Regeling vervallen per 03-02-2023

Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, van de 1ste september 2016 tot vaststelling van de eisen van bekwaamheid waaraan een aanvrager van een rijbewijs moet voldoen, alsmede ter instelling van de Commissie Examenrijbewijs en ter vaststelling van haar samenstelling en werkwijze (Landsbesluit inrichting rijexamens)

Geldend van 02-11-2016 t/m 02-02-2023

Intitulé

Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, van de 1ste september 2016 tot vaststelling van de eisen van bekwaamheid waaraan een aanvrager van een rijbewijs moet voldoen, alsmede ter instelling van de Commissie Examenrijbewijs en ter vaststelling van haar samenstelling en werkwijze (Landsbesluit inrichting rijexamens)

IN NAAM VAN DE KONING!

De Gouverneur van Sint Maarten,

In overweging genomen hebbende dat de artikelen 89 en 90 van de Wegenverkeersverordening (AB 2013, GT no. 133) ertoe verplichten regels te stellen inzake de eisen van bekwaamheid waaraan een aanvrager van een rijbewijs moet voldoen, alsmede om de Commissie Examenrijbewijs aan te wijzen als de commissie, bedoeld in artikel 89, eerste lid, onderdeel b, van voornoemde verordening en te voorzien in de samenstelling en werkwijze van deze commissie;

Gelet op de artikelen 89, eerste lid, onderdeel b, en 90 van de Wegenverkeersverordening;

Heeft, de Raad van Advies gehoord, besloten:

§ 1: ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Definities

In dit landbesluit wordt verstaan onder:

  • a.

    minister: de minister, belast met verkeer;

  • b.

    Inspectiedienst TEZV&T: Inspectiedienst TEZV&T als bedoeld in artikel 4, onderdeel b, onder iii, van het Organisatiebesluit Toerisme, Economische Zaken, Verkeer en Telecommunicatie (AB 2010, no. 7);

  • c.

    Verordening: Wegenverkeersverordening;

  • d.

    rijbewijs categorie A: een rijbewijs als bedoeld in artikel 88, eerste lid, onderdeel a, van de Verordening;

  • e.

    rijbewijs categorie B: een rijbewijs als bedoeld in artikel 88, eerste lid, onderdeel b, van de Verordening;

  • f.

    rijbewijs categorie C: een rijbewijs als bedoeld in artikel 88, eerste lid, onderdeel c, van de Verordening;

  • g.

    rijbewijs categorie D: een rijbewijs als bedoeld in artikel 88, eerste lid, onderdeel d, van de Verordening;

  • h.

    rijbewijzen categorie B-E, C-E of D-E: rijbewijzen als bedoeld in artikel 88, eerste lid, onderdeel e, van de Verordening;

§ 2: SAMENSTELLING EN WERKWIJZE VAN DE COMMISSIE EXAMENRIJBEWIJS

Artikel 2 Commissie Examenrijbewijs

  • 1. Als commissie als bedoeld in artikel 89, eerste lid, sub b, van de Verordening wordt aangewezen: de Commissie Examenrijbewijs, ressorterend onder de Inspectiedienst TEZV&T.

  • 2. De Commissie Examenrijbewijs bestaat uit ten minste drie en ten hoogste negen leden, die bij landsbesluit door de minister worden benoemd, geschorst of ontslagen.

  • 3. De voorzitter en diens plaatsvervanger worden op voordracht van de Commissie Examenrijbewijs bij landsbesluit door de minister uit de leden benoemd, geschorst of ontslagen.

  • 4. De voorzitter overhandigd maandelijks een schriftelijk rapport aan het Afdelingshoofd van de Inspectiedienst TEZV&T over het functioneren van de Commissie Examenrijbewijs.

  • 5. Ingeval van afwezigheid van de voorzitter zal de vicevoorzitter de taken van de voorzitter waarnemen.

  • 6. Tot lid kunnen alleen ingezetenen van het Land Sint Maarten worden benoemd.

  • 7. Tot lid kunnen alleen personen worden benoemd welke over een rijbewijs beschikken waaruit blijkt dat tenminste vijf jaar rijervaring is opgedaan.

  • 8. Het lidmaatschap van de Commissie Examenrijbewijs is onverenigbaar met het houden van, dan wel in dienst zijn bij een rijschool.

  • 9. De leden worden bij landsbesluit door de minister benoemd en kunnen vervolgens bij landsbesluit door de minister voor drie jaar worden herbenoemd.

  • 10. Indien de voordracht als bedoeld in het derde lid dan wel een benoeming als bedoeld in het voorgaande lid uitblijft, vervult het Afdelingshoofd van de Inspectiedienst TEZV&T de taak van voorzitter en vervult het sectiehoofd dat ressorteert onder het Afdelingshoofd van de Inspectiedienst TEZV&T de taak van vicevoorzitter totdat de voordracht of benoeming heeft plaatsgevonden.

  • 11. In het geval dat een situatie als bedoeld in het voorgaande lid zich voordoet en de positie van Afdelingshoofd van de Inspectiedienst TEZV&T, dan wel de positie van sectiehoofd dat ressorteert onder het Afdelingshoofd van de Inspectiedienst TEZV&T niet ingevuld zijn, zullen diens waarnemers voor hen in de plaats treden.

  • 12. De leden voeren hun taak uit zonder last.

Artikel 3 Schorsing leden

De leden van de Commissie Examenrijbewijs worden bij met redenen omkleed landsbesluit door de minister geschorst:

  • a.

    indien zij zich in voorlopige hechtenis bevinden;

  • b.

    indien tegen hen een gerechtelijk vooronderzoek ter zake van een misdrijf is ingesteld;

  • c.

    wanneer zij bij niet onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens een misdrijf zijn veroordeeld, dan wel hun bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

  • d.

    wanneer zij bij niet onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele zijn gesteld, in staat van faillissement zijn verklaard, surseance van betaling hebben verkregen of wegens schulden zijn gegijzeld.

Artikel 4 Ontslag leden

De leden van de Commissie Examenrijbewijs worden bij met redenen omkleed landsbesluit door de minister ontslagen:

  • a.

    op eigen verzoek;

  • b.

    bij het bereiken van de leeftijd van zeventig jaar;

  • c.

    op verzoek van de Commissie Examenrijbewijs;

  • d.

    wanneer zij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf zijn veroordeeld, dan wel hun bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

  • e.

    wanneer zij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele zijn gesteld, in staat van faillissement zijn verklaard, surseance van betaling hebben verkregen of wegens schulden zijn gegijzeld;

  • f.

    indien zij uit hoofde van ziekten of gebreken blijvend ongeschikt zijn geworden hun functie te vervullen;

  • g.

    bij verlies van het ingezetenschap, bedoeld in artikel 2, zesde lid.

Artikel 5 Hoorplicht leden

Indien het voornemen bestaat een van de leden van de Commissie Examenrijbewijs te schorsen of te ontslaan, anders dan in de gevallen als bedoeld in artikel 3 en artikel 4, onderdelen a en b, wordt de betrokkene in de gelegenheid gesteld hierover zijn zienswijze kenbaar te maken.

Artikel 6 Geldelijke voorzieningen

  • 1. De geldelijke voorzieningen voor de leden per maand van de Commissie Examenrijbewijs worden als volgt vastgesteld:

    • a.

      de voorzitter: NAf 750,-

    • b.

      de plaatsvervangend voorzitter en overige leden, niet zijnde personen met een aanstelling als examinator bij de Inspectiedienst TEZV&T: NAf 500,-.

  • 2. Indien de vicevoorzitter waarneemt voor de voorzitter in geval van afwezigheid, zal de vicevoorzitter de geldelijke voorziening bedoeld in het eerste lid onder a ontvangen.

§ 3: AANVRAAG TOT AFGIFTE VERKLARING BEWIJS VAN BEKWAAMHEID EN VAARDIGHEID

Artikel 7 Overlegging documenten

  • 1. Voor het verkrijgen van een verklaring van bekwaamheid en vaardigheid als bedoeld in artikel 89, eerste lid, onderdeel b, van de Verordening, overlegt een aanvrager aan de Commissie Examenrijbewijzen de volgende documenten:

    • a.

      een identiteitsdocument als bedoeld in artikel 2 van de Landsverordening identificatieplicht (AB 2013, GT no. 472); en,

    • b.

      het bewijs, bedoeld in artikel 5, derde lid, van het Uitvoeringsbesluit Rijbewijzen.

  • 2. De Commissie Examenrijbewijs besluit tot de verstrekking van een verklaring als bedoeld in het eerste lid, nadat de aanvrager middels een of meer examens heeft aangetoond te beschikken over de benodigde eisen van bekwaamheid en vaardigheid.

  • 3. De examens, genoemd in het tweede lid, bestaan uit een theoretisch en een praktisch gedeelte, welke afzonderlijk aan een examen worden onderworpen.

Artikel 8 Examenkaart

  • 1. Na overlegging van de documenten, genoemd in artikel 7, eerste lid, overhandigt de Commissie Examenrijbewijs de aanvrager voor het examen, bedoeld in artikel 7, tweede lid, een examenkaart.

  • 2. De examenkaart, bedoeld in het eerste lid, biedt de aanvrager de mogelijkheid zich tweemaal te melden voor het examen voor het theoretisch gedeelte en tweemaal voor het examen voor het praktisch gedeelte.

  • 3. De examenkaart is geldig voor een periode van zes maanden, te rekenen vanaf de dag van het eerste examen voor het theoretisch gedeelte.

  • 4. Alvorens een aanvrager wordt toegelaten tot het examen voor het praktisch gedeelte overlegt deze een bewijs van de Commissie Examenrijbewijs, waaruit blijkt dat het theoretisch gedeelte met goed gevolg is afgerond.

  • 5. Ingeval alle mogelijkheden als bedoeld in het tweede lid zijn benut, maar niet beide examens met goed gevolg zijn afgerond, vervalt de examenkaart. Indien de aanvrager het examen voor het theoretisch gedeelte met goed gevolg heeft afgerond, wordt hiervan een bewijsverstrekt, welke geldig blijft voor een periode van zes maanden, te rekenen vanaf de dag waarop het examen is behaald.

  • 6. Examens voor het praktisch gedeelte worden, voor zover mogelijk, afgenomen door twee leden van de Commissie Examenrijbewijs.

§ 4 VEREISTEN AAN EEN EXAMEN VOOR HET THEORETISCHGEDEELTE EN PER CATEGORIE RIJBEWIJS VOOR HET PRAKTISCH GEDEELTE

Artikel 9 Examen voor het theoretisch gedeelte voor allecategorieën rijbewijzen

  • 1. Het bewijs, bedoeld in artikel 8, vierde lid, wordt voor iedere categorie rijbewijzen, genoemd in artikel 88, eerste lid, van de Verordening, door de Commissie Examenrijbewijs verstrekt, indien de aanvrager blijk geeft van grondige kennis en inzicht van:

    • a.

      de inhoud van de artikelen 5, 6, 7, 9, 11, 12, 13, 15, 16, 17, 18, 19,

      21, 23, 26, 27, 28, 29, 31, 32, 52, 53, 54, 55, 57, 61, 62, 63, 64,

      65, 66, 73, 75, 76, 78, 80, 87, 88, 95, 96, 103 en 117 van de

      Verordening, een en ander voor wat betreft de categorie rijbewijzen

      waarvoor het examen wordt afgelegd; en

    • b.

      van de betekenissen van de modellen 1 tot en met 89 in de bij de

      Verordening behorende bijlagen.

  • 2. Het examen voor het theoretisch gedeelte wordt door middel van

    elektronische apparatuur en in bijzondere gevallen schriftelijk afgelegd.

Artikel 10 Examen voor het praktisch gedeelte rijbewijs categorie A

  • 1. Voor een rijbewijs categorie A neemt de Commissie Examenrijbewijs

    een positief besluit als bedoeld in artikel 7, tweede lid, wanneer de

    aanvrager tijdens een examen voor het praktisch gedeelte met een voor die categorie rijbewijs geschikt voertuig blijk heeft gegeven van

    grondige kennis en inzicht van:

    • a.

      het nagaan of er met het examenvoertuig veilig kan worden gereden.

    • b.

      het op de juiste wijze starten van de motor, inschakelen en zonder schokken of stoten veilig wegrijden;

    • c.

      het op juiste wijze schakelen, zowel versnellend als vertragend, en het regelen van de gastoevoer;

    • d.

      het goed en tijdig bedienen van de koppeling en de remmen;

    • e.

      het rijden op zodanige wijze, dat nimmer de vrijheid van het verkeer wordt belemmerd of de veiligheid van het verkeer in gevaar wordt gebracht of kan worden gebracht;

    • f.

      het toepassen van de verkeersregels, waaronder het op juiste wijzen verlenen van voorrang aan bestuurders en het voor laten gaan van weggebruikers die daar recht op hebben;

    • g.

      het rekening houden met de weg- en weersomstandigheden, alsmede het aantonen het voertuig behoorlijk te beheersen door het demonstreren van voldoende stuurvastheid;

    • h.

      het veilig en op juiste wijze handelen en voorsorteren voorafgaand aan het veranderen van richting;

    • i.

      het volgens de regels handelen bij kruisingen en splitsingen van wegen en op de juiste wijze rijden in bochten naar links en naar rechts;

    • j.

      het zich op de voorgeschreven wijze gedragen bij inhalen en voorbijrijden en bij het ingehaald worden;

    • k.

      het rijden met een veilig, aan de overige verkeersomstandigheden aangepaste snelheid, daarbij de geldende maximumsnelheid niet overschrijdend;

    • l.

      het in acht nemen van aanwijzingen, gegeven door een bevoegd gezag, en het tijdig handelen bij verkeerslichten, verkeerstekens op borden en op het wegdek alsmede het toepassen van gedragsregels;

    • m.

      het tijdig op een juiste en veilige wijze snelheid vermeerderen, verminderen of stoppen;

    • n.

      het correct en tijdig geven van signalen, rekening houden met andere weggebruikers en voortdurend, nauwkeurig opletten op het overige verkeer; en,

    • o.

      het voertuig doen stilstaan op een helling en het wederom doen optrekken, zonder dat het voertuig oncontroleerbaar achteruitrijdt of gevaar voor andere weggebruikers veroorzaakt;

  • 2. Tijdens een examen voor het praktisch gedeelte wordt de aanvrager

    verzocht een of meer van de volgende bijzondere verrichtingen uit te

    voeren:

    • a.

      het keren op een niet al te brede weg;

    • b.

      het op juiste wijze van de stand halen;

    • c.

      het uitvoeren van een stopproef;

    • d.

      het rijden met een geringe snelheid;

    • e.

      het rijden van een denkbeeldige acht in een cirkel; of,

    • f.

      het verrichten van progressieve controlehandelingen op een parcours.

Artikel 11 Examen voor het praktisch gedeelte rijbewijs categorie B

  • 1. Voor een rijbewijs categorie B neemt de Commissie Examenrijbewijs

    een positief besluit als bedoeld in artikel 7, tweede lid, wanneer de

    aanvrager tijdens een examen voor het praktisch gedeelte met een voor die categorie rijbewijs geschikt voertuig blijk heeft gegeven van

    grondige kennis en inzicht van:

    • a.

      hetgeen bepaald in artikel 10, eerste lid; en,

    • b.

      het op de voorgeschreven wijze achteruitrijden op een rechte lijn op

      afstand van ten minste 50 meter.

  • 2. Tijdens een examen voor het praktisch gedeelte wordt de aanvrager

    verzocht een of meer van de volgende bijzondere verrichtingen uit te

    voeren:

    • a.

      de handelingen, genoemd in artikel 10, tweede lid, onderdeel a;

    • b.

      het achteruitrijden in een bocht; of,

    • c.

      het parkeren in een parkeervak, parkeerstrook of een parkeerhaven.

Artikel 12 Examen voor het praktisch gedeelte rijbewijs categorie C of D

  • 1. Voor een rijbewijs categorie C of D neemt de Commissie

    Examenrijbewijs een positief besluit als bedoeld in artikel 7, tweede lid,

    wanneer de aanvrager tijdens een examen voor het praktisch gedeelte

    met een voor die categorie rijbewijs geschikt voertuig blijk heeft

    gegeven van grondige kennis en inzicht van:

    • a.

      hetgeen bepaald in artikel 10, eerste lid; en,

    • b.

      het op de voorgeschreven wijze achteruitrijden op een rechte lijn op

      een afstand van ten minste 50 meter.

  • 2. Tijdens een examen voor het praktisch gedeelte wordt de aanvrager

    verzocht een of meer van de volgende bijzondere verrichtingen uit te

    voeren:

    • a.

      de handeling, genoemd in artikel 10, tweede lid, onderdeel a; of,

    • b.

      de handelingen genoemd in artikel 11, tweede lid, onderdelen b en

    c.

Artikel 13 Examen voor het praktisch gedeelte rijbewijs categorie B-E, C-E of D-E

  • 1. Voor een rijbewijs categorie B-E, C-E of D-E neemt de Commissie

    Examenrijbewijs een positief besluit als bedoeld in artikel 7, tweede lid,

    wanneer de aanvrager tijdens een examen voor het praktisch gedeelte

    met een voor die categorie rijbewijs geschikt voertuig met een

    aanhangwagen met een of meer assen, anders dan een lichte

    aanhangwagen als bedoeld in artikel 88, eerste lid, onderdeel e, van de

    Verordening blijk heeft gegeven van grondige kennis en inzicht van:

    • a.

      hetgeen bepaald in artikel 10, eerste lid; en,

    • b.

      het op de voorgeschreven wijze achteruitrijden op een rechte lijn op

      een afstand van ten minste 50 meter.

  • 2. Tijdens een examen voor het praktisch gedeelte wordt de aanvrager

    verzocht een of meer van de volgende bijzondere verrichtingen uit te

    voeren:

    • a.

      de handeling, genoemd in artikel 10, tweede lid, onderdeel a;

    • b.

      de handelingen genoemd in artikel 11, tweede lid, onderdelen b en

      c;

    • c.

      het op juiste wijze koppelen en ontkoppelen van een of meer

      aanhangwagens; of,

    • d.

      het zowel vanaf links als vanaf rechts parkeren met een of meer

      aanhangwagens.

§ 5 OVERIGE BEPALINGEN INZAKE EEN EXAMEN VOOR HETPRAKTISCH GEDEELTE

Artikel 14 Inrichting examenvoertuig

  • 1. Voor een praktisch gedeelte van een examen als bedoeld in de

    artikelen 10 tot en met 13 brengt de aanvrager, bedoeld in artikel 7,

    eerste lid, een motorrijtuig met versnellingsbak of gangwissel mee

    ter examen.

  • 2. Het motorrijtuig, bedoeld in het eerste lid, is zodanig ingericht dat

    tijdens het examen ten minste een van de leden van de Commissie

    Examenrijbewijs voldoende kan ingrijpen.

  • 3. Ter uitvoering van het tweede lid neemt ten minste een van de

    examinatoren een zodanige plaats in, dat deze examinator te allen

    tijde gedurende de rijproef kan ingrijpen bij de volgende onderdelen:

    • a.

      het stuurwiel, teneinde de richting te kunnen corrigeren;

    • b.

      remmen, teneinde tijdig af te kunnen remmen bij gevaarlijke

      situaties; en,

    • c.

      ontkoppelingspedaal, teneinde de versnellingsbak te kunnen

      ontkoppelen van de motor bij situaties waar het gastoevoer een

      gevaar of onnodig hinder voor andere weggebruikers kan

      veroorzaken.

Artikel 15 Besluit na aflegging examen voor het praktisch gedeelte

  • 1. Ingeval van een positief besluit als bedoeld in de artikelen 10 tot en

    met 13, wordt aan de aanvrager een verklaring uitgereikt,

    vermeldende de categorie rijbewijs, waarin de aanvrager het

    examen voor het praktisch gedeelte heeft afgelegd.

  • 2. Indien de leden van de Commissie Examenrijbewijs geen

    overeenstemming kunnen bereiken over de vraag of is voldaan aan

    de vereisten, gesteld in de artikelen 10 tot en met 13, of een

    gedeelte daarvan, wordt een voortgezet examen voor het praktisch

    gedeelte of een gedeelte daarvan afgelegd, waarbij een derde lid

    van de Commissie Examenrijbewijs aan het examen wordt

    toegevoegd.

  • 3. Ingeval van een voortgezet examen als bedoeld in het tweede lid

    wordt een besluit, bedoeld in het eerste lid, genomen bij

    meerderheid van stemmen.

  • 4. Het examen voor het praktisch gedeelte kan door de leden van de

    Commissie Examenrijbewijs vroegtijdig worden gestaakt, indien naar

    hun oordeel door de wijze van rijden de veiligheid op de weg in

    gevaar wordt gebracht.

Artikel 16 Ongeval tijdens een examen voor het praktisch gedeelte

  • 1. Ingeval tijdens een examen voor het praktisch gedeelte met het

    examenvoertuig een ongeval plaatsvindt, verlaten de leden van de

    Commissie Examenrijbewijs de plaats van het ongeval niet dan

    nadat de nodige zorg in acht is genomen.

  • 2. Ingeval van een ongeval vult een lid van de Commissie

    Examenrijbewijs een ongevallenformulier in en overhandigt deze

    ondertekend aan de voorzitter van de Commissie Examenrijbewijs of

    diens plaatsvervanger.

  • 3. Indien het ongevallenformulier aan de plaatsvervanger wordt

    overhandigd, stelt deze de voorzitter van de Commissie

    Examenrijbewijs onverwijld op de hoogte.

Artikel 17 Verplicht onderzoek na intrekking rijbewijs

  • 1. Degene die ingevolge artikel 97 eerste lid, van de Verordening

    verplicht wordt tot het doen van een onderzoek naar de geschiktheid

    en bekwaamheid, bedoeld in artikel 98, onderdeel a, van de

    Verordening legt dit onderzoek af met inachtneming van hetgeen

    bepaald in artikel 8, eerste lid.

  • 2. Het onderzoek, bedoeld in het eerste lid, geschiedt overeenkomstig

    het bepaalde in de artikelen 9 tot en met 13.

  • 3. Het resultaat van een onderzoek wordt ter verdere afhandeling

    overlegd aan de voorzitter van de Commissie Examenrijbewijs of

    diens plaatsvervanger.

§ 6 SLOTBEPALINGEN

Artikel 18 Overgangsrecht

  • 1. De artikelen van dit landsbesluit, met uitzondering van artikel 14,

    zijn slechts van toepassing op aanvragers welke na inwerkingtreding

    van dit Landsbesluit een examenkaart hebben aangevraagd.

  • 2. Artikel 14 vindt geen toepassing totdat een jaar na de

    inwerkingtreding van dit landsbesluit is verstreken.

Artikel 19 Intrekking AB 2013, GT no. 89

Het Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, tot regeling van de eisen van bekwaamheid waaraan de aanvrager van een rijbewijs moet voldoen, alsmede de samenstelling en de werkwijze van de commissie “examen-rijbewijs” (AB 2013, GT no. 89), wordt ingetrokken.

Artikel 20 Wijziging Uitvoeringsbesluit Rijbewijzen

Artikel 5, derde lid, van het Uitvoeringsbesluit Rijbewijzen komt te luiden:

  • 3.

    Indien de aanvraag in behandeling is genomen, wordt aan de aanvrager een bewijs hiervan verstrekt, waarin wordt gespecificeerd voor welke categorie rijbewijs de aanvraag is ingediend. De aanvrager wordt doorgeleid naar de Commissie Examenrijbewijs teneinde daar te verzoeken tot verstrekking van een verklaring als bedoeld in artikel 89, eerste lid, onderdeel b, van de Verordening.

Artikel 21 Citeertitel

Dit landsbesluit wordt aangehaald als: Landsbesluit inrichting rijexamens.

Artikel 22 Inwerkingtreding

  • 1. Dit landsbesluit, houdende algemene maatregelen, treedt in werking met ingang van de eerste dag van de zevende week na de datum van uitgifte van het Afkondigingsblad waarin het is geplaatst.

  • 2. Indien de Ombudsman een zaak aanhangig heeft gemaakt als bedoeld in artikel 127, derde lid, van de Staatsregeling treedt dit landsbesluit, houdende algemene maatregelen, in werking met ingang van de eerste dag van de derde week na de beslissing van het Constitutioneel Hof, tenzij dit oordeelt dat het landsbesluit, houdende algemene maatregelen, niet verenigbaar is met de Staatsregeling.

Ondertekening

Gegeven te Philipsburg, de eerste september 2016
De Gouverneur van Sint Maarten
E.B. Holiday
De achtste september 2016
De Minister van Toerisme, Economische Zaken,
Verkeer en Telecommunicatie
Uitgegeven de twintigste september 2016
De Minister van Algemene Zaken
Namens deze,
Hoofd afdeling Juridische Zaken & Wetgeving

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen deel

In de artikelen 89, eerste lid, onderdeel b, en 90 van de Wegenverkeersverordening (verder: WVV), is de mogelijkheid geboden om bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, regels te stellen ten aanzien van de eisen van bekwaamheid voor de aanvrager van een rijbewijs. Tevens is de mogelijkheid geboden om een commissie aan te wijzen die toetst of een aanvrager voldoet aan genoemde eisen van bekwaamheiden om regels te stellen ten aanzien van de inrichting en organisatie van deze commissie.

Van de geboden mogelijkheid tot het stellen van regels is op dit moment gebruik gemaakt in het Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, tot regeling van de eisen van bekwaamheid waaraan de aanvrager van een rijbewijs moet voldoen, alsmede de samenstelling en de werkwijze van de commissie “examen-rijbewijs” (AB 1963; no. 7). De regering heeft geconcludeerd dat de aldaar gestelde regels niet langer passen bij de huidige situatie, onder andere vanwege de laatste wijziging van de WVV in 2005. Deze wijziging van de WVV heeft geleid tot enige aanpassingen van de artikelen inzake de eisen van bekwaamheid. Daarnaast is, door de constante toename van weggebruikers, meer in het bijzonder van bestuurders van motorrijtuigen, de nadruk steeds prominenter komen te liggen op de verkeersveiligheid in Sint Maarten. Om deze redenen is besloten een nieuw landsbesluit, houdende algemene maatregelen, op te stellen ter vervanging van het voornoemde landsbesluit, houdende algemene maatregelen.

Het voornaamste doel van het onderhavige landsbesluit, houdende algemene maatregelen, is de verkeersveiligheid in Sint Maarten te vergroten. Om dit doel te bereiken, is in het onderhavige landsbesluit, houdende algemene maatregelen, voorzien in een eenduidige procedure en in duidelijke criteria waaraan een aanvrager moet voldoen om een verklaring van bekwaamheid te verkrijgen. Genoemde verklaring is noodzakelijk bij de aanvraag voor een rijbewijs. De procedure voor het aanvragen van een rijbewijs is overigens apart geregeld, namelijk in het Uitvoeringsbesluit rijbewijzen. Deze regels hebben tot doel de verkeersveiligheid in Sint Maarten te vergroten.

Het onderhavige landsbesluit, houdende algemene maatregelen, is daartoe ingedeeld in twee onderdelen:

- Het eerste onderdeel betreft paragraaf 2.In deze paragraaf is de aanwijzingen de inrichting en organisatie van de Commissie Examenrijbewijs geregeld. De Commissie Examenrijbewijs wordt middels artikel 2, eerste lid, van het onderhavige landsbesluit, houdende algemene maatregelen, aangewezen als de commissie, bedoeld in artikel 89, eerste lid, onderdeel b, van de WVV. Met deze aanwijzing is genoemde Commissie Examenrijbewijs belast met de beoordeling van de eisen van bekwaamheid, die een aanvrager moet bezitten om een voertuig te mogen besturen;

- Het tweede onderdeel betreft de paragrafen 3 tot en met 5. Deze paragrafen zien op het stellen van regels inzake voornoemde eisen van bekwaamheid, alsook op de procedure voor het verkrijgen van een verklaring van bekwaamheid. Beide onderdelen zijn hieronder van een nadere toelichting voorzien.

Aanwijzing, inrichting en organisatie van de Commissie Examenrijbewijs

Voor de afgifte van een rijbewijs voor de eerste maal is het op grond van artikel 89, eerste lid, van de WVV verplicht dat een verklaring van bekwaamheid wordt overlegd door de aanvrager. Deze verklaring kan worden verkregen na betaling van een retributie, welke geregeld is in de Legesverordening, en na het succesvol afleggen van een examen ter bewijs dat de aanvrager voldoet aan de benodigde eisen van bekwaamheid.

Op grond van voornoemd artikel van de WVV wordt door de Minister van Toerisme, Economische Zaken, Verkeer en Telecommunicatie een commissie aangewezen, die wordt belast met het uitvoeren van deze examens. De Commissie Examenrijbewijs is middels paragraaf 2 van het onderhavige landsbesluit, houdende algemene maatregelen, als zodanig aangewezen.

Verder is in deze paragraaf 2 de wijze van benoeming, schorsing en ontslag van de leden van de Commissie Examenrijbewijs geregeld. Benoeming, schorsing en ontslag vindt plaats bij landsbesluit, waarbij voor de voorzitter en zijn plaatsvervanger geldt dat benoeming uitsluitend plaats kan hebben op voordracht van de Commissie Examenrijbewijs zelf. Voor schorsing en ontslag geldt dat dit uitsluitend kan plaatsvinden nadat betrokkene in staat is gesteld hierover zijn mening kenbaar te maken, tenzij het ontslag plaatsvindt op eigen verzoek of bij het bereiken van de leeftijd van zeventig jaar. In laatstgenoemde genoemde gevallen kan van rechtswege eervol ontslag worden verleend.

Ten slotte zijn in deze paragraaf de geldelijke voorzieningen geregeld voor de voorzitter, zijn plaatsvervanger en voor de overige leden van de Commissie Examenrijbewijs.

Regels inzake de eisen van bekwaamheid, alsook inzake de procedure voor het verkrijgen van een verklaring van bekwaamheid

De procedure voor de afgifte van rijbewijzen is geregeld in de WVV en in het Uitvoeringbesluit rijbewijzen. Aldaar is bepaald dat bij de aanvraag voor een rijbewijs een verklaring moet worden overgelegd waaruit blijkt dat de aanvrager voldoet aan de eisen van bekwaamheid om een voertuig te mogen besturen uit de categorie waarvoor het rijbewijs is aangevraagd. Zoals hierboven reeds is toegelicht, kan om de afgifte van een verklaring van bekwaamheid worden verzocht bij de Commissie Examenrijbewijs. In paragraaf 3 van het onderhavige landsbesluit, houdende algemene maatregelen, is bepaald welke documenten een aanvrager noodzakelijkerwijs moet overleggen aan de Commissie Examenrijbewijs, voordat wordt besloten tot verstrekking van genoemde verklaring. Voordat tot verstrekking van de verklaring wordt overgegaan, dient een aanvrager eerst aan te tonen over de benodigde vaardigheden te beschikken. Om die reden verstrekt de commissie allereerst een examenkaart aan de aanvrager, op het moment dat alle benodigde documenten zijn overgelegd. Deze examenkaart geeft de aanvrager het recht om zich tweemaal te melden voor het examen voor het theoretisch gedeelte en tweemaal voor het examen voor het praktisch gedeelte. De examenkaart heeft een geldigheidsduur van 6 maanden vanaf de datum van het eerste examen voor het theoretisch gedeelte.

Paragraaf 4 van het onderhavige landsbesluit, houdende algemene maatregelen, regelt de vereisten, die verbonden zijn aan het theoretisch gedeelte en het praktisch gedeelte van een examen. Het examen voor het praktisch gedeelte kan niet worden afgenomen, dan nadat een bewijs van het behalen van het theoretisch gedeelte wordt overlegd. In de praktijk vinden beide gedeelten van het examen meestentijds op dezelfde dag plaats. De vereisten voor het praktisch gedeelte van het examen zijn opgedeeld naar categorie rijbewijs waarvoor de aanvraag is gedaan tot afgifte van een verklaring ter bewijs van bekwaamheid. Deze categorieën rijbewijzen corresponderen met de categorieën genoemd in artikel 88 van de WVV. Dit is tevens tot uitdrukking gebracht in de definitiebepalingen in artikel 1 van het onderhavige landsbesluit, houdende algemene maatregelen.

In paragraaf 5 is voorzien in een aantal overige bepalingen ten aanzien van het rijexamen. Vanuit het oogpunt van de veiligheid ten tijde van een examen, voor zowel de examenkandidaat, de examinatoren, alsook voor andere weggebruikers, is bijvoorbeeld het vereiste gesteld dat de examinator te allen tijde tijdens het examen in moet kunnen grijpen.

In deze paragraaf is voorts de beoordeling van het praktisch gedeelte van het examen geregeld. Deze beoordeling kan positief zijn, de aanvrager krijgt dan de gevraagde verklaring ter bewijs van bekwaamheid. Maar de beoordeling kan ook negatief zijn, de aanvrager is dan voor het examen gezakt en krijgt dan niet de gevraagde verklaring ter bewijs van bekwaamheid. Gezien het feit dat het praktisch gedeelte van het examen in beginsel door twee examinatoren wordt afgenomen, kan het voorkomen dat de examinatoren geen overeenstemming kunnen bereiken of een aanvrager is geslaagd. Voor dergelijke gevallen is geregeld dat een derde examinator aan het examen wordt toegevoegd, waarna het examen opnieuw dient te worden afgelegd.

Verder is in deze paragraaf, in artikel 16, voorzien in regels met betrekking tot ongevallen tijdens een examen voor het praktisch gedeelte, alsook, in artikel 17, voor examens die dienen te worden afgelegd, indien een examen is opgelegd vanwege het feit dat een rijbewijs kan worden ingevorderd.

Verhouding met het Uitvoeringsbesluit Rijbewijzen

In het Uitvoeringsbesluit Rijbewijzen zijn regels gesteld inzake de aanvragen voor de verschillende categorieën rijbewijzen, alsook voor verlengingen van rijbewijzen en dergelijke. Voor de aanvraag van een eerste rijbewijs is het noodzakelijk dat de aanvrager aantoont dat deze over voldoende bekwaamheid en vaardigheid beschikt om een voertuig te kunnen besturen. Daartoe is in artikel 89, eerste lid, onderdeel b, van de WVV geregeld dat een verklaring van bekwaamheid en vaardigheid door de aanvrager bij de aanvraag moet worden overlegd.

In het Uitvoeringsbesluit Rijbewijzen is verder geregeld dat allereerst een aanvraag voor een rijbewijs wordt ingediend bij het Public Service Center. Van het in behandeling nemen van de aanvraag wordt aan de aanvrager een bewijs verstrekt, waaruit onder andere blijkt voor welke categorie rijbewijs de aanvraag is ingediend. Dit bewijs wordt geregeld middels artikel 5, derde lid, van het Uitvoeringsbesluit, dat in het onderhavige landsbesluit, houdende algemene maatregelen, wordt gewijzigd. Met het verkregen bewijs kan de aanvrager zich richten tot de Commissie Examenrijbewijs. Deze commissie is, zoals hierboven reeds is gesteld, belast met de verstrekking van voornoemde verklaringen. Om een dergelijke verklaring te verkrijgen, behoort een aanvrager middels een tweetal examens aan te tonen over voldoende bekwaamheid en vaardigheid te beschikken om een voertuig te besturen.

Op het moment dat de Commissie Examenrijbewijs besluit tot verstrekking van een verklaring, kan de aanvrager zich opnieuw richten tot het Public Service Center. Wanneer aan alle vereisten voor de aanvraag van een rijbewijs is voldaan, zoals deze zijn gesteld in het Uitvoeringsbesluit Rijbewijzen, wordt op dat moment aan de aanvrager een rijbewijs verstrekt voor de categorie rijbewijs waarop de aanvraag is gericht.

Financiële toelichting

Middels artikel 6 van het onderhavige landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden de geldelijke voorzieningen voor de voorzitter, diens plaatsvervanger, alsook voor de overige leden geregeld. Gezien het feit dat op grond van het Organisatiebesluit Toerisme, Economische Zaken, Verkeer en Telecommunicatie de Commissie Examenrijbewijs deel uitmaakt van de Inspectiedienst TEZVT komen deze geldelijke voorzieningen ten laste van de reguliere begroting van dat organisatieonderdeel.

De commissie zal worden gevormd door de huidige vijf examinatoren. De gewone leden komen slechts voor een vergoeding van NAf 500 in aanmerking indien zij niet zijn aangesteld als permanent examinator. Het wordt niet wenselijk geacht dat een ambtenaar, dan wel arbeidscontractant een toelage ontvangt voor het werk waar deze reeds is aangesteld. Thans is één persoon aangesteld als permanent examinator. Aangezien de overige examinatoren werkzaamheden verrichten buiten hun taakomschrijving, dan wel functie zullen zij wél voornoemde vergoeding ontvangen.

Gelet op de taken van de voorzitter wordt het wenselijk geacht dat deze een vergoeding ontvangt van NAf 750 per maand. De vicevoorzitter zal geen vergoeding ontvangen, tenzij deze persoon de taken van de voorzitter vervult in zijn afwezigheid, dan wel indien deze persoon niet is aangesteld als permanent examinator.

Uitgaande van drie gewone leden die een vergoeding ontvangen, één lid dat is aangesteld als permanent examinator en geen vergoeding ontvangt en een voorzitter, komt de thans te verwachten financiële last voor het Ministerie van Toerisme, Economische Zaken, Verkeer en Telecommunicatie neer op NAf 2,250 per maand.

Artikelsgewijs deel

Artikelen 2 tot en met 6

Met deze artikelen wordt de inrichting en organisatie van de Commissie Examenrijbewijs geregeld. De Commissie Examenrijbewijs wordt aangewezen als de commissie die belast is met het onderzoek naar de eisen van bekwaamheid en vaardigheid. Een verklaring dat een aanvrager voldoet aan de eisen van bekwaamheid en vaardigheid is noodzakelijk voor het aanvragen van een rijbewijs, bedoeld in artikel 89, eerste lid, van de WVV. De reden om een commissie aan te wijzen, buiten de ambtelijke structuur van de overheid van Land Sint Maarten is erin gelegen de onafhankelijkheid van deze commissie te waarborgen.

De bovengenoemde commissie is samengesteld uit ten minste drie en ten hoogste negen leden, welke allen voor een periode van drie jaren bij landsbesluit door de Minister van Toerisme, Economische Zaken, Verkeer en Telecommunicatie worden benoemd. Uit hun midden wordt op voordracht van de commissie een voorzitter en een plaatsvervangende voorzitter benoemd.

De commissie zal worden gevormd door de huidige vijf examinatoren. Deze

personen dienen een voorzitter en een vicevoorzitter uit hun midden naar voren te dragen. De Minister van Toerisme, Economische Zaken, Verkeer en Telecommunicatie draagt bij landsbesluit zorg voor de benoeming van de leden, de vicevoorzitter en voorzitter. Het is niet ondenkbaar dat dergelijke voordrachten uitblijven. In artikel 2 is derhalve opgenomen dat het uitblijven van een voordracht niet zal leiden tot stagnatie van de commissie. Ten aanzien van het uitblijven van een voordracht van de voorzitter en vicevoorzitter bij de oprichting van de commissie, is bepaald dat het Afdelingshoofd van de Inspectiedienst TEZV&T, respectievelijk het sectiehoofd dat ressorteert onder het Afdelingshoofd de taken van voorzitter en vicevoorzitter zullen vervullen totdat de voordracht en benoeming bij landsbesluit heeft plaatsgevonden. Ten aanzien van het uitblijven van een benoeming anderszins, is eveneens bepaald dat de taken van voorzitter en vicevoorzitter worden ingevuld door het Afdelingshoofd van de Inspectiedienst TEZV&T, respectievelijk het sectiehoofd dat ressorteert onder het Afdelingshoofd. Indien voornoemde functies onverhoopt vacant blijken, zullen de aangewezen plaatsvervangers van deze personen tijdelijk worden benoemd totdat de functies weer vervuld zijn, dan wel totdat de voordracht van de voorzitter en vicevoorzitter heeft plaatsgevonden.

Ervaring leert dat ongeveer dertig examens per week worden afgenomen in Sint Maarten. Leden van de commissie worden thans geacht ten minste acht uur per week beschikbaar te zijn voor praktijkexamens. Zoals hiervoor reeds aangegeven, bestaat het huidige aantal examinatoren uit vijf personen. Het is de verwachting dat de Inspectiedienst TEZV&T in de nabije toekomst een vacature zal openstellen voor nog een permanente examinator. Voorts bestaat de mogelijkheid dat het aantal examinatoren/commissieleden wordt uitgebreid naar maximaal negen leden. De indeling van de praktijkexamens zal worden opgedragen aan de voorzitter.

De voorzitter zal eveneens de taak krijgen om het Afdelingshoofd van de Inspectiedienst TEZV&T maandelijks schriftelijk op de hoogte te brengen over het functioneren van de commissie. Ten einde inzicht te verschaffen in de verwachte werkdruk van de commissie, en meer specifiek de voorzitter, is eveneens gekozen het ontwerp op dit punt aan te passen.

De examinatoren worden intern opgeleid. De opleiding bestaat uit een traject van zes maanden waarin diep wordt ingegaan in alle facetten van rijvaardigheid ten opzichte van alle rijbewijs-categorieën. Tevens ontvangen de examinatoren allen een training op het gebied van integriteit en de van toepassing zijnde wetgeving. Vervolgens dienen de examinatoren zelf examen te doen in alle categorieën. Hiermee wordt het niveau van de examinatoren voldoende gewaarborgd. Wel wordt de eis gesteld dat een examinator over minimaal vijf jaar ervaring in het verkeer dient te beschikken op te nemen in het ontwerp.

Er is gekozen tot beperkte opname van incompatibiliteiten in het Landsbesluit. In artikel 2 is opgenomen dat een lid van de commissie niet tevens rijschoolhouder, dan wel in dienst van een rijschool kan zijn. Het is wel mogelijk dat personen in de commissie worden benoemd die tevens nevenfuncties bekleden, respectievelijk in dienst van de overheid zijn.

In de overige artikelen van deze paragraaf is voorzien in de gronden voor eventuele schorsing of ontslag van de leden, de voorzitter en diens plaatsvervanger. Schorsing en ontslag vinden tevens plaats bij landsbesluit van de Minister van Toerisme, Economische Zaken, Verkeer en Telecommunicatie. Voordat tot schorsing of ontslag kan worden overgegaan, wordt de betrokkene in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze inzake de schorsing of het ontslag kenbaar te maken.

Ten slotte zijn in deze paragraaf de geldelijke voorzieningen geregeld voor de leden van de Commissie Examenrijbewijs. De hoogte van deze voorziening is vastgesteld conform de vaste normen, die de Afdeling Personeel en Organisatie van het Ministerie van Algemene Zaken hanteert voor vergelijkbare commissies.

Artikelen 7 en 8

Zoals in het algemeen deel is toegelicht, wordt een aanvraag voor een rijbewijs ingediend bij het Public Service Center overeenkomstig het Uitvoeringsbesluit Rijbewijzen. Aldaar wordt aan de aanvrager een bewijs afgegeven dat de aanvraag in behandeling is genomen. Met dit bewijs kan de aanvrager bij de Commissie Examenrijbewijs een verklaring van bekwaamheid en vaardigheid aanvragen. Daartoe overlegt de aanvrager tevens zijn identiteitsbewijs. Deze commissie velt een onafhankelijk oordeel of personen bekwaam zijn om een voertuig te besturen, waarna door of vanwege de Minister van Justitie op grond van het Uitvoeringsbesluit Rijbewijzen wordt beslist of het aangevraagde rijbewijs ook daadwerkelijk wordt verstrekt.

Indien beide documenten zijn overlegd, wordt het verzoek tot verstrekking van een verklaring van bekwaamheid en vaardigheid in beraad gehouden door de commissie tot het moment dat de aanvrager middels een theoretisch en een praktisch gedeelte van een examen heeft aangetoond over voldoende eisen van bekwaamheid en vaardigheid te beschikken. Op het moment dat de aanvrager zulks heeft aangetoond, wordt aan deze de aangevraagde verklaring verstrekt.

Voordat een aanvrager deel kan nemen aan de verschillende gedeelten van het examen wordt aan deze een examenkaart verstrekt op grond van artikel 8 van het onderhavige landsbesluit, houdende algemene maatregelen. Deze examenkaart is geldig voor de duur van zes maanden vanaf het moment dat het eerste examen voor het theoretisch gedeelte is afgelegd. Een examenkaart geeft recht op twee examenkansen voor het theoretisch gedeelte en twee examenkansen voor het praktisch gedeelte. Wanneer een aanvrager een van de examens niet met goed gevolg aflegt binnen het gestelde aantal examens, wordt de verklaring niet verstrekt. In een dergelijk geval is de aanvrager gehouden zich opnieuw tot het Public Service Center te wenden voor een nieuwe aanvraag, ingeval de aanvrager nog steeds een rijbewijs wenst verstrekt te krijgen. Indien het theoretisch gedeelte van het examen is behaald, maar alle kansen op de examenkaart zijn vervuld, respectievelijk de examenkaart is verlopen, wordt ingevolgde het vijfde lid van artikel 8 aan de aanvrager een bewijs verstrekt dat het theoretisch gedeelte is behaald. Bij een vervolgaanvraag voor de verklaring hoeft het examen voor het theoretisch gedeelte niet opnieuw te worden afgelegd, mits het behalen van het praktisch gedeelte plaatsheeft binnen zes maanden gerekend vanaf de datum waarop het theoretisch gedeelte is behaald.

In artikel 8, zesde lid, is ten slotte geregeld dat het praktisch gedeelte van het examen zoveel mogelijk door twee leden van de Commissie Examenrijbewijs wordt afgenomen. Het zal echter niet altijd mogelijk zijn om twee leden bij een examen aanwezig te hebben. Dit artikel is opgenomen om voor de situatie dat er capaciteitsproblemen zijn enige flexibiliteit te creëren. Het kan dus voorkomen dat een examen wordt afgenomen door een enkel lid, respectievelijk door meer dan twee leden, bijvoorbeeld in de situatie, genoemd in artikel 15, tweede lid, van het onderhavige landsbesluit, houdende algemene maatregelen.

Artikelen 9 tot en met 13

Het theoretische gedeelte van een examen is gelijk voor alle categorieën rijbewijzen. Het betreft de kennis die noodzakelijk is om een voertuig te besturen, alsook kennis inzake de verkeersregels. Over alle in dit artikel opgesomde artikelen van de WVV kunnen tijdens een examen voor het theoretisch gedeelte vragen worden gesteld. Per examen wordt een selectie van vragen samengesteld, waarbij is verzekerd dat in ieder geval over alle terreinen van de theorie een of meer vragen worden gesteld. Het streven is om het theoretisch gedeelte van het examen zoveel mogelijk middels elektronische apparatuur af te nemen. In de huidige praktijk wordt deze elektronische apparatuur echter nog nauwelijks gebruikt. Om deze reden is de mogelijkheid van een schriftelijk examen in het onderhavige landsbesluit, houdende algemene maatregelen, behouden.

Voor het praktisch gedeelte van het examen zijn regels gesteld in de artikelen 10 tot en met 13. Deze regels zijn bepaald per categorie rijbewijs, omdat per categorie rijbewijs deels verschillende vaardigheden vereist worden, met name voor wat betreft de bijzondere verrichtingen. Deze bijzondere verrichtingen staan opgesomd in het tweede lid van ieder artikel.

Artikel 14

In dit artikel zijn regels gesteld met betrekking tot het examenvoertuig. Het stellen van deze regels is noodzakelijk, vanwege het feit dat de Commissie Examenrijbewijs niet beschikt over eigen examenvoertuigen, maar te gebruiken examenvoertuigen wel aan bepaalde minimumeisen behoren te voldoen. Het examenvoertuig wordt door de aanvrager zelf ter examen meegenomen.

Middels dit artikel zijn bepaalde eisen gesteld aan de inrichting van een examenvoertuig, met het doel de veiligheid gedurende het examen te waarborgen. Indien deze veiligheidseisen zijn nageleefd, hebben de leden van de Commissie Examenrijbewijs tijdens het examen voldoende mogelijkheden om in te grijpen, ingeval er sprake is van enige dreiging van gevaar.

Artikel 15

Wanneer de leden van de commissie naar aanleiding van het afgelegde examen voor het praktisch gedeelte besluiten dat de aanvrager voldoende bewijs heeft geleverd van bekwaamheid en vaardigheid om een voertuig te besturen, wordt aan deze aanvrager de gevraagde verklaring verstrekt. Met deze verklaring kan de aanvrager, zoals reeds in het algemeen deel is uiteengezet, zich richten tot het Public Service Center om aldaar het rijbewijs verstrekt te krijgen.

Het tweede lid van dit artikel ziet op de situatie dat de twee leden van de commissie niet tot overeenstemming komen of het bewijs van bekwaamheid en vaardigheid voldoende is geleverd. In een dergelijk geval kan worden besloten tot een voortgezet examen, waarbij een derde lid van de commissie aan het examen wordt toegevoegd. Naar aanleiding van dit voortgezet examen wordt besloten bij meerderheid van stemmen van de leden. Genoemd examen is een voortzetting van het eerdere examen voor het praktisch gedeelte en gaat aldus niet ten koste van een van de examens waarvoor de examenkaart geldig is.

Het vierde lid ziet op het geval van gevaarzetting tijdens een examen voor het praktisch gedeelte. Is een der examinatoren van oordeel dat voortzetting van het examen leidt tot het in gevaar brengen van de personen in het examenvoertuig, respectievelijk andere weggebruikers, dan kan worden besloten het examen vroegtijdig te beëindigen. Met vroegtijdig wordt in dit geval bedoeld dat het examen wordt beëindigd voordat alle onderdelen van het examen voor het praktisch gedeelte zijn getoetst. Indien tot beëindiging van het examen wordt besloten, heeft dit automatisch een negatief besluit inzake de verstrekking van de verklaring van bekwaamheid en vaardigheid tot gevolg. De aanvrager zal in een dergelijk geval een voortgezet examen moeten ondergaan, welke ten koste gaat van een van de examens, genoemd op de examenkaart.

Artikel 16

Wanneer er tijdens een rijexamen sprake is van een aanrijding overhandigt het aanwezige lid van de Commissie Examenrijbewijs een door hem ondertekend ongevallenformulier aan de voorzitter of – bijvoorbeeld als het aanwezige lid de voorzitter zelf was – aan diens plaatsvervanger. De voorzitter of diens plaatsvervanger kan aan dat lid meer informatie vragen inzake de betreffende aanrijding. De voorzitter of diens plaatsvervanger zal daarbij alle betrokkenen horen, alsook de eigenaar van het motorrijtuig, de rijschoolhouder en de belanghebbende te woord staan.

Artikel 17

In dit artikel zijn regels gesteld inzake het te verrichten rijvaardigheidsonderzoek ingeval het rijbewijs van een persoon is ingevorderd. Ingevolge artikel 98, eerste lid, van de WVV, wordt in een dergelijk geval een onderzoek naar de rijvaardigheid verricht.

In het artikel is bepaald dat het geregelde in de artikelen 9 tot en met 13 van het onderhavige landsbesluit, houdende algemene maatregelen, van overeenkomstige toepassing is op het te verrichten onderzoek, al naar gelang de categorie rijbewijs, waarvoor het onderzoek moet worden verricht. Na de aflegging van de vereiste examenonderdelen, wordt de beoordeling ter verdere afhandeling overlegd aan de voorzitter van de Commissie Examenrijbewijs of diens plaatsvervanger.

Artikel 18

Gelet op de mogelijkheid dat aanvragers van een rijexamen geconfronteerd kunnen worden met veranderde omstandigheden, is gekozen om dit Landsbesluit slechts van toepassing te laten zijn op aanvragers welke na inwerkingtreding van dit Landsbesluit een examenkaart hebben aangevraagd.

Voorts is ten aanzien van de dubbele besturing welke in de lesauto’s dient te worden aangebracht, gekozen voor een overgangsperiode van een jaar. Deze lange overgangsperiode ten aanzien van de dubbele besturing wordt wenselijk geacht, aangezien deze verandering financiële gevolgen voor rijschoolhouders met zich meebrengt.

Artikel 19

Het onderhavige landsbesluit, houdende algemene maatregelen, vervangt het Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, tot regeling van de eisen van bekwaamheid waaraan de aanvrager van een rijbewijs moet voldoen, alsmede de samenstelling en werkwijze van de commissie “examen-rijbewijs”. Genoemd besluit wordt om die reden middels dit artikel ingetrokken.

Artikel 20

Voorafgaand aan de inwerkingtreding van het onderhavige landsbesluit, houdende algemene maatregelen, werd de uitgifte van examenkaarten gedaan door het Public Service Center. Het onderhavige artikel regelt een wijziging van deze procedure. Het Public Service Center behoeft voortaan uitsluitend aan de aanvrager een bewijs te verstrekken dat een aanvraag voor een rijbewijs in behandeling is genomen. De examenkaart wordt op zijn beurt verstrekt door de Commissie Examenrijbewijzen. De verandering in procedure is een logisch gevolg van het feit dat genoemde commissie beter inzicht heeft in haar eigen agenda en aldus eenvoudiger examenkaarten, waarin examentijden zijn opgenomen, kan uitgeven. Het aldaar beleggen van de taak tot uitgifte van de examenkaarten maakt dat de mogelijkheid tot indeling van de eigen agenda weer komt te liggen bij de commissie zelf.

De Minister van Toerisme, Economische Zaken, Verkeer en

Telecommunicatie