Regeling vervallen per 17-07-2020

Subsidieverordening vouchers bewonersinitiatieven Sittard-Geleen

Geldend van 27-11-2008 t/m 16-07-2020 met terugwerkende kracht vanaf 01-10-2008

Intitulé

Subsidieverordening vouchers bewonersinitiatieven Sittard-Geleen

De Raad van de gemeente Sittard-Geleen,

Gezien het voorstel van van 30 september 2008, gemeenteblad 2008,

nummer 088 ,

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 4:23 van de Algemene wet bestuursrecht;

Overwegende dat de minister voor Wonen, Wijken en Integratie het van belang acht dat bewoners van wijken die met problemen kampen de gelegenheid krijgen om met initiatieven te komen om de leefbaarheid van hun wijk te verbeteren; dat de fondsbeheerders van het Gemeentefonds daartoe jaarlijks ten behoeve van de gemeente Sittard-Geleen een integratie-uitkering storten in het Gemeentefonds; en dat het voor de gemeente noodzakelijk is om regels te stellen voor de subsidieverstrekking aan bewoners uit deze integratie-uitkering;

Gelet op het aangenomen amendement, gericht op het vervangen van de besluitvormende rol van de regiegroep in een adviserende;

b e s l u i t :

Vast te stellen de Subsidieverordening vouchers bewonersinitiatieven Sittard-Geleen.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt verstaan onder:

  • a.

    voucher: subsidie in de vorm van een of meer waardebonnen van maximaal € 5.000, - (per voucher), waarmee bewoners van een aangewezen stadsdeel, buurt of dorp diensten en producten kunnen inkopen om hun initiatief uit te voeren;

  • b.

    initiatief: een plan om de leefbaarheid in de eigen buurt, dorp of straat te verbeteren en/of de sociale cohesie te versterken;

  • c.

    initiatiefnemer(s): individuele of georganiseerde bewoners, die een aanvraag indienen om een initiatief uit te voeren;

  • d.

    leefbaarheid: de kwaliteit van de woon- en leefomgeving;

  • e.

    sociale cohesie: sociale samenhang binnen een buurt of dorp en tussen bewoners;

  • f.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • g.

    regiegroep: een door het college aangewezen buurt- of dorpsplatform dat eventueel ondersteund door woningbouwcorporatie, professionals of de gemeente, het college adviseert over de uitvoering;

  • h.

    kasbeheerder: degene die door het college is aangewezen voor het beheer van de integratie-uitkering en die verantwoordelijk is voor de verzilvering van vouchers;

  • i.

    buurt- of dorpsraadpleging: een bijeenkomst in de buurt of het dorp, een digitale of schriftelijke raadpleging van bewoners van de buurt of het dorp, of een andere vorm, waarbij een of meer initiatieven worden voorgelegd.

Artikel 2 Bevoegdheid college en mandatering regiegroep

  • 1. Het college is bevoegd een of meer stadsdelen, buurten of dorpen aan te wijzen waar het vouchersysteem van toepassing is.

  • 2. Het college bepaalt hoe het beschikbare bedrag over de stadsdelen, buurten of dorpen wordt verdeeld.

  • 3. Het college kan bepalen dat maximaal tien procent van het beschikbare bedrag wordt gereserveerd voor de kosten die de gemeente maakt bij de uitvoering van deze verordening.

  • 4. Het college wijst een (ambtelijk) kasbeheerder aan die de integratie-uitkering beheert.

  • 5. Het college is bevoegd een subsidieplafond vast te stellen.

  • 6. Het college is bevoegd tot het aanwijzen van een regiegroep die tot taak heeft het college te adviseren over de aanvragen bewonersinitiatieven.

Artikel 3 Reikwijdte van de verordening

  • 1. Deze verordening is van toepassing op het verstrekken van vouchers uit de integratie-uitkering in het Gemeentefonds

  • 2. De ‘Algemene subsidieverordening gemeente Sittard-Geleen 2006’ is niet van toepassing.

Artikel 4 Aanvraag vouchers

  • 1. Initiatiefnemers kunnen een of meer vouchers aanvragen bij het college of de regiegroep.

  • 2. De aanvraag wordt schriftelijk ingediend en omvat de volgende gegevens:

    • a.

      naam, contactadres, telefoonnummer en handtekening van de initiatiefnemer;

    • b.

      een beschrijving van de inhoud, uitvoering en planning van het initiatief, waarbij wordt aangegeven hoe dit de leefbaarheid in de wijk, buurt of straat verbetert;

    • c.

      een kostenraming en het gewenste aantal vouchers voor de uitvoering van het initiatief;

    • d.

      een mededeling of tevens elders subsidie is aangevraagd.

  • 3. Indien de aanvraag onvoldoende informatie bevat voor een goede beoordeling daarvan, geeft het college of de regiegroep aan de initiatiefnemer aan hoe hij de aanvraag kan aanvullen.

  • 4. De aanvragen worden behandeld in de volgorde van binnenkomst.

Artikel 5 Verstrekking vouchers

  • 1. Het college, gehoord de regiegroep,beslist binnen vier weken na de ontvangst van een aanvraag tot maximaal € 10.000,- over het verstrekken van de vouchers.

  • 2. Indien de aanvraag voldoet aan de eisen van deze verordening, verstrekt het college het aantal vouchers dat nodig is voor uitvoering van het initiatief.

  • 3. Bij initiatieven boven de € 10.000,- beslist het college, gehoord de regiegroep, binnen vier weken of het initiatief voldoet aan de eisen van deze verordening.

  • 4. Het college informeert de initiatiefnemer over dit besluit.

  • 5. Het college of de regiegroep organiseert zo spoedig mogelijk een buurt- of dorpsraadpleging of agendeert het initiatief op een al geplande buurt- of dorpsraadpleging.

  • 6. Door middel van een buurt- of dorpsraadpleging wordt bepaald of een initiatief de benodigde vouchers krijgt.

  • 7. Bij de verstrekking van vouchers kan het college als voorwaarde bepalen dat binnen een bepaalde termijn met de uitvoering van het initiatief wordt gestart.

  • 8. De vouchers voor het jaar 2008 kunnen tot uiterlijk 30 juni 2009 worden verstrekt. Een initiatief dient uiterlijk 31 december 2009 te zijn uitgevoerd.

  • 9. De vouchers voor de jaren na 2008 kunnen vanaf 1 januari van het betreffende jaar worden verstrekt. Een initiatief dient uiterlijk 31 december van het betreffende jaar te zijn uitgevoerd.

Artikel 6 Weigeringsgronden

Het verstrekken van vouchers kan worden geweigerd, indien gegronde reden bestaat om aan te nemen dat:

  • a.

    het initiatief niet haalbaar of uitvoerbaar is binnen de in de aanvraag vermelde planning;

  • b.

    de initiatiefnemer doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet;

  • c.

    het initiatief voornamelijk betrekking heeft op privé-belangen van de initiatiefnemer;

  • d.

    het beheer en onderhoud van de voorgestelde fysieke verbeteringen van de leefomgeving niet kunnen worden gewaarborgd;

  • e.

    door de verstrekking het subsidieplafond wordt overschreden.

Artikel 7 Verplichtingen college en regiegroep

  • 1. Het college of de regiegroep is verplicht om alle betrokken bewoners te informeren over de mogelijkheden die dit vouchersysteem hen biedt.

  • 2. Het college of de regiegroep maakt na de toetsing of de buurt- of dorpsraadpleging algemeen bekend via de gebruikelijke kanalen welke initiatieven vouchers hebben gekregen.

  • 3. De regiegroep is verantwoordelijk voor het creëren van draagvlak onder de bewoners voor het vouchersysteem.

Artikel 8 Verplichtingen van de initiatiefnemer

  • 1. De initiatiefnemer zorgt ervoor dat de vouchers worden besteed aan de uitvoering van het initiatief en administreert de uitgaven zorgvuldig.

  • 2. De initiatiefnemer doet zo spoedig mogelijk mededeling aan het college of de regiegroep van veranderde omstandigheden die van belang kunnen zijn voor de uitvoering van het initiatief.

  • 3. De initiatiefnemer is verantwoordelijk voor het creëren van draagvlak onder de bewoners als de aard van het initiatief dat noodzakelijk maakt.

Artikel 9 Wijze van besteding van de vouchers

  • 1. De initiatiefnemer kan voor de betaling van de kosten van uitvoering van het initiatief een voucher verzilveren bij de kasbeheerder.

  • 2. De kasbeheerder kan een betaling weigeren indien hij gegronde reden heeft om aan te nemen dat deze betaling niet wordt aangewend voor de uitvoering van het initiatief.

  • 3. De voucher kan worden verzilverd door in te kopen diensten en producten door de kasbeheerder te laten betalen.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na de bekendmaking daarvan en werkt terug tot en met 1 oktober 2008.

  • 2. Deze verordening wordt aangehaald als: Subsidieverordening vouchers bewonersinitiatieven Sittard-Geleen.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad der gemeente Sittard-Geleen in zijn vergadering van 13 november 2008.

Artikelsgewijze toelichting

Hieronder, voor zover nodig, worden de onderdelen van de verordening artikelsgewijs toegelicht. (vastgesteld bij raadsbesluit van 13 november 2008, nummer 88)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

a. voucher

Een voucher is een subsidie in de zin van artikel 4:21 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De algemene bepalingen van de Awb zijn hierop van toepassing. In aanvulling daarop zijn de specifieke bepalingen van deze verordening op de voucher van toepassing.

Vouchers zijn waardebonnen met een tegenwaarde van maximaal € 5.000,- per stuk. Indien gewenst, kan deze tegenwaarde ook lager zijn, afhankelijk van het gevraagde bedrag. Voor een initiatief kunnen ook meerdere vouchers worden ingezet. De vouchers kunnen alleen bij de gemeente worden ingewisseld.

b. initiatief

De voucherregeling is bedoeld voor alle initiatieven die de leefbaarheid van de wijk, buurt of straat vergroten. Vele initiatieven zijn denkbaar: verbeteren van de veiligheid van een plein of park, project voor jongeren die werkloos zijn, maatregelen om overlast van jongeren terug te dringen, speelplekken, hangplekken, buurtkrant, website van de wijk, wijkfeest, sportdag, bekostigen beplanting en bloembakken, presentjes voor nieuwe bewoners in de wijk, opstellen leefregels buurt, inhuren van onafhankelijke bewonersondersteuning voor bijvoorbeeld woonwensonderzoek, second opinion bij sloop of renovatie en nieuwe manieren om alle bewoners bij de wijk te betrekken.

De voucherregeling kan niet worden benut voor puur individuele projecten als het opknappen van een woonhuis van een bewoner. Zie in dit verband de weigeringsgrond van artikel 6, onderdeel c.

c. initiatiefnemer

De aanvrager of initiatiefnemer is altijd een individuele bewoner of een groep van bewoners uit een aangewezen wijk.

Als het gaat om een groep bewoners, is de organisatievorm daarvan niet van belang, wel de doelstelling van deze groep. Het kan hierbij zowel om bestaande groepen of bewonersorganisaties gaan, als speciaal voor het initiatief opgerichte groepen.

De vouchers kunnen niet aan professionele instellingen of bedrijven worden gegeven.

De doelstelling van de initiatiefnemer, individuele bewoner of bewonersgroep, moet zijn de leefbaarheid van de bewoners van de wijk te verbeteren. Deze doelstelling hoeft niet formeel te zijn vastgelegd, maar kan bijvoorbeeld blijken uit het voorgedragen projectplan.

f. regiegroep

De regiegroep is een buurt- of dorpsplatform dat het college adviseert over aanvragen van bewonersinitiatieven. Buurt- en dorpsbetrokken professionals of woningbouwcorporaties kunnen gevraagd worden een bijdrage te leveren aan het stimuleren en ondersteunen van de regiegroep. In het geval van het beschikbaar stellen van een gemeentelijke functionaris (ambtenaar) door het college kan deze voor de regiegroep ook als vraagbaak en intermediair fungeren naar de gemeentelijke organisatie.

Artikel 2 Bevoegdheid college en mandatering regiegroep

Eerste lid

Het college is vrij in de keuze van de stadsdelen, buurten en dorpen. De keuze is dus niet beperkt tot de zogenaamde GSB-aandachtsbuurten. De aanwijzing van een of meer stadsdelen, buurten en dorpen is alleen geldig voor het budget dat in 2008 beschikbaar komt. In 2009 zal opnieuw een aanwijzing plaatsvinden. Dat kunnen dezelfde stadsdelen, buurten en dorpen of een andere zijn, of een combinatie daarvan.

Tweede lid

Bij aanwijzing van meer dan een stadsdeel, buurt of dorp is het college vrij in de verdeling van het bedrag van de integratie-uitkering over de aangewezen stadsdelen, buurten of dorpen. Het toegekende bedrag kan dus per stadsdeel, buurt of dorp verschillen.

Vijfde lid

Met dit artikel wordt voldaan aan artikel 4:25 van de Awb waarin is bepaald dat het subsidieplafond bij of krachtens wettelijk voorschrift wordt vastgesteld. Hiermee wordt voorkomen dat bij het indienen van meerdere initiatieven het maximale budget wordt overschreden.

Het subsidieplafond kan worden gelijkgesteld aan de hoogte van de integratie-uitkering, eventueel verminderd met de beheerskosten op grond van het derde lid.

Zesde lid

Gelet op het streven dat de regie van de initiatieven bij voorkeur bij de bewoners zelf komt te liggen, dient het college zich ervoor in te spannen om in het aangewezen stadsdeel, de aangewezen buurt of het dorp een regiegroep te zoeken dan wel te bevorderen dat een regiegroep wordt samengesteld. Als blijkt dat de bewoners dit afwijzen of dit anderszins niet lukt, kan het college een ambtenaar mandateren om de regie voor het college te voeren.

Artikel 3 Reikwijdte van de verordening

Eerste lid

Deze verordening is uitsluitend van toepassing op de integratie-uitkering uit het Gemeentefonds. Dit laat onverlet dat de algemene regels van de Awb ook van toepassing zijn. Zie ook de toelichting op artikel 1, onder a.

Tweede lid

Om te voorkomen dat de ASV ook op deze subsidieverordening van toepassing is, is het tweede lid opgenomen.

Artikel 4 Aanvraag vouchers

Tweede lid

Het initiatief moet al een redelijk uitgewerkt plan zijn. Daarom zijn onder a tot en met d een aantal verplichte indieningsvereisten opgenomen als omschrijving, uitvoering, planning en kostenraming van het initiatief. Zie voor de mogelijke vormen van initiatieven de toelichting op artikel 1, onderdeel b.

Derde lid

Indien het initiatief niet voldoet aan de indieningsvereisten van het tweede lid, kan het college of de regiegroep om aanvulling vragen. Hierbij kan de initiatiefnemer ook actief worden ondersteund om het initiatief goed uit te werken.

Artikel 5 Verstrekking vouchers

De vouchers worden verstrekt aan de initiatiefnemer. Initiatiefnemer zijn individuele bewoners of een bewonersgroep. Indien sprake is van een individuele bewoner als initiatiefnemer, dan worden de vouchers op naam van deze individuele bewoner gezet.

Bij een bewonersgroep als initiatiefnemer zijn er twee mogelijkheden. Indien de groep rechtspersoonlijkheid heeft, worden de vouchers op naam van deze rechtspersoon gezet. Indien de groep geen rechtspersoonlijkheid heeft, worden de vouchers op naam van een natuurlijk persoon gezet, zijnde de contactpersoon van deze groep bewoners.

Vijfde lid

Het is van belang om een buurt- of dorpsraadpleging op korte termijn te organiseren. Dit is in de eerste plaats van belang om te voorkomen dat het enthousiasme waarmee het initiatief is ingediend, zou verdampen. In de tweede plaats geldt dat bij te lang uitblijven van de buurt- of dorpsraadpleging het subsidieplafond zou kunnen worden bereikt, doordat initiatieven tot € 10.000,- zonder buurt- of dorpsraadpleging kunnen worden gehonoreerd.

Artikel 6 Weigeringsgronden

Een aanvraag kan ook gedeeltelijk worden ingewilligd en gedeeltelijk worden geweigerd.

De weigering van een aanvraag om een voucher dient uiteraard gemotiveerd te worden met vermelding van de weigeringsgrond.

Onderdeel d

Beheer en onderhoud van fysieke verbeteringen van de leefomgeving (zoals kinderspeelplaatsen en hangplekken) is noodzakelijk om verloedering tegen te gaan. Vaak is het beheer en onderhoud echter een struikelblok bij het verwezenlijken van goede initiatieven. Het is daarom van belang dat in de aanvraag (het initiatief) wordt aangegeven hoe het beheer en onderhoud is gewaarborgd. De initiatiefnemers kunnen hiervoor zelf borg staan, de gemeente kan beslissen om het beheer en onderhoud op zich te nemen of een derde partij, zoals een corporatie of commercieel bedrijf, kan hierin een rol spelen. Een combinatie van deze opties is uiteraard ook mogelijk.

Artikel 7 Verplichtingen college en regiegroep

De informatieplicht van het eerste en tweede lid is bedoeld om draagvlak en betrokkenheid van de bewoners van de buurt, het dorp of straat te waarborgen. Het initiatief is nadrukkelijk bedoeld voor het collectief belang van de buurt, het dorp of straat. In het derde lid is uitdrukkelijk opgenomen dat de regiegroep verantwoordelijk is voor het creëren van draagvlak voor het vouchersysteem.

Deze bepaling maakt ook duidelijk dat de regiegroep een procesrol heeft in het stimuleren van bewoners om met initiatieven te komen. Het voorleggen van deze initiatieven in een buurt- of dorpsraadpleging en het terugkoppelen van de resultaten van deze initiatieven aan de buurt of het dorp.

Artikel 8 Verplichtingen van de initiatiefnemer

In het derde lid is uitdrukkelijk opgenomen dat de initiatiefnemer verantwoordelijk is voor het creëren van draagvlak onder de bewoners indien de aard van het initiatief dat noodzakelijk maakt. De doelgroep van het initiatief is immers in de regel groter dan alleen de initiatiefnemers.