Regeling vervallen per 01-01-2014

Regeling op de heffing en invordering van reinigingsrechten 2013

Geldend van 14-12-2012 t/m 31-12-2013

Intitulé

REGELING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN REINIGINGSRECHTEN 2013.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Smallingerland;

gelet op het raadsbesluit van 7 september 1999, inzake de overdracht van de bevoegdheid tot het heffen van reinigingsrechten;

mede gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

B E S L U I T:

vast te stellen de: REGELING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN REINIGINGSRECHTEN 2013.

Artikel 1

Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • 1.

    bedrijfsafval: afvalstoffen, niet zijnde huishoudelijke afvalstoffen, afvalwater, autowrakken of gevaarlijke afvalstoffen;

  • 2.

    grof bedrijfsafval: afvalstoffen, met uitzondering van autowrakken, afkomstig van bedrijven en instellingen, welke door aard, omvang of hoeveelheid niet periodiek worden ingezameld.

  • 3.

    huishoudelijke afvalstoffen: afvalstoffen afkomstig uit particuliere huishoudens;

  • 4.

    route-inzameling: het periodiek op verschillende adressen ophalen van bedrijfsafval.

Artikel 2

Belastbaar feit

Onder de naam "reinigingsrechten" worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.

Artikel 3

Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4

Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5

Belastingjaar

Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6

Wijze van heffing

De rechten worden geheven bij wege van aanslag met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.

Artikel 7

Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar

tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1.

    De rechten zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt zijn de rechten verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10.

  • 4.

    Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist.

  • 5.

    Belastingaanslagen van minder dan € 10 worden niet geheven.

  • 6.

    Voor de toepassing van het bepaalde in het vijfde lid wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen reinigingsrechten aangemerkt als één belastingaanslag.

Artikel 8

Termijnen van betaling

1. De aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    De reinigingsrechten moeten worden betaald in geval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6, tweede lid:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

Artikel 9

Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de reinigingsrechten.

Artikel 10

Inwerkingtreding en citeertitel

1.De “regeling reinigingsrechten 2012", wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2.Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.

3.De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.

4.Deze regeling wordt aangehaald als "Regeling reinigingsrechten 2013".

Ondertekening

Drachten, november 2012.
Aldus vastgesteld door het college
van burgemeester en wethouders,
secretaris, burgemeester,

Tarieventabel 2013

behorende bij de “regeling reinigingsrechten 2013”.

Algemeen

De bedragen genoemd in deze tabel zijn exclusiefomzetbelasting.

Maatstaven en jaarlijkse tarieven reinigingsrechten

Het recht voor de periodieke route-inzameling van bedrijfsafval bedraagt per belastingjaar voor:

  • 1.

    voor een rolemmer met een inhoud van 240 liter € 140,00

  • 2.

    voor het verwijderen van bedrijfsafval door middel van een ondergrondse container (met pas), vast recht € 120,00

    per vuilniszak € 0,50

Eenmalig

  • 3.

    borg voor de pas van een ondergrondse container (onbelast) € 50,00

  • 4.

    een vervangende pas bij verlies of diefstal van de pas voor een ondergrondseContainer (onbelast) € 25,00

Behoort bij het besluit van het college van burgemeester en wethouders van november 2012.

De secretaris,