Verordening geurhinder en veehouderij

Geldend van 24-03-2010 t/m heden

Intitulé

Verordening geurhinder en veehouderij

Kenmerk AZ/661742

Nummer RB 09-51 Agendapunt

De raad der gemeente Soest;

gelet op artikel 6 van de Wet geurhinder en veehouderij;

gelet op de door hen bij besluit van 29 oktober 2009 vastgestelde gebiedsvisie als bedoeld in artikel 8 van de Wet geurhinder en veehouderij;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23 september, nr. RV 09-51;

b e s l u i t:

vast te stellen de volgende verordening houdende regels met betrekking tot beslissingen inzake vergunningen krachtens de Wet milieubeheer voor veehouderijen, voor zover het betreft geurhinder vanwege tot die veehouderijen behorende dierverblijven:

de Verordening geurhinder en veehouderij.

Artikel 1: Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

veehouderij: inrichting die tot een krachtens artikel 1.1, derde lid, van de Wet milieubeheer aangewezen categorie behoort en is bestemd voor het fokken, mesten, houden, verhandelen, verladen of wegen van dieren.

Wet: de Wet geurhinder en veehouderij.

Artikel 2: Andere waarden voor de afstanden

In de bebouwde kom van de gemeente Soest, geldt de volgende andere afstand:

a.Op grond van artikel 6, lid 3 van de Wet en in afwijking van artikel 4, lid 1 van de Wet bedraagt de afstand tussen een veehouderij waar dieren worden gehouden van een diercategorie waarvoor niet bij ministeriële regeling een geuremissiefactor is vastgesteld, en een geurgevoelig object ten minste 50 meter voorzover dit betrekking heeft op bedrijven met maximaal 50 stuks dieren waarvoor vaste afstanden gelden.

In het buitengebied van de gemeente Soest, gelden de volgende andere afstanden.

  • b.

    Op grond van artikel 6, lid 3 van de Wet en in afwijking van artikel 4, lid 1 van de Wet bedraagt de afstand tussen een veehouderij waar dieren worden gehouden van een diercategorie waarvoor niet bij ministeriële regeling een geuremissiefactor is vastgesteld, en een geurgevoelig object ten minste 25 meter voorzover dit betrekking heeft op bedrijven met maximaal 100 stuks dieren waarvoor vaste afstanden gelden.

  • c.

    Op grond van artikel 6, lid 3 van de Wet en in afwijking van artikel 4, lid 1 van de Wet bedraagt de afstand tussen een veehouderij waar dieren worden gehouden van een diercategorie waarvoor niet bij ministeriële regeling een geuremissiefactor is vastgesteld, en een geurgevoelig object dat onderdeel uitmaakt van een andere veehouderij, of dat op of na 19 maart 2000 heeft opgehouden deel ui te maken van een andere veehouderij, ten minste 25 meter.

Artikel 3: Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking zes weken na bekendmaking.

Artikel 4: Citeertitel

Deze verordening kan aangehaald worden als de “Verordening geurhinder en veehouderij”.

Ondertekening

Soest, 29 oktober 2009
de raad voornoemd,
de griffier, de voorzitter,
M.van Vliet MPM AA A. Noordergraaf
__