MINISTERIËLE REGELING als bedoeld in artikel 3, zevende lid, van de Warenlandsverordening en ter uitvoering van artikel 8, eerste lid, van het Landsbesluit visserijproducten

Geldend van 10-10-2010 t/m heden

Intitulé

MINISTERIËLE REGELING als bedoeld in artikel 3, zevende lid, van de Warenlandsverordening en ter uitvoering van artikel 8, eerste lid, van het Landsbesluit visserijproducten

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    niet-verwerkte visserijproducten: visserijproducten die niet zijn verwerkte producten in de zin van artikel 1, onderdeel s, van het Landsbesluit visserijproducten, ongeacht of zij bewerkt, gekoeld, in- of diepgevroren of verpakt zijn;

  • b.

    quantum satis: een hoeveelheid van een additief of andere stof die overeenkomstig goede productiemethoden aan een visserijproduct is toegevoegd en niet groter is dan voor het beoogde doel nodig, met dien verstande dat de consument daaromtrent niet wordt misleid.

§ 2. Levensmiddelenadditieven (met uitzondering van zoet- en kleurstoffen)

Artikel 2

Als levensmiddelenadditieven die geen zoet- en kleurstoffen zijn, zijn bij de bewerking of verwerking, de behandeling, de verpakking, de opslag of het vervoer van visserijproducten uitsluitend de navolgende stoffen toegelaten:

  • a.

    in alle visserijproducten:

    • 1.

      kooldioxide (E 290), argon (E 938), helium (E 939), stikstof (E 941), distikstofoxide (E 942) en zuurstof (E 948);

    • 2.

      sorbitol en sorbitolsiroop (E 420), quantum satis;

    • 3.

      glutaminezuur (E 620), tot een maximum van 10 gram per kilogram;

    • 4.

      kaliumguanylaat (E 628), tot een maximum van 500 milligram per kilogram, uitgedrukt als guanylzuur;

  • b.

    in glas of blik verpakte visserijproducten: calciumdinatrium-ethyleendiaminetetra-acetaat (calciumdinatrium EDTA: E 385);

  • c.

    in verse, eventueel ingevroren of diepgevroren, doch niet-verwerkte visserijproducten:

    • 1.

      de kaliumcitraten (E 332) monokaliumcitraat en trikaliumcitraat;

    • 2.

      de calciumcitraten (E 333) monocalciumcitraat, dicalciumcitraat en tricalciumcitraat;

  • d.

    in half-verduurzaamde visserijproducten: sorbinezuur (E 200) en benzoëzuur (E 210), tot een maximum van 2.000 milligram per kilogram voor het gebruik van een van de beide zuren afzonderlijk of gezamenlijk;

  • e.

    in half- en geheel verduurzaamde visserijproducten alsmede in ingevroren of diepgevroren vis met rode huid: natriumerythorbaat (E 316) tot een maximum van 1.500 milligram per kilogram, uitgedrukt als erythorbinezuur;

  • f.

    in ingevroren of diepgevroren niet-verwerkte visserijproducten: isomalt (isomaltitol: E 953);

  • g.

    in ingevroren of diepgevroren filets van niet-verwerkte visserijproducten: de polyfosfaten (E 452) natriumpolyfosfaat, kaliumpolyfosfaat, natriumcalciumpolyfosfaat en calciumpolyfosfaten, tot een maximum van 5 gram per kilogram;

  • h.

    in gezouten gedroogde vis:

    • 1.

      sorbinezuur (E 200) en benzoëzuur (E 210), tot een maximum van 200 milligram per kilogram voor het gebruik van een van de beide zuren afzonderlijk of in combinatie;

    • 2.

      zwaveldioxide (E 220), natriumsulfieten (E 221, E 222 en E 224), kaliumsulfieten (E 224 en E 228) en calciumsulfieten (E 226 en E 227), tot een maximum van 200 milligram per kilogram, uitgedrukt in SO2 en berekend over de totale, uit alle genoemde bronnen afkomstige hoeveelheid;

  • i.

    in vispasta: de polyfosfaten natriumpolyfosfaat, kaliumpolyfosfaat, natriumcalciumpolyfosfaat, calciumpolyfosfaten, tot een maximum van 5 gram per kilogram.

§ 3. Slotbepalingen

Artikel 3

[regelt de inwerkingtreding]

Artikel 4

Deze regeling kan worden aangehaald als: Regeling levensmiddelenadditieven in visserijproducten.