Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Smallingerland houdende regels omtrent beschermd wonen en opvang Beleidsregels beschermd wonen en Opvang

Geldend van 12-04-2018 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Smallingerland houdende regels omtrent beschermd wonen en opvang Beleidsregels beschermd wonen en Opvang

Vastgesteld door het college van de gemeente Smallingerland op 6 maart 2018.

Artikel 1 Beschermd Wonen

Om te bepalen of Beschermd Wonen voor de bewoner toegankelijk en passend is worden, naast het algemene afwegingskader van de Wmo, de volgende aspecten getoetst en/of gewogen:

  • 1.

    aard van de beperking:

    De bewoner heeft een psychiatrische problematiek, waardoor hij niet meer in staat is tot zelfstandig wonen, dan wel hierbij toezicht en intensieve begeleiding nodig heeft, en (nog) onvoldoende regie heeft op alle of het merendeel van de leefdomeinen van de ZRM. De psychiatrische problematiek dient vastgesteld te zijn door een daartoe bevoegd deskundige die onafhankelijk van het zorgaanbod een diagnose gesteld heeft die bij een eerste aanvraag niet ouder is dan twee jaar.

  • 2.

    vorm van ondersteuning:

    Beschermd Wonen kan zowel intramuraal als thuis worden geboden. a. Intramuraal Beschermd Wonen wordt geboden aan de bewoner die vanwege zijn psychiatrische problematiek niet in staat is om zelfstandig te wonen. De bewoner heeft permanent toezicht nodig om escalatie van de problematiek te voorkomen en/of is niet voldoende in staat om tijdig zijn eigen zorgvraag te signaleren. b. Beschermd Wonen in de thuissituatie noemen we ThuisPLUS. Deze ondersteuningsvorm bestaat uit een combinatie van begeleiding, 24-uurs bereikbaarheid en waar nodig beschikbaarheid en logeermogelijkheid (tijdelijk verblijf).

    Dit is een vorm van ondersteuning voor de bewoner met een psychiatrische problematiek die zelfstandig woont en voldoende zelfredzaam is om zonder 24-uurs directe aanwezigheid van de zorgaanbieder te functioneren. De bewoner is echter onvoldoende zelfredzaam om met enkel geplande ondersteuning thuis te wonen met inzet van lokale ondersteuning, die niet 24/7 ondersteuning biedt en maar voor een beperkt aantal uren beschikbaar is.

  • 3.

    hoofdverblijf:

    Beschermd Wonen (Intramuraal en ThuisPLUS) wordt vanuit de centrumgemeente Leeuwarden geboden aan alle bewoners die hun hoofdverblijf in Friesland hebben. Beschermd Wonen is een landelijk toegankelijke voorziening, dat betekent dat personen in principe te allen tijde gebruik kunnen maken van de voorziening. Uitgangspunt is dat personen zo veel mogelijk uit de eigen regio Friesland, dan wel Groningen of Drenthe komen. Indien een persoon geen binding met de regio Friesland heeft, wordt in samenspraak tussen de persoon, zorgaanbieder en het betrokken sociaal wijkteam gezocht naar mogelijkheden om de persoon te plaatsen in een voorziening voor Beschermd Wonen in de regio van herkomst of de regio waar de persoon een sociaal netwerk heeft.

  • 4.

    voorliggende voorziening:

    • a.

      Zorgverzekeringswet: Indien er sprake is van een noodzaak tot behandeling die integraal onderdeel is van het wonen of bij gevaren voor de bewoner en/of zijn omgeving geldt dat er aanspraak bestaat op verblijf vanuit de Zorgverzekeringwet.

    • b.

      Wet Langdurige Zorg: Indien er, naast psychiatrische problematiek, sprake is bijkomende problematiek zoals een verstandelijke beperking en een behoefte aan levenslange beschermende woonomgeving worden eerst de mogelijkheden voor ondersteuning vanuit de Wet langdurige zorg onderzocht. Vanaf 2015 geldt dat instroom in de Wet langdurige zorg alleen mogelijk is indien een andere beperking dan de psychische beperking de boventoon voert.

    • c.

      Thuisondersteuning: een vorm van Thuisondersteuning is voorliggend op de maatwerkvoorziening Beschermd wonen (Intramuraal en ThuisPLUS).

  • 5.

    planbaarheid van de ondersteuning:

    • a.

      Intramuraal Beschermd Wonen: Er is continu toezicht en ondersteuning in nabijheid nodig, zowel gepland als ongepland. Bij Intramuraal Beschermd Wonen kan indien nodig 24 uur per dag een beroep worden gedaan op de begeleiding en is 24 uur per dag zowel planbare als onplanbare zorg beschikbaar.

    • b.

      ThuisPLUS: Er zijn meerdere geplande en ongeplande ondersteuningsmomenten per dag nodig, zowel binnen kantoortijden als buiten kantoortijden. De ondersteuning wordt zowel gevraagd als ongevraagd geboden (toezicht), vanuit een signalerende rol. De ondersteuning binnen ThuisPLUS kan 24 uur per dag, 7 dagen per week op geplande, ongeplande en ongevraagde momenten geboden worden.

  • 6.

    zwaarte van de ondersteuning:

    Om te bepalen welk vorm van Beschermd Wonen passend is wordt gekeken naar de benodigde zwaarte van de ondersteuning. De volgende vormen worden hierbij onderscheiden:

    • a.

      ThuisPLUS – Intensiteit A – duurzaam/stabilisatie:

      Voor de bewoner die redelijk zelfredzaam is en met name behoefte heeft aan de mogelijkheid tot het vragen van ondersteuning op ongeplande momenten 24 uur per dag, kan de lichtere vorm van ThuisPLUS worden ingezet. Duidelijk moet zijn dat de inzet van lokale thuisondersteuning (op geplande momenten en een beperkte aantal uur per week) onvoldoende is om iemand nog thuis te kunnen laten wonen. De doelen die binnen deze intensiteit samen met de bewoner worden afgesproken komen terug in het geïntegreerde ondersteuningsplan en het daaruit voortvloeiende zorgplan.

    • b.

      ThuisPLUS- Intensiteit B – training:

      Wanneer de nadruk ligt op het trainen van het aanleren van specifieke vaardigheden kan een korte periode (gemiddeld 1 jaar) ThuisPLUS worden geïntensiveerd. Het gaat om vaardigheden die noodzakelijk zijn om zelfstandig een huishouden te kunnen voeren en om maatschappelijk te kunnen participeren. De doelen die binnen deze intensiteit samen met de bewoner worden afgesproken komen terug in het geïntegreerde ondersteuningsplan en het daaruit voortvloeiende zorgplan.

    • c.

      Intramuraal Beschermd Wonen – pakket A – duurzaam: basis

      Beschermd Wonen met intensieve begeleiding. De bewoner heeft vanwege een psychiatrische aandoening intensieve begeleiding nodig. De bewoner heeft een veilige, weinig eisende en prikkelarme woonomgeving nodig die bescherming, stabiliteit en structuur biedt. De begeleiding is met name gericht op het omgaan met de door het psychiatrische ziektebeeld veroorzaakte beperkingen (stabilisatie).

    • d.

      Intramuraal Beschermd Wonen – pakket B – training

      Beschermd Wonen met intensieve training. De bewoner heeft vanwege een psychiatrische aandoening intensieve begeleiding nodig. De bewoner heeft dagelijks structuur en toezicht nodig. Er is bij de bewoner veel aandacht nodig voor het aanleren van vaardigheden om weer zelfstandig te kunnen gaan wonen. Gemiddeld duurt de inzet van dit pakket 1,5 tot 2 jaar. Wanneer er sprake is van stabiliseren en beperkte training is dit pakket niet passend.

    • e.

      Intramuraal Beschermd Wonen – pakket C - gedrag

      Beschermd Wonen met intensieve begeleiding en gedragsregulering. De bewoner heeft door een complexe psychiatrische aandoening gedurende een langere periode intensieve zorg en intensieve begeleiding nodig. De nadruk in dit pakket ligt op het stabiliseren/stabiel houden van de situatie van de bewoner.

      De bewoner heeft ernstige gedragsproblematiek die continu gereguleerd moet worden. Dat betekent dat de bewoner zelfverwondend of beschadigend gedrag vertoont danwel destructief en/of agressief naar hun omgeving is. Er is ondersteuning en overname van taken op alle levensterreinen nodig. De bewoner is nauwelijks in staat sociale relaties te onderhouden en de dag in te vullen. Tot deelname aan het maatschappelijk leven is de bewoner niet in staat, noch geïnteresseerd.

    • f.

      Intramuraal Beschermd Wonen – pakket D – somatiek

      Beschermd Wonen met intensieve begeleiding en intensieve verpleging en verzorging. De bewoner heeft vanwege een complexe psychiatrische aandoening, in combinatie met een somatische / lichamelijke aandoening gedurende een langere periode intensieve begeleiding en zorg nodig. De nadruk in dit pakket ligt op het stabiliseren/stabiel houden van de situatie van de bewoner en soms op het voorkomen van achteruitgang. Vanwege de beperkingen van de bewoner moet de woonomgeving zijn aangepast, bijvoorbeeld rolstoeltoegankelijk. Ook wordt er intensieve persoonlijke verzorging en verpleging geboden. Dit betreft handelingen die samenhangen met de aard van de problematiek waarvoor de cliënt verblijft. Wanneer sprake is van een grote hoeveelheid persoonlijke verzorging/verpleging in verband met een 'reguliere' aandoening die mensen die thuis wonen ook kunnen hebben, is er sprake van de Zorgverzekeringswet als voorliggende voorziening voor de persoonlijke verzorging en verpleging. Er is veelal overname van taken op alle levensterreinen nodig.

      De bewoner is nauwelijks in staat sociale relaties te onderhouden en de dag in te vullen. Tot deelname aan het maatschappelijk leven is de bewoner niet in staat, noch geïnteresseerd.

    • g.

      Module Dagbesteding:

      Voor de bewoner die vanwege zijn beperkingen niet of niet meer (vrijwilligers)werk kan verrichten of gebruik kan maken van onderwijs, kan de module dagbesteding worden toegevoegd aan ThuisPLUS of Intramuraal Beschermd Wonen. Ook binnen de dagbesteding moet gewerkt worden aan het groeipotentieel van de bewoner. Het sociaal wijkteam maakt hiervoor samen met de bewoner een plan met doelstellingen. Samen met de zorgaanbieder voor ThuisPLUS of Intramuraal Beschermd Wonen wordt een passend aanbod gezocht. De zorgaanbieder van ThuisPLUS of Intramuraal Beschermd Wonen draagt (als hoofdaannemer, eventueel met inschakeling van een onderaannemer) zorg voor de levering van de module Dagbesteding.

      Wanneer de bewoner niet in staat is zelfstandig te reizen en wanneer geen gebruik kan worden gemaakt van een andere of voorliggende voorziening, kan vervoer naar dagbesteding en terug aan de bewoner worden toegewezen.

    • h.

      Module Logeren:

      De bewoner die, naast de ondersteuning vanuit ThuisPLUS, vanwege een dreigende achteruitgang tijdelijk behoefte heeft aan een intramurale gestructureerde beschermde woonsetting kan met de module Logeren maximaal 14 aaneengesloten dagen elders verblijven. Het doel van het logeren is om even op adem te komen en uit de eigen omgeving te zijn. Daarmee kunnen nieuwe inzichten bij de bewoner en zorgaanbieder ontstaan en wordt (weer) structuur aangebracht in het dagelijks leven. Dit draagt eraan bij dat het verblijf in de thuissituatie daarna weer mogelijk is. De zorgaanbieder van ThuisPLUS draagt (als hoofdaannemer, eventueel met inschakeling van een onderaannemer) zorg voor de levering van de module logeren.

      De behoefte vanuit mantelzorgers aan respijtzorg valt niet onder de module Logeren.

    • i.

      Module Verblijf kind bij ouder:

      Het verblijf van een of meer kinderen bij de ouder in Intramuraal Beschermd Wonen brengt voor de zorgaanbieder vaak meerkosten met zich mee die niet zijn voorzien in de tarieven die zijn vastgesteld. Het gaat daarbij om meerkosten op het gebied van huisvesting, facilitaire verzorging en in sommige gevallen nog enige basale ondersteuning (ADL) van het kind, voor zover de ouder daar onvoldoende toe in staat is, ondanks de ondersteuning door de zorgaanbieder. Als tegemoetkoming in de meerkosten is de module Verblijf kind bij ouder. Het tarief wordt gerekend per kind dat bij de ouder in Intramuraal Beschermd Wonen verblijft..

      Deze module is niet van toepassing voor ThuisPLUS en Intramuraal Beschermd Wonen dat middels een PGB is verstrekt. De verblijfskosten zijn dan voor de bewoner zelf.

Artikel 2 Opvang

Om te bepalen of Opvang voor de bewoner toegankelijk en passend is worden, naast het Algemene toetsings- en afwegingskader, de volgende aspecten getoetst en/of gewogen:

  • 1.

    aard beperking: de persoon is niet in staat zich te handhaven in de samenleving of heeft te maken met geweld in een afhankelijkheidsrelatie. Opvang is geen passende voorziening, indien er sprake is van:

    • a.

      Een fysieke of zintuigelijke beperking, waardoor een voorziening voor Opvang niet of onvoldoende toegankelijk is.

    • b.

      Een verslaving of psychiatrische problematiek, die niet door de voorziening voor Opvang begeleid kan worden en/of belastend is voor het samenwonen binnen de voorziening.

    • c.

      Een ernstig verstandelijk beperking, die niet door een voorziening voor Opvang adequaat begeleid kan worden.

    • d.

      De persoon ondersteuning nodig heeft bij het uitvoeren van elementaire activiteiten, zoals persoonlijke verzorging en basale huishoudelijke taken. Toegang tot een voorziening voor Opvang kan worden geweigerd wanneer een persoon zich (na toegang tot de voorziening) niet houdt aan de huisregels van een voorziening.

  • 2.

    doel van de ondersteuning: Het bieden van een tijdelijk en veilig verblijf aan personen die nergens anders terecht kunnen en die gebaat zijn bij tijdelijke ondersteuning voor het zoeken naar een duurzame oplossing op alle leefgebieden (ZRM-domeinen).

  • 3.

    hoofdverblijf: Opvang is een landelijk toegankelijke voorziening, dat betekent dat iedereen te allen tijde gebruik kunnen maken van de voorziening. De persoon dient wel te beschikken over de Nederlandse nationaliteit of houdt als vreemdeling rechtmatig verblijf in Nederland in de zin van artikel 8, onder a tot en met e en l, van de Vreemdelingenwet 2000. De gemeente van aanmelding verzorgt de eerste opvang en bepaalt vervolgens in overleg met de persoon in welke plaats een individueel vervolgtraject het meest kansrijk is.

    Om te bepalen bij welke regio de kans op een succesvol traject voor de persoon het grootst is, worden de volgende aspecten gewogen:

    • a.

      De persoon heeft gedurende drie jaar voorafgaand aan het moment van aanmelding minimaal twee jaar aantoonbaar zijn of haar hoofdverblijf in de regio gehad. Dit moet blijken uit inschrijving in Basis Registratie Personen (BPR) of het bekend en geregistreerd zijn bij de zorginstellingen.

    • b.

      De aanwezigheid van een positief sociaal netwerk (familie en vrienden) in de regio.

    • c.

      Bekendheid bij de zorgaanbieders of Maatschappelijke Opvanginstellingen in de regio.

    • d.

      Bekendheid bij de politie in de regio.

    • e.

      Geboorteplaats.

    • f.

      Redenen om de persoon uit zijn oude sociale netwerk te halen.

    • g.

      Redenen van de persoon om in een bepaalde gemeente/regio te worden opgevangen. In de drie noordelijke provincies is afgesproken dak- of thuislozen onderling niet door te verwijzen. Vanwege het landelijke karakter van de zorgaanbieder Fier Fryslân, voor anonieme opvang bij geweld in afhankelijkheidsrelaties, geldt hiervoor genoemde voorwaarde voor regiobinding niet.

  • 4.

    Vorm van ondersteuning: Om te bepalen welk vorm van ondersteuning binnen Opvang nodig is, wordt het volgende onderscheid gemaakt:

    • a.

      Vrouwenopvang

    • b.

      Maatschappelijke opvang. Hieronder valt nachtopvang, dagopvang, huis voor jongeren, crisisopvang, begeleid wonen en algemene opvang.

  • 5.

    voorliggende voorziening: Binnen Opvang wordt onderscheid gemaakt in algemene voorzieningen en maatwerkvoorzieningen. De algemene voorzieningen zijn voorliggend op maatwerkvoorzieningen.

De algemene voorzieningen in de gemeente zijn vrij toegankelijk voor iedereen met (dreigende) dak- of thuisloosheid, waarbij de zorgaanbieder toetst of de bewoner tot de doelgroep behoort.

Deze beleidsregels zijn ingegaan op 1 januari 2018