Dienstkledingverordening

Artikel 1  Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder

• a

  arbeidsvoorwaardenregeling: de Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Sittard-Geleen;

• b

  ambtenaar: de ambtenaar in de zin van de arbeidsvoorwaardenregeling en degene met wie met toepassing van die regeling een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht is aangegaan;

• c

  Arbodienst: de binnen de bedrijfsgezondheidsdienst als bedoeld in artikel 7:2:1 onder d van de arbeidsvoorwaardenregeling ingestelde Arbodienst.

Artikel 2  Gebruik dienstkleding

Burgemeester en wethouders doen nagaan voor welke binnen de organisatie van de gemeente Sittard-Geleen te vervullen functies voorzieningen moeten worden getroffen in het belang van en ter voldoening aan de wettelijke voorschriften op het gebied van de bescherming van veiligheid en gezondheid door middel van verstrekking en/of beschikbaarstelling van kleding, schoeisel en andere bij de vervulling van die functies - of  onderdelen daarvan - te gebruiken specifieke beschermingsmiddelen.

Voorzover het verrichten van specifieke werkzaamheden dit vereist draagt de afdelingshoofd onder wiens verantwoordelijkheid functies als bedoeld in het eerste lid worden vervuld, er zorg voor dat de met die werkzaamheden belaste ambtenaren kunnen beschikken over toereikende veiligheidskleding, -schoeisel en beschermingsmiddelen.

Het afdelingshoofd draagt er zorg voor, dat de onder 2.2 bedoelde ambtenaren toereikend worden geïnformeerd over de noodzaak tot en de wijze van gebruik van de ter beschikking staande veiligheidskleding, -schoeisel en beschermingsmiddelen. Hij zorgt ook voor toezicht op een daadwerkelijk gebruik.

De ambtenaar is verplicht de hem op grond van dit artikel verstrekte c.q. te zijner beschikking staande veiligheidskleding en beschermingsmiddelen te gebruiken in die situaties, waarin hij weet of redelijkerwijs geacht kan worden te weten, dat dit gebruik van wezenlijk belang is ter bescherming van de eigen veiligheid en gezondheid en die van derden.

Kleding, schoeisel en beschermingsmiddelen, die op grond van dit artikel aan de ambtenaar worden verstrekt of hem ter beschikking worden gesteld, mogen slechts worden gebruikt ten behoeve van de dienst.

Artikel 3  Verstrekking/beschikbaarstelling

Voor elke van de in artikel 2 bedoelde verstrekking/beschikbaarstelling wordt - zoveel mogelijk in overleg met de Arbodienst - door het afdelingshoofd, ieder voor wat betreft het eigen organisatieonderdeel, vastgesteld waaruit zij dient te bestaan.

Burgemeester en wethouders stellen – indien vanwege de aard en wijze van gebruik aan een verstrekking/beschikbaarstelling als bedoeld in artikel 2 een persoonsgebonden karakter kan worden toegekend – op voorstel van het afdelingshoofd een rooster vast waarin wordt aangegeven voor welke periode een verstrekking/beschikbaarstelling telkens plaatsvindt.

Op de ambtenaar rust een onderhouds- en zorgplicht ten aanzien van hetgeen hem op grond van artikel 2 is verstrekt of beschikbaar gesteld, in het bijzonder doch niet uitsluitend in situaties als bedoeld onder 3.2.

Verstrekkingen en/of beschikbaarstellingen als bedoeld in artikel 2 geschieden voor rekening van de gemeente Sittard-Geleen.

Artikel 4  Bijdrage in dienstkleding

Burgemeester en Wethouders stellen op voorstel van het afdelingshoofd, de respectievelijke medezeggenschapsorganen gehoord, een aan deze regeling toe te voegen lijst vast, waarin de betrekkingen worden vermeld bij het vervullen waarvan om andere redenen dan bedoeld in artikel 2 de ambtenaar in aanmerking komt voor een bijdrage in de door hem bij de vervulling van zijn betrekking te dragen kleding. Die bijdrage zal ook kunnen geschieden in de vorm van een kledingverstrekking.

De in het eerste lid bedoelde lijst vermeldt per betrekking in welke kleding (soort, aantallen) een bijdrage wordt verstrekt en welke de waarde daarvan is. Daarbij wordt tevens aangegeven voor welke periode (aantal jaren) iedere verstrekking plaatsvindt.

De wijze waarop de verstrekkingen als bedoeld in dit artikel plaatsvinden wordt door het afdelingshoofd bepaald. Dit gebeurt in overleg met de respectievelijke medezeggenschapsorganen.

De ambtenaar is verplicht ervoor te zorgen, dat de kleding waarvoor hem ingevolge dit artikel een bijdrage is verstrekt, steeds in een behoorlijke staat van onderhoud verkeert.

Op voorstel van het hoofd van dienst, dat tot de bevinding komt, dat de ambtenaar de kleding waarvoor hij een bijdrage heeft ontvangen niet draagt of de onder 4.3 vermelde verplichting niet nakomt, kan die ambtenaar door burgemeester en wethouders tijdelijk van het recht op een bijdrage worden uitgesloten.

Het afdelingshoofd is bevoegd in gevallen, waarin te dragen kleding onbruikbaar is geworden buiten de schuld van de ambtenaar om, voor rekening van de gemeente Sittard-Geleen reparaties te laten uitvoeren dan wel te bepalen, dat het tijdstip voor het verstrekken van een nieuwe bijdrage wordt vervroegd.

Artikel 5  Uitvoering

Burgemeester en wethouders stellen, desgewenst voor elk organisatie-onderdeel afzonderlijk, op voorstel van het afdelingshoofd richtlijnen en normen vast voor de wijze waarop aan het bepaalde in artikel 4 uitvoering wordt gegeven.

De feitelijke uitvoering van het bepaalde in artikel 4 gebeurt onder verantwoordelijkheid van het afdelingshoofd.

Het afdelingshoofd draagt zorg voor een deugdelijke administratie van de onder zijn verantwoordelijkheid verstrekte bijdragen en zendt van die administratie een afschrift aan burgemeester en wethouders.

Burgemeester en wethouders doen aan de hand van de door het afdelingshoofd gevoerde administratie nagaan in hoeverre de krachtens artikel 4 verstrekte bijdragen tot het belastbare loon van de betreffende ambtenaren behoren en dragen er zorg voor, dat voor het betreffende loonbestanddeel toepassing wordt gegeven aan de geldende fiscale inhoudingsvoorschriften.

Artikel 6  Overgedragen bevoegdheden

Indien ten aanzien van enig organisatieonderdeel taken en bevoegdheden van burgemeester en wethouders zijn overgedragen aan een commissie als bedoeld in artikel 84 van de Gemeentewet, worden de bevoegdheden tot het stellen van uitvoeringsregels in de zin van de artikelen 3, 4 en 5 uitgeoefend door die commissie.

Een besluit van een commissie tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van deze verordening behoeft de goedkeuring van burgemeester en wethouders.

Burgemeester en wethouders kunnen met betrekking tot hetgeen in dit artikel wordt bepaald nadere procedurevoorschriften vaststellen, zulks mede in het belang van het overleg als bedoeld in hoofdstuk 12 van de arbeidsvoorwaardenregeling.

Artikel 7  Slotbepalingen

Deze verordening, die kan worden aangehaald als Dienstkledingverordening Sittard-Geleen, treedt in werking met ingang van 1 oktober 2001.

De sectordirecteuren treffen in overleg met de respectievelijke medezeggenschapsorganen de nodige overgangsmaatregelen. Indien tijdens dat overleg blijkt van niet overbrugbare geschillen kan aan burgemeester en wethouders gevraagd worden een nadere voorziening te treffen.