MINISTERIËLE REGELING houdende toepassing van artikel 9, zevende lid, van de Landsverordening minimumlonen

Geldend van 10-10-2010 t/m heden

Intitulé

MINISTERIËLE REGELING houdende toepassing van artikel 9, zevende lid, van de Landsverordening minimumlonen

Artikel 1

Het minimumloon voor een werknemer als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Landsverordening minimumlonen, bedraagt voor elke betalingstermijn van:

  • a.

    een maand of een veelvoud van een maand: NAƒ 1.100,- onderscheidenlijk een gelijk veelvoud hiervan;

  • b.

    een week of een veelvoud van een week: NAƒ 254,04 onderscheidenlijk een gelijk veelvoud hiervan.

Artikel 2

Het minimumloon voor een werknemer als bedoeld in artikel 9, tweede lid, van de Landsverordening minimumlonen, bedraagt voor elke uitbetalingstermijn van:

  • a.

    een maand of een veelvoud van een maand NAƒ 1.100,- onderscheidenlijk een gelijk veelvoud hiervan;

  • b.

    een week of een veelvoud van een week: NAƒ 254,04 onderscheidenlijk een gelijk veelvoud hiervan.

Artikel 3

Het minimumloon voor een werknemer als bedoeld in artikel 9, derde lid, van de Landsverordening minimumlonen, bedraagt voor elke uitbetalingstermijn van:

  • a.

    een maand of een veelvoud van een maand: NAƒ 1.100,-

    onderscheidenlijk een gelijk veelvoud hiervan;

  • b.

    een week of een veelvoud van een week: NAƒ 254,04 onderscheidenlijk een gelijk veelvoud hiervan.

Artikel 4

Het minimumloon voor een werknemer als bedoeld in artikel 9, vierde lid, van de Landsverordening minimumlonen, bedraagt NAƒ 500,40 per maand en, indien hij gedurende een week minder dan in totaal 22 uren arbeid voor dezelfde werkgever moet verrichten, NAƒ 4,75 per uur.

Artikel 5

[vervallen]

Artikel 6

[regelt de inwerkingtreding]

Artikel 7

[vervallen]