LANDSVERORDENING tot uitvoering van het op 9 december 1948 te Parijs totstandgekomen verdrag inzake de voorkoming en de bestraffing van genocide (Trb. 1960, no. 32)

Geldend van 30-05-2015 t/m heden

Intitulé

LANDSVERORDENING tot uitvoering van het op 9 december 1948 te Parijs totstandgekomen verdrag inzake de voorkoming en de bestraffing van genocide (Trb. 1960, no. 32)

Artikel 1

  • 1. Hij die met het oogmerk een nationale, ethnische of godsdienstige groep, dan wel een groep, behorende tot een bepaald ras, geheel of gedeeltelijk, als zodanig te vernietigen, opzettelijk:

    • 1.

      leden van de groep doodt;

    • 2.

      leden van de groep zwaar lichamelijk of geestelijk letsel toebrengt;

    • 3.

      aan de groep levensvoorwaarden oplegt die op haar gehele of gedeeltelijke lichamelijke vernietiging zijn gericht;

    • 4.

      maatregelen neemt, welke tot doel hebben geboorten binnen de groep te voorkomen;

    • 5.

      kinderen van de groep gewelddadig overbrengt naar een andere groep wordt als schuldig aan genocide gestraft met levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste 20 jaren.

  • 2. De samenspanning wordt gestraft gelijk de poging.

  • 3. De uitdrukkingen samenspanning en zwaar lichamelijk letsel hebben in dit artikel dezelfde betekenis als in het Wetboek van Strafrecht.

Artikel 2

Met gelijke straf, als gesteld op de in het voorgaande artikel bedoelde feiten, wordt gestraft hij die opzettelijk toelaat dat een aan hem ondergeschikte een zodanig feit begaat.

Artikel 3

Ten aanzien van de feiten, bedoeld in de artikelen 1 en 2, is artikel 1:114, eerste lid, onderdelen c en d, van het Wetboek van Strafrecht niet van toepassing.

Artikel 4.

De bij de artikelen 1 en 2 strafbaar gestelde feiten zijn misdrijven.

Artikel 5

  • 1. De strafwet van Sint Maarten is toepasselijk op de ingezetene, die zich buiten Sint Maarten schuldig maakt:

    • 1.

      aan een misdrijf omschreven in de artikelen 1 en 2 van deze landsverordening;

    • 2.

      aan het misdrijf omschreven in artikel 2:49 van het Wetboek van Strafrecht, indien het strafbare feit of het misdrijf waarvan in dat artikel gesproken wordt, een misdrijf is als bedoeld in de artikelen 1 en 2 van deze landsverordening.

  • 2. De vervolging kan ook plaats vinden, indien de verdachte eerst na het begaan van het feit ingezetene wordt.

Artikel 6

Deze landsverordening kan worden aangehaald als "Uitvoeringslandsverordening genocide-verdrag".

Artikel 7

[regelt de inwerkingtreding]