Regeling vervallen per 08-12-2017

Beleidsregels subsidiëring Dodenherdenking

Geldend van 01-01-2010 t/m 07-12-2017

Intitulé

Beleidsregels subsidiëring Dodenherdenking

BELEIDSREGELS SUBSIDIËRING DODENHERDENKING

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sittard-Geleen;

gelet op de vastgestelde kaders en doelen zoals vastgelegd in de Programmabegroting;

overwegende dat het noodzakelijk is aanvullende beleidsregels vast te stellen met betrekking tot subsidieverstrekking op het gebied van de Dodenherdenking;

gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening gemeente Sittard-Geleen 2009 en hoofdstuk 3, paragraaf 3.1 van het Uitvoeringsvoorschrift subsidies gemeente Sittard-Geleen;

mede gelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

besluit vast te stellen de volgende beleidsregels:

Beleidsregels subsidiëring Dodenherdenking.

HOOFDSTUK 1 BEGRIPSBEPALINGEN

1.

Dodenherdenking:

De nationale dodenherdenking en door het college aan te wijzen herdenkingsbijeenkomsten.

2.

Dodenherdenkingscomité:

Een organisatie die activiteiten in het kader van dodenherdenking organiseert voor een voormalige gemeente.

3.

Voormalige gemeente:

Born, Geleen en Sittard.

HOOFDSTUK 2 ALGEMEEN

  • 1.

    Op deze beleidsregels zijn de Algemene Subsidieverordening gemeente Sittard-Geleen 2009 en het Uitvoeringsvoorschrift subsidies gemeente Sittard-Geleen van toepassing.

  • 2.

    de bedragen die genoemd worden in deze beleidsregels zijn de vastgestelde subsidiebedragen 2007. Deze worden jaarlijks geïndexeerd.

HOOFDSTUK 3 CRITERIA VOOR SUBSIDIEVERSTREKKING

  • 1.

    Het dodenherdenkingscomité dient jaarlijks voor 1 maart van het jaar waarop de subsidie betrekking heeft een aanvraag voor subsidie in met daarbij een activiteitenverslag en een financieel verslag van het jaar daarvoor.

  • 2.

    De subsidie bedraagt maximaal € 1.000 per subsidiejaar per voormalige gemeente in de gemeente Sittard-Geleen voor dodenherdenking en door het college aangewezen herdenkingsbijeenkomsten, zoals vermeld in hoofdstuk 1 onder 1.

  • 3.

    Indien er meerdere dodenherdenkingscomités in één voormalige gemeente een gelijksoortige dodenherdenking organiseren, wordt de subsidie gelijkelijk over alle in aanmerking komende dodenherdenkingscomités verdeeld.

  • 4.

    De organiserende comités volgen de richtlijnen / adviezen zoals die opgesteld zijn door het Nationaal Comité 4 en 5 mei.

  • 5.

    Jongeren en oorlogsbetrokkenen worden bij de dodenherdenking betrokken.

HOOFDSTUK 4 BIJZONDERE GEVALLEN

Van deze beleidsregels mag worden afgeweken indien de toepassing zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.

HOOFDSTUK 5 SUBSIDIEPLAFOND

Op deze beleidsregels is een subsidieplafond van toepassing. Indien het in de productbegroting opgenomen budget ontoereikend is voor honorering van alle aanvragen wordt de subsidie van elke aanvrager, die aan de subsidiecriteria voldoet, gekort met een percentage dat gelijk is aan het percentage waarmee het totaal beschikbare subsidiebedrag wordt overschreden.

HOOFDSTUK 6 CITEERTITEL

Deze beleidsregels worden aangehaald als:

“Beleidsregels subsidiëring Dodenherdenking”.

HOOFDSTUK 7 INWERKINGTREDING EN OVERGANGSRECHT

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van het subsidiejaar 2010. Met ingang van 2010 vervallen de bestaande beleidsregels Dodenherdenking van 6 februari 2007.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 28 april 2009

Het college voornoemd,

De Burgemeester
Drs. G.J.M. Cox
De Secretaris
Mr. M.E.J. Goldsmits-Brouns