Regeling vervallen per 01-01-2020

Nadere subsidieregels peuteropvang en VVE gemeente Sint-Michielsgestel

Geldend van 12-04-2019 t/m 31-12-2019

Intitulé

Nadere subsidieregels peuteropvang en VVE gemeente Sint-Michielsgestel

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sint-Michielsgestel;

gelezen het voorstel van 2 april 2019;

overwegende dat het in het kader van de beëindiging van de werkzaamheden van VES per 31 maart 2019 het nodig is om voor peuteropvang en VVE nieuwe nadere subsidieregels vast te stellen;

gelet op de Algemene subsidieverordening Sint-Michielsgestel 2018.

Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen

  • a.

    aanvraagformulier: formulier waarmee de ouder de peuteropvang kan aanvragen.

  • b.

    college: College van burgemeester en wethouders van de gemeente Sint-Michielsgestel.

  • c.

    contract: de schriftelijke overeenkomst tussen de ouder en het kinderdagverblijf waarin staat: naam, geboortedatum en adres van het kind, de uurprijs van de opvang, het aantal opvanguren per jaar, de datum dat de opvang ingaat en de einddatum, soort opvang.

  • d.

    de wet: De Wet kinderopvang (Wko).

  • e.

    doelgroepkinderen: kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar die op basis van de een indicatie van de GGD in aanmerking komen voor VVE.

  • f.

    fiscale uurtarief: door het rijk bepaalde maximale fiscale uurtarief voor kinderopvang, geldende voor het jaar waarvoor de aanvraag wordt gedaan.

  • g.

    het Rijk: de overheid, in het bijzonder het Ministerie van Sociale zaken en werkgelegenheid waaronder de verantwoordelijkheid voor de kinderopvangtoeslag valt.

  • h.

    inkomensafhankelijke eigen bijdrage: eigen bijdrage in de kosten voor de peuteropvang. De hoogte van de eigenbijdrage wordt berekend door het fiscale maximale uurtarief minus het vergoedingspercentage op basis van de VNG inkomenstabel 2019.

  • i.

    kind: een in de gemeente Sint-Michielsgestel woonachtig kind in de leeftijd 0-13 jaar.

  • j.

    kinderdagverblijf: in het landelijk register kinderopvang geregistreerde kinderopvangvoorziening, niet zijnde een gastouder of buitenschoolse opvang.

  • k.

    kinderopvangtoeslag: de toeslag voor kinderopvang, die ouders kunnen aanvragen bij de belastingdienst.

  • l.

    LRK: landelijk register kinderopvang: hierin staan alle geregistreerde kinderopvangvoorzieningen in Nederland.

  • m.

    minimuminkomen: een inkomen dat niet hoger is dan 120% van de bijstandsnorm, waarbij geen rekening gehouden wordt met het kunnen delen van kosten als bedoeld in artikel 22 a van de Participatiewet, en geen in aanmerking te nemen vermogen.

  • n.

    het kunnen delen van de kosten als bedoeld in artikel 22a van de Participatiewet en geen rekening wordt gehouden met het vermogen zoals bedoeld in artikel 34 van de Participatiewet.

  • o.

    ouder: gezag hebbende ouder of verzorger van een in de gemeente Sint-Michielsgestel wonend kind.

  • p.

    peuter: een in de gemeente Sint-Michielsgestel wonend kind in de leeftijd van 2 tot 4 jaar.

  • q.

    VVE: voor- en vroegschoolse educatie; het aanbod voor kinderen tot en met groep 2 van de basisschool, waarbij aan de hand van een VVE-programma, op gestructureerde en samenhangende wijze activiteiten worden aangeboden gericht op het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen op het gebied van rekenen, taal, motoriek en de sociaal- emotionele ontwikkeling.

  • r.

    VVE-programma: erkend voorschools programma opgenomen in de databank effectieve jeugdinterventies van het Nederlands Jeugd Instituut.

  • s.

    VVE-indicatie: schriftelijke aanwijzing van het consultatiebureau Sint-Michielsgestel dat een peuter een risico loopt op het ontwikkelen van een taal- en reken en/of een sociaal, emotionele ontwikkelingsachterstand.

  • t.

    VVE-locatie: kinderopvang organisatie die staat ingeschreven in het LRK met VVE in Sint-Michielsgestel.

Hoofdstuk 2. Subsidie peuteropvang

Artikel 1. Doelgroep

De subsidie wordt verstrekt aan een ouder van een peuter die gebruik maakt van peuteropvang.

Artikel 2. Aanspraak

  • 1. Om voor subsidie in aanmerking te komen moet aan alle voorwaarden worden voldaan:

    • a.

      de opvang wordt aangevraagd voor een peuter;

    • b.

      de ouder heeft een contract met een kinderdagverblijf;

    • c.

      de ouder heeft het aanvraagformulier volledig ingevuld;

    • d.

      de ouder heeft geen recht op kinderopvangtoeslag.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in artikel 2.1. is verlening van peuteropvang na de vierde verjaardag alleen mogelijk als:

    • a.

      het kind nog niet naar de basisschool kan en verlenging noodzakelijk is voor de ontwikkeling van het kind dat blijkt uit een indicatie van de GGD;

    • b.

      het kind nog niet kan starten op de basisschool. Ter overbrugging naar het begin van de basisschool kan voor maximaal 6 weken nog peuteropvang worden afgenomen. Een verklaring van de aanbieder waarmee de ouder een contract heeft volstaat.

Artikel 3. Hoogte subsidie

  • 1. De peuteropvang uren die voor een subsidie in aanmerking komen bedragen:

    • a.

      maximaal 2 dagdelen;

    • b.

      maximaal 7,25 uur per week;

    • c.

      maximaal 40 weken per jaar.

  • 2. De hoogte van de subsidie voor peuteropvang bedraagt een vergoeding tot het fiscale uurtarief minus een inkomensafhankelijke eigen bijdrage.

  • 3. De hoogte van de subsidie voor een ouder met een minimuminkomen bedraagt tot maximaal een uurtarief van € 9,00.

Artikel 4. Aanvraag

  • 1. Een aanvraag wordt gedaan middels het aanvraagformulier en bevat de volgende gegevens:

    • a.

      Een kopie van het contract met het kinderdagverblijf;

    • b.

      Informatie over de hoogte van het (gezamenlijk) vastgestelde inkomen (inkomensverklaring IB60 formulier) door de belastingdienst van twee jaar terug,T-2. Indien dit niet mogelijk is moeten andere bewijsstukken worden overgelegd.

  • 2. Een aanvraag wordt ingediend vóór de startdatum van de peuteropvang. Indien dit niet mogelijk was kan de subsidie tot maximaal 3 maanden na de startdatum met terugwerkende kracht worden verleend.

Artikel 5. Betaling

  • 1. De subsidie wordt een maand voorafgaand aan de opvangmaand rechtstreeks aan het kinderdagverblijf uitbetaald, op basis van facturatie door het kinderdagverblijf aan de gemeente.

  • 2. De uitbetaling van de subsidie start vanaf de dag dat de peuteropvang begint. (De subsidie kan met terugwerkende kracht tot maximaal 3 maanden na de startdatum alsnog worden gefactureerd).

  • 3. Het kinderdagverblijf factureert de inkomensafhankelijke eigen bijdrage rechtstreeks aan de ouder.

  • 4. De subsidie betaling stopt op de dag dat de peuter vier wordt en kan daarna nog doorlopen:

    • a.

      tot maximaal 6 weken indien het kind nog niet kan starten op de basisschool;

    • b.

      indien het kind nog niet naar de basisschool kan en verlenging noodzakelijk is voor de ontwikkeling van het kind dat blijkt uit een indicatie van de GGD.

  • 5. De subsidie wordt gestopt bij tussentijdse beëindiging van het contract.

  • 6. De subsidie wordt gestopt wanneer de ouder recht heeft op kinderopvangtoeslag.

Hoofdstuk 3. Subsidie VVE

Artikel 6. Doelgroep

De subsidie wordt verstrekt aan een kinderdagverblijf met VVE-locatie waar het doelgroepkind gebruik maakt van peuteropvang.

Artikel 7. Aanspraak

  • 1. Om voor subsidie in aanmerking te komen moet aan alle voorwaarden worden voldaan:

    • a.

      het betreft een doelgroepkind;

    • b.

      de ouder heeft een contract voor peuteropvang met een kinderdagverblijf op een VVE-locatie;

    • c.

      het kinderdagverblijf voldoet aan de gestelde voorwaarden voor VVE.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in artikel 7.1. is verlening van VVE na de vierde verjaardag alleen mogelijk als:

    • a.

      het kind nog niet naar de basisschool kan en verlenging noodzakelijk is voor de ontwikkeling van het kind dat blijkt uit een indicatie van de GGD;

    • b.

      het kind nog niet kan starten op de basisschool. Ter overbrugging naar het begin van de basisschool kan voor maximaal 6 weken nog peuteropvang worden afgenomen. Een verklaring van de aanbieder waarmee de ouder een contract heeft volstaat.

Artikel 8. Hoogte subsidie

  • 1. De VVE-uren die voor een subsidie in aanmerking komen bedragen:

    • a.

      maximaal 1 dagdelen;

    • b.

      maximaal 10,75 uren per week;

    • c.

      maximaal 40 weken.

  • 2. In afwijking op het bepaalde in artikel 8.1. kan een doelgroepkind met een aanvullend schriftelijk advies van de GGD in aanmerking komen voor subsidiabele VVE-uren tot:

    • a.

      maximaal 2 dagdelen;

    • b.

      maximaal 8,75 uur (16 uur VVE – 7,25 POV) per week;

    • c.

      maximaal 40 weken.

  • 3. De hoogte van de subsidie voor VVE bedraagt de volledige vergoeding tot het fiscale uurtarief.

Artikel 9. Betaling

  • a.

    het kinderdagverblijf factureert voorafgaand aan de opvangmaand rechtstreeks aan de gemeente;

  • b.

    het kinderdagverblijf factureert op basis van actuele aantallen (doelgroepkinderen);

  • c.

    het kinderdagverblijf stuurt één verzamelfactuur met één totaal bedrag, waarin als bijlage alle doelgroepkinderen gebundeld zijn opgenomen.

Hoofdstuk 4. Overgangsregeling

Aan de ouders met peuteropvang en/of VVE aan wie al gemeentelijke subsidie is toegekend voor 2019 wordt dit aanbod gecontinueerd t/m 31 december 2019 tenzij het kind eerder de leeftijd van 4 jaar bereikt.

Hoofdstuk 5. Citeertitel en inwerkingtredingsdatum

Deze nadere subsidieregels treden na publicatie in werking.

Deze nadere subsidieregels worden aangehaald als ‘subsidie peuteropvang en VVE Sint-Michielsgestel’

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sint-Michielsgestel.

De secretaris,

De burgemeester,

d.d. 2 april 2019

Ondertekening