Regeling vervallen per 01-01-2010

Verordening toeristenbelasting 2009

Geldend van 01-01-2009 t/m 31-12-2009

Intitulé

Verordening toeristenbelasting 2009

Vast te stellen de

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2009.

(Verordening toeristenbelasting 2009)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    vakantie-onderkomens:

    woningen en andere verblijven, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden;

  • b.

    mobiele kampeeronderkomens:

    tenten, vouwwagens, kampeerauto’s, toercaravans en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen welke bestemd zijn dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;

  • c.

    niet-beroepsmatig verhuurde ruimten:

    woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, welke niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd dan wel te huur aangeboden;

  • d.

    vaste standplaats:

    een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een seizoen of een jaar plaatsen van een zelfde mobiel kampeeronderkomen of stacaravan.

  • e.

    seizoenplaats:

    een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een seizoen plaatsen van een zelfde mobiel kampeeronderkomen of stacaravan

Artikel 2 Belastbaar feit

Ter zake van het houden van verblijf met overnachten binnen de gemeente in hotels, pensions, vakantie-onderkomens, mobiele kampeeronderkomens, niet-beroepsmatig verhuurde ruimten en op vaste standplaatsen tegen vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente zijn opgenomen, wordt onder de naam ‘toeristenbelasting’ een directe belasting geheven.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2 in hem ter beschikking staande ruimten dan wel op hem ter beschikking staande terreinen.

  • 2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene, ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.

  • 3. Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig degene die overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 verblijf houdt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf door degene, die:

  • 1.

    als verpleegde of verzorgde in een inrichting tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van ouden van dagen verblijft;

  • 2.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voorzover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

Artikel 5 Aangifte

De belastingplichtige aan wie niet binnen een maand na afloop van elk in artikel 10 genoemde heffingstijdvak een aangiftebiljet is uitgereikt, is gehouden binnen veertien dagen na afloop van die maand bij het college van burgemeester en wethouders een schriftelijk verzoek in te dienen om uitreiking van een aangiftebiljet.

Artikel 6 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen.

Artikel 7 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van de heffing

  • 1. Het aantal personen dat heeft overnacht, wordt met betrekking tot:

    • a.

      mobiele kampeeronderkomens en stacaravans op vaste standplaatsen bepaald op:

      2,4 personen

    • b.

      mobiele kampeeronderkomens en stacaravans op seizoenplaatsen bepaald op:

      3,2 personen

  • 2. Het aantal malen dat door de in het eerste lid bedoelde personen is overnacht wordt:

    • a.

      ingeval verblijf wordt gehouden op vaste standplaatsen bepaald op 72;

    • b.

      ingeval verblijf wordt gehouden op seizoenplaatsen bepaald op 58

  • 3. Het aantal malen dat wordt overnacht en het aantal personen dat verblijf houdt in vakantieonderkomens,niet beroepsmatig - verhuurde ruimte, in mobiele kampeeronderkomens op een niet, in artikel 7, eerste lid onderdelen a en b, genoemde standplaats wordt bepaald op het werkelijk aantal overnachtingen en het werkelijk aantal personen dat verblijf houdt blijkens de verhuuradministratie van de belastingplichtige.

Artikel 8 Opteren voor niet-forfaitaire maatstaf van heffing

In afwijking van het bepaalde in artikel 7 wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijke aantal overnachtingen, indien blijkt dat dit aantal lager is dan het op grond van artikel 7 berekende aantal.

Artikel 9 Belastingtarief

Het tarief bedraagt per persoon per overnachting voor:

Kamperen bij de boer/camping € 0,60

Logies & vakantiewoningen € 0,92

Hotels, motels, pensions € 1,56

Artikel 10 Heffingstijdvak

  • 1. De belasting wordt geheven over de volgende tijdvakken:

    de kalendermaanden januari tot en met maart;

    de kalendermaanden april tot en met juni;

    de kalendermaanden juli tot en met september;

    de kalendermaanden oktober tot en met december.

  • 2. In afwijking van het eerste lid is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar indien de belasting wordt geheven op grond van artikel 7.

Artikel 11 Wijze van heffing

De belasting wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte.

In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt de belasting die wordt geheven op grond van artikel 7 geheven bij wege van aanslag.

Artikel 12 Termijnen van betaling

  • 1. Indien de belasting wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte moet de in de artikel 10 genoemde tijdvakken verschuldigd geworden belasting binnen tien dagen na het einde van het betreffende tijdvak overeenkomstig de aangifte worden voldaan.

  • 2. De aanslagen moeten worden betaald uiterlijk één maand na dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.

Artikel 14 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231 tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.

Artikel 15 Kwijtschelding

Bij invordering van toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 16 Nachtverblijfregister

  • 1. De belastingplichtige is gehouden een door het college van burgemeester en wethouders ter beschikking te stellen, dan wel goed te keuren nachtverblijfregister bij te houden en daarin gegevens te boeken welke naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders voor de heffing van de belasting van belang zijn.

  • 2. De verplichting als bedoeld in het eerste lid geldt niet in de tijdvakken waarover geen gebruik wordt gemaakt van de opteermogelijkheid als bedoeld in artikel 8.

Artikel 17 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De “Verordening toeristenbelasting 2006”, vastgesteld 10 november 2005, sedertdien gewijzigd, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan, terwijl de tarieven met betrekking tot de jaren 2006, 2007 en 2008 van toepassing blijven voor de belastbare feiten die zich in de betreffende jaren hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2009.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening toeristenbelasting 2009”.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad der gemeente Sittard-Geleen in zijn vergadering van

17 december 2008.

drs. F.T.H.A.Coenen

De voorzitter

drs. G.J.M. Cox