Regeling vervallen per 01-01-2015

Huisvestingsverordening standplaatsen en woonwagens 2007

Geldend van 27-02-2008 t/m 31-12-2014

Intitulé

Huisvestingsverordening standplaatsen en woonwagens 2007

De raad van de gemeente Sittard-Geleen;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders, nr 2007/104, inzake de wenselijkheid om in het kader van het overdrachtproces aan de woningcorporaties de “ Huisvestingsverordening voor standplaatsen en woonwagens 2003” uitsluitend nog van kracht te laten zijn op gemeentelijke standplaatsen en aldus te herzien;

gelet op artikel 2 van de Huisvestingswet en artikel 147 lid 1 jo. 108 van de Gemeentewet,

besluit te wijzigen en vast te stellen de :

Huisvestingsverordening voor standplaatsen en woonwagens 2007.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    standplaats: een standplaats als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel h van de Woningwet;

  • 2.

    woonwagen: een woonwagen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel e van de Woningwet;

  • 3.

    huisvestingsvergunning: een vergunning als bedoeld in artikel 7, eerste lid van de Huisvestingswet.

Artikel 2 Toepassingsbereik

Deze verordening is uitsluitend van toepassing op de nog in gemeentelijk beheer zijnde gerealiseerde en nog te realiseren gemeentelijke standplaatsen van woonwagens.

Artikel 3 Verbodsbepaling

Het is verboden zonder vergunning van het college van burgemeester en wethouders met een woonwagen een gemeentelijke standplaats in gebruik te nemen of bezet te houden.

Artikel 4 Aanvragen van vergunning

  • 1. Degene die in de gemeente een gemeentelijke standplaats wil innemen met een woonwagen, dient hiervoor een schriftelijke aanvraag in op een door het college van burgemeester en wethouders beschikbaar gesteld aanvraagformulier.

  • 2. De aanvrager verstrekt bij het indienen van de aanvraag aan burgemeester en wethouders de volgende gegevens:

    • 1.

      de naam, de burgerlijke staat en personalia van de aanvrager en van de eventueel tot het huishouden behorende personen;

    • 2.

      het adres van herkomst;

    • 3.

      het adres, met aanduiding van huisnummer, van de locatie waar de aanvrager standplaats wenst in te nemen.

  • 3. Het aanvragen van een huisvestigingsvergunning kan ook ambtshalve plaatsvinden.

Artikel 5 Voorwaarden voor inschrijving

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders gaat over tot inschrijving op de in artikel 6 of 7 genoemde lijst indien:

    • a.

      De aanvrager 18 jaar of ouder is en

    • b.

      Een aanvraagformulier volledig is ingevuld.

  • 2. Als datum van inschrijving geldt de datum van ontvangst van het aanvraagformulier.

  • 3. Aan de aanvrager wordt zo spoedig mogelijk een inschrijvingsbewijs verstrekt.

Artikel 6 Wachtlijst

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders stelt een wachtlijst vast van kandidaten die voor een gemeentelijke standplaats in aanmerking wensen te komen.

  • 2. Kandidaten kunnen zich laten inschrijven op de wachtlijst indien is voldaan aan de voorwaarden, genoemd in artikel 5.

  • 3. Inschrijving als standplaatszoekende op de wachtlijst kan ook ambtshalve plaatsvinden.

  • 4. De wachtlijst vermeldt de namen van de kandidaten in volgorde van inschrijving.

Artikel 7 Voorrangslijst

  • 1. Als kandidaten die in aanmerking komen voor de in artikel 6 genoemde wachtlijst kunnen aantonen dat zij tevens het jaar direct voorafgaand aan 1 maart 1999 legaal in een woonwagen op een standplaats woonden of hebben gewoond, wordt hun naam vermeld op een voorrangslijst.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid komen kandidaten die op of na 1 maart 1999 langer dan 5 jaar in een woning wonen of gewoond hebben, niet voor plaatsing op de voorrangslijst in aanmerking.

  • 3. De voorrangslijst vermeldt de namen van de kandidaten in de volgorde van inschrijving.

Artikel 8 Vervallen van de inschrijving

De inschrijving als gegadigde voor een gemeentelijke standplaats van een woonwagen vervalt:

  • a.

    indien de ingeschrevene andere woonruimte – zoals een andere standplaats, een woning of een ligplaats – wordt toegewezen en hij deze woonruimte heeft geaccepteerd;

  • b.

    bij overlijden van de ingeschrevene.

Artikel 9 Toewijzing

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders wijst alleen dan een gemeentelijke standplaats toe indien de aanvrager staat ingeschreven op de in artikel 6 of 7 genoemde lijst.

  • 2. De gemeentelijke standplaats wordt toegewezen aan een aanvrager wiens naam bovenaan de lijst staat, met dien verstande dat gegadigden op de in artikel 7 bedoelde voorrangslijst voorgaan boven de gegadigden op de in artikel 6 genoemde wachtlijst.

  • 3. In afwijking van het bepaalde in het tweede lid, wordt bij de toewijzing van de gemeentelijke standplaats voorrang verleend aan aanvragers die op 1 maart 1999 ten minste een jaar in een woonwagen op een standplaats hebben gewoond, die is gelegen op een regionaal woonwagencentrum dat is genoemd in de bijlage van de wet tot intrekking van de Woonwagenwet (Stb. 1998,459), waarbij de bewoners van het voormalig regionaal woonwagencentrum Sittard voorrang genieten boven bewoners van andere regionale centra.

  • 4. In afwijking van het bepaalde in het tweede lid, wordt bij toewijzing van een gemeentelijke standplaats voorrang verleend aan aanvragers die vóór 1 maart 1999 in een woonwagen wonen of hebben gewoond in Sittard-Geleen.

  • 5. Bij de toepassing van het gestelde in de leden 3 of 4 bepaalt het college van burgemeester en wethouders de onderlinge prioriteitsvolgorde.

Artikel 10 Verlenen van de vergunning

Een huisvestingsvergunning wordt verleend voor een onbepaalde periode, is persoonsgebonden en niet overdraagbaar.

Artikel 11 Intrekken van de vergunning

Het college van burgemeester en wethouders kan de huisvestingsvergunning intrekken indien:

  • 1.

    de standplaats niet binnen een termijn van vier weken na de bekendmaking van het besluit tot verlening van de vergunning wordt ingenomen. Indien de termijn is verlengd en de gemeentelijke standplaats nog niet is ingenomen, kan de vergunning na afloop van de termijn van de verlening worden ingetrokken of

  • 2.

    de vergunninghouder binnen twee weken na de bekendmaking schriftelijk te kennen heeft gegeven hiervan geen gebruik te maken of

  • 3.

    gebleken is van onjuistheid van de door de aanvrager bij de inschrijving verstrekte gegevens of

  • 4.

    de vergunninghouder in strijd handelt met de bepalingen van deze verordening.

    Artikel 12 Hardheidsclausule

    Het college van burgemeester en wethouders kan artikel 9 buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het doel van deze verordening leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van zes weken na datum van haar bekendmaking.

  • 2. Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Huisvestingsverordening voor standplaatsen en woonwagens 2007’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 12 december 2007

De voorzitter
De secretaris