Regeling vervallen per 01-01-2022

Nadere regels subsidiëring Evenementen.

Geldend van 04-04-2013 t/m 31-12-2021

Intitulé

Nadere regels subsidiëring Evenementen.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sittard-Geleen;

gelet op de vastgestelde kaders en doelen zoals vastgelegd in de Kadernota Evenementenbeleid Sittard-Geleen 2012-2015 en de Programmabegroting;

overwegende dat het noodzakelijk is nadere regels vast te stellen met betrekking tot de subsidieverstrekking Evenementen;

gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening gemeente Sittard-Geleen 2009 (ASV) en hoofdstuk 3, paragraaf 3.1 en paragraaf 3.3 van het Uitvoeringsvoorschrift subsidies gemeente Sittard-Geleen;

mede gelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

besluit vast te stellen de volgende nadere regels:

Nadere regels subsidiëring Evenementen.

HOOFDSTUK 1 BEGRIPSBEPALINGEN

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • a.

    een evenement

    • 1.

      een bijzondere en unieke gebeurtenis,

    • 2.

      van beperkte duur,

    • 3.

      met een eenmalig of jaarlijks terugkerend karakter,

    • 4.

      gericht op een relatief groot publiek,

    • 5.

      die openbaar toegankelijk is, al dan niet tegen betaling,

    • 6.

      zowel binnen als buiten kan plaatsvinden en

    • 7.

      verplaatsbaar is.

  • b.

    beeldbepalende evenementen

    evenementen die tenminste aan zes van de onderstaande kenmerken voldoen

    • het gewenste imago van Sittard-Geleen versterken,

    • bijdragen aan de beleidsdoelstellingen van de gemeente,

    • het economisch rendement bevorderen,

    • tenminste 5.000 bezoekers per dag trekken,

    • in ruime mate aandacht en bezoekers trekken vanuit andere delen van Nederland dan Limburg (ca. 30%),

    • bovenregionale en (inter)nationale media-aandacht krijgen,

    • uniek zijn in de regio,

    • innovatief zijn in hun opzet en uitvoering.

  • c.

    onderscheidende evenementen

    evenementen die tenminste aan zes van de onderstaande kenmerken voldoen

    • het gewenste imago van Sittard-Geleen versterken,

    • bijdragen aan de beleidsdoelstellingen van de gemeente,

    • het economisch rendement bevorderen,

    • tenminste 2.000 bezoekers per dag trekken,

    • een substantieel aandeel bezoekers uit de regio en daarbuiten trekken (ca. 30%),

    • bovenregionale media-aandacht krijgen,

    • onderscheidend zijn ten opzichte van andere evenementen in de regio,

    • innovatief zijn in hun opzet en uitvoering.

  • d.

    evenementen met potentie

    evenementen die de potentie hebben om door te ontwikkelen tot onderscheidende evenementen en die in de huidige vorm

    • het gewenste imago van Sittard-Geleen versterken,

    • bijdragen aan de beleidsdoelstellingen van de gemeente,

    • bezoekers uit de regio en daarbuiten trekken en

    • onderscheidend zijn ten opzichte van andere evenementen in de regio.

  • e.

    incidentele evenementen met prioriteit

    nationale of internationale evenementen die incidenteel in Sittard-Geleen plaatsvinden en die

    • een substantiële bijdrage leveren aan de naamsbekendheid en positieve beeldvorming van de stads(centra),

    • via landelijke of internationale TV opnamen in beeld worden gebracht en

    • bezoekers uit de regio en daarbuiten trekken.

  • f.

    lokale evenementen met prioriteit

    evenementen die tenminste aan vier van de onderstaande kenmerken voldoen

    • het gewenste imago van Sittard-Geleen versterken,

    • bijdragen aan de beleidsdoelstellingen van de gemeente,

    • de stadscentra verlevendigen,

    • uniek zijn in de stad,

    • tenminste 500 bezoekers per dag trekken,

    • een substantieel aandeel bezoekers van buiten het stadsdeel / de kern trekken (ca. 30%).

  • g.

    lokale evenementen

    evenementen die

    • bijdragen aan de sociale cohesie in een stadsdeel, wijk of buurt,

    • voorzien in de behoefte van de lokale bevolking,

    • tenminste 200 bezoekers per dag trekken en

    • bijzonder zijn van karakter.

  • h.

    evenementenbudget het totale budget dat vanuit de verschillende beleidsterreinen (economische zaken, sport, welzijn, cultuur & evenementen en stadsdeelmanagement) in een kalenderjaar beschikbaar wordt gesteld voor de subsidiëring van evenementen

  • i.

    tekort

    het totale negatieve resultaat van een evenement, waarbij voor beeldbepalende en onderscheidende evenementen en voor evenementen met potentie geldt, dat het vormen van een reserve zoals bedoeld in de ASV art. 11 en het Uitvoeringsvoorschrift art. 4 lid 1 meegenomen mag worden in het resultaat.

HOOFDSTUK 2 ALGEMEEN

  • 1.

    Op deze nadere regels zijn de Algemene Subsidieverordening gemeente Sittard-Geleen 2009 en de hoofdstukken 1 en 2 alsmede paragraaf 3.1 of 3.3 van hoofdstuk 3 van het Uitvoeringsvoorschrift subsidies gemeente Sittard-Geleen van toepassing.

  • 2.

    Een incidentele subsidie voor lokale evenementen of voor lokale evenementen met prioriteit of voor evenementen met potentie wordt ten hoogste drie maal toegekend. Voor lokale evenementen met prioriteit geldt dat wanneer zij zijn doorontwikkeld tot een evenement met potentie zij nogmaals voor ten hoogste drie maal subsidie kunnen ontvangen. Voor evenementen met potentie geldt dat indien zij na drie jaar daadwerkelijk onderscheidend zijn, zij voor verdere subsidie in aanmerking kunnen komen.

  • 3.

    Met evenementenorganisatoren van onderscheidende en beeldbepalende evenementen kunnen meerjarige afspraken gemaakt worden voor een periode van ten hoogste vier jaar tegelijk, zoals gesteld in artikel 9 van het Uitvoeringsvoorschrift, de subsidievaststelling gebeurt echter jaarlijks.

  • 4.

    In afwijking van het gestelde in hoofdstuk 4, kunnen evenementen die jaarlijks zonder subsidie georganiseerd worden in Sittard-Geleen en die door bijzondere omstandigheden eenmalig verlies draaien, incidenteel achteraf, binnen drie maanden na afloop van het evenement, een subsidieverzoek indienen, waarbij vanwege de bijzondere omstandigheden het evenement achteraf getoetst wordt aan deze nadere regels en tot eventuele subsidieverstrekking kan worden besloten indien hiervoor middelen beschikbaar zijn.

HOOFDSTUK 3 CRITERIA VOOR SUBSIDIEVERSTREKKING

  • 1.

    Het evenement waarvoor subsidie wordt aangevraagd vindt plaats in de gemeente Sittard-Geleen.

  • 2.

    Het evenement kan aan de hand van de kenmerken die zijn benoemd in hoofdstuk 1 lid b tot en met g worden ingedeeld in een van de subsidiabele categorieën.

  • 3.

    Elke subsidieaanvraag voor evenementen van het type zoals beschreven in hoofdstuk 1 lid b tot en met f, dient vergezeld te gaan van een gedegen en onderbouwde beschrijving van het evenement, een plan van aanpak, een gespecificeerde begroting en – indien hiervan sprake is – een beschrijving van de organisaties en bedrijven waarmee wordt samengewerkt.

  • 4.

    Er is draagvlak van lokale ondernemers voor het evenement van het type zoals beschreven in hoofdstuk 1 lid b, c, d en f, wat blijkt uit een bijdrage van deze ondernemers aan het evenement.

  • 5.

    Elke subsidieaanvraag voor evenementen van het type zoals beschreven in hoofdstuk 1 lid g, dient vergezeld te gaan van een korte beschrijving van het evenement, de wijze waarop het voldoet aan de behoefte van de lokale bevolking en bijdraagt aan de sociale cohesie alsmede van een totaalbegroting van het evenement (inkomsten en uitgaven).

  • 6.

    Het college subsidieert alleen evenementen die geen winst maken. De organisator van het evenement is bovendien een privaatrechtelijk rechtspersoon. Bij een lokaal evenement kan de organisator een natuurlijk persoon zijn.

  • 7.

    Het evenement is breed toegankelijk en gericht op tenminste één van de prioritaire doelgroepen, te weten de eigen bevolking, jongeren of kenniswerkers.

  • 8.

    De subsidie van de gemeente bedraagt maximaal 30% van de totale begroting van het evenement en nooit meer dan het daadwerkelijke tekort.

  • 9.

    De benodigde vergunningen of ontheffingen zijn verleend en/of meldingen zijn gedaan.

HOOFDSTUK 4 TERMIJNEN, SUBSIDIEVERLENING EN –VASTSTELLING

  • 1.

    Subsidieverlening voor beeldbepalende evenementen, onderscheidende evenementen en evenementen met potentie vindt plaats op basis van een subsidieverzoek dat ingediend is vóór 1 oktober voorafgaand aan het jaar waarin het evenement plaatsvindt.

  • 2.

    Subsidievaststelling voor beeldbepalende evenementen, onderscheidende evenementen en evenementen met potentie vindt plaats op basis van een inhoudelijk en financieel verslag dat inzicht geeft in het daadwerkelijk tekort en ingediend is uiterlijk drie maanden na afloop van het evenement.

  • 3.

    Subsidieverlening voor incidentele evenementen met prioriteit vindt plaats op basis van een subsidieverzoek dat tenminste dertien weken voorafgaand aan het evenement is ingediend.

  • 4.

    Subsidievaststelling voor incidentele evenementen met prioriteit vindt plaats op basis van nakoming van de in de beschikking opgenomen, op het evenement afgestemde verplichtingen.

  • 5.

    Subsidieverlening voor lokale evenementen met prioriteit vindt plaats op basis van een subsidieverzoek dat dertien weken voorafgaand aan het evenement is ingediend.

  • 6.

    Subsidievaststelling voor lokale evenementen met prioriteit vindt plaats op basis van een inhoudelijk en financieel verslag dat inzicht geeft in het daadwerkelijk tekort en ingediend is uiterlijk drie maanden na afloop van het evenement.

  • 7.

    Voor lokale evenementen vindt subsidieverstrekking plaats op basis van een subsidieverzoek dat tenminste dertien weken voorafgaand aan het evenement is ingediend, zonder voorafgaande verlening.

HOOFDSTUK 5 BIJZONDERE GEVALLEN

  • 1.

    De portefeuillehouder evenementen is – in overleg met de inhoudelijk betrokken portefeuillehouder – bevoegd bij overschrijding van de indieningstermijn(en) het betreffende verzoek alsnog in behandeling te nemen, indien de termijnoverschrijding naar zijn/haar oordeel verschoonbaar kan worden geacht.

  • 2.

    Over de bevoegdheid genoemd onder 2 wordt jaarlijks gerapporteerd aan het college.

HOOFDSTUK 6 MAXIMALE BIJDRAGEN EN SUBSIDIEPLAFOND

  • 1.

    Voor het evenementenbudget kan jaarlijks een subsidieplafond worden vastgesteld, met inachtneming van de in dit hoofdstuk lid 4 genoemde verdeling.

  • 2.

    Per type evenement worden de navolgende maximale bijdragen in het daadwerkelijke tekort per evenement vastgesteld, te weten

    • a.

      Beeldbepalende evenementen: maximaal € 40.000, bij meerdaagse evenementen kan dit in totaal met maximaal € 10.000 worden verhoogd, bij meerweekse evenementen kan dit met maximaal € 10.000 per week worden verhoogd;

    • b.

      Onderscheidende evenementen: maximaal € 25.000, bij meerdaagse evenementen kan dit in totaal met maximaal € 5.000 worden verhoogd, bij meerweekse evenementen kan dit met maximaal € 10.000 per week worden verhoogd;

    • c.

      Evenementen met potentie: maximaal € 25.000, bij meerdaagse evenementen kan dit in totaal met maximaal € 5.000 worden verhoogd, bij meerweekse evenementen kan dit met maximaal € 10.000 per week worden verhoogd;

    • d.

      Incidentele evenementen met prioriteit: geen maximum; mede afhankelijk van de incidenteel beschikbare middelen voor het specifieke evenement;

    • e.

      Lokale evenementen met prioriteit: maximaal € 10.000;

    • f.

      Lokale evenementen: maximaal € 1.000;

  • 3.

    Voor het bepalen van de hoogte van het subsidiebedrag van door de gemeente sinds meer dan drie jaren gesubsidieerde evenementen, is de subsidie van jaar x uitgangspunt voor de subsidie van jaar x+1, tenzij er aantoonbaar sprake is van noodzakelijke groei voor een gewenste doorontwikkeling van het evenement.

  • 4.

    Van het beschikbare evenementenbudget in enig jaar wordt 75% ingezet voor beeldbepalende en onderscheidende evenementen en evenementen met potentie. 15% wordt ingezet voor lokale evenementen met prioriteit. 10% wordt ingezet voor lokale evenementen.

  • 5.

    Wanneer er in enig jaar binnen een bepaalde categorie middelen overblijven, kunnen deze ingezet worden voor een andere categorie evenementen.

  • 6.

    Indien het evenementenbudget voor beeldbepalende en onderscheidende evenementen en evenementen met potentie ontoereikend is voor honorering van alle aanvragen, krijgen meerdaagse evenementen prioriteit. Voor het overige wordt de subsidie van elke aanvrager die aan de subsidiecriteria voldoet, gekort met een percentage dat gelijk is aan het percentage waarmee het totaal beschikbare subsidiebedrag wordt overschreden.

  • 7.

    Van het evenementenbudget voor lokale evenementen met prioriteit of voor lokale evenementen wordt 50% ingezet voor evenementen in de eerste helft van het jaar en 50% voor evenementen in de tweede helft van het jaar.

  • 8.

    Wanneer het budget voor lokale evenementen met prioriteit of voor lokale evenementen in enig half jaar ontoereikend is voor honorering van alle aanvragen voor dat deel van het jaar die aan de gestelde criteria voldoen, geldt het principe wie het eerst komt die het eerst maalt.

HOOFDSTUK 7 HARDHEIDSCLAUSULE

Het college kan de artikelen die op de aanvraag en de verlening van de subsidie betrekking hebben geheel of gedeeltelijk buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover de toepassing, gelet op de belangen die worden gediend met deze nadere regels, leidt tot onduidelijkheid of onredelijkheid van overwegende aard.

HOOFDSTUK 8 CITEERTITEL

Deze nadere regels worden aangehaald als:

“Nadere regels subsidiëring Evenementen”.

HOOFDSTUK 9 INWERKINGTREDING EN OVERGANGSRECHT

Deze nadere regels treden in werking met ingang van het subsidiejaar 2015.

In 2013 en 2014 wordt met de organisaties voor wie deze beleidsregels financiële consequenties zullen hebben, overlegd op welke wijze zij hun evenement ofwel financieel onafhankelijk kunnen maken van subsidie, ofwel verder kunnen doorontwikkelen waardoor het een beeldbepalend of onderscheidend evenement wordt.

Voor lokale evenementen en lokale evenementen met prioriteit, die in de afgelopen jaren meer dan drie maal subsidie hebben ontvangen voor dezelfde activiteit geldt dat een afbouwregeling wordt gehanteerd van 100% van het in 2012 gesubsidieerde bedrag voor 2013, 66% van het in 2012 gesubsidieerde bedrag voor 2014, 33% van het in 2012 gesubsidieerde bedrag voor 2015 en niets meer vanaf 2016.

Het college voornoemd,

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 26 februari 2013.

De b

urgemeester,

drs. G.J.M.Cox
De s

ecretaris

,

mr. J.H.J.Höppener

Toelichting op de nadere regels subsidiëring evenementen

De gemeenteraad van Sittard-Geleen heeft op 15 maart 2012 de Kadernota evenementenbeleid Sittard-Geleen 2012-2015 vastgesteld. Daarbij heeft zij benadrukt een transparant subsidiebeleid van belang te vinden. Een van de instrumenten om het subsidieproces voor evenementen transparant te maken zijn nadere regels voor de subsidiëring van evenementen.

De Algemene Subsidieverordening gemeente Sittard-Geleen 2009 en het Uitvoeringsvoorschrift subsidies gemeente Sittard-Geleen vormen de kaders waarop de nadere regels voor subsidieverlening in Sittard-Geleen worden gebaseerd. In de nadere regels subsidiëring evenementen staan de inhoudelijke en financiële criteria per type evenement. Met deze werkwijze wordt het subsidieproces voor evenementen verder gestructureerd.

HOOFDSTUK 1 BEGRIPSBEPALINGEN

Onder een evenement wordt verstaan een bijzondere en unieke gebeurtenis, van beperkte duur, met een eenmalig of jaarlijks terugkerend karakter, gericht op een relatief groot publiek, die openbaar toegankelijk is,al dan niet tegen betaling, zowel binnen als buiten kan plaatsvinden en verplaatsbaar is en bijdraagt aan de doelstellingen van het gemeentelijk evenementenbeleid. Deze definitie komt uit voornoemde Kadernota.

Ter nadere verduidelijking nog het navolgende:

Openbaar wil zeggen voor ieder toegankelijk, maar betekent niet bij voorbaat dat de toegang gratis is. Toetsing van evenementen waarvoor toegangskaarten gekocht moeten worden, vindt plaats op basis van de omvang van het te verwachten publiek, waarbij een bepaald minimum in acht kan worden genomen. Het betreft alle evenementen binnen de gemeente, mits deze niet in strijd zijn met de openbare orde en veiligheid. Tevens vallen evenementen die een (partij)politieke, godsdienstige of levensbeschouwelijke vorming tot doel hebben in dit verband evenmin onder het begrip evenement.

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de verschillende typen evenementen die Sittard-Geleen hanteert. Deze zijn vastgesteld in de Kadernota Evenementenbeleid Sittard-Geleen 2012-2015. Per type evenement worden kenmerken benoemd. Voor deze kenmerken geldt:

  • ·

    Met het versterken van het gewenste imago van Sittard-Geleen wordt bedoeld dat evenementen aansluiten op de profilering van Sittard-Geleen als innovatieve business-stad, stedelijk middelpunt van de regio, jonge, actuele stad en sportstad.

  • ·

    Met bijdragen aan de beleidsdoelstellingen van de gemeente wordt bedoeld mede uitvoering geven aan specifieke doelen die gesteld worden in de diverse beleidsnota’s op het gebied van citymarketing, economische zaken, cultuur, sport en welzijn.

  • ·

    Met het bevorderen van het economisch rendement wordt bedoeld dat er een duidelijke koppeling wordt gelegd met detailhandel en horeca, er meer bezoekers naar de centra worden getrokken op tijden dat winkels geopend zijn en dat het evenement een open karakter heeft, waardoor een combinatie van evenement en winkelbezoek mogelijk is.

  • ·

    Met uniek zijn in de regio wordt bedoeld dat er in Zuid-Limburg geen soortgelijke evenementen zijn en dat het concept niet eenvoudig te kopiëren is.

  • ·

    Met innovatief zijn in opzet en uitvoering wordt bedoeld dat er aantoonbaar vernieuwende elementen in het evenement zitten bijvoorbeeld op het gebied van presentatie, pr en marketing, locatie of programmering.

  • ·

    Met bezoekers uit de regio en daarbuiten wordt bedoeld bezoekers uit Zuid Limburg en daarbuiten.

  • ·

    Met onderscheidend zijn ten opzichte van andere evenementen in de regio wordt bedoeld dat het evenement aantoonbaar anders is dan en markanter en/of karakteristieker is ten opzichte van soortgelijke evenementen in Zuid-Limburg.

HOOFDSTUK 2 ALGEMEEN

De gemeente hecht belang aan kwalitatief goede evenementen. Daarbij hanteert zij het principe dat het particulier initiatief zoveel mogelijk zelf verantwoordelijk is voor de organisatie en financiering. De gemeente wil nieuwe initiatieven stimuleren door ze drie jaren de kans te geven zich te ontwikkelen tot een zichzelf bedruipend evenement. Na drie jaren worden de middelen ingezet voor andere initiatieven. Hiervan wordt uitsluitend afgeweken wanneer een evenement zich zodanig heeft doorontwikkeld dat het een ander type evenement geworden is. Dat betekent dat lokale evenementen met prioriteit na drie maal subsidie alleen nogmaals in aanmerking kunnen komen voor subsidiëring wanneer zij een evenement met potentie geworden zijn. En een evenement met potentie kan voor verdere subsidiëring in aanmerking komen wanneer het een onderscheidend evenement geworden is.

Alleen beeldbepalende en onderscheidende evenementen kunnen meer dan drie jaren subsidie ontvangen. Het college kan bovendien besluiten om aan een beeldbepalend of onderscheidend evenement een toezegging voor meerdere jaren achter elkaar te doen, waarbij subsidie voor een periode van maximaal vier jaar tegelijk wordt verleend. Het vaststellen van de subsidie gebeurt echter jaarlijks, wat betekent dat jaarlijks conform hoofdstuk 4 lid 2 van deze nadere regels financiële en inhoudelijke verantwoording moet worden afgelegd en dat de subsidie per jaar op basis van deze gegevens wordt vastgesteld.

De gemeente wil stimuleren dat evenementen zoveel mogelijk zonder overheidssteun worden georganiseerd. Daarvoor wil zij het mogelijk maken dat evenementen die jaarlijks zonder gemeentelijke subsidie georganiseerd worden bij een incidenteel negatief resultaat achteraf in aanmerking kunnen komen voor een subsidie. Op deze wijze hoeven zij niet onnodig een subsidieverzoek vooraf in te dienen. Uiteraard dienen evenementen ook bij achteraf subsidiëring te voldoen aan de criteria voor subsidieverstrekking en te passen binnen een van de type evenementen zoals benoemd in hoofdstuk 1. Subsidie is alleen mogelijk indien nog middelen voor evenementen beschikbaar zijn, danwel incidenteel uit andere budgetten middelen voor dit doel beschikbaar worden gesteld.

HOOFDSTUK 3 CRITERIA VOOR SUBSIDIEVERSTREKKING

Het gemeentebestuur verleent een evenementensubsidie met inachtneming van het bepaalde in deze nadere regels. Het evenement waarvoor subsidie wordt gevraagd dient te voldoen aan de kenmerken zoals benoemd bij een van de verschillende typen evenementen in hoofdstuk 1 lid b tot en met g. Daarnaast dient de aanvrager duidelijk aan te geven op welke wijze zijn/haar evenement bijdraagt aan de gemeentelijke beleidsdoelen en op welke wijze dit meetbaar is. Wanneer voor het eerst een aanvraag wordt ingediend, dient de aanvraag tevens te bevatten het inhoudelijk en financieel verslag van de eventuele voorgaande editie, waarin aangegeven is wat de concrete resultaten van die editie waren ten aanzien van de gemeentelijke beleidsdoelen en op welke wijze deze resultaten gemeten zijn.

De subsidie van de gemeente bedraagt nooit meer dan het daadwerkelijk tekort, waarbij voor beeldbepalende en onderscheidende evenementen en voor evenementen met potentie geldt, dat het vormen van een reserve zoals bedoeld in de ASV art. 11 en het Uitvoeringsvoorschrift art. 4 lid 1 meegenomen mag worden in het resultaat.

Daar waar staat dat het college alleen evenementen subsidieert die geen winst maken, wordt bedoeld dat evenementen met een fondswervend karakter voor een charitatief doel wel in aanmerking kunnen komen voor subsidiëring.

Voor bepaalde evenementen geldt dat zij om een vergunning te verkrijgen een veiligheidsplan moeten opstellen. Ook dit veiligheidsplan als onderdeel van de vergunning is een voorwaarde voor de subsidiëring van dergelijke evenementen.

HOOFDSTUK 4 TERMIJNEN, SUBSIDIEVERLENING EN –VASTSTELLING

Jaarlijks stelt de gemeente een evenementenkalender op, die als basis dient voor planning, marketing en communicatie. Om deze tijdig te kunnen publiceren en aanvragers tijdig uitsluitsel te geven over hun subsidieverzoek, is de indieningsdatum op 1 oktober voorafgaand aan het jaar waarin het evenement plaatsvindt gesteld. Waar van toepassing is het indienen van verzoeken voor 1 oktober ook tijdig voor het aanmelden van een evenement voor de evenementenkalender van de Veiligheidsregio Zuid-Limburg.

Voor lokale evenementen, lokale evenementen met prioriteit en incidentele evenementen met prioriteit kunnen subsidieverzoeken dertien weken voorafgaand aan het evenement ingediend worden.

Het beschikbare budget voor lokale evenementen en lokale evenementen met prioriteit wordt voor 50% besteed in de eerste helft van het jaar en voor 50% in de tweede helft van het jaar. Wanneer er middelen uit de eerste helft van het jaar overblijven, kunnen deze worden ingezet voor lokale evenementen en lokale evenementen met prioriteit in de tweede helft van het jaar.

Voor alle evenementen, behalve voor lokale evenementen, geldt dat de subsidie in het tekort eerst wordt verleend en pas wordt vastgesteld op het moment dat bekend is hoe groot het tekort daadwerkelijk is (met inbegrip van de eventuele reservevorming zoals benoemd in hoofdstuk 3 van deze beleidsregel) en of het evenement inderdaad heeft voldaan aan de gestelde verplichtingen. Hiertoe dient een verzoek om subsidievaststelling te worden ingediend. Wanneer blijkt dat een evenement onvoldoende heeft bijgedragen aan het behalen van de gemeentelijke beleidsdoelen, kan de subsidie eenmalig alsnog worden vastgesteld wanneer een plan is toegevoegd waarin duidelijk is aangegeven welke verbeterpunten worden doorgevoerd, waardoor een nieuwe editie van het evenement wel gaat bijdragen aan het behalen van de gemeentelijke beleidsdoelen.

Lokale evenementen komen in aanmerking voor een waarderingssubsidie, die direct wordt vastgesteld.

HOOFDSTUK 6 MAXIMALE BIJDRAGEN EN SUBSIDIEPLAFOND

Per type evenement is een maximale bijdrage benoemd. Voor evenementen die meerdere dagen of meerdere weken duren is de maximale bijdrage hoger dan voor eendaagse evenementen. De gemeente geeft prioriteit aan meerdaagse evenementen in de stadscentra, gekoppeld aan openingstijden van winkels en horeca, waardoor de bestedingen in de stadscentra verhoogd worden. Daarnaast kan de gemeentelijke bijdrage aan een evenement nooit meer dan 30% van de totale begroting bedragen en is de gemeentelijke bijdrage nooit hoger dan het daadwerkelijke tekort, inclusief de maximaal toegestane reservevorming door organisatoren van beeldbepalende en onderscheidende evenementen en evenementen met potentie.

Van het beschikbare evenementenbudget in enig jaar wordt 75% ingezet voor beeldbepalende en onderscheidende evenementen en evenementen met potentie. 15% wordt ingezet voor lokale evenementen met prioriteit. 10% wordt ingezet voor lokale evenementen. Wanneer er binnen een van deze drie categorieën middelen over blijven kunnen deze ingezet worden voor andere categorieën, waarbij de prioritering steeds is ten eerste beeldbepalende en onderscheidende evenementen en evenementen met prioriteit, ten tweede lokale evenementen met prioriteit en ten derde lokale evenementen.

De beschikbare middelen voor lokale evenementen en lokale evenementen met prioriteit worden in twee tranches ingezet. 50% is bestemd voor aanvragen voor evenementen in de eerste helft van het jaar en 50% voor aanvragen voor evenementen in de tweede helft van het jaar.

Voor incidentele evenementen met prioriteit zijn binnen het evenementenbudget geen middelen voorzien, maar zullen indien wenselijk incidenteel middelen beschikbaar gesteld worden.

HOOFDSTUK 9 INWERKINGTREDING EN OVERGANGSRECHT

Wanneer organisaties meer dan drie maal subsidie hebben ontvangen, schrijft de Algemene wet bestuursrecht, in het bijzonder artikel 4:51, voor dat een redelijke termijn in acht moet worden genomen, waarbij termijn bekendmaking, tijdsduur subsidiëring, hoogte subsidie en reeds mogelijk aangegane verplichtingen een rol spelen. Meer dan drie maal subsidiëren vraagt om een redelijke afbouwregeling, zodat wordt voldaan aan het principe van de betrouwbare overheid. De in de nadere regels opgenomen afbouwregeling is opgesteld op basis van de bekende gevallen die dit betreft en die naar verwachting met de opgenomen afbouwregeling zich kunnen aanpassen aan het op termijn verliezen van de subsidie.

Om evenementenorganisatoren een redelijke termijn te geven om hun evenement door te ontwikkelen, zodat er een steviger financiële basis onder ligt, zullen de nadere regels in werking treden met ingang van 1 januari 2015.

OVERIGE HOOFDSTUKKEN

De hoofdstukken 5, 7 en 8 spreken voor zich.