LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, tot onderverdeling en nadere uitwerking van het Ministerie van Financiën

Geldend van 10-10-2010 t/m heden

Intitulé

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, tot onderverdeling en nadere uitwerking van het Ministerie van Financiën

HOOFDSTUK I: taken

Artikel 1

Het Ministerie van Financiën heeft ten minste de volgende algemene taken:

  • a.

    de voorbereiding van beleid met betrekking tot aangelegenheden welke het ministerie raken;

  • b.

    de voorbereiding van wet- en regelgeving met betrekking tot aangelegenheden welke het ministerie raken;

  • c.

    de coördinatie en uitvoering van hetgeen bij of krachtens wettelijke regeling aan het ministerie in het bijzonder is opgedragen of geacht moet worden daartoe te behoren;

  • d.

    de coördinatie en uitvoering van hetgeen krachtens medeondertekening valt onder de verantwoordelijkheid van de bewindspersoon die verantwoordelijk is voor het ministerie;

  • e.

    het monitoren, controleren en evalueren van het beleid en de uitvoering hiervan door de afdelingen en uitvoerende organisaties. In dit kader wordt gekeken naar de effectiviteit en efficiëntie van beleid.

Artikel 2

Onverminderd artikel 1 heeft het ministerie de volgende hoofdtaken:

  • a.

    het zorgdragen voor de nationale en internationale juridische en beleidskaders, wet- en regelgeving betreffende de financiële, fiscale en monetaire aangelegenheden en het toezicht op de kwaliteit van de uitvoering van die kaders;

  • b.

    het zorgdragen voor de financiën, waaronder het innen van gelden, het verrichten van betalingen en overige activiteiten inherent aan de missie;

  • c.

    het zorgdragen voor nationale en internationale fiscale zaken;

  • d.

    het zorgdragen voor het geld-, krediet- en bankwezen (treasury);

  • e.

    het samenwerken met andere ministeries.

HOOFSTUK II: onderverdeling

Artikel 3

  • 1. Er is een stafbureau ter ondersteuning van de secretaris-generaal.

  • 2. Onverminderd de algemene taak, genoemd in het eerste lid, is het stafbureau belast met de algemene aandachtsgebieden en programma’s die binnen het ministerie afdeling- of dienstoverstijgend zijn.

Artikel 4

Het ministerie bestaat voorts uit de volgende afdelingen en uitvoerende organisaties:

  • a.

    afdelingen:

  • i.

    de afdeling Financiën;

  • ii.

    de afdeling Fiscale Zaken;

  • b.

    uitvoerende organisaties:

  • i.

    Belastingdienst;

  • ii.

    Comptabiliteit.

Artikel 5

Het formatieplan, alsmede alle functiebeschrijvingen van het gehele ministerie worden beschreven in bijlage 1: Functieboek Financiën, en vormen een integraal onderdeel van dit besluit.

Artikel 6

  • 1. Het hoofd van een afdeling is belast met de leiding van de afdeling en is de eerstverantwoordelijke voor het functioneren van de afdeling.

  • 2. Het afdelingshoofd neemt bij de uitvoering van deze taak de door de secretaris-generaal gegeven aanwijzingen in acht.

  • 3. Het afdelingshoofd rapporteert over de uitvoering van de dagelijkse managementtaken aan de secretaris-generaal.

  • 4. Het afdelingshoofd heeft voor wat betreft de totstandkoming van beleidsvoorbereiding en beleidsuitvoering een informatieplicht ten aanzien van de secretaris-generaal.

  • 5. Het afdelingshoofd neemt kennis van alle inkomende stukken.

  • 6. Alle uitgaande adviezen worden door het afdelingshoofd ondertekend.

  • 7. Het afdelingshoofd brengt diens bevindingen, alsmede alle gewichtige voorvallen, de belangen van de afdeling betreffende ten spoedigste ter kennis van de secretaris-generaal.

  • 8. De secretaris-generaal wijst op aanbeveling van het afdelingshoofd een plaatsvervangend afdelingshoofd aan.

Artikel 7

  • 1. Het hoofd van een sectie is belast met en verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding van de sectie.

  • 2. Het sectiehoofd neemt bij de uitvoering van de taak, bedoeld in het eerste lid, de aanwijzingen van het afdelingshoofd in acht.

  • 3. Het sectiehoofd is voor de uitvoering van de taak, bedoeld in het eerste lid, verantwoording verschuldigd aan het afdelingshoofd.

  • 4. Het sectiehoofd neemt kennis van alle inkomende stukken de sectie betreffende.

  • 5. Alle uitgaande stukken van de sectie worden door het sectiehoofd ondertekend en ter accordering en ondertekening voorgelegd aan het afdelingshoofd.

  • 6. Het sectiehoofd brengt diens bevindingen, alsmede alle gewichtige voorvallen, de belangen van de sectie of afdeling betreffende ten spoedigste ter kennis van het afdelingshoofd.

Artikel 8

  • 1. Het afdelingshoofd draagt zorg voor het stafoverleg met de sectiehoofden en ziet toe op het doen plaatsvinden van werkoverleg binnen de secties.

  • 2. Het afdelingshoofd legt de Administratieve Organisatie voor de afdeling en de overige werkinstructies voor het personeel schriftelijk vast.

  • 3. Het afdelingshoofd brengt de Administratieve Organisatie en werkinstructies, als bedoeld onder lid 2, onverwijld ter kennis van de secretaris-generaal.

  • 4. Het afdelingshoofd ziet al dan niet door tussenkomst van het sectiehoofd op gepaste wijze toe op het gedrag en de wijze van dienstvervulling van het personeel werkzaam bij de afdeling.

Artikel 9

Het afdelingshoofd brengt jaarlijks vóór 15 januari schriftelijk verslag uit aan de secretaris-generaal betreffende de werkzaamheden die door de afdeling in het voorafgaande jaar zijn uitgevoerd en van andere vermeldenswaardige zaken die in aanmerking komen voor opneming in het jaarverslag van het ministerie.

Artikel 10

  • 1. Het diensthoofd van een uitvoerende organisatie is belast met de leiding van de dienst en is de eindverantwoordelijke voor het functioneren van de dienst.

  • 2. Het diensthoofd sluit jaarlijks een managementovereenkomst af met de secretaris-generaal waarin de kwaliteit en kwantiteit van de te leveren dienst worden vastgelegd alsmede de financiële en beleidskaders waarbinnen deze gerealiseerd moeten worden.

  • 3. Het diensthoofd neemt bij de uitvoering van deze taak de aanwijzingen en werkprocessen ten aanzien financiën, personeel, facilitaire zaken en ICT in acht.

  • 4. Het diensthoofd neemt op basis van een overeenkomst ondersteunende diensten af van de Dienst Middelen en Ondersteuning (DMO) met betrekking tot: personeel en organisatie, automatisering, archief- en informatievoorziening en facilitaire zaken.

  • 5. De artikelen 7, 8 en 9 zijn van overeenkomstige toepassing op uitvoerende diensten.

  • 6. Het diensthoofd verleent medewerking aan eventuele onderzoeken naar het functioneren van de dienst door een inspectiedienst of andere instanties voor de secretaris-generaal aangewezen.

HOOFDSTUK III: Doelstellingen en taken per afdeling of dienst

Artikel 11 Afdeling Financiën

  • 1. Ter verwezenlijking van de doelstellingen van het ministerie is de afdeling verantwoordelijk voor de volgende taken:

    • a.

      het zorgdragen voor beleid, wet- en regelgeving op het gebied van financiële aangelegenheid;

    • b.

      het zorgdragen voor de begroting alsmede het beheer en toezicht op de uitvoering hiervan;

    • c.

      het zorgdragen voor beheer en toezicht van de financiële administratie en informatievoorziening;

    • d.

      het zorgdragen voor de salarisadministratie en -beheer;

    • e.

      het ontwikkelen van beleid, wet- en regelgeving ter ondersteuning van een evenwichtige financiële ontwikkeling;

    • f.

      het behartigen van de belangen op het gebied van de financiën, de begroting, het geldwezen en de macro economie in Koninkrijks-, internationaal en regionaal verband;

    • g.

      het beheren van de treasury;

    • h.

      het zorgdragen voor opzet en beheer van een nationale ‘satelliet rekening’;

    • i.

      het adviseren over en het inrichten van toetsen van de administratieve organisatie van de overheid;

    • j.

      het controleren van de administratie en systemen ter zake van de overheid;

    • k.

      het zorgdragen voor het toezicht (control) op de uitvoering van het financieel beleid van de ministeries;

    • l.

      het zorgdragen voor financiële rapportages;

    • m.

      het zorgdragen voor beleid, wet- en regelgeving betreffende kadasters en hypotheken en het toezicht op de uitvoering van die kaders;

    • n.

      het zorgdragen voor het financieel toezicht op de overheidsnv.’s;

    • o.

      het mede adviseren inzake dividendbeleid met betrekking tot de overheidsnv.’s;

    • p.

      het zorgdragen voor beleid, wet- en regelgeving betreffende het geld-, krediet- en bankwezen en het toezicht op de uitvoering van die kaders;

    • q.

      het adviseren over, het formuleren van en houden van toezicht op het Landseigendommenbeleid.

  • 2. De afdeling is onderverdeeld in de volgende secties:

    • a.

      Begroting en Beleid;

    • b.

      Interne Controle.

Artikel 12 Afdeling Fiscale Zaken

  • 1. Ter verwezenlijking van de doelstellingen van het ministerie is de afdeling verantwoordelijk voor de volgende taken:

    • a.

      het oriënteren op en het bestuderen van de ontwikkeling van de markten ten behoeve van de fiscale, de politieke en de financieel-economische advisering;

    • b.

      het afstemmen van het fiscale beleid met andere ministeries, de bestuurlijke organisatie, zelfstandige bestuursorganen en particuliere instanties wier activiteiten raakvlakken hebben met dat beleid;

    • c.

      het behartigen van de fiscale belangen in Koninkrijks-, internationaal en regionaal verband;

    • d.

      het voorbereiden, implementeren en beheren van de wet- en regelgeving inzake fiscale zaken, alsmede het monitoren en ondersteunen van de naleving van deze wet- en regelgeving;

    • e.

      het zorgdragen voor nationale juridische en beleidsmatige kaders betreffende accijnzen en het toezicht op de uitvoering van die kaders en op de kwaliteit van accijnzen;

    • f.

      het zorgdragen voor de nationale juridische en beleidsmatige kaders betreffende belastingen en het toezicht op de uitvoering van die kaders en op de kwaliteit van de belastingen;

    • g.

      het zorgdragen voor beleid, wet- en regelgeving inzake monetaire aangelegenheden.

  • 2. De afdeling is niet onderverdeeld in secties.

Artikel 13 Belastingdienst

  • 1. De algemene doelstelling van de dienst is het op uitermate efficiënte, effectieve, klantgerichte en integere wijze uitvoering geven aan de wet- en regelgeving bij het heffen en innen van en controle op belastingen met als doel stabiele en groeiende belastingopbrengsten. De belastingdienst heeft tevens de volgende specifieke doelstellingen:

    • a.

      het bevorderen en verhogen van de compliance bij belastingplichtigen;

    • b.

      het zorgdragen voor structurele inkomsten voor de overheid;

    • c.

      het optimaliseren van de belastingopbrengsten;

    • d.

      het zorgen voor een integere, professionele, betrouwbare alsmede bedrijfsmatig en klantgericht werkende Belastingdienst;

    • e.

      tegengaan van concurrentieverstoringen en fraude;

    • f.

      samenwerken met andere overheidsorganisaties.

  • 2. Ter verwezenlijking van de doelstelling is de dienst verantwoordelijk voor de volgende taken:

    • a.

      het zorgdragen voor de juiste en tijdige uitvoering van de invorderingsverordeningen gericht op het beperken en terugdringen van het bedrag aan openstaande schuld en het leveren van een correcte informatieverzorging op management- en beheersniveau;

    • b.

      het zorgdragen voor de inning van, aan Sint Maarten verschuldigde gelden;

    • c.

      het zorgdragen voor het tijdig en adequaat bijhouden van de debiteurenadministratie;

    • d.

      het zorgdragen voor het, zo nodig, afschrijven (oninbaar lijden) of kwijtschelden van schulden aan Sint Maarten;

    • e.

      het zorgdragen voor de juiste en tijdige uitvoering van formele handelingen als betekenen, beslaan en executoriaal verkopen ten laste van belastingschuldigen en overige fiscale debiteuren van Sint Maarten;

    • f.

      het zorgdragen voor het ontvangen van gelden en cheques in het kader van de kas- en bankontvangsten van Sint Maarten;

    • g.

      het zorgdragen voor het verstrekken van cheques in het kader van de kasbetalingen van Sint Maarten en het doen van bankbetalingen;

    • h.

      het zorgdragen voor het verstrekken van leges en nummerplaten tegen betaling;

    • i.

      het ondersteunen van andere ministeries;

    • j.

      toezicht op de in-, en uit- en doorvoer van goederen;

    • k.

      heffing en inning van economische heffingen, omzetbelasting bij invoer en accijnzen;

    • l.

      bescherming van de kwaliteit van de samenleving (veiligheid, gezondheid, economie, flora en fauna, cultuur);

    • m.

      verstrekken van informatie voor het opstellen van handelsstatistieken;

    • n.

      verstrekken van informatie aan de Minister van Financiën ten behoeve van nationaal beleid en internationale samenwerking;

    • o.

      het houden van toezicht op de controleprocessen ten behoeve van de belastingheffing;

    • p.

      het controleren of de belastingplichtigen conform wet- en regelgeving voldoen aan hun fiscale verplichtingen;

    • q.

      het controleren van de aangiften op volledigheid, correctheid en tijdigheid;

    • r.

      het opleggen van aanslagen;

    • s.

      het waarborgen van gelijke behandeling van de belastingplichtigen bij het vaststellen en opleggen van de aanslagen;

    • t.

      het vestrekken van informatie aan de belastingplichtigen;

    • u.

      het zorgdragen voor training en opleiding inzake fiscale aangelegenheden;

    • v.

      het zorgdragen voor interne en externe communicatie;

    • w.

      het registreren, sanctioneren en aangeven van concurrentieverstoringen en fraude (strafrechtelijk).

  • 3. De dienst is onderverdeeld in de volgende onderdelen:

    • a.

      sectie ondersteuning;

    • b.

      afdeling Ontvanger;

    • c.

      afdeling Inspectie;

    • d.

      afdeling Controle en Opsporing.

Artikel 14 Dienst Comptabiliteit

  • 1. De algemene doestelling van de dienst is het op efficiënte, effectieve, klantgerichte en accurate wijze uitvoeren van de financiële administratie van alle overheidsorganisaties.

  • 2. Ter verwezenlijking van de doelstelling is de dienst verantwoordelijk voor de volgende taken:

    • a.

      het zorgdragen voor een tijdige en adequate administratie van de overheidsfinanciën en een correcte informatieverzorging hierover;

    • b.

      het zorgdragen voor de voorbereiding van betalingen;

    • c.

      het zorgdragen voor de tijdige opmaak inningsopdrachten;

    • d.

      het zorgdragen voor een tijdige en juiste betaling van lonen en salarissen aan de werknemers van de overheid;

    • e.

      het zorgdragen voor het samenstellen van de jaarrekening.

  • 3. De dienst is niet onderverdeeld in secties.

HOOFDSTUK IV: Slotbepalingen

Artikel 15

[vervallen]

Artikel 16

Dit landsbesluit wordt aangehaald als: Organisatiebesluit Financiën.

Artikel 17

[regelt de inwerkingtreding]