Regeling vervallen per 01-01-2011

Beleidsregels subsidiëring Jeugd- en Jongerenwerk

Geldend van 01-01-2010 t/m 31-12-2010

Intitulé

Beleidsregels subsidiëring Jeugd- en Jongerenwerk

BELEIDSREGELS SUBSIDIËRING JEUGD- EN JONGERENWERK

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sittard-Geleen;

gelet op de vastgestelde kaders en doelen zoals vastgelegd in de Programmabegroting;

overwegende dat het noodzakelijk is aanvullende beleidsregels vast te stellen met betrekking tot subsidieverstrekking op het gebied van de Jeugd- en Jongerenwerk;

gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening gemeente Sittard-Geleen 2009 en hoofdstuk 3, paragraaf 3.1 van het Uitvoeringsvoorschrift subsidies gemeente Sittard-Geleen;

mede gelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

besluit vast te stellen de volgende beleidsregels:

Beleidsregels subsidiëring Jeugd- en Jongerenwerk

HOOFDSTUK 1 BEGRIPSBEPALINGEN

1.

activiteit:

de activiteit die ten doel heeft om een zinvolle vrije-tijdsbesteding en ontwikkeling van de jeugd en jongeren in de leeftijd van 4 t/m 22 jaar te bevorderen.

2.

hobbyclub:

een organisatie met een aanbod van hoofdzakelijk creatieve (i.c. knutsel-, handvaardigheids-) activiteiten voor jeugd en jongeren in de leeftijd van 4 t/m 22 jaar.

3.

kindervakantiewerk:

activiteiten die in de zomervakantie worden georganiseerd voor kinderen van 4 tot en met 12 jaar, met als uitdrukkelijk doel de kinderen in de vakantie op een zinvolle wijze bezig te laten zijn

4.

leden/deelnemers aan jeugd- en jongerenwerk:

jeugd en jongeren in de leeftijd van 4 tot en met 22 jaar die op basis van lidmaatschap in vaste groepen en op vaste dagen en tijdstippen aan activiteiten van een vereniging deelnemen

5.

methodisch jeugd- en jongerenwerk:

vrije tijd activiteiten voor jeugd en jongeren in de leeftijd van 4 t/m 22 jaar, die uitgevoerd worden met vaste groepen die regelmatig (in principe 4 x per maand) bij elkaar komen

6.

open jeugd- en jongerenwerk:

breed aanbod van activiteiten voor jeugd en jongeren van 4 tot en met 22 jaar die een belangrijke bijdrage leveren aan het preventief lokaal jeugdbeleid.

HOOFDSTUK 2 ALGEMEEN

  • 1.

    Op deze beleidsregels zijn de Algemene Subsidieverordening gemeente Sittard-Geleen 2009 en het Uitvoeringsvoorschrift subsidies gemeente Sittard-Geleen van toepassing;

  • 2.

    Organisaties dienen aangesloten te zijn bij een landelijk, provinciaal of regionaal erkende overkoepelende organisatie, voor zover die aanwezig is.

  • 3.

    Subsidie wordt alleen verleend voor leden/deelnemers woonachtig in de gemeente Sittard-Geleen.

  • 4.

    De bedragen die genoemd worden in deze beleidsregels zijn de vastgestelde subsidiebedragen 2005. Deze worden jaarlijks geïndexeerd.

HOOFDSTUK 3 CRITERIA VOOR SUBSIDIEVERSTREKKING

Als subsidienormen en bijzondere verplichtingen worden gehanteerd:

Kindervakantiewerk

  • 1.

    Een subsidie van € 2 per leerling uit het basisonderwijs van de in het werkgebied van de organisatie gevestigde basisschool c.q. basisscholen.

  • 2.

    Peildatum voor bepaling van het subsidiabele aantal leerlingen is 1 oktober van het jaar voorafgaande aan het jaar waarin de subsidieaanvraag wordt ingediend.

  • 3.

    Een organisatie voor kindervakantiewerk die meer dan 10 dagdelen kindervakantiewerk aanbiedt krijgt een extra jaarlijks subsidiebedrag bovenop de reguliere subsidie. Voor elk extra dagdeel kindervakantiewerk ontvangt een organisatie € 150. De extra subsidie kan niet meer bedragen dan € 1.500. Dat betekent dat maximaal 10 dagdelen extra kindervakantiewerk voor extra subsidie in aanmerking komen.

  • 4.

    De hoogte van de subsidie wordt bepaald op basis van de gerealiseerde dagdelen van het jaar voorafgaande aan het jaar waarin de subsidieaanvraag wordt ingediend, behalve wanneer voor de eerste maal subsidie wordt aangevraagd. Bij de eerste subsidieaanvraag wordt het voorgelegde activiteitenplan voor dat jaar beoordeeld.

Bijzondere verplichting:

In de zomervakantie moeten op minimaal 8 dagdelen kindervakantiewerkactiviteiten worden georganiseerd.

Methodisch jeugd- en jongerenwerk

  • 1.

    Verenigingen voor methodisch jeugd- en jongerenwerk ontvangen het volgende vaste subsidiebedrag mits zij beschikken over minimaal 15 leden:

    15 tot en met 50 leden

    1.500

    51 tot en met 100 leden

    2.500

    met 101 tot en met 150 leden

    3.500

    met 151 en meer leden

    5.000

  • 2.

    Een bedrag van € 650 voor een activiteit per doelgroep voor een activiteit die wekelijks voor een bepaalde doelgroep wordt georganiseerd gedurende minimaal 10 maanden per kalenderjaar.

  • 3.

    De hoogte van de subsidie wordt bepaald op basis van het door de organisatie jaarlijks in te dienen activiteitenverslag van het jaar voorafgaande aan het jaar waarin de subsidieaanvraag wordt ingediend.

  • 4.

    Peildatum voor bepaling van het subsidiabele aantal leden of deelnemers is 1 januari van het jaar voorafgaande aan het jaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft, zoals vermeld op een gewaarmerkte leden-, of deelnemerslijst.

Open jeugd- en jongerenwerk

  • 1.

    Een bedrag van € 500 voor een vaste activiteit die eenmaal per maand plaatsvindt.

    Een bedrag van € 1.000 voor een vaste activiteit die tweemaal per maand plaatsvindt.

    Een bedrag van € 1.500 voor een vaste activiteit die driemaal per maand plaatsvindt.

    Een bedrag van € 2.000 voor een vaste activiteit die wekelijks plaatsvindt.

  • 2.

    De subsidie als bedoeld in het eerste lid wordt slechts verleend wanneer de activiteiten plaatsvinden gedurende minimaal 10 maanden in een kalenderjaar.

  • 3.

    De hoogte van de subsidie wordt bepaald op basis van het jaarlijks door de organisatie in te dienen activiteitenverslag van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de subsidieaanvraag wordt ingediend.

Hobbyclubs

  • 1.

    Een bedrag van € 250 voor een vaste activiteit die eenmaal per maand plaatsvindt.

    Een bedrag van € 500 voor een vaste activiteit die tweemaal per maand plaatsvindt.

    Een bedrag van € 750 voor een vaste activiteit die driemaal per maand plaatsvindt.

    Een bedrag van € 1.000 voor een vaste activiteit die wekelijks plaatsvindt.

  • 2.

    De subsidie als bedoeld in het eerste lid wordt slechts verleend wanneer de activiteiten plaatsvinden gedurende minimaal 10 maanden in een kalenderjaar.

  • 3.

    De hoogte van de subsidie wordt bepaald op basis van een activiteitenverslag dat de organisatie jaarlijks, moet indienen. Dit verslag heeft betrekking op de activiteiten zoals die plaatsvonden in het jaar voorafgaande aan het jaar waarin de subsidieaanvraag wordt ingediend.

Speeltuinwerk

De volgende organisaties komen voor een vast bedrag in aanmerking onder de voorwaarde dat zij activiteiten ontplooien tot het beheer van de speeltuin en het bevorderen van de sociale cohesie in de wijk:

St. Speeltuin De Paddestoel Born

3.364

Speeltuinvereniging Thien Bunder

5.899

Speeltuin Molen Roufs

7.034

Speeltuin De Roetsj

6.807

Speeltuin De Wimmeren

6.807

Speeltuin Miranaburg

4.538

St. Speeltuinwerk de Sjteinakker

4.538

Speeltuin ’t Weike Geleen

2.270

St. Speeltuin ’t Ruiberke Obbicht

5.000

St. Speeltuin Lutterade

2.500

HOOFDSTUK 4 BIJZONDERE GEVALLEN

Van deze beleidsregels mag worden afgeweken indien de toepassing zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.

HOOFDSTUK 5 WERKINGSSFEER

  • 1.

    Niet voor subsidie in aanmerking komt een organisatie die verbonden is aan of onderdeel is van een andere organisatie, instelling, instituut, bedrijf ed. zoals een dienst-, bedrijfs- of beroepsvereniging c.q. of een gezelschap verbonden aan een inrichting, een onderwijsinstelling of kerkgenootschap.

  • 2.

    Organisaties die voor het eerst een beroep doen op een subsidie komen hiervoor slechts in aanmerking als het activiteitenaanbod aanvullend is op het reeds bestaande voorzieningenniveau.

HOOFDSTUK 6 SUBSIDIEPLAFOND

Op deze beleidsregels is een subsidieplafond van toepassing. Indien het in de productbegroting opgenomen budget ontoereikend is voor honorering van alle aanvragen wordt de subsidie van elke aanvrager, die aan de subsidiecriteria voldoet, gekort met een percentage dat gelijk is aan het percentage waarmee het totaal beschikbare subsidiebedrag wordt overschreden.

HOOFDSTUK 7 CITEERTITEL

Deze beleidsregels worden aangehaald als:

“Beleidsregels subsidiëring Jeugd- en Jongerenwerk”.

HOOFDSTUK 8 INWERKINGTREDING EN OVERGANGSRECHT

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van het subsidiejaar 2010. Met ingang van 2010 vervallen de bestaande Beleidsregels subsidiëring op het gebied van Jeugd- en Jongerenwerk 2005, vastgesteld in de raadsvergadering van 21 december 2004

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 28 april 2009

Het college voornoemd,

De Burgemeeste
Drs. G.J.M.Cox
De Secretaris
Mr. M.E.J.Goldsmits-Brouns