Regeling vervallen per 01-04-2014

Verordening gemeentelijke Rekenkamercommissie

Geldend van 01-06-2012 t/m 31-03-2014

Verordening op de Rekenkamercommissie Sliedrecht, na verwerking

Eerste en Tweede wijziging verordening gemeentelijke Rekenkamercommissie

De raad van de gemeente Sliedrecht;

gelezen het voorstel van de auditcommissie

gelet op artikel 81o van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de:

“Verordening op de Rekenkamercommissie”

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: Gemeentewet;

  • b.

    commissie: rekenkamercommissie;

  • c.

    voorzitter: voorzitter van de rekenkamercommissie;

  • d.

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • e.

    rekenkamercommissie: de rekenkamercommissie van de gemeente Sliedrecht.

Artikel 2 Rekenkamercommissie

  • 1. Er is een commissie die door de raad wordt ingesteld en wordt aangeduid als de rekenkamercommissie.

  • 2. De rekenkamercommissie bestaat uit 4 leden; een externe voorzitter en drie (burger)raadsleden.

  • 3. De drie (burger)raadsleden hebben elk stemrecht. De voorzitter heeft geen stemrecht.

Artikel 3 Benoeming leden

  • 1. De raad benoemt de leden van de rekenkamercommissie uit zijn midden en/of uit burgerraadsleden en/of externen.

  • 2. De leden van de rekenkamercommissie die tevens (burger) raadsleden zijn, worden voor een periode gelijk aan de zittingsduur van de raad aangewezen. De externe voorzitter wordt benoemd voor de periode van 1 jaar welke telken male stilzwijgend verlengd kan worden voor een periode van 1 jaar.

  • 3. De gemeenteraad benoemt de onafhankelijk voorzitter van de rekenkamercommissie. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de commissie, de verslaglegging, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming en de vorming van dossiers. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de onderzoekers en met het secretariaat. Bij ontstentenis van de voorzitter treedt een door de Rekenkamercommissie zelf aan te wijzen lid op als voorzitter.

Artikel 4 Eed

Ten aanzien van de externe leden is artikel 81g Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Ontslag en non-activiteit

  • 1. De raad ontslaat de leden en plaatsvervangende leden of stelt hen op non-activiteit.

  • 2. Het lidmaatschap van een raadslid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      indien het lid aftreedt als lid van de raad;

    • c.

      indien de raad van oordeel is dat het lid niet langer geschikt is de functie van de rekenkamercommissie te vervullen;

  • 3. Het lidmaatschap van een extern lid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de rekenkamercommissie.

    • c.

      wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld.

    • e.

      na een zittingsperiode van maximaal 6 jaar.

  • 4. De externe leden van de rekenkamercommissie kunnen door de raad worden ontslagen wanneer zij door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt zijn hun functie te vervullen.

Artikel 6 Vergoeding werkzaamheden van de externe leden van de rekenkamercommissie

  • 1. De externe voorzitter ontvangt een vergoeding voor de werkzaamheden, zoals genoemd in artikel 3 lid 3.

  • 2. De vergoeding genoemd in het eerste lid komt ten laste van het budget van de rekenkamercommissie.

  • 3. Ten aanzien van de vergoedingen alsmede de onkostenvergoedingen van de leden is de verordening ex artikel 96 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7 Reglement van orde

De commissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisname naar de raad.

Artikel 8 Onderwerpselectie en opdrachtverlening

  • 1. De commissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 2. De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de commissie ter kennisneming aan de raad verstuurd.

  • 3. De raad kan de commissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De commissie bericht de raad binnen een maand in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de commissie niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

Artikel 9 Werkwijze

  • 1. De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2. De commissie oordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren. Ook andere leden dan de voorzitter kunnen mededelingen doen over het verloop van het onderzoek.

  • 3. De commissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 4. De commissie vergadert zoveel als zij nodig acht, ter bespreking van procedurele en inhoudelijke aspecten van het onderzoek.

  • 5. De commissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de commissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

  • 6. De commissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 7. Voor de uitvoering van het onderzoek kan de commissie, met inachtneming van het beschikbare budget, externe personen of bureaus inschakelen.

  • 8. De commissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de commissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De commissie bepaalt verder wie als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 9. Na vaststelling door de commissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad aangeboden.

Artikel 10 Budget

  • 1. De rekenkamercommissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2. Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoedingen aan de externe leden;

    • b.

      externe deskundigen die eventueel door de rekenkamercommissie zijn ingeschakeld;

    • c.

      eventuele overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van

      haar taak.

  • 3. De rekenkamercommissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2006.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening gemeentelijke Rekenkamercommissie”.

Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Sliedrecht

op 12 december 2005

de griffier, de voorzitter,

A.Overbeek A.G.M. van de Vondervoort