MINISTERIËLE REGELING ter uitvoering van artikel 114, tweede lid, van het Landsbesluit toezicht luchtvaart

Geldend van 10-10-2010 t/m heden

Intitulé

MINISTERIËLE REGELING ter uitvoering van artikel 114, tweede lid, van het Landsbesluit toezicht luchtvaart

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    RVSM luchtruim: het luchtruim vanaf FL 290 tot en met FL 410 waarin een reductie van de verticale separatie van 2000 naar 1000 voet tussen vliegtuigen wordt toegepast (reduced vertical separation minimum);

  • b.

    vliegniveau ("Flight Level –FL"): een vlak van constante atmosferische druk in relatie tot het referentie-drukvlak van 1013.2 hectopascals (hPa), dat van soortgelijke vlakken is gescheiden door bepaalde drukintervallen;

  • c.

    vliegplan: bepaalde inlichtingen verstrekt aan luchtverkeersdiensten met betrekking tot een voorgenomen vlucht, dan wel een deel daarvan;

  • d.

    staatsluchtvaartuigen: daar onder worden luchtvaartuigen begrepen die vluchten uitvoeren voor defensie, douane of politie;

  • e.

    CAR/SAM: "Caribbean/South American"

  • f.

    CARSAMMA: "CAR/SAM Regional Monitoring Agency"

  • g.

    LOA: "Letter of RVSM approval"

  • h.

    directie: de dienst Lucht- en Scheepvaart;

  • i.

    de directeur: Hoofd van de dienst Lucht- en Scheepvaart

  • j.

    ferry vlucht: een vlucht niet tegen vergoeding uitgevoerd voor het verplaatsen van een luchtvaartuig;

  • k.

    height keeping performance: de geobserveerde prestatie van een luchtvaartuig met betrekking tot handhaving van haar geselecteerde vliegniveau;

  • l.

    humanitaire vlucht: een vlucht uitgevoerd ten behoeve van humanitaire doeleinden;

  • m.

    gebruiker van een luchtvaartuig: een natuurlijk persoon of rechtspersoon die ofwel als eigenaar of houder van een luchtvaartuig dit ter zijner beschikking heeft en dit onder zijn verantwoordelijkheid laat deelnemen aan het luchtverkeer;

  • n.

    maintenance vlucht: een vlucht uitgevoerd met een luchtvaartuig welke eerder goedgekeurd was om vluchten uit te voeren in het RVSM luchtruim die in verband met het onbruikbaar worden van een apparatuur (vereist voor de uitvoering van vluchten in het RVSM-luchtruim) toegelaten wordt om te vliegen naar een onderhoudsfaciliteit waar herstelwerkzaamheden worden uitgevoerd teneinde te voldoen aan RVSM vereisten of goedkeuring te verkrijgen om vluchten uit te mogen voeren in het RVSM-luchtruim;

  • o.

    monitoring vlucht: een vlucht uitgevoerd om de "height keeping performance" van een luchtvaartuig te toetsen;

  • p.

    monitoring service provider: een door ICAO aangewezen instantie waarvan gebruikers van een luchtvaartuig zich kunnen bedienen teneinde monitoring vluchten uit te voeren;

  • q.

    HMU: "Height-Monitoring Unit";

  • r.

    GMU: "Global Positioning System Monitoring Unit".

Artikel 2

  • 1.

    Het RVSM luchtruim in het vluchtinformatiegebied Sint Maarten is:

    • a.

      lateraal begrensd door de posities met de hierna genoemde coördinaten:

      1825N 063.39W-1825N 062.51W-1747N 062.22W-

      1726N 062.53W-17.36N 063.39W-18.25N 163.39W;

    • b.

      verticaal begrensd vanaf FL 290 tot en met FL 410.

  • 2.

    De verticale separatie tussen luchtvaartuigen in het RVSM –luchtruim is minimaal 1.000 voet, mits de luchtvaartuigen die verticaal van elkaar gescheiden dienen te worden, goedgekeurd zijn om vluchten uit te voeren in het RVSM-luchtruim en er geen sprake is van bijzonderheden als bedoeld in artikel 14 die kunnen leiden tot de opschorting van RVSM. Indien zulks niet het geval is, dient een verticale separatie van minimaal 2.000 voet te worden aangehouden.

Artikel 3

  • 1.

    Alleen luchtvaartuigen die goedgekeurd zijn om vluchten uit te voeren in het RVSM luchtruim is het toegestaan om een vliegplan in te dienen en vluchten uit te voeren in het vluchtinformatiegebied Sint Maarten tussen FL 290 en FL 410 inclusief, met uitzondering van:

    • a.

      staatsluchtvaartuigen:

    • b.

      internationale burgerluchtvaartuigen die humanitaire, "maintenance" of "ferry" vluchten uitvoeren.

  • 2.

    Voor het uitvoeren van vluchten in het RVSM-luchtruim wordt voldaan aan de algemene vereisten neergelegd in “Section D” van de bij deze regeling gevoegde bijlage.

  • 3.

    Behoudens het bepaalde in het vierde lid, is het niet toegestaan met een Sint Maartens geregistreerd burgerluchtvaarttuig vluchten uit te voeren in een luchtruim aangeduid als RVSM luchtruim tenzij:

    • a.

      de gebruiker van het luchtvaartuig aan de vereisten vastgelegd in "Section F" van de bij deze regeling behorende bijlage voldoet;

    • b.

      het luchtvaartuig aan de vereisten vastgelegd in "Section E" van de bij deze regeling behorende bijlage voldoet; en

    • c.

      de directeur toestemming heeft verleend voor het uitvoeren van zulke vluchten.

  • 4.

    De directeur kan van de voorwaarden, bedoeld in het derde lid, afwijken zulks met inachtneming van de bepalingen opgenomen in "Section A" van de bij deze regeling gevoegde bijlage.

  • 5.

    Door de directie wordt een register bijgehouden van alle nationale luchtvaartuigen en luchtvaartuigen die vluchten uitvoeren met een vergunning tot vluchtuitvoering als bedoeld in artikel 10 van de Luchtvaartlandsverordening of een LOA als bedoeld in artikel 8, die goedgekeurd zijn om vluchten uit te voeren in het RVSM-luchtruim.

Artikel 4

Voor het uitvoeren van vluchten binnen het RVSM luchtruim van het vluchtinformatiegebied Sint Maarten, worden de procedures ten aanzien van luchtverkeersleiding neergelegd in "Section G" van de bij deze regeling behorende bijlage in acht genomen.

Artikel 5

De gebruikers van een luchtvaartuig implementeren conform de richtlijnen neergelegd in "Section H" van de bij deze regeling behorende bijlage een geschikt "monitoring" programma teneinde te garanderen dat voldaan wordt aan de vereisten met betrekking tot "height keeping performance".

Artikel 6

Voor verticale en laterale afwijkingen als bedoeld in paragraaf a, onderdeel 2, van "Section I" van de bij deze regeling behorende bijlage wordt het formulier getiteld "RVSM-1 FORM-RVSM incident report" neergelegd in paragraaf a van deze "Section" behoorlijk ingevuld.

Artikel 7

  • 1. De aanvraag om goedkeuring te verkrijgen teneinde vluchten te mogen uitvoeren in het RVSM-luchtruim door niet goedgekeurde luchtvaartuigen, geschiedt door indiening bij de directie van een behoorlijk ingevuld en door de aanvrager ondertekend formulier getiteld "RVSM-2 Form- Application for RVSM approval for aircraft without approval", waarvan het model in paragraaf b van "Section I" van de bij deze regeling behorende bijlage is neergelegd.

  • 2. De aanvraag om goedkeuring te verkrijgen teneinde vluchten te mogen uitvoeren in het RVSM-luchtruim door goedgekeurde luchtvaartuigen, geschiedt door indiening bij de directie van een behoorlijk ingevuld en door de aanvrager ondertekend formulier getiteld "RVSM-3 Form-Application for RVSM approval for aircraft with approval", waarvan het model in paragraaf b van "Section I" van de aan deze regeling gevoegde bijlage is neergelegd.

Artikel 8

De directie houdt zich bij het verlenen van een LOA aan gebruikers van luchtvaartuigen niet zijnde luchtvaartmaatschappijen die vluchten wensen uit te voeren in het RVSM-luchtruim, aan de richtlijnen opgenomen in paragraaf c van "Section I" van de bij deze regeling behorende bijlage.

Artikel 9

De gebruiker van een luchtvaartuig die een monitoring vlucht wenst uit te voeren door gebruik te maken van de "height monitoring units", verzendt een behoorlijk ingevuld formulier getiteld "RVSM HMU MONITORING PROFORMA-RVSM 5 FORM", waarvan het model in "Section I" van de bij deze regeling behorende bijlage is neergelegd, naar de monitoring service provider.

Artikel 10

  • 1. De goedkeuring om vluchten uit te voeren in het RVSM-luchtruim kan door de directie worden ingetrokken of geschorst indien een luchtvaartuig of de gebruiker van een luchtvaartuig niet meer aan de vereisten voldoet om vluchten uit te voeren in het RVSM-luchtruim.

  • 2. Indien een luchtvaartuig of de gebruiker van een luchtvaartuig niet meer aan de vereisten, bedoeld in het eerste lid, voldoet stelt de gebruiker van een luchtvaartuig de directie binnen 48 uur hiervan in kennis.

Artikel 11

  • 1. De directie verzendt de registratie van de goedkeuring om vluchten uit voeren in het RVSM-luchtruim van de CAR/SAM door middel van een "CARSAMMA F2 FORM" zoals neergelegd in paragraaf d van Section I van de bij deze regeling behorende bijlage naar de CARSAMMA.

  • 2. De directie verzendt de intrekking van een goedkeuring als bedoeld in het eerste lid door middel van een "CARSAMMA F3 FORM" naar de CARSAMMA.

Artikel 12

De gebruiker van een luchtvaartuig verzendt voordat een vlucht wordt uitgevoerd het formulier getiteld "Flight Information Form (FIF)" opgenomen in paragraaf f van "Section I" van de bij deze regeling gevoegde bijlage naar een "GMU monitoring service provider".

Artikel 13

Alle gebruikers van een luchtvaartuig die een verzoek hebben ingediend voor het uitvoeren van vluchten in het RVSM luchtruim implementeren conform "Section J" van de bij deze regeling behorende bijlage, door de directie goedgekeurde opleidingsprogramma’s voor piloten, vluchtadviseurs ("flight dispatchers") en onderhoudspersoneel die betrokken zijn bij de uitvoering van zulke vluchten ten einde te garanderen dat dit personeel de benodigde training heeft gevolgd en haar taken naar behoren uitoefent.

Artikel 14

RVSM in het gehele vluchtinformatiegebied Sint Maarten of een gedeelte daarvan kan worden opgeschort door:

  • a.

    meldingen van piloten betreffende zware turbulenties of andere hevige meteorologische condities; en

  • b.

    het onbruikbaar worden van luchtverkeersleidingsapparatuur.

Artikel 15

[vervallen]

Artikel 16

[regelt de inwerkingtreding]

Artikel 17

Deze ministeriële regeling wordt aangehaald als: Regeling implementatie reductie verticale separatie van 2.000 naar 1.000 voet.