Parkeerverordening 2008

1. Burgemeester en wethouders kunnen, bij openbaar te maken besluit, wegen c.q. weggedeelten aanwijzen die bestemd zijn voor het parkeren van vergunninghouders;

2. Burgemeester en wethouders kunnen, bij openbaar te maken besluit, het maximaal aantal uit te geven bewoners-, kenteken-, bezoekers-, kras- en zakelijke vergunningen per zone vaststellen;

3. Voor de vaststelling van het maximum aantal kenteken- en bezoekersvergunningen hanteert het College daarbij de volgende formule:

Maximum aantal bewonersvergunningen in zone = 0,9 * (1,25 * aantal vergunninghoudersparkeerplaatsen in zone + 0,8 * aantal betaalde parkeerplaatsen in zone – 0,15 * aantal uitgegeven bezoekersvergunningen in zone);

4. Indien het aantal vergunninghoudersplaatsen in een zone minder dan 20 is, is het maximum aantal bewonersvergunningen voor deze zone gelijk aan het aantal vergunninghoudersplaatsen. Indien het aantal vergunninghoudersplaatsen 20 of groter is, is het maximum aantal bewonersvergunningen voor deze zone gelijk aan 1,1 keer het aantal vergunninghoudersplaatsen;

5. Burgemeester en wethouders kunnen, bij openbaar te maken besluit, het maximaal aantal uit te geven vergunningen wijzigen indien het aanbod van parkeerplaatsen met 5% of meer wijzigt of indien uit tussentijdse evaluatie blijkt dat de parkeersituatie in een zone daartoe aanleiding geeft;

6. Burgemeester en wethouders kunnen, bij openbaar te maken besluit, nadere regels vastleggen met betrekking tot de maximale uitgifte van het aantal vergunningen;

7. Burgemeester en wethouders kunnen aan een vergunning voorschriften en beperkingen verbinden. Deze voorschriften en beperkingen strekken tot bescherming van het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte;

8. Ter bescherming van het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte worden bewonersvergunningen in eerste instantie alleen verstrekt aan bewoners, die niet over een parkeerplaats op eigen terrein beschikken;

9. Burgemeester en wethouders kunnen, bij openbaar te maken besluit, naast de in deze verordening gestelde regels met betrekking tot vergunningen varianten ten behoeve van diverse doelgroepen vaststellen.

1. Burgemeester en wethouders kunnen, bij openbaar te maken besluit, met inachtneming van het bepaalde in de volgende leden van dit artikel, regels geven voor het aanvragen en verlenen van een vergunning;

2. Burgemeester en wethouders beslissen binnen 6 weken na ontvangst van een aanvraag voor een vergunning. De aanvraag wordt:

• a.

  toegewezen, dan wel,

• b.

  afgewezen, dan wel,

• c.

  indien dit expliciet is verzocht, op een wachtlijst geplaatst;

3. Burgemeester en wethouders kunnen de in het tweede lid genoemde termijn met ten hoogste 6 weken verlengen. Van een verlenging van deze termijn wordt de aanvrager schriftelijk in kennis gesteld;

4. Een besluit tot afwijzing van een aanvraag is met redenen omkleed. De aanvrager wordt van deze afwijzing schriftelijk in kennis gesteld.

1. Door Burgemeester en wethouders wordt een vergunning voor maximaal 1 kalenderjaar verleend, vervolgens vindt een automatische verlenging plaats;

2. Een vergunning bevat in ieder geval de volgende gegevens:

• a.

  de periode waarvoor de vergunning geldt;

• b.

  de zone(s) waarvoor de vergunning geldt;

• c.

  het adres van de vergunninghouder of het kenteken van het motorvoertuig waarvoor de vergunning is verleend, met uitzondering van de krasvergunning;

Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen ten aanzien van situaties waarbij de vermelding van het kenteken op de vergunning achterwege gelaten kan worden.

1. Burgemeester en wethouders kunnen op een daartoe strekkende aanvraag van een bewoner van een zone gelegen in gebied A of C, zoals is aangegeven op de kaart, welke als bijlage 1 bij deze verordening is opgenomen, één bewonersvergunning verlenen voor het parkeren op een vergunninghoudersplaats in een zone gelegen in gebied A of C;

2. Burgemeester en wethouders kunnen, zolang het maximale door Burgemeester en wethouders vastgestelde maximum aantal vergunningen in een zone gelegen in gebied B of D, zoals is aangegeven op de kaart, welke als bijlage 1 bij deze verordening is opgenomen, niet is overschreden, op een daartoe strekkende aanvraag van een bewoner of ondernemer, kentekenvergunningen of bezoekersvergunningen verlenen voor het parkeren op een vergunninghoudersplaats of parkeerapparatuurplaats in een zone gelegen in gebied B of D;

3. Burgemeester en wethouders kunnen op een daartoe strekkende aanvraag van een bewoner van een zone waarvoor krasvergunningen worden verleend, per adres ten behoeve van het parkeren van bezoekers, meerdere krasvergunningen verlenen, waarmee voor een periode van maximaal 4 uur aaneengesloten geparkeerd kan worden;

4. Burgemeester en wethouders kunnen op een daartoe strekkende aanvraag van een ondernemer, of werknemer van een onderneming, gevestigd in een zone gelegen in gebied A of C, zoals is aangegeven op de kaart, welke als bijlage 1 bij deze verordening is opgenomen, een zakelijke vergunning verlenen voor het parkeren op een daartoe aangewezen vergunninghoudersplaats of parkeerapparatuurplaats in een zone gelegen in gebied A of C;

5. Burgemeester en wethouders kunnen aan leden van het College van Burgemeester en Wethouders en het CMT van de gemeente Sittard-Geleen een bestuursvergunning verlenen;

6. Burgemeester en wethouders kunnen op een daartoe strekkende aanvraag van een onderneming gericht op de exploitatie van autodeel-systemen, een autodeelvergunning verlenen op een daartoe aangewezen vergunninghoudersplaats of parkeerapparatuurplaats.

1. Op verzoek hiertoe van burgemeester en wethouders dient de vergunninghouder de voor de vergunning relevante informatie te verstrekken;

2. Burgemeester en wethouders kunnen een vergunning intrekken of wijzigen:

• a.

  op verzoek van de vergunninghouder,

• b.

  wanneer de vergunninghouder de zone, waarvoor de vergunning is verleend, metterwoon verlaat of het daar uitgeoefende beroep of bedrijf beëindigt,

• c.

  wanneer er zich een wijziging voordoet in één van de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van de vergunning,

• d.

  wanneer voor de betreffende zone het stelsel van vergunningen komt te vervallen,

• e.

  wanneer de vergunninghouder handelt in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften,

• f.

  wanneer blijkt dat bij de aanvraag van de vergunning onjuiste gegevens zijn verstrekt,

• g.

  om redenen van openbaar belang,

• h.

  bij het niet (volledig) nakomen van het bepaalde bij of krachtens deze parkeerverordening,

• i.

  indien de criteria waaronder de vergunning is verleend, gewijzigd zijn.

3. Een besluit tot intrekken of wijzigen van een vergunning is met redenen omkleed. De betrokkene wordt van het intrekken of wijzigen van de vergunning schriftelijk in kennis gesteld;

4. Wanneer een vergunning wordt ingetrokken op grond van het bepaalde in het tweede lid van dit artikel

5. Voor de wijziging van een vergunning zal een kostendekkend tarief in rekening worden gebracht. Hierbij valt te denken aan de wijziging van een kentekennummer.

1. Wanneer de houder van een bewoners- of kentekenvergunning deze wenst op te zeggen, dient hij dit schriftelijk kenbaar te maken aan het College van Burgemeester en Wethouders. Hierbij geldt een opzegtermijn van 1 maand.

2. Wanneer de houder van een vergunning, niet zijnde een bewoners-, kenteken- of krasvergunning deze wenst op te zeggen, dient hij dit schriftelijk kenbaar te maken aan het College van Burgemeester en Wethouders. Bij opzegging is een restitutieregeling van toepassing.

3. De vergunning- c.q. de abonnementhouderskaart dient uiterlijk 5 dagen na geldigheidsdatum geretourneerd te worden.

1. Het is verboden om enig voorwerp, niet zijnde een motorvoertuig te plaatsen of te laten staan:

• a.

  op een vergunninghoudersplaats;

• b.

  op een parkeerapparatuurplaats;

2. Het is verboden een (brom-)fiets of enig ander voorwerp op zodanige wijze tegen of bij parkeerapparatuur te plaatsen of te laten staan, dat daardoor een normaal gebruik ervan wordt belemmerd of verhinderd;

3. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.

1. Het is verboden gedurende de tijden waarop het parkeren op een vergunninghoudersplaats slechts aan vergunninghouders is toegestaan aldaar een motorvoertuig te parkeren of geparkeerd te houden:

• a.

  zonder vergunning;

• b.

  zonder dat het motorvoertuig duidelijk zichtbaar is voorzien van de vergunning;

• c.

  in strijd met de aan de vergunning verbonden voorwaarde(n);

2. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.

1. Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na de datum van bekendmaking;

2. De “Parkeerverordening 2007”, vastgesteld bij raadsbesluit van 29 maart 2007, wordt ingetrokken met ingang van de in het eerste lid genoemde datum van inwerkingtreding, met dien verstande dat de vergunningen welke zijn verleend krachtens de Parkeerverordening 2007, worden geacht te zijn verleend krachtens deze verordening;