MINISTERIËLE REGELING houdende vaststelling van de indicatoren, bedoeld in artikel 10 van de Landsverordening melding ongebruikelijke transacties

Geldend van 01-05-2016 t/m heden

Intitulé

MINISTERIËLE REGELINGhoudende vaststelling van de indicatoren, bedoeld in artikel 10 van de Landsverordening melding ongebruikelijke transacties

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    contante transactie: betaling met behulp van baar geld of een soortgelijk betaalmiddel waaronder in ieder geval wordt begrepen een creditcard of een vooraf betaald betaalinstrument (prepaid card), debit card, cheque, traveller’s cheque, en een bank- en postwissel;

  • b.

    girale transactie: betaling door middel van het doen bijschrijven van een bedrag in geld op een rekening bestemd voor girale betaling bij een bank of een daarmee vergelijkbare financiële instelling;

  • c.

    Hoofd: Hoofd van het Meldpunt.

Artikel 2 Objectieve indicatoren

  • 1. Als indicator van verrichte of voorgenomen ongebruikelijke transacties worden aangemerkt:

    • a.

      transacties die aan politie of justitie zijn gemeld;

    • b.

      transacties verricht door of ten behoeve van een natuurlijk persoon, rechtspersoon, groep of entiteit waarvoor krachtens de Sanctielandsverordening een beperking geldt en die voorkomt op een door het Hoofd bekend gemaakte lijst;

    • c.

      alle girale transacties ter waarde van NAƒ 500.000,- of de tegenwaarde daarvan in vreemde valuta, of meer; of,

    • d.

      alle contante transacties ter waarde van NAƒ 25.000,- of de tegenwaarde daarvan in vreemde valuta, of meer.

  • 2. Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op interbancaire transacties door de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten, en door kredietinstellingen.

  • 3. In afwijking van het eerste lid, onderdelen c en d, geldt als indicator voor de melding van verrichte of voorgenomen transacties door casino's, internetcasino’s en loterijen elke transactie door of ten behoeve van hun klanten ter waarde van NAƒ 5.000,- of de tegenwaarde daarvan in  vreemde valuta, of meer.

  • 4. In afwijking van het eerste lid, onderdeel d, geldt als indicator voor de melding van verrichte of voorgenomen transacties door geldtransactiekantoren elke transactie ter waarde van NAƒ 5.000,- of de tegenwaarde daarvan in vreemde valuta, of meer.

  • 5. In afwijking van het eerste lid, onderdeel d, geldt als indicator voor de melding van verrichte of voorgenomen transacties elke storting in contanten op een credit card of een vooraf betaald betaalinstrument (prepaid card) ter waarde van NAƒ 5.000,- of de tegenwaarde daarvan in vreemde valuta, of meer.

Artikel 3 Subjectieve indicatoren

Onverminderd artikel 2 worden als indicator van verrichte of voorgenomen ongebruikelijke transacties aangemerkt:

  • a.

    transacties die afwijken van het profiel van de cliënt; en,

  • b.

    transacties waarbij er aanleiding is om te veronderstellen dat zij verband kunnen houden met witwassen of terrorismefinanciering.

Artikel 4

  • 1. De indicatoren, bedoeld in artikel 2, blijven buiten toepassing in gevallen waarin ter voldoening aan toezeggingen omtrent pensioen door de werkgever aan werknemers, verbonden aan zijn onderneming:

    • a.

      door de werkgever overeenkomsten van verzekering zijn gesloten met een verzekeraar die in het bezit is van de ingevolge artikel 9, eerste lid, van de Landsverordening toezicht verzekeringsbedrijf vereiste vergunning;

    • b.

      door de werknemers zelf overeenkomsten, bedoeld in onderdeel a, zijn gesloten, daartoe door de werkgever geheel of ten dele in staat gesteld.

  • 2. Voor de toepassing van het in het eerste lid bepaalde, worden aan de begrippen pensioen, werknemer, werkgever en onderneming dezelfde betekenis toegekend als de overeenkomstige begrippen, vermeld in artikel 1, eerste en tweede lid, van de Landsverordening ondernemingspensioenfondsen.

Artikel 5

De indicatoren, bedoeld in artikel 2, blijven voorts buiten toepassing ten aanzien vanhet sluiten van overeenkomsten van verzekeringen als bedoeld in artikel 9 van de Landsverordening ondernemingspensioenfondsen.

Artikel 6

Het Hoofd maakt voor elke indicator een meldcode en een handleiding bekend op de website van het Meldpunt.

Artikel 7

  • 1. [regelt de inwerkingtreding]

  • 2. [vervallen]

Artikel 8

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling indicatoren ongebruikelijke transacties.

Artikel 9

[Vervallen.]

Artikel 10

[Vervallen.]

Artikel 11

[Vervallen.]

Artikel 12

[Vervallen.]

Bijlage A:

[Vervallen.]

Bijlage B:

[Vervallen.]

Bijlage C:

[Vervallen.]

Bijlage D:

[Vervallen.]

Bijlage E:

[Vervallen.]

Bijlage F:

[Vervallen.]

Bijlage G:

[Vervallen.]

Bijlage H:

[Vervallen.]

Bijlage I:

[Vervallen.]

Bijlage J:

[Vervallen.]

Bijlage K:

[Vervallen.]