LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, ter uitvoering van artikel 5 van de Landsverordening houdende regels betreffende de rechtstoestand van de ambtenaren van het kabinet van de gevolmachtigde minister van Sint Maarten in Nederland juncto de artikelen 28, 29 en 31 van de Landsverordening materieel ambtenarenrecht

Geldend van 10-10-2010 t/m heden

Intitulé

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, ter uitvoering van artikel 5 van de Landsverordening houdende regels betreffende de rechtstoestand van de ambtenaren van het kabinet van de gevolmachtigde minister van Sint Maarten in Nederland juncto de artikelen 28, 29 en 31 van de Landsverordening materieel ambtenarenrecht

§ 1 Algemeen

Artikel 1

In dit landsbesluit wordt verstaan onder:

  • a.

    ambtenaar: ambtenaar in de zin van de Landsverordening houdende regels betreffende de rechtstoestand van de ambtenaren van het kabinet van de gevolmachtigde minister van Sint Maarten in Nederland;

  • b.

    bezoldiging: bezoldiging bedoeld in artikel 5 van de Landsverordening houdende regels betreffende de rechtstoestand van de ambtenaren van het kabinet van de gevolmachtigde minister van Sint Maarten in Nederland juncto artikel 18 van de Landsverordening materieel ambtenarenrecht.

§ 2 Kindertoelage

Artikel 2

  • 1. De kindertoelage bedraagt per jaar NAƒ 120,- voor één kind, NAƒ 180,- voor twee kinderen en NAƒ 240,- voor meer dan twee kinderen, vermeerderd met het in onderstaande kolom 1 aangegeven percentage van de bezoldiging en met inachtneming van de in de onderstaande kolommen 2 en 3 aangegeven minima en maxima:

    aantal kinderen

    1

    percentage

    2

    minima

    3

    maxima

    1

    5

    NAƒ 156,-

    NAƒ 660,-

    2

    9,5

    NAf 312,-

    NAf 1.260,-

    3

    13,5

    NAf 468,-

    NAf 1.800,-

    4

    16,5

    NAf 624,-

    NAf 2.100,-

    5

    19

    NAf 780,-

    NAf 2.400,-

    6

    21,5

    NAf 936,-

    NAf 2.700,-

    7

    24

    NAf 1.092,-

    NAf 3.000,-

    8

    26,5

    NAf 1.248,-

    NAf 3.300,-

    9

    29

    NAf 1.404,-

    NAf 3.600,-

    10

    31,5

    NAf 1.560,-

    Naf 3.900,-

  • 2. Wanneer het aantal kinderen meer dan tien bedraagt, wordt het in kolom 1 vermeld percentage van 31,5 verhoogd met 2,5, voor elk kind boven het getal tien en worden de in de kolommen 2 en 3 vermelde bedragen van NAƒ 1.560,- en NAƒ 3.900,- verhoogd met NAƒ 156,- onderscheidenlijk NAƒ 300,-, voor elk kind boven het getal tien.

  • 3. Het totaal bedrag aan kindertoelage wordt naar boven afgerond tot het naaste bedrag in guldens, dat een veelvoud is van 12.

  • 4. De kindertoelage wordt aan de ambtenaar toegekend door het gezag, dat bevoegd is de bezoldiging aan de ambtenaar toe te kennen of in de toegekende bezoldiging wijziging te brengen.

Artikel 3

Het genot van kindertoelage vangt aan met ingang van de eerste dag van de maand volgende op die, waarin het recht op kindertoelage is ontstaan en eindigt met ingang van de eerste van de maand, volgende op die, waarin het recht op kindertoelage verloren is gegaan.

Artikel 4

  • 1. De kindertoelage wordt aan de ambtenaar uitbetaald tegelijk met zijn bezoldiging.

  • 2. De kindertoelage kan, indien gegrond vermoeden bestaat, dat zij niet ten goede komt of zal komen aan het kind ten behoeve waarvan zij is toegekend, aan een ander dan aan de ambtenaar betaalbaar worden gesteld.

§ 3 Kostwinnerstoelage

Artikel 5

  • 1. De kostwinnerstoelage bedraagt per jaar het verschil tussen de bezoldiging, die de ambtenaar zou genieten, indien hij als gehuwd in de zin van artikel 5 van de Landsverordening houdende regels betreffende de rechtstoestand van de ambtenaren van het kabinet van de gevolmachtigde minister van Sint Maarten in Nederland juncto artikel 31 van de Landsverordening materieel ambtenarenrecht zou zijn aangemerkt en de bezoldiging, die hij geniet.

  • 2. Zij kan worden genoten door de ambtenaar, die als enig kostwinner in de zin van het volgende artikel wordt aangemerkt.

Artikel 6

Als enig kostwinner wordt aangemerkt:

  • a.

    de ambtenaar die krachtens de in artikel 5 van de Landsverordening houdende regels betreffende de rechtstoestand van de ambtenaren van het kabinet van de gevolmachtigde minister van Sint Maarten in Nederland juncto artikel 18, eerste lid, van de Landsverordening materieel ambtenarenrecht bedoelde regels als ongehuwd wordt aangemerkt en op wie een wettelijke alimentatieplicht rust anders dan ten aanzien van een natuurlijk kind of natuurlijke kinderen dan wel die voorziet in het levensonderhoud van broer of zuster, die hetzij jonger is dan 18 jaar dan wel ouder dan 50 jaar, hetzij wegens ziels- of lichaamsgebreken blijvend niet in staat is in zijn of haar eigen levensonderhoud te voorzien;

  • b.

    de gehuwde vrouwelijke ambtenaar, wier echtgenoot wegens ziels- of lichaamsgebreken blijvend niet in staat is in het levensonderhoud van zichzelf en zijn gezin te voorzien.

Artikel 7

Het genot van kostwinnerstoelage vangt aan met ingang van de dag van toekenning en eindigt in ieder geval met ingang van de eerste dag van de maand volgende op die, waarin de omstandigheden, die tot toekenning aanleiding hebben gegeven, hebben opgehouden te bestaan.

Artikel 8

Geen kostwinnerstoelage wordt toegekend, wanneer degene ten aanzien van wie de ambtenaar als enig kostwinner is aangemerkt uit anderen hoofde inkomsten geniet of redelijkerwijs zou kunnen genieten, die gelijk zijn aan of meer bedragen dan het bedrag bedoeld in artikel 5, eerste lid.

Artikel 9

  • 1. De inkomsten, die degene ten aanzien van wie de ambtenaar als enig kostwinner is aangemerkt, uit andere hoofde geniet of gaat genieten dan wel redelijkerwijs zou kunnen genieten, worden op de kostwinnerstoelage, die wordt of is toegekend, in mindering gebracht.

  • 2. Voor de berekening van het bedrag van de vermindering worden de inkomsten, over een tijdvak van zes maanden afgerond naar beneden tot het naaste bedrag in guldens, dat een veelvoud is van zes, vergeleken met de kostwinnerstoelage over hetzelfde tijdvak.

Artikel 10

  • 1. De kostwinnerstoelage wordt aan de ambtenaar uitbetaald tegelijk met zijn bezoldiging.

  • 2. De kostwinnerstoelage kan, indien gegrond vermoeden bestaat, dat zij niet ten goede komt of zal komen aan degene ten behoeve van wie zij is toegekend aan een ander dan aan de ambtenaar betaalbaar worden gesteld.

Artikel 11

De ambtenaar, aan wie een kostwinnerstoelage is toegekend, is gehouden de minister, die de toelage heeft toegekend, uit eigen beweging en desgevraagd onverwijld schriftelijk in kennis te stellen van alles wat op de grootte van het bedrag van de toelage van invloed kan zijn, met uitzondering van wijzigingen in zijn bezoldiging.

§ 4 Slotbepalingen

Artikel 12

[vervallen]

Artikel 13

Dit landsbesluit kan worden aangehaald als: Regeling kinder- en kostwinnerstoelagen ambtenaren van het kabinet van de gevolmachtigde minister van Sint Maarten in Nederland, en treedt in werking met ingang van de dag na die van zijn afkondiging en werkt terug tot en met 1 januari 1966.