Regeling vervallen per 05-07-2012

Minimaverordening Meedoen 2008

Geldend van 15-01-2009 t/m 04-07-2012 met terugwerkende kracht vanaf 01-08-2008

Intitulé

Minimaverordening Meedoen 2008

De raad van de gemeente Someren,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Someren van 7 november 2008

gezien het advies van de participatiecommissie inkomen, werk en zorg

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

BESLUIT:

vast te stellen: Minimaverordening Meedoen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (WWB) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    norminkomen:

  • het inkomen dat op jaarbasis niet meer bedraagt dan 115% van de voor aanvrager geldende bijstandsnorm, als bedoeld in artikel 5 onder c van de Wet werk en bijstand op jaarbasis. Bij de vaststelling van zowel het jaarinkomen als de bijstandsnorm op jaarbasis wordt uitgegaan van inkomen en de van toepassing zijnde bijstandsnorm op het moment van de aanvraag.

  • b.

    vermogen:

  • het vermogen, zoals bedoeld in de Wet werk en bijstand, met als peildatum het moment van de aanvraag.

Artikel 2 Doelstelling

Deze verordening heeft tot doel de inwoners uit de gemeente Someren met een inkomen dat niet meer bedraagt dan het norminkomen (artikel 1 sub a) de mogelijkheid te bieden om voor activiteiten van sportieve, culturele, maatschappelijke en/of educatieve aard een bijdrage te verstrekken die de participatie aan de samenleving bevordert. Extra financiële ondersteuning wordt geboden voor de doelgroep ouders met schoolgaande kinderen.

Hoofdstuk 2 Inkomensondersteunende voorzieningen

Artikel 3 Deelname welzijnsactiviteiten

  • 1.

    Het college verstrekt een bijdrage in de kosten van deelname aan welzijnsactiviteiten, indien wordt voldaan aan de volgende criteria:

    • a.

      de aanvrager is een inwoner van de gemeente Someren, dat wil zeggen staat ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente Someren;

    • b.

      de aanvrager is 18 jaar of ouder, niet zijnde een student;

    • c.

      de aanvrager heeft een inkomen op of onder het norminkomen (artikel 1 sub a);

    • d.

      de aanvrager heeft vermogen beneden het toegestane bescheiden vermogen (artikel 34 WWB).

  • 2.

    De bijdrage in de kosten van deelname aan een of meerdere welzijnsactiviteiten wordt vastgesteld en bepaald op het bedrag van de werkelijk gemaakte kosten tot een maximum van € 125,= per persoon per kalenderjaar.

  • 3.

    Indien er sprake is van een gezin komen zowel beide ouders als de afzonderlijke kinderen tot 18 jaar in aanmerking voor de maximale bijdrage van € 125,=.

  • 4.

    In afwijking van lid 2 wordt de bijdrage voor deelname aan een peuterspeelzaal vastgesteld op maximaal € 325,= per kind, per kalenderjaar.

  • 5.

    De kosten van deelname aan welzijnsactiviteiten die voor een bijdrage in aanmerking komen zijn opgenomen in een bij deze verordening behorende lijst. Deze lijst kan door burgemeester en wethouders worden gewijzigd.

  • 6.

    Bij de aanvraag om een bijdrage voor deelname aan welzijnsactiviteiten dienen op naam gestelde betalingsbewijzen van de gemaakte kosten te worden overgelegd.

Artikel 4 Vergoeding in de scholingskosten voor kinderen in de leeftijd van 4 tot 18 jaar

  • 1.

    Het college verstrekt een vergoeding in de scholingskosten indien wordt voldaan aan de volgende criteria:

    • a.

      de aanvrager is een inwoner van de gemeente Someren, dat wil zeggen staat ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente Someren;

    • b.

      de aanvrager heeft één of meer inwonende kinderen in het basisonderwijs of voortgezet onderwijs in de leeftijd van 4 tot 18 jaar;

    • c.

      de aanvrager heeft een inkomen op of onder het norminkomen (artikel 1 sub a);

    • d.

      de aanvrager heeft vermogen beneden het toegestane bescheiden vermogen (artikel 34 WWB).

  • 2.

    De bijdrage in de scholingskosten voor kinderen wordt vastgesteld op:

    • a.

      €75,00 per kind in het basisonderwijs, per schooljaar;

    • b.

      €150,00 per kind in het voortgezet onderwijs (tot uiterlijk 18 jaar), per schooljaar.

  • 3.

    Verificatie van de daadwerkelijk gemaakte schoolkosten is niet aan de orde. Het betreft een vergoeding aan een bepaalde categorie van personen die in bijzondere omstandigheden verkeert waarvan het aannemelijk is dat zij bepaalde kosten heeft waarin de algemene bijstand niet voorziet en die het norminkomen te boven gaat.

Artikel 5 PC-regeling voor mimimahuishoudens met kinderen in groep 8 van het basisonderwijs en/of kinderen in het voortgezet onderwijs

  • 1.

    Het college verstrekt eenmalig een computer aan de aanvrager indien wordt voldaan aan de volgende criteria:

    • a.

      de aanvrager is een inwoner van de gemeente Someren, dat wil zeggen staat ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente Someren;

    • b.

      de aanvrager heeft één of meerdere inwonende kinderen in groep 8 van het basisonderwijs en/of voortgezet onderwijs;

    • c.

      de aanvrager heeft minimaal 1 jaar een inkomen op of onder het norminkomen (artikel 1 sub a);

    • d.

      de aanvrager heeft vermogen beneden het toegestane bescheiden vermogen (artikel 34 WWB);

    • e.

      de aanvrager heeft niet eerder een vergoeding voor een computer gehad op grond van deze regeling of een andere door de gemeente uitgevoerde regeling.

  • 2.

    De financiële bijdrage voor de aanschaf van een nieuwe computer (inclusief printer) wordt vastgesteld op maximaal €750,=.

Hoofdstuk 3 Aanvraag, onderzoek en beslissing

Artikel 6 Aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag voor een regeling wordt schriftelijk aangevraagd bij het college.

  • 2.

    De hoogte van de bijdrage wordt binnen 8 weken na indiening van de aanvraag door het college vastgesteld.

  • 3.

    Een aanvraag voor een regeling zoals genoemd in artikel 3 (bijdrageregeling) heeft betrekking op de gemaakte kosten in een kalenderjaar. De aanvraag kan tot uiterlijk 1 april van het kalenderjaar volgend op het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft worden ingediend.

  • 4.

    In afwijking van lid 3 wordt bij een aanvraag voor een regeling zoals genoemd in artikel 4 (schoolkostenvergoeding) en artikel 5 (PC-regeling) geen kalenderjaar gehanteerd, maar geldt de vergoeding uitsluitend voor het schooljaar (1 augustus tot 1 augustus) waarin de kosten worden gemaakt. De aanvraag moet worden ingediend in het schooljaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

Artikel 7 Toekenning en vaststelling van de hoogte van de bijdragen

  • 1.

    De voorzieningen zoals genoemd in de artikelen 3, 4 en 5 worden toegekend aan personen die voldoen aan de voorwaarden zoals bedoeld in deze artikelen.

  • 2.

    Als inkomen van aanvrager wordt aangemerkt het werkelijke netto-inkomen zonder enige vrijlating. De middelen zoals genoemd in artikel 31, lid 2, WWB en de langdurigheidstoeslag blijven buiten beschouwing.

  • 3.

    Indien het vermogen van aanvrager meer bedraagt dan het vrij te laten vermogen zoals dat geldt voor de toepassing van Wet werk en bijstand, wordt geen bijdrage verleend. Het vermogen in een eigen woning wordt buiten beschouwing gelaten indien het totaalbedrag van de verleende bijdragen op jaarbasis niet hoger is dan 1 maal de voor belanghebbende geldende bijstandsnorm per maand.

  • 4.

    Indien het inkomen van aanvrager op jaarbasis meer bedraagt dan 115% maar minder dan 120% van het norminkomen zoals bedoeld in artikel 1, wordt 50% van de bijdrage verleend.

  • 5.

    Indien het inkomen van aanvrager op jaarbasis meer bedraagt dan 120 % van het norminkomen zoals bedoeld in artikel 1, wordt geen bijdrage verleend.

Artikel 8 Uitvoerend orgaan

Het college is belast met de uitvoering van deze regeling.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotbepaling

Artikel 9 Overgangsbepaling

Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag voor de bijdrageregeling is ingediend en toegekend op grond van de ‘Verordening bijdrageregeling deelname welzijnsactiviteiten’ bestaat er recht op een aanvullende bijdrage tot maximaal een totaalbedrag van € 125,00 per persoon in kalenderjaar 2008.

Artikel 10 Uitvoeringsregels

Het college kan ter nadere uitvoering van deze verordening uitvoeringsregels vaststellen.

Artikel 11 Hardheidsclausule

In gevallen van zeer bijzondere aard, voorzover toepassing leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard, kan het college afwijken van de bepalingen in deze verordening.

Artikel 12 Terugvordering

De bijdrage die is verstrekt op grond van onjuiste of onvolledig verstrekte inlichtingen wordt teruggevorderd.

Artikel 13 Onvoorziene situaties

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet, neemt het college een beslissing.

Artikel 14 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: ‘Minimaverordening Meedoen’.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking ervan en werkt terug tot 1 augustus 2008.

  • 3.

    Met inwerkingtreding van deze verordening komt de ‘Verordening bijdrageregeling deelname welzijnsactiviteiten 2002’, zoals vastgesteld bij besluit van 27 september 2001, te vervallen.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van de raad van de gemeente Someren,
de raadsgriffier, de voorzitter,
J. Laurens Janse-Oostdijk A.P.M. Veltman

Minimaverordening Meedoen

Algemene toelichting

De ‘Minimaverordening Meedoen 2008’ behoort tot het pakket van gemeentelijke inkomensondersteunende voorzieningen. Deze verordening heeft tot doel de inwoners uit de gemeente Someren met een minimuminkomen de mogelijkheid te bieden om voor activiteiten van sportieve, culturele, maatschappelijke en/of educatieve aard een bijdrage te verstrekken die de participatie aan de samenleving bevordert.

De gemeente Someren biedt minimahuishoudens met schoolgaande kinderen extra ondersteuning, zodat kansarme kinderen mee kunnen doen in de samenleving.

In deze verordening zijn 3 voorzieningen vastgelegd die gericht zijn op meedoen in de samenleving’:

  • 1.

    een bijdrage voor deelname aan welzijnsactiviteiten (sport, cultuur, educatie of andere maatschappelijke activiteiten).

  • 2.

    een vergoeding in de scholingskosten voor kinderen in de leeftijd van 4 tot 18 jaar.

  • 3.

    een eenmalige PC-regeling voor ouders met kinderen in groep 8 van het basisonderwijs en/of kinderen in het voortgezet onderwijs.

De ’Minimaverordening Meedoen’ vervangt de ‘Verordening bijdrageregeling deelname welzijnsactiviteiten’.

Artikelsgewijze toelichting

Deze verordening behoeft geen artikelsgewijze toelichting. De artikelen spreken voor zich.

Wijzigingen verordening per 1-1-2009

1e wijziging

De normen in de bijstand worden uitgedrukt in bedragen netto en inclusief vakantietoeslag. Om een inkomen of andere uitkering te vergelijken met de bijstandsnorm wordt op basis van landelijk rekenregels fictief een netto vakantiegeld bijgeteld.

Bij het berekeningen van aanvullende uitkeringen, draagkrachtberekeing bijzondere bijstand en bij de vaststelling van een langdurigheidstoeslag wordt overal uitgegaan van een bijstandsuitkering inclusief vakantiegeld.

Mede voor het verkrijgen van meer uniformiteit is deze verordeningen op dit punt aangepast.

2e wijziging:

Om de armoedeval tegen te gaan is analoog aan de verordening langdurigheidstoeslag is de mogelijkheid gecreëerd om aan burgers met een inkomen van 115% tot 120% een tegemoetkoming te verstrekken van 50%.