LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, houdende toepassing van artikel 7, derde lid, van de Landsverordening minimumlonen

Geldend van 10-10-2010 t/m heden

Intitulé

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, houdende toepassing van artikel 7, derde lid, van de Landsverordening minimumlonen

Artikel 1

Voor de toepassing van het bij of krachtens de Landsverordening minimumlonen bepaalde wordt mede onder loon verstaan:

het vrije genot van kost en inwoning alsmede maaltijden voor werknemers, die uitsluitend of in hoofdzaak huishoudelijke diensten in de huishouding van natuurlijke personen verrichten.

Artikel 2

Voor de toepassing van de Landsverordening minimumlonen wordt voor de werknemer, bedoeld in artikel 9, vierde lid, van die landsverordening, de waarde van het genot van kost en inwoning, alsmede van maaltijden gesteld op ten hoogste de hieronder aangegeven bedragen:

  • I.

    kost en inwoning: NAƒ 425,-;

  • II.

    een ontbijt of broodmaaltijd: NAƒ 2,10;

  • III.

    een warme maaltijd: NAƒ 7,-.

Artikel 3

[regelt de inwerkingtreding]