LANDSVERORDENING houdende voorzieningen inzake de verlening van gehele of gedeeltelijke betaling of vergoeding van de kosten van geneeskundige behandeling of verpleging en de overige daarmee verband houdende kosten van werknemers in dienst van de overheid of met de overheid nauw verbonden instellingen en hun gezinsleden

Geldend van 10-10-2010 t/m heden

Intitulé

LANDSVERORDENING houdende voorzieningen inzake de verlening van gehele of gedeeltelijke betaling of vergoeding van de kosten van geneeskundige behandeling of verpleging en de overige daarmee verband houdende kosten van werknemers in dienst van de overheid of met de overheid nauw verbonden instellingen en hun gezinsleden

§ 1. Definities

Artikel 1

  • 1. In deze landsverordening wordt verstaan onder overheidsdienaren

    • 1°.

      de bij landsbesluit of door de minister benoemde ambtenaren;

    • 2°.

      de ambtenaren in de zin van de Landsverordening materieel ambtenarenrecht;

    • 3°.

      [vervallen]

    • 4°.

      de werknemers in dienst van Sint Maarten of enig ander binnen Sint Maarten gevestigd openbaar lichaam op grond van een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht;

    • 5°.

      de door de minister die het betreft benoemde personen op wie, hoewel zij niet tot de onder 2° bedoelde overheidsdienaren behoren, de voor zulke overheidsdienaren vastgestelde regelingen geheel of gedeeltelijk van toepassing zijn of kunnen worden verklaard;

    • 6°.

      de verplichte leerkrachten van een bijzondere school in de zin van de Landsverordening basisonderwijs, de Landsverordening funderend onderwijs of de Landsverordening voortgezet onderwijs;

    • 7°.

      alle andere werknemers op wie ingevolge enige wettelijke bepaling de voor overheidsdienaren vastgestelde regelingen geheel of gedeeltelijk van toepassing zijn of kunnen worden verklaard, voor zover deze toepasselijk verklaring met betrekking tot de aangelegenheden die het onderwerp vormen van de onderhavige landsverordening heeft plaats gevonden of alsnog plaats zal vinden.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in artikel 2, eerste lid, onder a, worden in deze landsverordening onder overheidsdienaren tevens verstaan de werknemers in dienst van een na 1 januari 1998 opgerichte rechtspersoon die, gelet op zijn doelstelling en zijn financiële verhouding tot Sint Maarten, bij besluit van het voormalige bevoegde gezag op verzoek van de betrokken rechtspersoon is aangewezen als lichaam waarvan het personeel overheidsdienaar is in de zin van deze landsverordening.

  • 3. Met overheidsdienaren als bedoeld in het tweede lid worden gelijkgesteld de werknemers van een voor 1 januari 1998 opgerichte rechtspersoon ten aanzien van wie het voormalig bevoegde gezag na de oprichting deze landsverordening is blijven toepassen.

Artikel 2

  • 1. Deze landsverordening is niet van toepassing op overheidsdienaren:

    • a.

      voor wie de aanspraken op gehele of gedeeltelijke betaling of vergoeding van kosten, zoals bedoeld in deze landsverordening, bij of krachtens een andere landsverordening geregeld zijn;

    • b.

      voor wie de geldende werktijd gemiddeld korter is dan 16 uur per week, behoudens het bepaalde in het volgende lid.

  • 2. Deze landsverordening is tevens van toepassing op de overheidsdienaar voor wie de geldende werktijd gemiddeld korter is dan 16 uur per week, indien hij aan het bevoegde gezag schriftelijk te kennen heeft gegeven dat hij deze toepasselijkheid wenst.

Artikel 3

  • 1. In deze landsverordening wordt verstaan onder bevoegd gezag:

    • 1°.

      voor wat betreft de ambtenaren, bedoeld in artikel 1, eerste lid onder 1°: de minister die het betreft, hierna te noemen: de minister;

    • 2°.

      voor wat betreft de overheidsdienaren, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder 2°en 4°: de minister, en het bestuur van een ander openbaar lichaam voor zover zij in dienst van dat lichaam zijn;

    • 3°.

      voor wat betreft de overheidsdienaren, bedoeld in artikel 1, eerste lid onder 5°, 6° en 7°: het orgaan of college waaraan het bestuur is opgedragen over de instelling waarbij zij werkzaam zijn, voor zover niet bij wettelijke regeling voor sommigen van hen anders vastgesteld is;

    • 4°.

      voor wat betreft de werknemers, bedoeld in artikel 1, tweede en derde lid: het bestuur of de directie van de in die artikelleden bedoelde rechtspersonen.

  • 2. [vervallen]

Artikel 3a

Het bevoegd gezag kan een rechtspersoon belasten met de uitvoering van het bij of krachtens deze landsverordening bepaalde.

Artikel 4

  • 1. In deze landsverordening wordt verstaan onder gezinsleden:

    • 1°.

      de echtgenoot van de overheidsdienaar, tenzij deze zelf ook overheidsdienaar in de zin van artikel 1 is;

    • 2°.

      de kinderen van de overheidsdienaar die de leeftijd van 21 jaar nog niet hebben bereikt en niet gehuwd zijn of gehuwd geweest zijn, alsmede de overige kinderen ten behoeve van wie hij kindertoelage geniet;

    • 3°.

      de stief- en pleegkinderen van de overheidsdienaar, die de leeftijd van 21 jaar nog niet hebben bereikt en niet gehuwd zijn of gehuwd geweest zijn, voor zover die kinderen geheel te zijnen laste komen, alsmede de overige kinderen ten behoeve van wie hij kindertoelage geniet.

  • 2. Indien beide ouders, stief- of pleegouders van de in het voorgaande lid onder 2° en 3° bedoelde kinderen overheidsdienaar in de zin van artikel 1 zijn, kan het recht op betaling of vergoeding van ten behoeve van deze kinderen gemaakte of te maken kosten slechts door een van hen worden geldend gemaakt en, indien op een van hen paragraaf 4 van deze landsverordening van toepassing is, slechts door deze.

Artikel 5

  • 1. Deze landsverordening heeft slechts betrekking op geneeskundige behandeling en verpleging, die heeft plaats gevonden op of na de dag waarop de overheidsdienaar als zodanig in dienst getreden is.

  • 2. In deze landsverordening wordt onder geneeskundige behandeling mede verstaan:

    • a.

      heelkundige en andere specialistische en verloskundige behandeling;

    • b.

      de op voorschrift van een geneeskundige plaatsvindende fysiotherapeutische behandeling;

    • c.

      het in verband met een ziekte of ongeval noodzakelijke vervoer per ambulance;

    • d.

      de verschaffing van genees- en verbandmiddelen;

    • e.

      het verstrekken van kunstmiddelen als bedoeld in artikel 4 van de Landsverordening ongevallenverzekering, voor zover deze onontbeerlijk zijn voor het herstel van redelijke levensomstandigheden van de patiënt, alsmede het onderricht in het gebruik van deze kunstmiddelen;

    • f.

      het op voorschrift van een geneeskundige verstrekken van een deugdelijk en duurzaam brilmontuur van eenvoudige uitvoering;

    • g.

      het verstrekken van contactlenzen, indien de nader door het bevoegde gezag vast te stellen medische indicaties daartoe aanwezig zijn;

    • h.

      tandheelkundige behandeling, voor zover deze behandeling nodig is voor genezing van een mondziekte die niet terug te brengen is tot een geval van cariës.

  • 3. In deze landsverordening wordt niet onder geneeskundige behandeling en verpleging verstaan de geneeskundige behandeling en verpleging voor zover gedekt op grond van de Landsverordening algemene verzekering bijzondere ziektekosten.

Artikel 6

  • 1. In deze landsverordening wordt onder loon verstaan het in geld uitgedrukte loon dat volgens de voor de betrokken overheidsdienaar geldende loon- of bezoldigingsschaal of ingevolge de met hem aangegane arbeidsovereenkomst aan hem verschuldigd is, dan wel, indien de voor hem geldende werktijd korter is dan de voor zijn functie geldende gebruikelijke volledige werktijd, dat aan hem verschuldigd zou zijn indien voor hem deze volledige werktijd zou gelden, met uitzondering van toelagen.

  • 2. In deze landverordening wordt onder premie verstaan de verplichte eigen bijdrage in de financiering van de totale door de overheid geheel of gedeeltelijk te vergoeden of te betalen kosten van geneeskundige behandeling en verpleging.

Artikel 7

In deze landsverordening wordt onder buitenland Aruba niet mede begrepen.

§ 2. Vrije behandeling en verpleging zonder verplichting tot premiebetaling

Artikel 8

  • 1. De overheidsdienaar, van wie het over een jaar berekende loon NAf 10.260,- bedraagt en die niet behoort tot de ambtenaren, bedoeld in artikel 1 of tot degenen die een bezoldiging genieten vergelijkbaar met die van ambtenaren, heeft voor zich persoonlijk recht op vrije geneeskundige behandeling en verpleging, dan wel, indien de kosten door hem zijn betaald, op volledige vergoeding daarvan door het bevoegde gezag, een en ander overeenkomstig de bepalingen van de volgende leden.

  • 2. Op de in het voorgaande lid bedoelde overheidsdienaar zijn de Landsverordening ziekteverzekering en de Landsverordening ongevallenverzekering en de uit kracht daarvan gegeven voorschriften van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat:

    • 1°.

      het recht op de in die landsverordening bedoelde tegemoetkomingen bestaat tegenover de rechtspersoon in welks dienst de betrokkene is;

    • 2°.

      de vrije geneeskundige behandeling en verpleging worden verricht door geneeskundigen, onderscheidenlijk in instellingen, die door het bevoegde gezag zijn aangewezen;

    • 3°.

      het recht van de betrokken overheidsdienaar mede de voorzieningen, bedoeld in artikel 5 onder f en g, omvat;

    • 4°.

      de paragrafen 5, 6 en 8 van deze landsverordening van toepassing zijn.

  • 3. De volledige vergoeding, bedoeld in het eerste lid, vindt slechts plaats, indien de betreffende geneeskundige behandeling of verpleging niet van overheidswege mogelijk is geweest, en geschiedt in dat geval overeenkomstig de regels die krachtens artikel 4, derde lid, van de Landsverordening ziekteverzekering zijn vastgesteld. Voor zover de behandeling of verpleging van overheidswege had kunnen geboden worden, wordt van de kosten van de bedoelde behandeling of verpleging 90% vergoed.

Artikel 9

  • 1. Ter uitvoering van het bepaalde in het voorgaande artikel kunnen nadere regels worden vastgesteld bij landbesluit, houdende algemene maatregelen.

  • 2. Bij of krachtens landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kan het in het eerste lid van artikel 8 genoemde bedrag en de werkingomvang van dat artikel worden gewijzigd, of kan worden bepaald dat, en op welke wijze, sommige of alle in deze paragraaf bedoelde overheidsdienaren onder de werking van paragraaf 3 worden gebracht.

  • 3. Indien in verband met de uitvoering, bedoeld in het eerste lid, diensten worden verleend waaraan kosten zijn verbonden, kan bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, een vergoeding worden vastgesteld voor de verlening van elk van die diensten.

Artikel 10

Indien bij een ongeval dat aan de in artikel 8 bedoelde overheidsdienaar is overkomen eerste hulp is verleend door een particulier geneeskundige, worden de daaraan verbonden kosten geheel vergoed, indien blijkens een verklaring van het Hoofd van de Inspectiedienst Volksgezondheid, Sociale Ontwikkeling en Arbeid het inroepen van deze hulp door de aard van het ongeval redelijkerwijs gewettigd is. Ontbreekt deze verklaring dan wordt van de bedoelde kosten 90% vergoed.

Artikel 11

  • 1. Voor de vaststelling van de kosten van de verpleging in een ziekeninrichting wordt ten aanzien van de in artikel 8 bedoelde overheidsdienaar verpleging in de derde klasse als maatstaf genomen.

  • 2. Voor zover de overige verplegingskosten of de kosten van de geneeskundige behandeling mede bepaald worden door de klasse van een ziekeninrichting waarin een patiënt verpleegd wordt, wordt voor de vaststelling van die kosten de derde klasse als maatstaf genomen.

  • 3. Ingeval een klasse van een ziekeninrichting onderverdeeld is, wordt de betaling of vergoeding berekend met inachtneming van de laagste tarieven die voor betreffende klasse gelden.

  • 4. Indien opneming in een hogere klasse op medische gronden of omdat er in de klasse waarin betrokken overheidsdienaar ingevolge dit artikel gerangschikt is geen plaats beschikbaar is, noodzakelijk is, komen ook aan deze opneming verbonden hogere kosten voor betaling of vergoeding in aanmerking.

§ 3 Vrije behandeling en verpleging met verplichting tot premiebetaling

Artikel 12

  • 1. De overheidsdienaar op wie artikel 8, eerste lid, niet van toepassing is en die:

    • -

      hetzij behoort tot ambtenaren die een betrekking bekleden die volgens een van de schalen 1 tot en met 5 van het Bezoldigingslandsbesluit of volgens daarmee in andere organieke regelingen inzake de bezoldiging voorkomende overeenkomstige bezoldigingsschalen, dan wel volgens de schalen die daarvoor eventueel in de plaats zullen treden, bezoldigd wordt;

    • -

      [vervallen]

    • -

      hetzij behoort tot een andere in artikel 1 genoemde categorie van overheidsdienaren waaraan het recht op vrije geneeskundige behandeling en verpleging op de dag voorafgaand aan die van de inwerkingtreding van deze landsverordening toekwam;

    heeft voor zich persoonlijk recht op vrije geneeskundige behandeling en verpleging, dan wel, indien de kosten door hem zijn betaald, op volledige vergoeding daarvan door het bevoegd gezag, een en ander overeenkomstig de bepalingen van artikel 8, tweede en derde lid.

  • 2. Hij is deswege een premie verschuldigd ten bedrage van 1% van zijn loon.

  • 3. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen de in het eerste lid bedoelde werkingsomvang van het onderhavige artikel en het in het tweede lid genoemde percentage gewijzigd worden.

  • 4. De artikelen 9, eerste lid, 10 en 11 zijn op de in het eerste lid bedoelde overheidsdienaar van overeenkomstige toepassing.

§ 4. Vergoeding van 90%

Artikel 13

  • 1. De overheidsdienaar op wie de bepalingen van de paragrafen 2 en 3 niet van toepassing zijn, heeft recht op een vergoeding van 90% van de blijkens overgelegde bewijsstukken door hem ter zake van geneeskundige behandeling en of verpleging van hemzelf en zijn gezinsleden gemaakte onvermijdelijke kosten.

  • 2. Hij is deswege een premie verschuldigd ten bedrage van:

    • -

      10,5‰ van zijn loon indien dit ten hoogste gelijk is aan het aanvangsbedrag van schaal 6 van het Bezoldigingslandsbesluit;

    • -

      11,5‰ van zijn loon indien dit hoger is, doch ten hoogste gelijk aan het bedrag van de eerste bezoldigingstrede van de bedoelde schaal 6;

    • -

      12,5‰ van zijn loon, indien dit hoger is dan het bedrag van de eerste bezoldigingstrede van de bedoelde schaal 6.

  • 3. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen de in het voorgaande lid genoemde promillages, of de indeling in looncategorieën worden gewijzigd.

  • 4. Ter uitvoering van het bepaalde in het eerste lid kunnen nadere regels worden vastgesteld bij of krachtens landsbesluit, houdende algemene maatregelen.

  • 5. Indien in verband met de uitvoering, bedoeld in het vierde lid, diensten worden verleend waaraan kosten zijn verbonden, kan bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, een vergoeding worden vastgesteld voor de verlening van elk van die diensten.

Artikel 14

  • 1. Voor de vaststelling van de kosten van verpleging in een ziekeninrichting wordt ten aanzien van de in artikel 13 bedoelde overheidsdienaar verpleging in de tweede klasse als maatstaf genomen; met dien verstande dat voor de vaststelling van de kosten de tweede klasse als maatstaf wordt genomen.

  • 2. Het tweede, derde en vierde lid van artikel 11 zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 15

De overheidsdienaar op wie de bepalingen van paragraaf 2 of paragraaf 3 van toepassing zijn heeft ten behoeve van zijn gezinsleden recht op de vergoeding, bedoeld in artikel 13. In zoverre zijn alle bij of krachtens dat artikel vastgestelde bepalingen mede op hem van toepassing. Voor de vaststelling van de ten behoeve van gezinsleden gemaakte kosten is artikel 11 van overeenkomstige toepassing.

§ 5. Betaling of vergoeding van reiskosten

Artikel 16

  • 1. De overheidsdienaar, die recht heeft op vrije behandeling en verpleging dan wel op gehele of gedeeltelijke vergoeding van de door hem gemaakte onvermijdelijke kosten ter zake van geneeskundige behandeling of verpleging van hemzelf en zijn gezinsleden, heeft, indien de geneeskundige behandeling of verpleging van de betrokkene of een van zijn gezinsleden in Aruba noodzakelijk is, recht op vrije overtocht dan wel, indien de reiskosten door hem zijn betaald, volledige vergoeding van de kosten van de overtocht vanaf de standplaats naar het eiland waar de behandeling of verpleging moet geschieden alsmede de overtocht terug.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde noodzaak moet blijken uit een door of namens het bevoegd gezag afgegeven verklaring of indien toepassing is gegeven aan artikel 3a door of namens de directie van de rechtspersoon belast met de uitvoering van het bij of krachtens deze lands­verordening bepaalde.

  • 3. Indien blijkens de in het tweede lid bedoelde verklaring de begeleiding van de overheidsdienaar of zijn gezinslid op medische gronden noodzakelijk wordt geacht, bestaat ook ten behoeve van de begeleider recht op vrije overtocht onderscheidenlijk volledige vergoeding van de kosten van de overtocht.

  • 4. Vrije overtocht wordt verleend met een vervoermiddel, door het bevoegde gezag aangewezen met inachtneming van de aanbeveling in de eerder bedoelde verklaring gedaan.

  • 5. De volledige vergoeding geschiedt tot ten hoogste het bedrag dat voor rekening van het bevoegde gezag zou zijn gekomen, indien vrije overtocht was verleend. Het meerdere komt niet voor enige vergoeding in aanmerking.

Artikel 17

  • 1. Indien tot herstel van de gezondheid van de overheidsdienaar zelf een verblijf in een in het buitenland gelegen plaats noodzakelijk is, heeft hij recht op volledige vergoeding van de kosten van de reis naar de hem aangewezen plaats en die van de terugreis.

  • 2. Indien de begeleiding van de betrokken overheidsdienaar op medische gronden noodzakelijk wordt geacht, bestaat ook ten behoeve van de begeleider recht op volledige vergoeding van de kosten van de heen- en terugreis.

  • 3. De in het eerste en het tweede lid bedoelde noodzaak moet blijken:

    • -

      indien de overheidsdienaar ambtenaar in de zin van de Regeling vakantie en vrijstelling van dienst ambtenaren is: uit een verklaring afgegeven door de commissie bedoeld in artikel 33, vierde lid, dan wel door de geneeskundige bedoeld in artikel 33, vijfde lid, van de genoemde regeling;

    • -

      [vervallen]

    • -

      in alle overige gevallen uit een verklaring afgegeven door een commissie van geneeskundigen of een geneeskundige, die door het bevoegd gezag zoveel mogelijk overeenkomstig de bij de eerder genoemde regelingen vastgestelde bepalingen wordt aangewezen en van instructies voorzien.

  • 4. Tegen de uitspraak, neergelegd in een verklaring als bedoeld in het voorgaande lid, staat beroep open op de wijze die in artikel 35 van de Regeling vakantie en vrijstelling van dienst ambtenaren of in een voor de overige gevallen door het bevoegde gezag zoveel mogelijk overeenkomstig de beide evengenoemde regelingen vastgestelde bepaling is vastgesteld.

Artikel 18

  • 1. Onverminderd het bepaalde in het volgende lid geschiedt de volledige vergoeding tot ten hoogste het bedrag van de kosten van een reis in de tweede of enige klasse van het vervoermiddel waarmee wordt gereisd, en komt het meerdere niet voor enige vergoeding in aanmerking.

  • 2. De overheidsdienaar, die blijkens de in het derde lid van het voorgaande artikel bedoelde verklaring of na een ingevolge het vierde lid van dat artikel ingesteld beroep daarvoor in de plaats gestelde verklaring de reis naar de in deze verklaring aangegeven plaats in het buitenland in een hogere klasse moet maken dan waarop hij ingevolge het voorgaande lid aanspraak heeft, heeft voor zichzelf en, indien zijn begeleiding noodzakelijk is, voor zijn begeleider recht op volledige vergoeding van de kosten van de reis in die hogere klasse.

Artikel 19

Indien blijkens de verklaring waarop de overheidsdienaar zijn recht op vergoeding van de kosten van zijn reis grondt een verblijf in het buitenland van langer dan twee maanden op medische gronden waarschijnlijk wordt geacht, heeft de betrokkene ook ten behoeve van zijn met hem samenwonende gezinsleden recht op volledige vergoeding van de kosten van de reis naar de hem aangewezen plaats in het buitenland en die van de terugreis.

Artikel 20

  • 1. De overheidsdienaar die zelf of van wie een gezinslid op een plaats buiten de standplaats een geneeskundige behandeling moet ondergaan zonder daartoe in een ziekeninrichting te worden opgenomen, heeft recht op vergoeding van 75% van de werkelijk gemaakte hotel- of pensionkosten, verminderd met hetgeen aan kost en inwoning in de standplaats van de betrokkene wordt uitgespaard.

  • 2. Indien de begeleiding van de betrokken patiënt op medische gronden noodzakelijk wordt geacht, is het voorgaande lid eveneens op de ten behoeve van de begeleider werkelijk gemaakte kosten van toepassing.

  • 3. De in de voorgaande leden bedoelde noodzaak moet blijken uit een verklaring, afgegeven door dezelfde commissie of persoon die de verklaring waarop de betrokkene zijn recht op vergoeding van reiskosten grondt heeft afgegeven.

  • 4. De vergoeding wordt gesteld op helft van de uit overgelegde bewijsstukken blijkende werkelijk gemaakte kosten, tenzij de betrokkene kan aantonen dat het uitgespaarde bedrag aan kost en inwoning in de standplaats geringer dan 25% van de werkelijk gemaakte kosten is geweest, in welk geval de vergoeding wordt berekend over de werkelijk gemaakte kosten verminderd met dat geringere bedrag.

§ 6. Procedurele bepalingen

Artikel 21

  • 1. Verzoeken om toekenning van een vergoeding als in de paragrafen 2 tot en met 5 bedoeld worden door de belanghebbende overheidsdienaar die behoort tot een van de in artikel 1, eerste lid, onder 1°, 2°, 4°en 5° genoemde categorieën door tussenkomst van het betrokken diensthoofd of, indien de verzoeker het diensthoofd zelf is dan wel niet bij een dienst is ingedeeld, door deze rechtstreeks bij het bevoegd gezag ingediend.

  • 2. Ten aanzien van de overheidsdienaren die tot de in artikel 1, eerste lid, onder 6° en 7°, tweede en derde lid, genoemde categorieën behoren wordt door het bestuur van de rechtspersoon of instelling waarbij zij in dienst zijn een regeling ter zake vastgesteld.

Artikel 22

  • 1. De indiening van een verzoek geschiedt schriftelijk, binnen één jaar na afloop van een aaneengesloten behandelings- of verplegingsperiode, doch in ieder geval niet later dan één jaar en drie maanden na het plaatsvinden van de verrichtingen waarop het verzoek betrekking heeft.

  • 2. Verzoeken die na het verstrijken van de in het voorgaande lid genoemde termijn worden ingediend worden niettemin in behandeling genomen, indien de verzoeker gemotiveerd aantoont dat hij in de onmogelijkheid heeft verkeerd om zijn verzoek binnen de termijn in te dienen, en controle op de uitgaven waarvan vergoeding wordt gevraagd nog uitvoerbaar is.

  • 3. Ieder verzoek gaat vergezeld van de bewijsstukken die op de kosten waarvan vergoeding wordt verzocht betrekking hebben.

  • 4. Nadere voorschriften omtrent de indiening van verzoekschriften, de aard van de bij te voegen bewijsstukken en de wijze waarop de vergoeding wordt verleend kunnen worden vastgesteld bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen.

  • 5. Uit de over te leggen bewijsstukken betreffende behandelings- of verplegingskosten moet blijken dat de uitgaven, mede gelet op de maatschappelijk positie van de betrokken overheidsdienaar, niet te hoog kunnen worden geacht overigens onvermijdelijk zijn geweest.

§ 7. De premie

Artikel 23

De premie wordt berekend over het aan de overheidsdienaar per uitbetalingsperiode toekomende loon en wordt door het bevoegd gezag op dat loon ingehouden.

Artikel 24

Voor de overheidsdienaar die ongehuwd is of gehuwd geweest is, en die geen gezinsleden heeft voor wie hij ingevolge deze landsverordening aanspraak op vergoeding van de kosten van geneeskundige behandeling en verpleging zou kunnen maken, wordt het bedrag van de premie met 20% verminderd.

Artikel 25

  • 1. Indien het loon van een overheidsdienaar in verband met zijn nalatigheid om dienst te verrichten, bij wijze van disciplinaire straf of tijdens een hem opgelegde schorsing geheel of gedeeltelijk wordt ingehouden, wordt de premie berekend over het bedrag dat hem zou toekomen, indien geen inhouding plaats vond.

  • 2. Voor zover ten gevolge van de inhouding het uit te betalen of ter beschikking te stellen bedrag niet voldoende is om daarop de premie in mindering te brengen, wordt deze premie met inachtneming van de inzake inhouding, beslag en korting bestaande wettelijke bepalingen zo spoedig mogelijk vereffend.

Artikel 26

Voor de toepassing van deze paragraaf wordt het loon dat ingevolge wettelijke bepalingen aan een ander dan de overheidsdienaar uitbetaald wordt, geacht aan de overheidsdienaar zelf toe te komen en te zijn uitbetaald.

§ 8. Bijzondere bepalingen

Artikel 27

  • 1. Ingeval geneeskundige behandeling en of verpleging noodzakelijk is in verband met een gebrek of een ziekte, die voor de overheidsdienaar is ontstaan tijdens en ten gevolge van de uitoefening van de dienst en niet aan zijn schuld of grove nalatigheid te wijten is, worden de daaraan verbonden kosten ook voor de overheidsdienaar op wie paragraaf 2 of 3 niet van toepassing is, en ook indien het dienstverband intussen mocht zijn beëindigd, volledig vergoed, voor zover de kosten ervan ontstaan zijn in de periode vóór het tijdstip waarop de overheidsdienaar of gewezen overheidsdienaar naar het oordeel van de behandelde geneeskundige voor ontslag uit de behandeling of verpleging in aanmerking komt.

  • 2. Voor de vaststelling van de kosten van de verpleging in een ziekeninrichting wordt in een in het voorgaande lid bedoeld geval de maatstaf genomen die ingevolge artikel 14 op de overheidsdienaar zou zijn toegepast, indien dit artikel op hem van toepassing was geweest.

  • 3. Artikel 22 is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 28

  • 1. In geval van overlijden ten gevolge van de in het voorgaande artikel bedoelde omstandigheden komen de werkelijke kosten van de begrafenis, doch ten hoogste tot een bedrag van NAf 1.000,- in aanmerking voor vergoeding door het bevoegde gezag.

  • 2. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kan het in het eerste lid genoemde bedrag worden gewijzigd.

  • 3. Indien de betrokken overheidsdienaar of gewezen overheidsdienaar tot geneeskundige behandeling of verpleging of voor herstel van zijn gezondheid naar het buitenland is gezonden en aldaar overlijdt, komen tevens de transportkosten van het stoffelijk overschot vanuit het buitenland naar Sint Maarten in aanmerking voor vergoeding door het bevoegde gezag.

Artikel 29

Ingeval de geneeskundige behandeling of verpleging, voor welker kosten aanspraak op vergoeding bestaat, in het buitenland wordt ondergaan zonder dat daartoe de noodzaak aanwezig is, worden de kosten van een vergelijkbare behandeling of verpleging, welke in Sint Maartenof in Aruba zou hebben plaats gevonden, vergoed en voor zover de onvermijdelijkheid van de kosten overigens naar het oordeel van het bevoegd gezag met voldoende zekerheid is aangetoond.

Artikel 30

Indien deze landsverordening toepassing vindt op personen die uit anderen hoofde aanspraak hebben op uitkeringen tot dekking van de kosten van geneeskundige behandeling of verpleging, worden de op deze landsverordening gegronde vergoedingen verminderd met de uitkeringen waarop uit die anderen hoofde aanspraak bestaat voor zover het totaal van de vergoedingen en de uitkeringen het bedrag van de kosten van de geneeskundige behandeling of verpleging overschrijdt. Indien van deze uitkeringen eerst blijkt, nadat de op deze landsverordening gegronde betalingen en of vergoedingen hebben plaats gevonden, wordt het bedrag van de overschrijding in mindering gebracht op andere vorderingen die de betrokken overheidsdienaar heeft op het openbaar lichaam of de instelling waarbij hij werkzaam is.

Artikel 31

Bij de vaststelling van de kosten van geneeskundige behandeling of verpleging blijven buiten beschouwing die kosten voor geneesmiddelen en hulpmiddelen, die niet rechtstreeks verband houden met het gebrek of de ziekte waardoor de wel te betalen of vergoeden kosten onvermijdelijk worden gemaakt.

Artikel 32

Geen vrije geneeskundige behandeling of verpleging of gehele of gedeeltelijke vergoeding van de kosten van geneeskundige behandeling of verpleging wordt verleend, indien de ziekte of het gebrek het gevolg is van eigen schuld of grove nalatigheid.

Artikel 33

Alle geschriften, opgemaakt in verband met de naleving van de bij of krachtens deze landsverordening gegeven voorschriften zijn vrij van zegel en van het recht van registratie.

Artikel 34

In bijzondere gevallen, waarin de bepalingen van deze landsverordening geen billijke maatstaf voor de verlening of berekening van vrije geneeskundige behandeling of verpleging of vrije overtocht, dan wel voor de gehele of gedeeltelijke vergoeding van de kosten daarvan, blijken op te leveren, kan het bevoegde gezag daarin voorzien.

Artikel 35

Indien de ingevolge deze landsverordening ten laste van de overheidsdienaar blijvende, niet voor vergoeding van overheidswege of uit anderen hoofde in aanmerking komende onvermijdelijke kosten van geneeskundige behandeling of verpleging, de in artikel 20 bedoelde kosten daaronder mede begrepen, zo hoog oplopen, dat deze in totaal in een kalenderjaar een door het bevoegd gezag vast te stellen gedeelte van het in dat jaar aan de betrokkene volgens de voor hem geldende schaal toekomende loon overschrijden, wordt hem voor dat meerdere een tegemoetkoming bij wijze van gunst verleend.

Artikel 36

  • 1. Al hetgeen door het bevoegde gezag ten behoeve van een overheidsdienaar in verband met geneeskundige behandeling of verpleging meer verstrekt of betaald is dan waarop de betrokkene ingevolge deze landsverordening recht heeft, wordt als voorschot beschouwd. De ter zake van voorschotten geldende regelingen zijn daarop zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

  • 2. Voor zover enig voorschot, verband houdende met geneeskundige behandeling of verpleging, niet geheel is afbetaald strekt het bedrag van een ingevolge deze landsverordening verleende vergoeding in de eerste plaats tot gehele of gedeeltelijke terugbetaling van dat overschot.

Artikel 37

In alle gevallen waarin het bevoegd gezag ingevolge deze landsverordening een beslissing, al dan niet op verzoek, moet nemen met betrekking tot de toekenning van vrije geneeskundige behandeling of verpleging of vrije overtocht, dan wel de gehele of gedeeltelijke vergoeding van de kosten daarvan, en met betrekking tot de betaalbaarstelling of niet-betaling van een toegekende vergoeding of de terugvordering van een ten onrecht uitbetaalde vergoeding, geschiedt dit:

  • -

    bij met redenen omklede beschikking, indien het bevoegd gezag gevormd wordt door de minister; en

  • -

    bij schriftelijke mededeling waaruit de inhoud van de beslissing en de gronden waarop zij berust duidelijk blijken, indien het bevoegd gezag door een ander orgaan of college wordt gevormd.

Artikel 38

  • 1. Ten aanzien van de overheidsdienaren en gewezen overheidsdienaren jegens wie het bevoegd gezag wordt gevormd door de minister, en ten aanzien van de nagelaten betrekkingen en rechtverkrijgenden van dezen, oordeelt over de beschikkingen, handelingen en weigeringen om te beschikken of te handelen in verband met de toepassing van deze landsverordening bij uitsluiting in eerste aanleg het gerecht in ambtenarenzaken en in hoger beroep de raad van beroep in ambtenarenzaken, ook indien de bezwaarde geen ambtenaar in de zin van de Regeling ambtenarenrechtspraak is.

  • 2. De bepalingen van de in het voorgaande lid genoemde regeling zijn zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

§ 9. Intrekking of wijziging van enige algemene verordeningen

Artikel 39

[vervallen]

Artikel 40

[wijzigt een andere regeling]

Artikel 41

[wijzigt een andere regeling]

Artikel 42

[wijzigt een andere regeling]

Artikel 43

[wijzigt een andere regeling]

Artikel 44

[wijzigt een andere regeling]

Artikel 45

[wijzigt een andere regeling]

Artikel 46

[wijzigt een andere regeling]

Artikel 47

[wijzigt een andere regeling]

Artikel 48

[wijzigt een andere regeling]

Artikel 49

[wijzigt een andere regeling]

§ 10. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 50

[vervallen]

Artikel 51

[vervallen]

Artikel 52

[vervallen]

Artikel 53

[vervallen]

Artikel 54

[vervallen]

Artikel 55

Deze landsverordening kan worden aangehaald als: Regeling vergoeding behandelings- en verplegingskosten overheidsdienaren.

Artikel 56

[regelt de inwerkingtreding]