Besluit van de Minister van Algemene Zaken van Sint Maarten houdende machtiging Minister van Financiën tot liduiditeitslening Tijdelijke regeling van de Minister van Algemene Zaken van de 13e februari 2018, tot machtiging van de Minister van Financiën tot het aangaan van de overeenkomst Liquiditeitslening over 2017

Geldend van 16-02-2018 t/m heden

Intitulé

Tijdelijke regeling van de Minister van Algemene Zaken van de 13e februari 2018, tot machtiging van de Minister van Financiën tot het aangaan van de overeenkomst Liquiditeitslening over 2017

DE MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN,

In overweging genomen hebbende:

  • -

    dat het noodzakelijk is, gezien de liquiditeitspositie van het Land als gevolg van het passeren van de orkaan Irma, een overeenkomst aan te gaan voor een liquiditeitslening ten behoeve van de begroting voor het boekjaar 2017 en dat artikel 102, eerste lid, van de Staatsregeling vereist dat het aangaan van een dergelijke leningsovereenkomst niet geschiedt dan krachtens landsverordening;

  • -

    dat een grondslag tot een machtiging als bedoeld in artikel 46, eerste lid, van de Comptabiliteitslandsverordening ontbreekt in de Landsverordening begroting 2017;

  • -

    dat het regelen van een dergelijke machtiging bij landsverordening om de overeenkomst te kunnen sluiten gezien de huidige liquiditeitspositie niet kan worden afgewacht;

 

Gelet op artikel 102, eerste lid, van de Staatsregeling jo. artikel 46, eerste lid, van de Comptabiliteitslandsverordening;

  

BESLUIT:

Artikel 1

  • 1. Bij landsverordening zal de Minister van Financiën worden gemachtigd tot het aangaan van de overeenkomst Liquiditeitslening over 2017.

  • 2. Vooruitlopend op de bekrachtiging van de landsverordening, genoemd in het eerste lid, wordt de Minister van Financiën middels deze ministeriële regeling gemachtigd om de overeenkomst, genoemd in het eerste lid, aan te gaan.

  • 3. Indien een meerderheid van de zitting hebbende leden van de Staten:

    • a.

      binnen vijf werkdagen, gerekend vanaf de eerste dag na de datum van plaatsing in het Afkondigingsblad van deze ministeriële regeling, tegen het aangaan van deze overeenkomst schriftelijk ernstige bezwaren uit, wordt de machtiging, genoemd in het tweede lid, niet verleend; of,

    • b.

      binnen de termijn, genoemd in onderdeel a, schriftelijk kennisgeeft geen ernstige bezwaren te hebben, wordt de machtiging, genoemd in het tweede lid, terstond verleend.

  • 4. De Minister van Algemene Zaken is belast met de onverwijlde toezending van deze ministeriële regeling aan de Staten op de datum van plaatsing in het Afkondigingsblad.

  • 5. Deze ministeriële regeling vervalt op de datum van inwerkingtreding van de landsverordening, genoemd in het eerste lid.

Artikel 2

Deze regeling treedt, gezien het spoedeisend belang, bedoeld in artikel 17, tweede lid, van de Landsverordening Constitutioneel Hof, in werking met ingang van de eerste dag na de datum van plaatsing in het Afkondigingsblad.

Deze regeling wordt met de toelichting in het Afkondigingsblad geplaatst.

Ondertekening

De dertiende februari 2018
De Minister van Algemene Zaken
Uitgegeven de viertiende februari 2018
De minister van Algemene Zaken
Namens deze,
Hoofd Afdeling Juridische Zaken & Wetgeving

TOELICHTING

Op het moment van de vaststelling van de Landsverordening Begroting 2017 kon uiteraard niet worden voorzien dat het Land in dat jaar geconfronteerd zou worden met de verstrekkende gevolgen van het passeren van de orkaan Irma. Dat het passeren van orkaan Irma invloed heeft gehad op de overheidsfinanciën moge duidelijk zijn. Het economische leven op het eiland is door de orkaan grotendeels tot stilstand gekomen en de inkomsten van de overheid uit de belangrijkste economische activiteit, te weten het toerisme, zijn grotendeels weggevallen. De overheid bevindt zich dan ook in een benarde financiële situatie, waar niet uit kan worden gekomen zonder externe hulp in de vorm van een liquiditeitslening. Dit om te voorkomen dat de continuïteit van het functioneren van de overheid zal worden bedreigd.

Op grond van artikel 102, eerste lid, van de Staatsregeling, kan een overeenkomst voor het aangaan van een geldlening alleen worden aangegaan als daartoe een machtiging bij landsverordening is verleend. Het is te doen gebruikelijk dat in dergelijke machtigingen wordt voorzien in de Landsverordening begroting voor het betreffende boekjaar. In de Landsverordening begroting 2017 ontbreekt een dergelijke machtiging voor het aangaan van de thans voorgestane zeer acute liquiditeitslening. De reden hiertoe is verklaard in de eerste alinea.

De huidige financiële situatie is dusdanig precair dat een regeling van een machtiging bij landsverordening niet kan worden afgewacht. Het is om deze reden dat de Minister van Algemene Zaken heeft gemeend de Minister van Financiën bij ministeriële regeling te moeten machtigen om de overeenkomst van Liquiditeitslening over 2017 aan te gaan (artikel 1, tweede lid). Deze machtiging zal vervolgens zo spoedig mogelijk bij landsverordening gestand worden gedaan (artikel 1, eerste lid). Rekening houdend met de vereisten op grond van de Staatsregeling ter zake, wordt de Staten de mogelijkheid geboden om, bij meerderheid van de zitting hebbende leden, deze machtiging te blokkeren, respectievelijk te ondersteunen (artikel 1, derde lid).

De voorwaarden voor de overeenkomst van Liquiditeitslening over 2017 zijn als volgt:

  • -

    Ten eerste wordt een reeds eerder in augustus 2017 verstrekte lening ter waarde van NAf 21,7 mln. voor enkele specifiek vastgelegde kapitaalinvesteringen herbestemd. Deze middelen kunnen vervolgens worden aangewend voor brede liquiditeitssteun. De overige voorwaarden van die lening (rente en looptijd) blijven ongewijzigd.

  • -

    Ten tweede wordt een aanvullende lening aangegaan in de vorm van een kredietsubsidie ter waarde van NAf 50 mln. met de duur van 30 jaar tegen 0% rente. Vanaf januari 2023 wordt deze kredietsubsidie jaarlijks met 2 mln. afgelost, waarbij de som van de totale aflossing gelijk is aan de totale omvang van de lening.

Tot slot is in deze regeling voorzien in het vervallen van de regeling op het moment dat de noodzakelijke machtiging bij landsverordening heeft plaatsgehad. Voorts treedt de regeling vanwege het spoedeisend belang onmiddellijk in werking. Wanneer sprake is van een dergelijk spoedeisend belang is uitdrukkelijk geregeld in artikel 17 van de Landsverordening Constitutioneel Hof. In het onderhavige geval is sprake van een spoedeisend belang als bedoeld in artikel 17, tweede lid, onderdeel b, van die landsverordening.

De Minister van Algemene Zaken