LANDSVERORDENING rampenbestrijding

Geldend van 30-05-2015 t/m heden

Intitulé

Landsverordening rampenbestrijding

§ 1 Begripsomschrijvingen

Artikel 1

In deze landsverordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder :

  • a.

    ramp : een gebeurtenis waardoor een ernstige verstoring van de openbare veiligheid is ontstaan, waarbij het leven, de gezondheid en het welzijn van vele personen, het milieu of grote materiële belangen in ernstige mate worden bedreigd of zijn geschaad, en waarbij een gecoördineerde inzet van diensten en organisaties van verschillende disciplines is vereist;

  • b.

    diensten en organisaties : de diensten en organisaties die taken verrichten in het kader van de rampenbestrijding, waaronder begrepen de geneeskundige hulpverlening bij rampen;

  • c.

    geneeskundige hulpverlening

    bij rampen : het in het kader van de rampenbestrijding verrichten van gewondenzorg, vervoeren van gewonden naar een ziekenhuis, verlenen van psychische hulpverlening alsmede beperken en bestrijden van besmettelijke ziekten.

  • d.

    de minister : de Minister van Algemene Zaken

§ 2 Taken met betrekking tot de voorbereiding op de bestrijding van rampen

Artikel 2

  • 1. De minister is belast met de voorbereiding op de bestrijding van rampen.

  • 2. De minister draagt in het kader van de taak, bedoeld in het eerste lid, in ieder geval ervoor zorg dat wordt voorzien in:

    • a.

      voorlichting aan en waarschuwing van de bevolking;

    • b.

      informatie en instructie aan degenen die deel uitmaken van de diensten en organisaties;

    • c.

      een plan met betrekking tot het opleiden en oefenen van degenen die deel uitmaken van de diensten en organisaties, alsmede de bestuursorganen;

    • d.

      een goede samenwerking tussen:

      1º de diensten en organisaties; alsmede

      2º [vervallen]

      3º de bestuursorganen;

    • e.

      een coördinatiecentrum rampenbestrijding en de daarmee samenhangende operationele procedures;

    • f.

      de benodigde materiële en infrastructurele voorzieningen;

    • g.

      [vervallen]

    • h.

      een regeling met betrekking tot het verzoeken om bijstand van diensten en organisaties die niet onder de verantwoordelijkheid van Sint Maarten vallen;

    • i.

      een regeling met betrekking tot het verzoeken om en verlenen van bijstand aan de Collectivité de Saint-Martin.

  • 3. De minister draagt zorg voor de uitvoering van het plan, bedoeld in het tweede lid, onderdeel c. De diensten en organisaties alsmede de bestuursorganen verlenen aan de uitvoering van dit plan hun medewerking.

Artikel 3

  • 1. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, wordt een rampenplan vastgesteld, waarin in algemene zin is aangegeven hoe in geval van rampen gehandeld dient te worden met het oog op een doelmatige bestrijding ervan.

  • 2. Het rampenplan bevat in ieder geval:

    • a.

      een overzicht van de soorten rampen die Sint Maarten kunnen treffen;

    • b.

      per soort ramp een overzicht van de diensten en organisaties, met een beschrijving van hun taken en een overzicht van hun personeels- en materieel sterkte;

    • c.

      een regeling met betrekking tot de alarmering, de voorlichting, de inzet en de bevoorrading van de diensten en de organisaties;

    • d.

      een regeling met betrekking tot de waarschuwing van, de voorlichting aan, de verplaatsing en de opvang van, alsmede de voedsel- en drinkwatervoorziening aan de bevolking;

    • e.

      een regeling met betrekking tot de te treffen hygiënische maatregelen;

    • f.

      een regeling met betrekking tot de opvang, de verzorging en de registratie van slachtoffers;

    • g.

      een regeling met betrekking tot de nazorg en de verslaglegging.

  • 3. Het rampenplan wordt afgestemd op het rampenplan van de Collectivité de Saint-Martin.

  • 4. Het rampenplan wordt ten minste eenmaal per jaar geactualiseerd.

  • 5. De minister draagt ervoor zorg, dat het rampenplan periodiek wordt beproefd.

  • 6. Het rampenplan, wijzigingen daarin en uitwerkingen daarvan worden uiterlijk een maand na de vaststelling daarvan ter kennisneming gezonden aan de Staten en het bevoegd gezag van de Collectivité de Saint-Martin.

Artikel 4

  • 1. De minister stelt bij ministeriële regeling voor elke ramp waarvan de plaats, de aard en de gevolgen voorzienbaar zijn, een rampbestrijdingsplan vast waarin de maatregelen zijn opgenomen die zijn getroffen ter voorbereiding op de bestrijding van de desbetreffende ramp.

  • 2. Het rampbestrijdingsplan wordt afgestemd op vergelijkbare plannen van de Collectivité de Saint-Martin.

  • 3. De minister draagt ervoor zorg, dat elk rampbestrijdingsplan periodiek wordt geactualiseerd en stelt de wijzigingen daarin bij ministeriële regeling vast.

  • 4. De minister draagt ervoor zorg, dat het rampbestrijdingsplan periodiek wordt beproefd.

  • 5. [vervallen]

Artikel 5

  • 1. Het Hoofd van de Dienst Bandweer is coördinator rampenbestrijding, tenzij de minister een andere functionaris daarvoor aanwijst.

  • 2. De coördinator rampenbestrijding is ten behoeve van Sint Maarten belast met de operationele coördinatie van de voorbereiding op de bestrijding van rampen. Hij kan bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, tevens met andere taken worden belast.

  • 3. De coördinator rampenbestrijding oefent de taken, bedoeld in het tweede lid, uit onder verantwoordelijkheid van de minister.

Artikel 6

  • 1. Het Hoofd van de Dienst ambulance hulpverlening is geneeskundig coördinator rampenbestrijding, tenzij de minister een andere functionaris daarvoor aanwijst.

  • 2. De geneeskundig coördinator rampenbestrijding is ten behoeve van Sint Maarten belast met de operationele coördinatie van de voorbereiding op de geneeskundige hulpverlening bij rampen. Hij kan bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, tevens met andere taken worden belast.

  • 3. De geneeskundig coördinator rampenbestrijding oefent de taak, bedoeld in het tweede lid, eerste volzin, uit onder verantwoordelijkheid van de coördinator rampenbestrijding, bedoeld in artikel 5.

Artikel 7

De diensten en organisaties treffen met inachtneming van het rampenplan, bedoeld in artikel 3, en het rampbestrijdingsplan, bedoeld in artikel 4, de nodige maatregelen met het oog op de rampenbestrijding.

§ 3 Taken en bevoegdheden met betrekking tot de bestrijding van rampen

Artikel 8

  • 1. De minister heeft het opperbevel in geval van een ramp of van ernstige vrees voor het ontstaan daarvan. Degenen die aan de rampenbestrijding deelnemen, staan onder zijn bevel.

  • 2. De minister wordt bij de uitoefening van zijn opperbevel ondersteund door een door hem samengestelde rampenstaf, waarin in ieder geval de operationeel leiders, bedoeld in de artikelen 9 en 10, de coördinator rampenbestrijding, bedoeld in artikel 5, en de geneeskundig coördinator rampenbestrijding, bedoeld in artikel 6, zitting hebben.

  • 3. De minister is bevoegd om met het oog op de bestrijding van een ramp alle bevelen te geven die hij nodig acht.

  • 4. De minister evalueert de ramp binnen zes maanden na afloop daarvan en informeert de Staten over de resultaten van de evaluatie.

Artikel 9

  • 1. Het Hoofd van de Dienst Bandweer is belast met de operationele leiding over de rampenbestrijding, tenzij de minister een andere functionaris daarmee belast.

  • 2. Degene die met de operationele leiding, bedoeld in het eerste lid, is belast, is bevoegd om namens de minister aan degenen die deel uitmaken van de diensten en organisaties, alle bevelen te geven die hij nodig acht om de ramp te bestrijden.

Artikel 10

  • 1. Het Hoofd van de Dienst ambulance hulpverlening is belast met de operationele leiding over de geneeskundige hulpverlening bij rampen, tenzij de minister een andere functionaris daarmee belast.

  • 2. Degene die met de operationele leiding, bedoeld in het eerste lid, is belast, is bevoegd aan degenen die deel uitmaken van de diensten en organisaties die taken verrichten in het kader van de geneeskundige hulpverlening bij rampen, alle bevelen te geven die hij in dat kader nodig acht. Hij oefent deze bevoegdheid uit onder verantwoordelijkheid van de operationeel leider, bedoeld in artikel 9.

Artikel 11

[vervallen]

Artikel 12

[vervallen]

Artikel 13

  • 1. Indien de minister in geval van een ramp of van ernstige vrees voor het ontstaan daarvan bijstand van diensten en organisaties van de Collectivité de Saint-Martin nodig heeft, richt hij een verzoek daartoe tot het bevoegd gezag van de Collectivité de Saint–Martin.

  • 2. Het verzoek, bedoeld in het eerste lid, geschiedt overeenkomstig de regeling, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel i.

§ 4 Overige bepalingen

Artikel 14

Bij landbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de vaststelling van de vergoeding voor de verblijfs- en verzorgingskosten aan de personeelsleden van de diensten en organisaties.

Artikel 15

  • 1. Een ieder die werkzaam is bij een dienst of een organisatie dan wel bij een inrichting die of een bedrijf dat betrokken kan zijn bij een ramp is desgevraagd verplicht de bestuursorganen, de coördinator rampenbestrijding, bedoeld in artikel 5, de geneeskundige coördinator rampenbestrijding, bedoeld in artikel 6, alsmede de operationeel leiders, bedoeld in de artikelen 9 en 10, de inlichtingen te verstrekken die zij redelijkerwijs nodig hebben in verband met de vervulling van de taken en de bevoegdheden, genoemd in de paragrafen 2 en 3.

  • 2. De bestuursorganen van Sint Maarten verstrekken aan elkaar en aan het bevoegd gezag van de Collectivité de Saint-Martin, de inlichtingen die zij redelijkerwijs nodig hebben in verband met de vervulling van de taken en de bevoegdheden, genoemd in de paragrafen 2 en 3.

Artikel 16

  • 1. Met hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie wordt gestraft hij die in strijd handelt met artikel 15, eerste lid.

  • 2. Het in het eerste lid strafbaar gestelde feit is een overtreding.

Artikel 17

Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van deze landsverordening en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijk karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van deze landsverordening de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.

Artikel 18

[regelt de inwerkingtreding]

Artikel 19

Deze verordening wordt aangehaald als: Landsverordening rampenbestrijding.