Regeling vervallen per 10-04-2013

Regeling werktijden

Geldend van 01-12-2011 t/m 09-04-2013

Intitulé

Regeling werktijden

Werktijdenregeling

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a

    bedrijfstijd: de voor werkdagen geldende periode van 08.30 tot 17.00 uur gedurende welke sprake is van een minimaal gegarandeerde bezetting van de verschillende organisatieonderdelen;

  • b

    leidinggevende: de functionaris die de directe hiërarchische leiding over de medewerker uitoefent;

  • c

    arbeidsduur: de vooraf vastgestelde omvang van het aantal uren in een bepaalde periode gedurende welke door de ambtenaar arbeid moet worden verricht;

  • d

    formele arbeidsduur per week: de arbeidsduur volgens de aanstelling;

  • e

    feitelijke arbeidsduur per week: de arbeidsduur zoals die voor de ambtenaar voor een bepaalde week is vastgesteld;

  • f

    flexibele werktijd: de periode tussen 07.00 uur en 18.00 uur gedurende welke de medewerker zijn werkzaamheden kan beginnen respectievelijk eindigen;

  • g

    vaste werktijden: de voor de medewerker in een rooster* vastgelegde werktijden;

  • h

    pauze:* de volgens de Arbeidstijdenwet verplichte onderbreking van de werktijd;

  • i

    ADV-tegoed:* het verschil tussen de feitelijke en de formele arbeidsduur met een maximum van 199 uur op jaarbasis.

Artikel 2 Bedrijfstijd

Met het oog op de dienstverlening, zowel gericht naar externe klanten en relaties als intern binnen en tussen organisatieonderdelen, geldt voor medewerkers de basisverplichting om de invulling van zijn arbeidstijden af te stemmen op de bedrijfstijd.

Waar en voor zover de omstandigheden zulks toelaten kan de leidinggevende de medewerker de ruimte bieden om buiten de begrenzing van de bedrijfstijd, doch binnen de kaders van de flexibele werktijd, zijn arbeidsduur te realiseren.

Artikel 3 Omvang arbeidsduur

Voor de medewerker met een volledige betrekking bedraagt de formele arbeidsduur 36 uur per week.

De medewerker als bedoeld in het eerste lid heeft een feitelijke arbeidsduur van gemiddeld 40 uur per week met een gemiddelde werktijd per dag van 8 uur, op welke wijze wekelijks 4 uur aan het ADV-tegoed wordt bijgedragen.

In afwijking van het gestelde in het tweede lid kan, voor zover het dienstbelang ter beoordeling door de leidinggevende dit toelaat, de feitelijke arbeidsduur per week op een ander urenaantal en verdeling over de werkweek worden vastgesteld met een minimum van de formele arbeidsduur.De arbeidsduur waarmee het urenaantal van de formele arbeidsduur per week feitelijk wordt overschreden, vormt een wekelijkse bijdrage aan het ADV-tegoed.

Voor medewerkers die hun betrekking in deeltijd uitvoeren, zijn de bepalingen in het vorige lid naar rato van het dienstverband van toepassing.

Waar het dienstbelang dit naar het oordeel van de leidinggevende vereist gelden vaste werktijden.

Artikel 4 Korte perioden van afwezigheid

Afspraken van persoonlijke aard, zoals bijvoorbeeld bezoek aan huisarts, specialist of tandarts, dienen zoveel als redelijkerwijs mogelijk is buiten de werktijd of tijdens de pauze van de medewerker gepland te worden. Alleen indien dit niet mogelijk blijkt noch redelijkerwijs met toepassing van het tweede lid van artikel 7 kan worden opgevangen, kan de daarmee gemoeide tijd in overleg met de leidinggevende als gewerkte tijd worden aangemerkt.

Artikel 5 Opbouw ADV-tegoed

Het - afhankelijk van de binnen de in deze regeling geboden mogelijkheden gemaakte keuze - op jaarbasis op te bouwen ADV-tegoed wordt aan het begin van het jaar vastgesteld en op voorhand aan het verloftegoed op de verlofkaart toegevoegd.

Voor een medewerker die in de loop van het kalenderjaar wordt aangesteld of ontslagen, wordt het eventuele ADV-tegoed van betreffend jaar naar evenredigheid vastgesteld.

Voor zover als gevolg van afwezigheid door ziekte gedurende het jaar niet aan het op te bouwen ADV-tegoed wordt voldaan, wordt op het tegoed een korting toegepast conform de uitvoeringsvoorschriften die in de bijlage bij deze regeling zijn omschreven.

Artikel 6 Opname ADV-tegoed

Burgemeester en wethouders kunnen jaarlijks tijdstippen aanwijzen waarop het ADV-tegoed collectief wordt opgenomen. Deze aanwijzing geldt voor ten hoogste 48 uren.

Het resterende ADV-tegoed wordt aan het verloftegoed op de verlofkaart toegevoegd.

Artikel 7 Opname vakantieverlof

In geval van opname van vakantieverlof, de gehele werkdag betreffende, wordt het aantal werkuren zoals dat op die dag normaal van toepassing zou zijn, van het verloftegoed afgeschreven.

Het opnemen van gedeeltelijk vakantieverlof per dag is mogelijk in eenheden van volle klokuren.

Artikel 8 Dienstreizen

De tijd die gemoeid is met dienstreizen, wordt aangemerkt als werktijd met dien verstande dat de tijd waarmee de gebruikelijke werktijd op betreffende dag overschreden wordt, niet wordt gecompenseerd.

In het geval de duur die met een dienstreis is gemoeid, minder bedraagt dan de voor betreffende dag gebruikelijke werktijd, wordt de resterende werktijd op dezelfde dan wel op een andere dag alsnog ingevuld.

Artikel 9 Thuiswerken/Telewerken

Met toestemming van de leidinggevende en binnen de daarvoor geldende kaders is het mogelijk dat de medewerker zijn werkzaamheden op een andere plaats dan de eigen werkplek verricht.

Artikel 10 Slotbepalingen

Deze regeling kan worden aangehaald als de “Werktijdenregeling gemeente Sittard-Geleen 2011”.

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 december 2011.

De “Werktijdenregeling gemeente Sittard-Geleen”, zoals deze tot de in het tweede lid genoemde datum gold, wordt met ingang van deze datum ingetrokken.

Uitvoeringsregeling korten ADV in geval van ziekte

(bevallings- en zwangerschapsverlof valt voor deze uitvoeringsregeling niet onder het begrip ziekte)

Op basis van de geldende werktijdenregeling zijn verschillende categorieën van medewerkers te onderscheiden.

Voltijds medewerkers hebben een formele arbeidsduur per week van – gemiddeld op jaarbasis – 36 uur, maar hebben een feitelijke arbeidsduur van (gemiddeld) 40 uur per week. Dit houdt in dat per gewerkte week 4 werkuren meer worden gerealiseerd dan waarvoor men betaald krijgt. Per dag komt dit gemiddeld neer op 0,8 uur oftewel 48 minuten.Op de verlofkaart van voltijds medewerkers wordt op voorhand uitgegaan van een daadwerkelijke realisatie van de meeruren op jaarbasis, hetgeen in de methodiek van onze gemeente neerkomt op een ADV-tegoed van 199 uur per jaar. Bij de bepaling van die 199 uur is rekening gehouden met verlof- en feestdagen (op welke dagen geen opbouw plaatsvindt), maar niet met eventuele afwezigheid door ziekte.

Deze categorie van medewerkers heeft (eenmalig) de keuze om ADV op te bouwen. Dit geschiedt doorgaans naar rato van het dienstverband. Zo heeft bijvoorbeeld een medewerker met een formele werktijd van 18 uur per week een feitelijke werkweek van 20 uur, waarmee hij wekelijks twee uren ADV-tegoed opbouwt.Een deeltijdwerker die niet voor ADV-opbouw kiest, werkt wekelijks gedurende het aantal uren waarvoor hij betaald krijgt. Feitelijke werktijd is dan dus gelijk aan formele werktijd.In geval van ziekte van een deeltijder zonder ADV is dan ook geen sprake van correctie van extra opgebouwde tijd.

Indien een voltijds medewerker of een deeltijdwerker met ADV-opbouw in een jaar één of meerdere dagen afwezig is als gevolg van ziekte, kan deze de als meeruren (op voorhand) op de verlofkaart bijgeschreven uren niet ten volle realiseren. Dit behoeft correctie.Aangezien gemeentebreed veel meer sprake is van dagen van aanwezigheid dan van ziektedagen, ligt het voor de hand om de administratie zodanig in te richten dat bij ziekte wordt gecorrigeerd en niet dat bij elke dag van aanwezigheid wordt toegekend.Iedere ziektedag leidt tot een correctie, zij het dat op vier momenten van het jaar correcties worden doorgevoerd, telkens na afloop van ieder kwartaal.

  • -

    Een week ziekte voor een voltijds medewerker of een deeltijdwerker met ADV-opbouw komt neer op korting ter hoogte van het verschil tussen de feitelijke en de formele arbeidsduur per week.

  • -

    Een dag ziekte voor een voltijds medewerker komt neer op korting van 0,8 uur.

  • -

    Een dag ziekte bij een deeltijdwerker met ADV-opbouw wordt als volgt berekend: De roosteruren die als gevolg van ziekte niet zijn gewerkt, worden bij elkaar opgeteld en vervolgens gedeeld door de feitelijk per week te werken uren. De uitkomst van deze deling wordt vermenigvuldigd met het verschil tussen de feitelijke en formele arbeidsduur per week. Voorbeeld:Deeltijdwerker X met een formele werkweek van 18 uur werkt normaal volgens rooster op maandag 8 uur, op woensdag 4 uur en op vrijdag 8 uur (feitelijk dus 20 uur).Aan het einde van een kwartaal blijkt hij twee en een halve week ziek te zijn geweest, en wel vanaf de maandag in de eerste week tot en met de woensdag in de derde week.Berekening:Gedurende de periode van ziekte zou betrokken medewerker conform rooster (20 + 20 + 12 =) 52 uur gewerkt moeten hebben. Dit aantal wordt vervolgens gedeeld door de feitelijk per week te werken uren: 52 : 20 = 2,6 en deze uitkomst wordt vervolgens vermenigvuldigd met het verschil tussen de feitelijk per week te werken uren en de formele arbeidsduur per week (= het regulier wekelijks op te bouwen ADV-tegoed). De totale korting over betreffende ziekteperiode bedraagt dus: 2,6 x 2 uur = 5,2 uur.

    • o

      De korting wordt na afloop van elk kwartaal berekend. De korting vindt plaats op het ADV-tegoed op de verlofkaart. De korting die uit de correctie over het vierde kwartaal volgt, wordt op het nieuw toegekende ADV-tegoed van het nieuwe jaar toegepast.

    • o

      Voor het maximaal per kwartaal te korten urenaantal wordt uitgegaan van 25% van de op jaarbasis – bij een voltijds dienstverband – toe te kennen urenaantal van 199, neerkomend op 49,75 uur. Voor deeltijdwerkers geldt deze grens naar rato van het dienstverband.

    • o

      In het geval dat er geen of onvoldoende ADV-tegoed voor toepassing van de korting beschikbaar is, vindt korting plaats op het verloftegoed.

    • o

      Collectieve ADV-dagen (die van het ADV-tegoed van medewerkers met ADV-opbouw worden afgeboekt) gelden voor medewerkers zonder ADV-opbouw als verplichte verlofdagen voor zover deze dagen samenvallen met het rooster van de medewerker.

    • o

      Is een medewerker zonder ADV-opbouw op zo’n collectieve ADV-dag ziek, dan is hiervoor geen verlofdag verschuldigd. Is een medewerker met ADV-opbouw op zo’n collectieve ADV-dag ziek, dan is hij hiervoor geen ADV-tegoed verschuldigd.*

    • o

      Een medewerker die in de loop van een werkdag door ziekte uitvalt en de daarop volgende werkdag nog afwezig is door ziekte, wordt voor de toepassing van de korting geacht met ingang van die volgende dag ziek te zijn.

    • o

      Een medewerker die bij wijze van reïntegratie voor een percentage van zijn oorspronkelijke werktijd arbeidsgeschikt is en arbeid verricht, bouwt naar rato ADV op.

    • o

      Als een gedeeltelijk zieke medewerker vakantie opneemt, is lid 4 van artikel 6:2:3 van de Arbeidsvoorwaardenregeling van toepassing en vindt er over deze periode geen korting van ADV plaats.


Noot
*

Het opstellen van roosters gebeurt onder verantwoordelijkheid van de domeindirecteuren en met inachtneming van een aantal wettelijke regelingen en in de CAO-afspraken neergelegde afspraken (zie bijv. de artikelen 4:1 t/m 4:2:2 van de CAR/UWO). In het algemeen wordt bij het vaststellen van de roosters zoveel mogelijk rekening gehouden met individuele wensen van de medewerker(s).

Noot
*

indien meer dan 5,5 uren arbeid per dienst wordt verricht, dient de arbeid te worden onderbroken door een pauze van ten minste 30 minuten, eventueel te splitsen in pauzes van elk ten minste 15 minuten; wordt er meer dan 10 uren arbeid per dienst verricht,dan dient de arbeid onderbroken te worden door een pauze van ten minste 45 minuten, eventueel te splitsen in pauzes van elk ten minste 15 minuten.

Noot
*

Medewerkers met een deeltijdbetrekking kunnen kiezen voor opbouw van een ADV-tegoed naar rato van het dienstverband, dan wel een feitelijke arbeidsduur die gelijk is aan de formele arbeidsduur.

Noot
*

De uren die hiervoor vooraf op het ADV- of verloftegoed in mindering zijn gebracht worden dan weer aan het ADV- c.q. verloftegoed toegevoegd.