Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Smallingerland houdende regels omtrent bezwaarschriften Regeling behandeling bezwaarschriften rechtspositionele en personele aangelegenheden

Geldend van 03-08-2018 t/m heden

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Smallingerland houdende regels omtrent bezwaarschriften Regeling behandeling bezwaarschriften rechtspositionele en personele aangelegenheden

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder

  • a.

    ambtenaar: de ambtenaar ingevolge artikel 1:1, lid 1, sub a, van de Collectieve Arbeidsvoorwaarden Regeling/Uitwerkingsovereenkomst (CAR/UWO);

  • b.

    verwerend orgaan: het college van burgemeester en wethouders;

  • c.

    commissie: vaste commissie van advies voor het behandelen van bezwaarschriften rechtspositionele en personele aangelegenheden;

  • d.

    wet: de Algemene wet bestuursrecht.

Hoofdstuk 2 Behandeling van de bezwaarschriften

Paragraaf 1 De Commissie

Artikel 2 Inleidende bepaling

1. Er is een commissie die het bestuursorgaan adviseert over de te nemen beslissing op bezwaarschriften met betrekking tot de rechtspositionele en personele aangelegenheden van personeel dat werkzaam is bij het gemeentelijk bestuursorgaan, die bij dat bestuursorgaan zijn.

2. Van het bepaalde in het eerste lid zijn uitgesloten bezwaarschriften die betrekking hebben op de rechtspositie van de leden van een gemeentelijk bestuursorgaan.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter en twee leden.

  • 2. Het college kan plaatsvervangende leden benoemen.

  • 3. De voorzitter, de leden en de plaatsvervangende leden worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 4. Eén van de te benoemen leden voor de commissie wordt benoemd op voordracht van het college van burgemeester en wethouders. Eén van de te benoemen leden voor de commissie wordt benoemd op voordracht van de in de commissie voor georganiseerd overleg (GO) vertegenwoordigende ambtenarenorganisaties. De voorzitter van de Rechtspositionele- en personele Kamer wordt benoemd op voordracht van de twee leden.

  • 5. De voorzitter, de leden en de plaatsvervangende leden maken geen deel uit van en zijn niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de gemeente Smallingerland.

  • 6. De voorzitter, de leden en de plaatsvervangende leden van de commissie regelen de vervanging van de voorzitter.

Artikel 4 De secretaris

  • 1. Het secretariaat van de commissie wordt bekleed door een door burgemeester en wethouders aan te wijzen functionaris.

  • 2. De secretaris is in de uitoefening van zijn functie uitsluitend verantwoording schuldig aan de commissie.

Artikel 5 Zittingsduur

  • 1. De voorzitter en de leden van de commissie worden benoemd voor een termijn van vier jaren, welke termijn telkens met vier jaren kan worden verlengd.

  • 2. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op ieder moment ontslag nemen.

  • 3. De aftredende voorzitter en de leden blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Paragraaf 2 Procedure

Artikel 6 Ingediend bezwaarschrift

  • 1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken worden zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

  • 3. Bij het bericht van ontvangst als bedoeld in artikel 6:14 van de wet wordt vermeld dat een onafhankelijke commissie over het bezwaar zal adviseren.

Artikel 7 Uitoefening bevoegdheden

Voor de toepassing van deze verordening oefent de voorzitter van de commissie de volgende bevoegdheden uit:

  • a.

    Het verlangen van een machtiging als bedoeld in artikel 2:1, tweede lid van de wet;

  • b.

    Het bieden van de gelegenheid tot het herstellen van een verzuim als bedoeld in artikel 6:6 van de wet;

  • c.

    Het toezenden van stukken als bedoeld in artikel 6:17 van de wet aan een gemachtigde tijdens de behandeling door de commissie;

  • d.

    Het afzien van het horen als bedoeld in artikel 7:3 van de wet;

  • e.

    Het ter inzage leggen van stukken als bedoeld in artikel 7:4 van de wet.

Artikel 8 Vooronderzoek

  • 1. Het verwerend orgaan is verplicht aan de commissie alle stukken te overleggen die betrekking hebben op de zaak die onderwerp is van het bezwaarschrift.

  • 2. De voorzitter van de commissie kan in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift rechtstreeks alle gewenste inlichtingen inwinnen of laten inwinnen.

  • 3. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe in de zitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden is vooraf machtiging van het college van burgemeester en wethouders vereist.

Artikel 9 Hoorzitting

  • 1. De voorzitter bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 2. De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de wet.

  • 3. Indien de voorzitter van de kamer op grond van het tweede lid besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.

  • 4. De voorzitter ziet erop toe dat tijdig al hetgeen op basis van het bepaalde in artikel 7:4 van de wet aan de commissie is kenbaar gemaakt, bekend is bij alle betrokken partijen.

Artikel 10 Uitnodiging zitting

  • 1. De voorzitter nodigt de belanghebbende en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk uit. In overleg kan hier van worden afgeweken.

  • 2. Binnen drie dagen na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3. De beslissing van de voorzitter op een verzoek als bedoeld in het tweede lid wordt zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval één week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen als genoemd in het eerste, tweede en derde lid.

Artikel 11 Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist dat de voorzitter dan wel zijn plaatsvervanger en twee leden aanwezig zijn.

Artikel 12 Niet deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij partijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 13 Niet openbaarheid zitting

De zitting van de commissie is niet openbaar.

Artikel 14 Schriftelijke verslaglegging

  • 1. Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de wet vermeldt de namen en hoedanigheden van de aanwezigen.

  • 2. Het verslag houdt een korte vermelding in van hetgeen over en weer is gezegd en overigens ter zitting is voorgevallen.

  • 3. Indien de belanghebbende en zijn gemachtigde niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord maakt het verslag hiervan melding.

  • 4. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

  • 5. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 15 Nader onderzoek

  • 1. Indien na afloop van de zitting, maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de commissie dit onderzoek doen.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbende toegezonden.

  • 3. De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbende kunnen binnen een week na verzending van de in het eerste lid bedoelde nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op een dergelijk verzoek.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting als bedoeld in het derde lid, zijn de bepalingen in deze regeling, die betrekking hebben op de hoorzitting zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 16 Raadkamer en advies

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

  • 3. Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt, indien die minderheid dat verlangt.

  • 4. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 5. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 17 Uitbrengen advies en verdaging

  • 1. Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 14 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2. Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van 12 weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, van de wet, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het verwerend orgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3. Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbende een afschrift.

Artikel 18 Bekendmaking van de beslissing op bezwaar

De commissie ontvangt een afschrift van de bekendmaking van de beslissing op bezwaar.

Artikel 19 Geheimhouding

De leden van de commissie zijn verplicht tot geheimhouding van al hetgeen hen bij de uitoefening van hun lidmaatschap ter kennis komt, voor zover het belang van de ambtenaar dit vereist.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 20 Inwerkingtreding

Deze Regeling treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van haar bekendmaking op de wijze als bedoeld in artikel 139 Gemeentewet.

Artikel 21 Citeerartikel

Deze Regeling kan worden aangehaald als “Regeling behandeling bezwaarschriften rechtspositionele en personele aangelegenheden”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders

van de gemeente Smallingerland d.d. 11 juli 2018.

Secretaris,

J. Mulder

Burgemeester

T. van Mourik