LANDSVERORDENING vergoeding passagiersaccomodatie

Geldend van 10-10-2010 t/m heden

Intitulé

LANDSVERORDENING vergoeding passagiersaccomodatie

Enig artikel

De geldende tekst van de Verordening Vergoeding passagiersaccommodatie luchthaven is bijgevoegd in de bijlage bij dit besluit.

BIJLAGE

Artikel 1 definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    luchthaven: de Princess Juliana International Airport te Sint Maarten;

  • b.

    luchthavenbedrijf: de door de minister met de exploitatie van de luchthaven belaste organisatie;

  • c.

    vergoeding: de vergoeding passagiersaccommodatie;

  • d.

    passagier: een persoon, niet zijnde een bemanningslid van een luchtvaartuig, die vanaf de luchthaven met een luchtvaartuig een reis onderneemt;

  • e.

    transito-passagier: een passagier die, aangekomen per luchtvaartuig en op doorreis zijnde, met hetzelfde luchtvaartuig zijnde reis direct voorzet;

  • f.

    transfer-passagier: een passagier die, aangekomen per luchtvaartuig en op doorreis zijnde, voor 24:00 uur van de dag van aankomst, zijn reis onder een ander vluchtnummer of met een ander toestel voorzet;

  • g.

    de minister: de Minister van Toerisme, Economische Zaken, Verkeer en Telecommunicatie.

Artikel 2 de vergoeding passagiersaccommodatie

  • 1. Voor het gebruik door een passagier van de gebouwen en terreinen die tot het luchthavenbedrijf behoren dan wel door of namens dat bedrijf worden geëxploiteerd, heeft het luchthavenbedrijf recht op een vergoeding.

  • 2. De vergoeding wordt genoemd: vergoeding passagiersaccommodatie.

Artikel 3

De passagier is de vergoeding verschuldigd aan het luchthavenbedrijf.

Artikel 4

De vergoeding is niet verschuldigd door:

  • a.

    personen die de leeftijd van twee jaren nog niet hebben bereikt;

  • b.

    de leden van de Nederlandse Koninklijke familie en hun gevolg;

  • c.

    de Gouverneur van Aruba, de Gouverneur van Curaçao en de Gouverneur van Sint Maarten en hun meereizend gezin;

  • d.

    buitenlandse staatshoofden en hun meereizend gezin en gevolg;

  • e.

    regeringsfunctionarissen, indien hun vertrek gepaard gaat met protocollair eerbetoon;

  • f.

    houders van een diplomatiek paspoort;

  • g.

    de ministers en de leden van de Staten, en hun meereizend gezin;

  • h.

    passagiers, aan wie op grond van de Landsverordening toelating en uitzetting de toelating is geweigerd; of

  • i.

    transito-passagiers.

Artikel 5 inning van de vergoeding

  • 1. De inning van de vergoeding geschiedt door of namens het luchthavenbedrijf, nadat de passagier voor zijn passage is ingecheckt.

  • 2. In afwijking van het eerste lid, kan het luchthavenbedrijf met een luchtvaartmaatschappij overeenkomen dat de door passagiers, die door de maatschappij worden vervoerd, verschuldigde vergoedingen door of namens de luchtvaartmaatschappij ten behoeve van het luchthavenbedrijf worden geïnd.

  • 3. De betaling door de passagier geschiedt tegen overlegging van een bewijs van betaling.

Artikel 6 vaststelling tarieven

  • 1. Het luchthavenbedrijf is bevoegd de tarieven voor de vergoeding vast te stellen.

  • 2. Bij de vaststelling van de tarieven kan onderscheid worden gemaakt, al naar gelang buitenlandse bestemming van de passagiers dan wel de aard van het gebruik van de gebouwen en terreinen, bedoeld in artikel 2, eerste lid.

  • 3. De tarieven luiden in Nederlandse-Antilliaanse guldens en US Dollars.

  • 4. Op een of meer daartoe geschikte en voor het publiek zichtbare plaatsen worden door het luchthavenbedrijf lijsten met de geldende tarieven opgehangen.

  • 5. Een besluit tot wijziging van een tarief wordt ten minste twee maanden tevoren door luchthavenbedrijf in ieder geval schriftelijk bekend gemaakt aan:

    • a.

      de betrokken luchtvaartmaatschappijen;

    • b.

      de in Sint Maarten gevestigde reisorganisaties;

    • c.

      de minister.

    • d.

      [vervallen]

Artikel 7

  • 1. Een wijziging in een tarief met een groter percentage dan tien of een wijziging daarin die het cumulatieve percentage van wijzingen tijdens een willekeurige periode van twaalf achtereenvolgende kalendermaanden op meer dan tien doet uitkomen, behoeft de voorafgaande goedkeuring van de minister.

  • 2. Het luchthavenbedrijf dient een daartoe strekkend en onderbouwd verzoek schriftelijk in.

  • 3. De minister beslist zo spoedig mogelijk op het verzoek en doet daarvan mededeling aan de Staten.

  • 4. Indien de minister na 10 weken na de indiening van het verzoek geen beslissing daarop heeft genomen, wordt de goedkeuring geacht te zijn verleend.

Artikel 8 inlichtingen

Het luchthaven bedrijf is gehouden desgevraagd de door de minister gewenste gegevens in inlichtingen te verstrekken terzake van de inning en opbrengsten van de vergoeding.

Artikel 9 slotbepalingen

[vervallen]

Artikel 10

[vervallen]

Artikel 11

[vervallen]

Artikel 12

[regelt de inwerkingtreding]

Artikel 13

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening vergoeding passagiersaccommodatie luchthaven.