LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, ter uitvoering van artikel 87, eerste en tweede lid, artikel 88, tweede lid, artikel 89, artikel 93 en artikel 113 van de Wegenverkeersverordening

1. Een rijbewijs wordt aangevraagd bij het Public Service Center.

2. De aanvraag wordt in behandeling genomen door invoering van de persoonsgegevens van de aanvrager en overige relevante gegevens en informatie, in het rijbewijs uitgifte systeem en betaling door de aanvrager van het bedrag, bedoeld in artikel 89, eerste lid, onderdeel b, van de Verordening.

1. Bij het indienen van een eerste aanvraag voor afgifte van een rijbewijs als bedoeld in artikel 87, eerste lid, van de Verordening, worden overlegd:

• a.

  een identiteitsdocument als bedoeld in artikel 2 van de Landsverordening identificatieplicht;

• b.

  een verklaring van lichamelijke en geestelijke geschiktheid als bedoeld in artikel 89, eerste lid, onderdeel c, van de Verordening.

2. Bij het beoordelen van de aanvraag stelt het Public Service Center vast of:

• a.

  de aanvrager ingezetene is van Sint Maarten;

• b.

  de verstrekte persoonsgegevens overeenkomen met de basisadministratie;

• c.

  de aanvrager de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt, indien de aanvraag betrekking heeft op het verkrijgen van een rijbewijs A of een rijbewijs B;

• d.

  de aanvrager de leeftijd van 21 jaar heeft bereikt, indien de aanvraag betrekking heeft op het verkrijgen van een rijbewijs C, een rijbewijs D, of een rijbewijs B-E, C-E, D-E;

• e.

  de aanvrager in verband met een lichamelijk gebrek een motorrijtuig kan besturen dat voldoet aan bepaalde eisen; of

• f.

  een weigeringsgrond als bedoeld in artikel 94 van de Verordening, zich voordoet.

3. Indien de aanvraag in behandeling is genomen, wordt aan de aanvrager een examenkaart afgegeven met de vermelding van datum en tijdstip waarop de aanvrager zich bij de inspectiedienst kan onderwerpen aan het onderzoek ten bewijze van de rijvaardigheid en kennis van de verkeersregels, bedoeld in het Landsbesluit, houdende algemene maatregelen,tot regeling van de eisen van bekwaamheid waaraan de aanvrager van een rijbewijs moet voldoen, alsmede de samenstelling en de werkwijze van de commissie “examen-rijbewijs”.

1. Bij het indienen van een aanvraag voor afgifte van een vergunning voor het besturen van een rijwiel met hulpmotor worden overlegd:

• a.

  een identiteitsdocument als bedoeld in artikel 2 van de Landsverordening identificatieplicht;

• b.

  een verklaring dat het rijwiel niet sneller kan worden voortbewogen dan met een snelheid van 40 km/uur;

• c.

  verklaring van lichamelijke en geestelijke geschiktheid als bedoeld in artikel 89, eerste lid, onderdeel c, van de Verordening;

• d.

  twee goedgelijkende pasfoto’s.

2. Bij het beoordelen van de aanvraag stelt het Public Service Center vast of:

• a.

  de aanvrager ingezetene is van Sint Maarten;

• b.

  de verstrekte persoonsgegevens overeenkomen met de basisadministratie; of

• c.

  een weigeringsgrond als bedoeld in artikel 94 van de Verordening, zich voordoet.

1. Bij het indienen van een aanvraag voor verdere afgifte van een rijbewijs worden overlegd:

• a.

  een identiteitsdocument als bedoeld in artikel 2 van de Landsverordening identificatieplicht;

• b.

  het eerder in Sint Maarten afgegeven rijbewijs of een geldig rijbewijs door het bevoegd gezag afgegeven in Nederland, Aruba of Curaçao, alsmede rijbewijzen afgegeven in Bonaire, Sint Eustatius en Saba voor 10 oktober 2010;

• c.

  verklaring van lichamelijke en geestelijke geschiktheid als gedoeld in artikel 89, eerste lid, onderdeel c, van de Verordening.

2. Artikel 5, tweede lid, is van toepassing.

1. Bij het indienen van een eerste aanvraag voor afgifte van een rijbewijs als bedoeld in artikel 89, tweede lid, van de Verordening, worden overlegd:

• a.

  verzoek gericht aan de Minister van Justitie tot ontheffing van de plicht een verklaring als bedoeld in artikel 89, eerste lid, onderdeel b, van de Verordening te overleggen;

• b.

  een identiteitsdocument als bedoeld in artikel 2 van de Landsverordening identificatieplicht;

• c.

  het eerder afgegeven geldige rijbewijs;

• d.

  verklaring van lichamelijke en geestelijke geschiktheid als bedoeld in artikel 89, eerste lid, onderdeel c, van de Verordening.

2. Artikel 5, tweede lid, is van toepassing.

1. Bij het indienen van een aanvraag voor een internationaal rijbewijs worden overlegd:

• a.

  een identiteitsdocument als bedoeld in artikel 2 van de Landsverordening identificatieplicht;

• b.

  een geldig rijbewijs;

• c.

  twee goedgelijkende pasfoto’s.

2. Artikel 5, tweede lid, is van toepassing.

1. Bij het indienen van een aanvraag voor een dienstrijbewijs als bedoeld in artikel 106 van de Verordening worden overlegd:

• a.

  een identiteitsdocument als bedoeld in artikel 2 van de Landsverordening identificatieplicht;

• b.

  een verklaring van het diensthoofd als bedoeld in artikel 106, eerste lid, van Verordening;

• c.

  een verklaring van lichamelijke en geestelijke geschiktheid als bedoeld in artikel 89, eerste lid, onderdeel c, van de Verordening.

2. Artikel 5, tweede lid, is van toepassing.

1. Bij het indienen van een aanvraag voor een tijdelijk rijbewijs als bedoeld in artikel 108 van de Verordening worden overlegd:

• a.

  een identiteitsdocument als bedoeld in artikel 2 van de Landsverordening identificatieplicht;

• b.

  een geldig buitenlands rijbewijs;

• c.

  twee goedgelijkende pasfoto’s.

2. Bij het beoordelen van de aanvraag stelt het Public Service Center vast of:

• a.

  de aanvrager de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt;

• b.

  de geldigheidsduur van het rijbewijs niet eindigt binnen drie maanden na de voorgenomen afgifte van het tijdelijk rijbewijs.

1. Bij het indienen van een aanvraag voor een oefenvergunning als bedoeld in artikel 110 van de Verordening worden overlegd:

• a.

  een identiteitsdocument als bedoeld in artikel 2 van de Landsverordening identificatieplicht;

• b.

  twee goedgelijkende pasfoto’s.

2. Bij het beoordelen van de aanvraag stelt het Public Service Center vast of de aanvrager de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt.

3. De oefenvergunning is maximaal drie maanden geldig na afgifte.

1. Het Hoofd Public Service Center is belast met de vaststelling van de geheime echtheids- en veiligheidskenmerken van het rijbewijs.

2. De aard, soort en vorm van de echtheids- en veiligheidskenmerken, bedoeld in het eerste lid, worden in overleg met de minister, veiliggesteld tegen misbruik.

3. Het Hoofd Public Service Center is bevoegd de echtheids- en veiligheidskenmerken die op een rijbewijs worden aangebracht, periodiek te wijzigen.

1. Het rijbewijs heeft een formaat van 85,5 mm bij 54,5 mm bij 1 mm en is in overeenstemming met de International Standards Organization en American National Standards Institute specificaties voor plastickaarten.

2. Het rijbewijs is ingericht overeenkomstig het bij dit landsbesluit gevoegde model I en bevat de gegevens omschreven in het model, een foto en de handtekening van de houder.

3. Rijbewijzen worden doorlopend genummerd.

1. Een rijbewijs wordt vervaardigd door het aanbrengen van de gegevens, de handtekening en een goedgelijkende foto van de houder, op een basiskaart.

2. De informatie, bedoeld in het eerste lid, wordt via elektronische weg gegenereerd en ingevoerd in de printer.

3. In afwijking van het eerste en het tweede lid wordt een internationaal rijbewijs vervaardigd door invulling van de betreffende gegevens en informatie in een blanco internationaal rijbewijs.