Landsbesluit van de gouverneur van Sint Maarten houdende regels omtrent regeling van de inrichting en de organisatie van het Nationaal Programmabureau Wederopbouw Tijdelijk Landsbesluit inrichting en organisatie Nationaal Programmabureau Wederopbouw

Geldend van 13-11-2018 t/m heden

Intitulé

Tijdelijk landsbesluit, houdende algemene maatregelen, van de 18e september 2018 tot regeling van de inrichting en de organisatie van het Nationaal Programmabureau Wederopbouw (Tijdelijk Landsbesluit inrichting en organisatie Nationaal Programmabureau Wederopbouw)

IN NAAM VAN DE KONING!

De Gouverneur van Sint Maarten,

In overweging genomen hebbende:

dat het wenselijk is de inrichting en de organisatie van het Nationaal Programmabureau Wederopbouw op hoofdlijnen te regelen, met in begrip van de kwantiteit en kwaliteit van het secretariaat;

dat het wenselijk is de arbeidsvoorwaarden van de directeur en de medewerkers van het secretariaat te regelen;

Gelet op:

  • -

    artikel 8, vierde lid, van de Tijdelijke Landsverordening Nationaal Programmabureau Wederopbouw;

  • -

    artikel 14 van de Tijdelijke Landsverordening Nationaal Programmabureau Wederopbouw; en,

  • -

    artikel 43 van de Landsverordening Veiligheidsdienst;

  

Heeft, de Raad van Advies gehoord, besloten:

Artikel 1

In dit landsbesluit, houdende algemene maatregelen, wordt verstaan onder:

  • a.

    Bureau: bureau als bedoeld in artikel 1, onder a, van de Tijdelijke Landsverordening Nationaal Programmabureau;

  • b.

    directeur: directeur als bedoeld in artikel 1, onder b, van de Tijdelijke Landsverordening Nationaal Programmabureau;

  • c.

    secretariaat: secretariaat als bedoeld in artikel 1, onder c, van de Tijdelijke Landsverordening Nationaal Programmabureau;

  • d.

    formatie: de inrichting en organisatie van het Bureau;

  • e.

    functies: functies als bedoeld in het bij dit landsbesluit gevoegde bijlage 1;

  • f.

    belanghebbende: degene die kenbaar heeft gemaakt in aanmerking te willen komen voor een aanstelling bij het Bureau;

  • g.

    veiligheidsonderzoek: veiligheidsonderzoek als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder b, van de Landsverordening Veiligheidsdienst;

  • h.

    minister: de Minister van Algemene Zaken.

Artikel 2

  • 1. Het Bureau beschikt voor de uitoefening van zijn taken over een secretariaat.

  • 2. Het secretariaat staat onder leiding van de directeur.

  • 3. De formatie, alsmede de kwaliteit en de kwantiteit van het secretariaat, worden vastgesteld overeenkomstig het als bijlage 1 bij dit landsbesluit gevoegde Functieboek Nationaal Programmabureau Wederopbouw.

  • 4. Op de functies zijn de salarisschalen en salaristreden, bedoeld in Bijlage A bij de Bezoldigingsregeling ambtenaren, van overeenkomstige toepassing.

  • 5. In afwijking van het bepaalde in artikel 14 van de Bezoldigingsregeling ambtenaren kan het bevoegd gezag aan de directeur, dan wel het secretariaat, een in ieder afzonderlijk geval vast te stellen toelage van ten hoogste 25% toekennen voor de duur van hun dienstverband bij het Bureau.

  • 6. In afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 4 van het Instroombeleid 2012, kan de verhuiskostenregeling worden toegepast op de directeur en het secretariaat.

  • 7. Voor zover in dit landsbesluit niet anders is bepaald, zijn de Landsverordening materieel ambtenarenrecht, alsmede de overige rechtspositieregelingen die van toepassing zijn op ambtenaren voor wie de Gouverneur, dan wel de directeur, het bevoegd gezag is, van toepassing op de directeur, dan wel het secretariaat.

Artikel 3

  • 1. Ten aanzien van de belanghebbende wordt door de minister, dan wel de directeur, een veiligheidsonderzoek ingesteld.

  • 2. De functies waarvoor een veiligheidsonderzoek wordt ingesteld zijn in bijlage 2 bij dit landsbesluit opgenomen.

  • 3. Op het veiligheidsonderzoek, bedoeld in het eerste lid, zijn de regels die gelden voor de uitvoering van veiligheidsonderzoeken van toepassing.

Artikel 4

Dit landsbesluit, houdende algemene maatregelen, wordt aangehaald als: Tijdelijk Landsbesluit inrichting en organisatie Nationaal Programmabureau Wederopbouw.

Artikel 5

Dit tijdelijk landsbesluit, houdende algemene maatregelen, treedt in werking op het tijdstip waarop de Tijdelijke Landsverordening Nationaal Programmabureau Wederopbouw in werking treedt en vervalt gelijktijdig op de datum waarop de Tijdelijke Landsverordening Nationaal Programmabureau wordt ingetrokken.

Dit tijdelijk landsbesluit, houdende algemene maatregelen, wordt met de nota van toelichting in het Afkondigingsblad geplaatst.

Ondertekening

Gegeven te Philipsburg, de achttiende september 2018
De Gouverneur van Sint Maarten
De negentiende september 2018
De Minister van Algemene Zaken
 Uitgegeven de eenentwintigste september 2018;
 De Minister van Algemene Zaken
 Namens deze,
 Hoofd Afdeling Juridische Zaken & Wetgeving

Bijlage 1 bij artikel 2, derde lid, van het Tijdelijk Landsbesluit Inrichting en Organisatie Nationaal Bureau Wederopbouw

Bijlage 1

Bijlage 2 bij artikel 3, tweede lid, van het Tijdelijk Landsbesluit inrichting en organisatie Nationaal Programmabureau Wederopbouw

Bijlage 2

Nota van toelichting

Algemeen deel

In september 2017 is Sint Maarten hard getroffen door de orkanen Irma en Maria. De schade die deze orkanen hebben aangericht is enorm. De regering van Sint Maarten heeft een grootschalig herstel- en wederopbouwprogramma opgezet met als slogan “Building Back Better”. De Nederlandse regering heeft geldelijke middelen ter beschikking gesteld voor een Wederopbouwfonds voor Sint Maarten (hierna: het Wederopbouwfonds). De geldelijke middelen zijn in beheer gegeven aan de Wereldbank. De Wereldbank en Nederland hebben op 16 april 2018 een overeenkomst getekend over de besteding van die geldelijke middelen aan herstel-, wederopbouw- en veerkrachtprojecten in Sint Maarten. De regering heeft in dat kader het ontwerp van landsverordening Tijdelijke Landsverordening Nationaal Programmabureau Wederopbouw (hierna: TNPW) reeds bij de Staten ingediend ter goedkeuring.

Op grond van artikel 14, onder a, van de TNPW is de regering gehouden nadere regels te stellen over de inrichting en organisatie van het Bureau, met inbegrip van de kwantiteit en kwaliteit van de formatie van het secretariaat. Bijlage 1 behorende bij dit landsbesluit voorziet in nadere regels betreffende de inrichting en organisatie van het Bureau. Op grond van artikel 14, onder b, van de TNPW is de regering tevens gehouden nadere regels te stellen over de arbeidsvoorwaarden van de directeur en de medewerkers van het secretariaat. Ingevolge artikel 8, derde lid, van de TNPW zijn regels die gelden voor ambtenaren van toepassing op de medewerkers van het secretariaat, met dien verstande dat de directeur als bevoegd gezag optreedt. Naast het stellen van nadere regels voor de medewerkers van het secretariaat voorziet dit landsbesluit in het stellen van nadere regels betreffende de arbeidsvoorwaarden van de directeur, waarvoor aansluiting is gezocht bij de bestaande regels die gelden voor ambtenaren.

Financiële paragraaf

Op grond van artikel 22 van de TNPW zal het Bureau ter uitvoering van haar taken en bevoegdheden zoveel mogelijk worden gefinancierd door het Wederopbouwfonds. Vanuit dit fonds zal een periodieke bijdrage worden gedaan aan het Bureau, welke wordt vastgesteld aan de hand van de daartoe opgestelde begroting, die de goedkeuring van de minister behoeft. De hoogte van de periodieke bijdrage zal worden gebaseerd op de verwachte kosten voor de inrichting, organisatie en onderhoud van het Bureau.

Artikel 31 van de TNPW bepaalt dat het Bureau van tijdelijke aard is, welke ingetrokken zal worden op het moment dat de werkzaamheden ten behoeve van de wederopbouw voldoende zijn afgerond. De eerste gelegenheid om te bepalen of hiervan sprake is, vindt plaats drie jaar nadat de TNPW in werking is getreden. Er dient dan te worden beoordeeld of de TNPW kan worden ingetrokken, of dat de noodzaak bestaat het Bureau telkens voor ten hoogste twee jaren voort te zetten. Bij het opstellen van de begroting van het Bureau is derhalve van de situatie uit gegaan dat het Bureau voor vijf jaren zal bestaan. De begrootte personeelskosten bedragen USD 8.6 miljoen en de operationele kosten USD 3.8 miljoen voor een periode van vijf jaren. 

Artikelsgewijs deel

Artikel 2

In overeenstemming met artikel 5, tweede lid, van de TNPW stelt dit artikel vast dat de directeur verantwoordelijk is voor de dagelijkse leiding, bedrijfsvoering en resultaten van het Bureau en wordt daarbij ondersteund door de medewerkers van het secretariaat. Dit artikel regelt tevens de formatie van het Bureau. De kwaliteit en de kwantiteit van de formatie van het Bureau staan beschreven in het bij dit landsbesluit vastgestelde bijlage 1, te weten het Functieboek Nationaal Programmabureau Wederopbouw, en vormt integraal onderdeel uit van dit landsbesluit. Dit functieboek voorziet onder meer in een formatieplan, een organogram en de verschillende functiebeschrijvingen. Dit artikel regelt tevens de functiewaarderingen van de verschillende functies, waarvoor aansluiting bij de geldende salarisschalen en salaristreden, bedoeld in bijlage A bij de Bezoldigingsregeling ambtenaren, is gezocht.

Ingevolge artikel 8, derde lid, van de TNPW zijn de regels die voor ambtenaren gelden van toepassing verklaard op de rechtspositie van de medewerkers van het secretariaat. Bij het onderhavige landsbesluit worden deze regels eveneens van toepassing verklaard op de rechtspositie van de directeur.

Op grond van artikel 14 van de Bezoldigingsregeling ambtenaren kan het bevoegd gezag aan de ambtenaar, aan wie zodanige eisen worden gesteld, dat zijn positie of taak een bijzonder karakter draagt, een in ieder afzonderlijk geval vast te stellen toelage (van ten hoogste 25%) toekennen voor de duur van ten hoogste een jaar. In afwijking van het bepaalde in artikel 14 geldt voor de directeur, dan wel voor de medewerkers van het secretariaat, dat het bevoegd gezag voor de duur van diens dienstverband bij het Bureau een toelage van ten hoogste 25% kan toekennen. Dit in verband met de bijzondere taken die de directeur en de medewerkers van het secretariaat in het kader van de wederopbouw van Sint Maarten moeten verrichten. De afwijking van artikel 14 is ook gelegen in het feit dat het Bureau voor bepaalde tijd wordt ingesteld, waardoor gekozen is voor een arbeidsmarkt gerelateerde instroombeleid voor de directeur en de medewerkers van het secretariaat, die in tijdelijke dienstverband bij het Bureau werkzaam zijn. Dit artikel regelt voorts de mogelijke toepasbaarheid van de verhuiskostenregeling, bedoeld in hoofdstuk 4 van het Instroombeleid 2012 1 , op de directeur en de medewerkers van het secretariaat. Overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk 4 van het Instroombeleid 2012 wordt de verhuiskostenvergoeding toegekend aan de ambtenaar of arbeidscontract met een tijdelijk dienstverband van ten minste 3 jaren die hiervoor moet verhuizen naar Sint Maarten.

Voor de directeur geldt dat de benoeming bij landsbesluit plaatsvindt voor ten minste drie jaren. Dit zit anders voor de medewerkers van het secretariaat. Voor de medewerkers van het secretariaat geldt dat zij in eerste instantie voor een jaar worden aangesteld met de mogelijkheid tot verlenging. Gelet op het feit dat het om afwijkende dienstverbanden bij het Bureau gaat, wordt gekozen voor een arbeidsmarkt gerelateerde instroombeleid voor het Bureau, waarbij de verhuiskostenvergoeding mogelijk kan worden toegepast op de directeur en de medewerkers van het secretariaat die in het kader van hun dienstverband bij het Bureau naar Sint Maarten moeten verhuizen.  

Artikel 3

Ingevolge artikel 1, onder i, van de Landsverordening Veiligheidsdienst (hierna: LVD) zijn vertrouwensfuncties functies bij Land, of elders in Sint Maarten, die de mogelijkheid bieden de nationale veiligheid te schaden. Vóór de vervulling van vertrouwensfuncties, moet een veiligheidsonderzoek worden ingesteld (artikel 1, onder h). Op grond van artikel 44, eerste lid, van de LVD is het verboden een persoon met een vertrouwensfunctie te belasten, tenzij de Minister van Algemene Zaken tevoren op grond van een door de Veiligheidsdienst ingesteld veiligheidsonderzoek heeft verklaard dat tegen vervulling van die functie door betrokkene uit het oogpunt van het voortbestaan van de democratische rechtsorde, de integriteit van het openbaar bestuur of veiligheid of andere gewichtige belangen van Sint Maarten geen bezwaar bestaat.

Op grond van artikel 43 van de LVD worden de vertrouwensfuncties aangewezen bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, te weten het Landsbesluit aanwijzing vertrouwensfunctie en uitvoering van veiligheidsonderzoeken (hierna: LaVV). De vertrouwensfuncties waarvoor een veiligheidsonderzoek moet worden uitgevoerd, zijn opgenomen in de bijlage behorende bij het LaVV.

De functies waarvoor een veiligheidsonderzoek wordt ingesteld, zijn in bijlage 2 bij dit landsbesluit opgenomen, en vormt integraal onderdeel uit van dit landsbesluit.

Conform het LaVV is bij de aanwijzing van deze vertrouwensfuncties

een drietal aanwijzingsgronden gehanteerd, namelijk:

Functies waarin structureel kennis moet of kan worden genomen van staatsgeheim;

Functies die van vitaal belang zijn voor de instandhouding van het maatschappelijk leven; en,

Functies waarin door integriteitsaantastingen de nationale veiligheid in het geding kan zijn.

Overeenkomstig het LaVV is bij de aanwijzing van de vertrouwensfuncties, bedoeld in het bij dit landsbesluit gevoegde bijlage 2, tevens een onderverdeling gemaakt in categorieën, namelijk in vertrouwensfuncties A, B en C. Deze indeling komt enerzijds overeen met de kwetsbaarheid van de desbetreffende functie, waarbij A de meest kwetsbare functie is, en anderzijds met de aard en intensiteit van de te verrichten veiligheidsonderzoek. Bij het indelen van de vertrouwensfuncties is rekening gehouden met het proportionaliteitsbeginsel, waarbij de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer zo beperkt mogelijk dient te blijven.

Bij deze afweging staat de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer in verhouding tot de toe te brengen schade aan de nationale veiligheid. 

Artikel 4

Dit artikel regelt de citeertitel van het landsbesluit. Ingevolge Aanwijzing 138 van de Aanwijzingen voor de regelgeving van Sint Maarten wordt de tijdelijkheid van een wettelijke regeling zowel in het opschrift als in de citeertittel tot uitdrukking gebracht.

Artikel 5

Dit artikel regelt de inwerkingtreding van dit landsbesluit. Ingevolge deze bepaling treedt het onderhavige landsbesluit gelijktijdig (bij landsbesluit) in werking met de TNPW, welke conform artikel 33 van de TNPW bij een landsbesluit te bepalen tijdstip in werking treedt. Dit artikel regelt tevens de tijdelijke aard van het landsbesluit dat gelijktijdig met de delegerende regeling, te weten de TNPW, wordt ingetrokken. Het Bureau is ingevolge artikel 31 van de TNPW van tijdelijke aard, en dus ook dit landsbesluit. De intrekking van de TNPW vindt te zijner tijd plaatst bij landsbesluit, en wel op het moment dat de werkzaamheden ten behoeve van de wederopbouw voldoende zijn afgerond. De eerste gelegenheid om te bepalen of de werkzaamheden ten behoeve van de wederopbouw voldoende zijn afgerond, vindt plaats drie jaar nadat de TNPW in werking is getreden.

Er dient dan te worden beoordeeld of de TNPW, alsmede dit landsbesluit, kan worden ingetrokken, of dat de noodzaak bestaat het Bureau telkens voor ten hoogste twee jaren voort te zetten.

De Minister van Algemene Zaken


Noot
1

Het Instroombeleid 2012 is bij LB-2011/1908 vastgesteld en is vervolgens bij landsbesluit van 24 oktober 2012 (LB-12/0066) van toepassing verklaard op de ambtelijke organisatie van Sint Maarten.