Regeling vervallen per 01-10-2009

Handhavingsverordening wet werk en bijstand

Geldend van 01-08-2004 t/m 30-09-2009

Intitulé

Handhavingsverordening wet werk en bijstand

De Raad van de gemeente Sittard-Geleen,

gezien het advies van de Commissie Burger,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen d.d. 17 februari 2004,

gelet op artikel 8a van de Wet werk en bijstand,

overwegende dat het noodzakelijk is om in het kader van het financiële beheer bij verordening regels te stellen voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet,

besluit vast te stellen de volgende:

Artikel 1

Burgemeester en wethouders dragen in het kader van de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de Wet werk en bijstand, zorg voor het opstellen van een handhavingsplan en voor het vaststellen van regels voor het terugvorderen en het verhaal van bijstand.

Artikel 2

In het in artikel 1 genoemde handhavingsplan komt in ieder geval tot uitdrukking;

  • de gemeentelijke visie op handhaving;

  • de aanpak van fraudepreventie;

  • de aanpak van frauderepressie

Artikel 3

Deze verordening kan worden aangehaald als: Handhavingsverordening Wet werk en bijstand .

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 augustus 2004

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 14 juni 2004

De raad voornoemd,

De plv. griffier

Mr. N.A.P.W. Bisschoff

De voorzitter

drs. W.J.A. Dijkstra

Algemene toelichting

In artikel 8a van de Wet werk en bijstand (WWB) staat opgenomen dat de gemeenteraad in het kader van het financiële beheer bij verordening regels stelt voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet. Dit artikel is via amendering in de wet opgenomen. Er zijn verder geen minimale eisen over de inhoud van deze verordening opgenomen. Door middel van het vaststellen van deze Handhavingsverordening en in feite tevens via de Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand, waarin regels worden gesteld over de verlaging van bijstand en langdurigheidstoeslag als belanghebbende niet heeft voldaan aan de hem opgelegde verplichtingen, voldoet de gemeenteraad aan zijn wettelijke opdracht.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

Hierin wordt burgemeester en wethouders opgedragen zorg te dragen voor een verdere uitwerking door middel van een handhavingsplan en door middel van beleidsregels voor terugvordering en verhaal. In het kader van een subsidieaanvraag voor het project “Hoogwaardig Handhaven” is reeds vorig jaar een beleidsvisie op het gebied van handhaving vastgesteld. In de bijlage zijn deze visie en een aantal in het kalenderjaar 2004 geplande activiteiten opgenomen. De beleidsregels terugvordering en verhaal zijn inmiddels eveneens door het college vastgesteld.

Artikel 2

In dit artikel wordt beschreven wat het handhavingsplan minimaal dient te bevatten:

  • -

    de gemeentelijke visie op handhaving;

  • -

    een plan van aanpak met beleidsdoelen/ maatregelen om misbruik en oneigenlijk gebruik te voorkomen (preventie)

  • -

    een plan van aanpak met beleidsdoelen/ maatregelen om niet naleving op te sporen en te bestraffen (repressie).

Artikel 3

Dit artikel geeft de citeertitel van de verordening aan.

Artikel 4

De verordening is op grond van artikel 8 Tijdelijke referendumwet referendabel. De datum van de inwerkingtreding moet daarom, met in acht name van artikel 22 Tijdelijke referendumwet, op tenminste 6 weken na datum publicatie gesteld worden. De inwerkingtreding van alle ingevolge de WWB vast te stellen verordeningen is bepaald op 1 augustus 2004

HANDHAVINGSPLAN WWB 2004

I. Inleiding

Handhaving is het doen naleven van wet- en regelgeving ter bevordering van het juist benutten en toepassen van wetten en regelingen, overeenkomstig doel en strekking. Handhaving staat daarmee voor alle bewust ondernomen activiteiten, die erop gericht zijn de spontane naleving van wet- en regelgeving te bevorderen. Het gaat daarbij om zowel om preventieve als repressieve activiteiten.

In het fraudebeleidsplan 2003 zijn twee hoofddoelen opgenomen:

  • 1.

    Het frauderesistenter maken van de organisatie op basis van de pijlers van de wet en door middel van een helder en consequent beleid een goede naleving en handhaving met een preventieve werking te bevorderen. Dit heeft betrekking op zowel de uitvoering door de medewerkers als op de uitstraling naar (potentiële) cliënten.

  • 2.

    Het beleid een raamwerk te laten zijn waarbinnen de gemeente handelt bij de toepassing van de preventieve en repressieve middelen, die tot haar beschikking staan.

Om deze doelen te realiseren richt de gemeente zich op de volgende elementen:

  • 1.

    Preventieve elementen

    Gerichte voorlichting aan cliënten en burgers: zo vroeg mogelijk informeren over rechten en plichten m.b.t. rechtmatigheid en activering.

    Optimaliseren dienstverlening: het vergroten van het mogelijke gemak voor de cliënt en het wegnemen van onnodige organisatorische belemmeringen die spontane naleving van de rechten en plichten van de cliënt in de weg kunnen (gaan) staan.

  • 2.

    Repressieve elementen

    Controle en opsporing gerichte detectie: namelijk het vroegtijdig constateren van overtredingen en fraudesituaties.

    Consequente sanctionering via de Wet boeten en maatregelen/ de Afstemmingsverordening c.q. het Openbaar Ministerie en via terugvordering van ten onrechte verleende uitkering: degene die fraudeert wordt gestraft. Niet alleen het teveel aan uitkering dat ontvangen is moet worden terugbetaald, tevens worden de instrumenten boeten en verlagingen gehanteerd.

De gemeente Sittard-Geleen stelt zich voor het jaar 2004 ten doel zowel het handhavingsbeleid aan te scherpen als een activiteitenplan uit te voeren om elementen van Hoogwaardig Handhaven te implementeren. Hiertoe zullen de werkprocessen inhoudelijk en op fraudegevoeligheid, beoordeeld worden. De werkprocessen worden, op basis van het controle op maat principe, gericht op een regulier en intensief controletraject. Er zullen protocollen moeten worden beschreven die aangeven welke acties er kunnen worden ondernomen bij afgegeven fraudesignalen. De protocollen zullen zowel het reguliere als het intensieve controletraject betreffen.

II. Hoogwaardig Handhaven

De gemeente Sittard-Geleen wil door middel van het project Hoogwaardige Handhaving, handhaving meer gestructureerd in de bedrijfsvoering integreren en het onderwerp in samenhang brengen met de overige doelstellingen van de organisatie. De gemeente wil het handhavingsbeleid zodanig verbeteren dat er een duidelijk zicht ontstaat op wat er wordt gedaan, zowel op het gebied van preventie als van repressie. Daarmee wordt meer effectiviteit van de inspanningen op het gebied van handhaving beoogd.

Doel van handhaving

In de sociale zekerheid staat handhaving voor alles wat te maken heeft met het nastreven van volledigheid en juistheid van uitvoering van wetgeving. Hiermee kan de solidariteit voor het verstrekken van uitkeringen aan mensen die daar echt recht op hebben, behouden worden. Handhaving zorgt voor het draagvlak van de sociale zekerheid.

De volgende doelen kunnen worden onderscheiden:

Werk boven inkomen:het gemeentelijk werkgelegenheidsbeleid is er op gericht zoveel mogelijk cliënten te laten voorzien in hun eigen inkomen door middel van betaald werk. Voor de cliënten voor wie betaald werk geen optie is, wordt de maatschappelijke participatie zoveel mogelijk bevorderd (sociale activering). Voor werknemers in gesubsidieerde arbeid, geldt als doelstelling om zoveel mogelijk personen te laten doorstromen naar een (structurele) ongesubsidieerde baan.

Rechtmatige uitkeringen: het rechtmatig verstrekken van uitkeringen staat bovenaan de lijst. Alleen mensen die er recht op hebben, moeten ook inderdaad een uitkering ontvangen;

Minder bijstandsfraude: controle ‘aan de poort’ wordt als essentieel gezien om fraude te voorkomen. Met dat doel voor ogen wordt nagegaan of de cliënt aan zijn inlichtingenplicht heeft voldaan en of de verstrekte inlichtingen volledig en juist zijn. Hierdoor ontstaat een zo volledig mogelijke beschouwing van de cliënt, waardoor misbruik van de bijstand wordt tegengegaan.

Spontane naleving van de wet: cliënten zouden spontaan de juiste en volledige gegevens aan de sociale dienst moeten verstrekken, zodat deze kan bepalen of iemand ook echt recht heeft op een uitkering. Een belangrijk preventief doel is dus om de spontane nalevingbereidheid van de cliënt te vergroten.

Geen ‘onnodige’ strafrechtzaken: voorkomen moet worden dat cliënten onnodigin eenstrafrechttraject terechtkomen.

Optimale handhaafbaarheid: om misbruik effectief te voorkomen of te bestrijden, moet de wet- en regelgeving natuurlijk zo handhaafbaar mogelijk zijn. Dat betekent dat de uitvoering zodanig georganiseerd moet worden dat er optimaal grip ontstaat op de efficiëntie, de effectiviteit en de fraudebeheersing.

Politiek draagvlak: de gemeente Sittard-Geleen voert een sociaal beleid en anticipeert op politieke en maatschappelijke ontwikkelingen.

Ambitie op Hoogwaardige Handhaving

Hoogwaardig Handhaven kent vier visie-elementen. In het navolgend schema zijn zij benoemd:

Samenhang visie-elementen

Met de benoeming van de verschillende visie-elementen is handhaving tegelijkertijd nader gedefinieerd. Met preventie worden verder die activiteiten bedoeld die betrekking hebben op vroegtijdig informeren en op optimaliseren van de dienstverlening. Repressieve activiteiten worden nader omschreven met vroegtijdige detectie & afhandeling en daadwerkelijke sanctionering. Met preventie kan draagvlak verkregen en geconsolideerd worden. De hiermee verdiende credits zijn nodig om de repressieve elementen in te kunnen zetten. Uitkeringsgerechtigden worden bijvoorbeeld goed geïnformeerd over hun rechten en plichten (preventief: credits verdienen) maar worden ook intensief gecontroleerd op mogelijke risicogebieden (repressief: credits benutten).

De ambitie is om samenhang te creëren tussen deze vier onderdelen door deze zo te positioneren en te implementeren dat onderlinge versterking plaatsvindt.

In een periode van maximaal vijf jaar wordt gestreefd naar een optimale realisatie van de volgende elementen:

Elementen gericht op voorkoming van fraude (preventie):

Goede voorlichting over rechten, plichten en handhaving aan alle uitkeringsgerechtigden en in gesprekken met de cliënt voorlichting op maat.

Optimale dienstverlening (in het aanvraag- en uitkeringsproces) zonder belemmeringen wat draagvlak creëert voor de uitvoering van de repressieve elementen.

Elementen gericht op aanpak van fraude (repressie):

Invoering van signaalsturing en risicosturing.

Daadwerkelijke sanctionering in geval van geconstateerde fraude met een zo klein mogelijke doorlooptijd.

III Activiteiten 2004

Hoogwaardig handhaven moet worden vertaald in concrete activiteiten.

Bestuur en management staan voor de taak om de visie-elementen te vertalen naar activiteiten. Daarmee wordt planmatig vastgesteld wat in ieder geval georganiseerd moet worden om de visie in de bedrijfsvoering te kunnen vertalen.

De kern van de activiteiten in 2004 zal worden gevormd door de vier samenhangende beleidslijnen:

  • Het beter en vroegtijdig informeren van cliënten.

  • Het wegnemen van drempels zodat de kans op spontane naleving vergroot wordt.

  • Vroegtijdige detectie en afhandeling van fraudesignalen.

  • In geval van geconstateerde fraude daadwerkelijk sanctioneren.

Hieronder volgt een opsomming van een aantal activiteiten voor Hoogwaardig Handhaven die binnen de gemeente in het kalenderjaar 2004 moeten worden voorbereid, ontwikkeld, uitgevoerd of geïmplementeerd.

1. Organiseren en houden van de workshop ‘Normen & Waarden’ in het kader van Hoogwaardig Handhaven

Bij de medewerkers van de afd. Sociale Zaken bestaat behoefte meer zicht te krijgen op de normen en waarden ten aanzien van handhaving van zichzelf, van de collega’s en die van de organisatie. Het Hoogwaardig Handhaven is een bewustwordingsproces. In deze interactieve startbijeenkomst ontdekken deelnemers gezamenlijk hun eigen normen en waarden ten aanzien van fraude en de normen en waarden van de gemeente

2. Ontwikkelen van intern en extern communicatieplan Hoogwaardige Handhaving

Aan de cliënt wordt duidelijk gemaakt op welke wijze de gemeente werkt aan Hoogwaardig Handhaven en op welke wijze de cliënt daarmee te maken krijgt. Onderdeel hiervan zal zijn dat in de persoonlijke communicatie tussen casemanager en cliënt het onderwerp handhaving in voorlichtende vorm altijd besproken zal worden.

3. Ontwikkelen cliënttevredenheidsonderzoek

De gemeente wil middels het instrument van een cliënttevredenheidsonderzoek regelmatig feedback krijgen op haar beleid en activiteiten. Hiervoor moet een plan gemaakt worden. In 2004 wordt minimaal 1 keer een dergelijk onderzoek ingesteld. Over de wijze van uitvoering zal overleg worden gevoerd met de Stichting Sociaal Overleg.

4. Verbeteren van dienstverleningsconcept en aanpassen van werkprocessen

Met de input van het cliënttevredenheidsonderzoek wordt het dienstverleningsconcept onder de loep genomen. Hierbij kan overwogen worden om in de cliëntcontacten naar een integrale benadering te gaan. Tevens moet bekeken worden of er door middel van de in het kader van de WWB te ontwikkelen werkprocessen, efficiëntiewinst is te behalen (minder bureaucratie, andere controle-systematiek, e.d.). Hierdoor kan meer tijd voor cliëntcontacten (ook voor controle-activiteiten!) worden vrijgemaakt. Daarnaast dienen de afstemmings- en aansturingsprocessen met het CWI (her)beoordeeld te worden en dient bekeken te worden op welke wijze deze in te passen zijn in het dienstverleningsconcept.

5. Uitvoeren training ‘Dienstverlenend gesprek’

Door deze training wordt de casemanager aangeleerd om in het gesprek met de cliënt op een zodanige wijze informatie over te dragen, dat de cliënt volledig geïnformeerd is over de rechten en plichten van zowel de cliënt als van de gemeente.

6. Ontwerpen doelgroepgerichte brochures

In het kader van optimale voorlichting aan de cliënt worden doelgroepgerichte brochures geactualiseerd en nieuwe ontworpen. Dit heeft tot doel specifieke cliëntgroepen op maat te informeren over hun rechten en plichten en is verder gericht op de vergroting van de nalevingsbereidheid van de cliënt

7. Ontwikkeling signaal- en risicosturing

Er wordt thans nog niet gewerkt met signaal- en risicosturing. Zeker, gezien de ontwikkelingen in het veld, zoals de Wet werk en bijstand, wil de gemeente haar controle efficiënter en effectiever inrichten. Binnen het onderdeel “controle op maat” wordt Hoogwaardig Handhaven verankerd in de werkprocessen van de organisatie. Deze verankering vindt plaats door middel van signaal- en risicosturing, de tegenhangers van periodieke algemene controles voor iedereen

Er wordt bij signaalsturing in het kader van beoogde vroegtijdige detectie van (fraude)signalen gestreefd naar een gerichte inzet, zodat efficiencywinst ontstaat. De vroegtijdige detectie begint bij de behandeling van de aanvraag van een uitkering gedurende een lopende uitkering en bij de beëindiging van de uitkering. Uit de gesprekken (intake, activering, rechtmatigheid, etc.) en de gegevens/documenten die de cliënt verschaft, kunnen onduidelijkheden naar voren komen. Deze signalen zijn aanleiding voor de consulent om de cliënt in gelegenheid te stellen zelf het signaal te weerleggen door het aanleveren van argumenten, gegevens of documenten. Indien de weerlegging onvoldoende is, vindt er een overdracht plaats naar het intensieve controle traject en zo nodig naar het opsporingstraject. De veronderstelling is dat gevallen waarin een (fraude)signaal (meteen) nader onderzocht wordt, meer opleveren dan ongerichte controles. Of dat zo is zal nog nader moeten blijken aan de hand van analyses van resultaten achteraf. De werkprocessen intensieve controle en reguliere controle moeten worden ingevoegd in de huidige werkprocessen. Daarbij worden ter ondersteuning het fraudekompas en de oranje protocollen op maat gemaakt

Risicosturing kent de volgende aanpak. Als er sprake is van een administratief vast te stellen situatie van verhoogd risico, vindt intensieve controle plaats op basis van een vooraf opgesteld op het specifieke risico gericht controleprotocol. De risicoprofielen worden in beeld gebracht en vastgesteld, waarna wordt bepaald op welke manier de profielen ingezet worden (themacontroles of in het primaire proces).

8. Uitvoeren training ‘Fraudealertheid’

In deze training voor medewerkers wordt fraudealertheid op 4 aspecten behandeld: de grondhouding, de professionele houding, de kennis en de vaardigheden.

9. Ontwerpen en beschrijven van werkprocessen t.b.v. vroegtijdige detectie

Huidige werkprocessen worden systematisch gescreend en in kaart gebracht om vervolgens aangepast en verbeterd te worden.

10. Screenen van huidige formulieren op fraudegevoeligheid

De in gebruik zijnde formulieren worden getoetst op fraudegevoeligheid en waar nodig aangepast

11. Op maat maken van (status)formulieren en protocollen

Als eerste moet er een plan gemaakt worden. In dit plan moet aandacht zijn voor de doelgroepen, het controleaspect, het dienstverleningsaspect, de gevolgen voor de organisatie en de medewerkers en de wijze van implementatie. Vervolgens wordt besloten of en zo ja, op welke wijze de statusformulieren worden ingevoerd en volgens welke planning.

Bij de invoering van signaal-en risicosturing is het van belang dat deze processen ook ondersteund worden door concrete handvatten voor de medewerkers. Deze handvatten worden gegeven door instrumenten zoals het fraudekompas en de oranje protocollen. Deze instrumenten zijn weliswaar landelijk beschikbaar, maar zullen op maat gemaakt moeten worden. Het fraudekompas is een instrument ter ondersteuning van signaalsturing en helpt consulenten in het reguliere controletraject (groen) bij het herkennen van een signaal en het afhandelen ervan. Bij een fraudesignaal wordt er bij de cliënt doorgevraagd en worden aan de cliënt extra gegevens gevraagd. Bij twijfel wordt het signaal overgedragen naar het intensieve controletraject (oranje). Bij de intensieve controle worden consulenten ondersteund door de oranje (intensieve) protocollen.

12. uitvoering training ‘Werken met protocollen’

In deze training worden casemanagers vertrouwd gemaakt met de nieuwe instrumenten die hen ter beschikking staan.

IV. Evaluatie 2004 en verdere vormgeving van het concept “Hoogwaardig Handhaven”

Eind 2004 zal worden geëvalueerd en er zal dan kritisch gekeken worden of het beleid een herijking verdient, mede in het licht van de ervaringen onder de Wet werk en bijstand.

De visie van Hoogwaardig Handhaven zal dan verder vorm worden gegeven in een beleidsplan 2005. Hierin worden de doelstellingen voor handhaving bepaald en worden concreet meetbare doelen geformuleerd.