Regeling vervallen per 01-12-2021

Handhavingsverordening gemeente Sluis 2010

Geldend van 01-01-2010 t/m 30-11-2021

Intitulé

Handhavingsverordening gemeente Sluis 2010

Handhavingsverordening gemeente Sluis 2010

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

a) De wet: de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte Werkloze werknemers (IOAW), de Wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte gewezen Zelfstandigen (IOAZ) en de Wet investeren in jongeren (WIJ);

b) het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sluis;

c) de gemeenteraad: de gemeenteraad van de gemeente Sluis;

d) handhaven: bewerkstelligen dat de wet wordt nageleefd;

e) fraude: het ten onrechte geheel of gedeeltelijk ontvangen van een uitkering en/of inkomensvoorziening door het verstrekken van onjuiste of onvolledige inlichtingen aan de afdeling Maatschappelijke en Sociale Zaken;

f) misbruik: het ontvangen van een uitkering en/of inkomensvoorziening in strijd met de wettelijke voorschriften, waarbij het ten onrechte ontvangen aan de cliënt is te wijten;

g) oneigenlijk gebruik: het ontvangen van een uitkering en/of inkomensvoorziening volgens de regels van de wet, maar in strijd met of buiten de bedoeling die bij de totstandkoming van die wet heeft bestaan;

h) benadelingsbedrag: het bruto bedrag dat als gevolg van het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht van de wet ten onrechte is verleend aan uitkering en/of inkomensvoorziening

Artikel 2 Opdracht college

Het college zorgt voor de rechtmatige en doelmatige uitvoering van de wet, waaronder de

bestrijding van fraude, en ook van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet.

Artikel 3 Terugvordering

1. Het college vordert de gemaakte kosten voor de uitkering en/of inkomensvoorziening terug in de gevallen die in de artikelen 58 en 59 van de WWB, de artikelen 54 en 55 van de WIJ en de van toepassing zijnde artikelen uit de IOAW en IOAZ zijn aangegeven, voor zover zich daar geen andere wettelijke regeling tegen verzet;

2. Het college kan afzien van terugvordering indien:

a. het terug te vorderen bedrag lager is dan een door of namens het college nader vast te stellen bedrag;

b. daarvoor dringende redenen aanwezig zijn.

Artikel 4 Verhaal

1. Het college maakt gebruik van de bevoegdheid tot het verhalen van gemaakte kosten voor uitkering of inkomensvoorziening zoals genoemd in de artikelen 61 en 62 van de WWB, artikel 57 van de WIJ en de van toepassing zijnde artikelen uit de IOAW en IOAZ;

2. Het college kan afzien van verhaal indien:

a. het te verhalen bedrag lager is dan een door of namens het college nader vast te stellen bedrag;

b. daarvoor dringende redenen aanwezig zijn.

Artikel 5 Beleidsregels en uitvoeringsvoorschriften Terugvordering en Verhaal

Het college stelt nadere regels en uitvoeringsvoorschriften vast ter bevordering van een heldere en eenduidige uitvoering.

Artikel 6 Afstemming van de uitkering

Als de belanghebbende onjuiste, onvolledige of in het geheel geen inlichtingen verstrekt die van belang zijn of kunnen zijn voor de hoogte, de duur van of het recht op (voortzetting van) bijstand op grond van de WWB, de IOAW of de IOAZ, verlaagt het college de uitkering conform de geldende afstemmingsverordening, onverminderd de eventuele terugvordering van ten onrechte ontvangen bijstand.

Artikel 7 Aangifte Openbaar Ministerie

Leidt het niet nakomen van de informatieverplichting tot een benadelingsbedrag dat hoger is dan de aangiftegrens, dan is het college verplicht proces-verbaal op te maken en aangifte te doen.

Artikel 8 Hardheidsclausule

1.Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende en/of jongere

afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening

tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

2.In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 9 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Handhavingsverordening gemeente Sluis 2010.

Artikel 10 De inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2010 onder gelijktijdige intrekking van de Handhavingsverordening Wet werk en bijstand gemeente Sluis.

Nota-toelichting

Algemeen

De situaties waarin de gemeente kan terugvorderen zijn in de Wet werk en bijstand en de Wet investeren in jongeren vastgesteld. Vanaf 1 januari 2010 wordt terugvordering ook een bevoegdheid in de Wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte Werkloze werknemers (IOAW) en de Wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte gewezen Zelfstandigen (IOAZ). Deze bevoegdheid past bij de nieuwe budgetfinanciering die ook voor deze laatste twee regelingen volledig zal gaan gelden.

Een goed handhavingsbeleid is belangrijk omdat dit voorkomt dat onterecht gemeenschapsgeld wordt uitgegeven. Als fraude goed bestreden wordt, vergroot dit onder de burgers het draagvlak van het sociale vangnet. Ook beperkt een goed handhavingsbeleid de uitgaven op het budget.

Inkomensdeel.

Conform voorschriften uit de wet moeten in een verordening regels vastgelegd worden voor de bestrijding van ten onrechte ontvangen bijstand of inkomensvoorziening en voor bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet.

De wet kent geen verplichting om een maatregel op te leggen of teveel betaalde uitkering terug te vorderen. De wet schrijft voor dat de gemeente een verordening moet opstellen die de handhaving regelt. Er worden geen eisen gesteld aan de inhoud van het beleid. Verlaging van de uitkering en terugvordering zijn geen verplichtingen, maar bevoegdheden. Het opstellen van beleidsregels is een bevoegdheid van het college

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsomschrijving

Dit artikel bevat enkele begripsomschrijvingen. De strekking van deze verordening is dat deze geldt voor alle wetten die betrekking hebben op de verstrekking van bijstandsuitkeringen dan wel inkomensvoorzieningen.

Artikel 2 Opdracht College

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 3 Terugvordering

Ten onrechte verstrekte bijstand en/of inkomensvoorziening wordt in beginsel altijd teruggevorderd. Het college stelt vast boven welk bedrag terugvordering vanuit efficiencyoverwegingen doelmatig is.

Artikel 4 Verhaal

Deze verordening is in beginsel gericht op het nakomen van verplichtingen van de cliënt. Deze verordening heeft echter ook ten doel oneigenlijk gebruik terug te dringen. De maatschappij mag van een cliënt verlangen, en zelfs eisen, dat deze gebruik maakt van voorliggende voorzieningen en dus ook dat deze probeert met een onderhoudsbijdrage naar burgerlijk recht in zijn of haar bestaan te voorzien. Wanneer de cliënt in gebreke blijft, of wanneer dit niet lukt, dan kan de gemeente in de plaats treden van de cliënt en proberen te verhalen op de onderhoudsplichtige. In beginsel wordt altijd verhaald naar de mogelijkheden die wettelijk bestaan. Het college stelt vast boven welk bedrag verhaal vanuit efficiencyoverwegingen doelmatig is.

Artikel 5 Beleidsregels en uitvoeringsvoorschriften Terugvordering en Verhaal

Het college stelt nadere regels en uitvoeringsvoorschriften op. In deze beleidsregels worden in ieder geval de minimumbedragen genoemd zoals bedoeld in artikel 3 en artikel 4.

Artikel 6 Afstemming van de uitkering

Wanneer de belanghebbende onvolledige of onjuiste informatie geeft, kan de uitkering (tijdelijk) verlaagd worden, conform de geldende afstemmingsverordening. Dit staat los van het terugvorderen van ten onrechte of onverschuldigde betaalde uitkering en/of

inkomensvoorziening, dat bedoeld is om de situatie (weer) in overeenstemming te brengen met het recht.

Artikel 7 Aangifte Openbaar Ministerie

Bij fraudebedragen boven het bedrag genoemd in de nieuwe Aanwijzing Sociale Zekerheidsfraude (zie Stcrt. 2008, 249, p. 5) is het college verplicht aangifte te doen bij het Openbaar Ministerie (OM). De hoogte dit bedrag is momenteel € 10.000,-

Artikel 8 Hardheidsclausule

Indien de toepassing van deze verordening tot onbillijkheden leidt, kan het college ten gunste van de belanghebbende of jongere afwijken van de bepalingen. Van deze mogelijkheid dient zeer terughoudend gebruik gemaakt te worden, om het scheppen van precedenten tegen te gaan.

Artikel 9 en 10

Deze artikelen behoeven geen nadere toelichting.