Regeling vervallen per 19-10-2017

Financiële verordening artikel 212 gemeente Someren 2011

Geldend van 01-01-2011 t/m 18-10-2017

Intitulé

Financiële verordening artikel 212 gemeente Someren 2011

De raad van de gemeente Someren;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Overwegende de noodzaak om regels vast te stellen voor het financieel beleid alsmede regels vast te stellen voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente

gelet op

artikel 212 van de gemeentewet

besluit:

vast te stellen de navolgende verordening financiële verordening artikel 212 gemeente Someren 2011

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1

    Administratie:

  • Het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Someren en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

  • 2

    Administratieve organisatie:

  • Het stelsel van organisatorische maatregelen gericht op het tot stand brengen en het in stand houden van de goede werking van de bestuurlijke en ambtelijke informatieverzorging ten behoeve van de verantwoordelijke leiding.

  • 3.

    Financiële administratie:

  • Het onderdeel van de administratie dat omvat het systematisch maken en verwerken van aantekeningen betreffende de financiële gegevens van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Someren, teneinde te komen tot een goed inzicht in:

    • 1.

      de financieel-economische positie;

    • 2.

      het financiële beheer;

    • 3.

      de uitvoering van de begroting;

    • 4.

      het afwikkelen van vorderingen en schulden;

    • 5.

      alsmede tot het afleggen van rekening en verantwoording daarover.

  • 4.

    Materiële vaste activa met economisch nut:

  • Alle investeringen die bijdragen aan de mogelijkheid middelen te verwerven en/of die verhandelbaar zijn.

  • 5.

    Materiële vaste activa met maatschappelijk nut:

  • Investeringen die geen middelen genereren, maar wel duidelijk een publieke taak vervullen. Het gaat hierbij om investeringen in bijvoorbeeld wegen, water en groenvoorzieningen.

  • 6.

    Rechtmatigheid:

  • Het in overeenstemming zijn met geldende wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen en raadsbesluiten.

  • 7.

    Reserve:

  • Een bedrag dat apart is gezet door de raad, maar waar geen verplichting voor bestaat. Dat geld kan de gemeente vrij besteden.

  • 8.

    Vaste activa:

  • Bezittingen (kapitaalgoederen) die langer dan 1 jaar mee gaan.

  • 9.

    Voorziening:

  • Een voorziening is een apart gezet bedrag voor onvermijdelijke toekomstige uitgaven waarvan tijdstip en omvang niet exact bekend zijn.

Hoofdstuk 1 Begroting en verantwoording

Artikel 2 Begroting

  • 1.

    De raad stelt in ieder geval bij de aanvang van de nieuwe raadsperiode een programma-indeling vast.

  • 2.

    De raad stelt per programma vast:

    • a.

      de beoogde maatschappelijke effecten;

    • b.

      de wijze waarop er naar gestreefd zal worden de maatschappelijke effecten te bereiken;

    • c.

      de baten en lasten;

    • d.

      hoe de begrote bedragen zich verhouden tot de begrote bedragen van het vorige jaar;

    • e.

      prestatie-indicatoren.

  • 3.

    De raad stelt de paragrafen lokale heffingen, weerstandsvermogen, onderhoud kapitaalgoederen, financiering, bedrijfsvoering, verbonden partijen en grondbeleid vast.

  • 4.

    De raad stelt de financiële begroting vast. De financiële begroting bestaat uit een overzicht van baten en lasten en een overzicht van de financiële positie.

  • 5.

    De raad stelt de begroting uiterlijk 13 november voor aanvang van het begrotingsjaar vast.

Artikel 3 Autorisatie begroting en investeringskredieten en begrotingswijzigingen

  • 1.

    Bij de begrotingsbehandeling geeft de raad aan van welke nieuwe investering of stelpost ter dekking van een investeringskrediet hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe investeringen en stelposten worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de financiele positie geautoriseerd. Concretisering van de bij de begrotingsbehandeling vastgestelde nieuwe investeringen en stelposten gebeurt door het college van B&W.

  • 2.

    Het college informeert in ieder geval vooraf de raad wanneer:

    • -

      Het nieuw beleid betreft en hiervoor geen budget/dekking beschikbaar is met een structurele jaarlast die groter is dan € 10.000,--;

    • -

      een investeringskrediet voor nieuw beleid van € 25.000,-- of meer gevraagd wordt.

Artikel 4 Tussentijdse rapportage

  • 1.

    Het college informeert de raad door middel van een tussentijdse rapportage over de realisatie van de begroting van de gemeente;

  • 2.

    De inrichting van de tussentijdse rapportages sluit aan bij de programma-indeling van de begroting.

  • 3.

    De rapportages gaan in op afwijkingen.

  • 4.

    Minimaal 1x per jaar wordt een rapportage aangeboden waarin een overzicht van de financiële positie wordt weergegeven waarbij als de volgende regels worden toegepast:

    • -Alleen

      afwijkingen boven de € 10.000,= of afwijkingen met grote politieke relevantie worden in de tussentijdse rapportages gemeld.

    • -Verschillen

      kleiner dan € 10.000,= worden op een totaal regel vermeld.

  • 5.

    Het college informeert in ieder geval vooraf de raad en neemt pas een besluit, nadat de raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen voor zover het betreft niet bij de begroting vastgestelde afzonderlijke verplichtingen inzake:

    • a.

      aankoop van onroerende zaken waarvan de koopsom per transactie groter is dan € 400.000,--;

    • b.

      verkoop van onroerende (uitgezonderd bouwgronden) waarvan de koopsom per transactie groter is dan € 100.000,--.

Artikel 5 Kadernota

  • 1.

    Het college biedt een nota aan over de kaders en wensen voor het coalitieprogramma.

  • 2.

    In de Kadernota worden het coalitieprogramma meerjarig financieel vertaald. Jaarlijks vindt bijstelling plaats.

  • 3.

    De raad behandelt de kadernota uiterlijk 13 juli.

Artikel 6 Jaarstukken

  • 1.

    Er wordt verantwoording afgelegd over de uitvoering van de programma’s. In de verantwoording zijn de volgende onderdelen opgenomen:

    • a.

      wat is bereikt, hoe de resultaten zich verhouden tot de in de begroting gestelde doelen;

    • b.

      de wijze waarop de maatschappelijke effecten zijn bereikt;

    • c.

      de baten en lasten;

    • d.

      hoe de gerealiseerde bedragen zich verhouden tot de begrote bedragen;

    • e.

      realisatie van de prestatie-indicatoren;

  • 2.

    De raad stelt de jaarstukken uiterlijk 13 juli vast. De raad bepaalt aan de hand van de uitvoering van de programma’s of de beleidsdoelen van de programma’s voor het lopende jaar bijstelling behoeven.

Hoofdstuk 2 Paragrafen

Artikel 7 Paragrafen

  • 1.

    In de begroting worden in afzonderlijke paragrafen de beleidslijnen vastgelegd met betrekking tot relevante beheersmatige aspecten, alsmede tot de lokale heffingen.

  • 2.

    De begroting bevat ten minste de volgende paragrafen:

    • a.

      lokale heffingen;

    • b.

      weerstandsvermogen;

    • c.

      bedrijfsvoering;

    • d.

      grondbeleid;

    • e.

      onderhoud kapitaalgoederen;

    • f.

      financiering;

    • g.

      verbonden partijen.

Artikel 8 Lokale heffingen

De paragraaf betreffende de lokale heffingen bevat ten minste:

  • a.

    de geraamde inkomsten;

  • b.

    het beleid ten aanzien van de lokale heffingen;

  • c.

    een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen;

  • d.

    een aanduiding van de lokale lastendruk;

  • e.

    een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid;

  • f.

    overzicht van de tarieven;

  • g.

    kostendekkendheid leges.

Van de onderdelen a, d, f en g wordt een meerjarenoverzicht (3 jaren) gepresenteerd.

Artikel 9 Weerstandsvermogen

  • 1.

    Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen:

    • a.

      de weerstandscapaciteit, zijnde de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken

    • b.

      alle risico's waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie.

  • 2.

    De paragraaf betreffende het weerstandsvermogen bevat ten minste:

    • a.

      een inventarisatie van de weerstandscapaciteit;

    • b.

      een (zo concreet mogelijke) inventarisatie van de risico’s;

    • c.

      een waardering van de weerstandscapaciteit;

    • d.

      het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s.

Artikel 10 Bedrijfsvoering

De paragraaf betreffende de bedrijfsvoering geeft ten minste inzicht in de stand van zaken

en de beleidsvoornemens ten aanzien van de bedrijfsvoering.

Artikel 11 Grondbeleid

De paragraaf betreffende het grondbeleid bevat ten minste:

  • a.

    een visie op het grondbeleid in relatie tot de realisatie van de doelstellingen van de programma’s die zijn opgenomen in de begroting;

  • b.

    een aanduiding van de wijze waarop de gemeente het grondbeleid uitvoert;

  • c.

    een actuele prognose van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitatie;

  • d.

    een onderbouwing van de geraamde winstneming;

  • e.

    de beleidsuitgangspunten omtrent de reserves voor grondzaken in relatie tot de risico’s van de grondzaken.

Artikel 12 Onderhoud van kapitaalgoederen

  • 1.

    De paragraaf betreffende het onderhoud van kapitaalgoederen bevat ten minste de volgende kapitaalgoederen:

    • a.

      wegen;

    • b.

      riolering;

    • c.

      water;

    • d.

      groen;

    • e.

      gebouwen.

  • 2.

    Van de kapitaalgoederen, bedoeld in het eerste lid, wordt aangegeven:

    • a.

      het beleidskader;

    • b.

      de uit het beleidskader voortvloeiende financiële consequenties;

    • c.

      de vertaling van de financiële consequenties in de begroting.

Artikel 13 Financiering

De paragraaf betreffende de financiering bevat in ieder geval de beleidsvoornemens ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille en een overzicht van opgenomen geldleningen en uitgezette deposito’s.

Artikel 14 Verbonden partijen

De paragraaf betreffende de verbonden partijen bevat ten minste:

  • a.

    de visie op verbonden partijen in relatie tot de realisatie van de doelstellingen die zijnopgenomen in de begroting;

  • b.

    de beleidsvoornemens omtrent verbonden partijen;

  • c.

    de bijdragen aan de verbonden partijen.

Hoofdstuk 3 Financieel beleid

Artikel 15 Vaste activa

Het college biedt de raad een nota vaste activa aan ter vaststelling. De nota behandelt:

  • a.

    De soorten van vaste activa (immateriële, materiële en financiële vaste activa);

  • b.

    De regels voor activering, waardering en afschrijving van vaste activa;

  • c.

    De afschrijvingstermijnen.

Artikel 16 Reserves en Voorzieningen

Het college biedt de raad een nota reserves en voorzieningen aan. De raad stelt de nota vast. De nota behandelt:

  • a.

    De vorming en besteding van reserves en voorzieningen;

  • b.

    De toerekening van rente over reserves en voorzieningen;

  • c.

    Rapportage over reserves en voorzieningen in P&C cyclus.

Artikel 17: Financieringsfunctie / Treasury

  • 1.

    De treasuryfunctie van de gemeente dient tot:

    • a.

      Het verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities;

    • b.

      Het beschermen van het gemeentelijke vermogen tegen ongewenste financiële risico’s zoals renterisico’s, koersrisico’s, kredietrisico’s, valutarisico’s en liquiditeitsrisico’s;

    • c.

      Het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities;

    • d.

      Het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van de Wet Fido, aanvullende regelgeving en respectievelijk de limieten en richtlijnen van dit treasurystatuut.

  • 2.

    Het college neemt bij de uitvoering van de financieringsfunctie de richtlijnen in acht welke zijn vastgelegd in het Treasurystatuut 2010 zoals in werking getreden met ingang van 1 januari 2010.

Artikel 18 Kostprijsberekening

  • 1.

    Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van producten en diensten van de gemeente Someren wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen die indirecte kosten meegenomen, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.

  • 2.

    Bij de indirecte kosten worden betrokken de bijdragen aan reserves voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en voor rioolrechten en afvalstoffenheffing de compensabele BTW.

  • 3.

    De rekenrente voor de rentetoerekening van de kapitaallasten wordt jaarlijks bij de uitgangspunten van de begroting vastgesteld.

Hoofdstuk 4 Financieel beheer en interne organisatie

Artikel 19 Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:

  • a.

    het sturen en beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in de afdelingen;

  • b.

    het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen, schulden, contracten enzovoorts;

  • c.

    het verschaffen van informatie

    • -

      over budgetten, investeringen, reserves, voorzieningen;

    • -

      voor het maken van kostencalculaties.

  • d.

    het verschaffen van informatie over indicatoren met betrekking tot de gemeentelijke productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijk beleid;

  • e.

    het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving;

  • f.

    de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.

Artikel 20 Interne controle

Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

Artikel 21 Financiële administratie

Het college draagt er zorg voor dat:

  • a.

    de inrichting en de werking van de financiële administratie voldoet aan het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en andere relevante wet- en regelgeving;

  • b.

    de vereiste informatie verstrekt wordt aan het rijk, de provincie en de Europese Unie, alsmede aan andere instellingen die specifieke verantwoordingsverplichtingen opleggen aan gemeenten.

Hoofdstuk 5 Financiële organisatie

Artikel 22 Financiële organisatie

Het college zorgt voor en legt vast:

  • a.

    een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidige toewijzing van de gemeentelijke taken aan de afdelingen;

  • b.

    een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;

  • c.

    de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

  • d.

    de regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie;

  • e.

    de kostenverdeelsleutels voor het eenduidig toewijzen van de lasten en baten aan de producten van de productraming en de productrealisatie;

  • f.

    de te maken afspraken met de afdelingen over de te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten en uitputting van middelen.

Artikel 23 Aanbesteding en inkoop

Het college draagt de zorg voor en legt (in een besluit) vast de interne regels (protocol) voor de inkoop en aanbesteding van werken en diensten. De regels waarborgen dat wordt gehandeld in overeenstemming met de regels ter zake van de Europese Unie.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 24 Hardheidsclausule

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening;

  • 2.

    In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 25 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: Financiële verordening artikel 212 gemeente Someren 2011

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking per 1 januari 2011 met dien verstande dat de begroting, de jaarstukken, de uitvoeringsinformatie en de informatie voor derden en de daarbij behorende toelichtingen met ingang van de begroting voor het begrotingsjaar 2011 voldoen aan de bepalingen van deze verordening.

  • 3.

    Op hetzelfde moment komt de Financiële verordening artikel 212 gemeente Someren, zoals vastgesteld bij besluit van 27 november 2003 te vervallen.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van de raad van de gemeente Someren,
de raadsgriffier, de voorzitter,
J. Laurens Janse-Oostdijk A.P.M. Veltman