betrekking tot een taal, waaromtrent bij deze verordening is voorzien een vertaler voor een bepaalde zaak of een bijzonder geval aanwijzen, in welk geval de artikelen 9 en 10 overeenkomstige toepassing vinden.

Artikel 12

  • 1. [vervallen]

  • 2. [vervallen]

Artikel 13

[wijzigt een andere regeling]

Artikel 14

[wijzigt een andere regeling]

Artikel 15

[wijzigt een andere regeling]

Artikel 16

  • 1. [regelt de inwerkingtreding]

  • 2. [vervallen]

  • 3. [vervallen]

  • 4. [vervallen]

  • 5. [vervallen]