Regeling vervallen per 05-07-2018

Archiefverordening Son en Breugel 2006

Geldend van 11-01-2007 t/m 04-07-2018

Intitulé

Archiefverordening Son en Breugel 2006

De raad van de gemeente Son en Breugel;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 december 2006, bijlage nr. 81 - 2006

 

gelet op artikelen 30, eerste lid, 31, 32, tweede lid van de Archiefwet 1995;

 

BESLUIT:

 

vast te stellen de:

 

archiefverordening Son en Breugel 2006 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1

In deze verordening en de daarop berustende voorschriften wordt verstaan onder:

a. de wet de Archiefwet 1995.

b. het besluit het Archiefbesluit 1995.

c. archiefbescheiden de archiefbescheiden van de organen van de ge­me­ente Son en Breugel.

d. de archiefbewaarplaats de door de regioraad van het Samenwer­kingsverband Regio Eindhoven aan­ge­we­zen ar­chiefbe­waar­plaats ­­­­­.

e. de archivaris de door de regioraad van het Samenwer­kingsverband Regio Eindhoven be­noemde streek­ar­chiva­ris.

f. beheerder(s) degene(n) die ingevolge artikel 3 is/zijn belast met het be­heer van de ar­chiefbe­scheiden, die nog niet naar de archief­bewaar­plaats zijn over­ge­bracht.

g. beheerseenheid een door het college van burge­meester en wethouders als zo­da­nig aan te wijzen organisatieon­derdeel.

h. informatiesysteem systeem­ van documenta­­tie, procedures, apparatuur en pro­gram­ma­tuur, met be­hulp waarvan archiefbescheiden kunnen worden vervaar­digd, bewerkt, verzon­den, ontvan­gen en ge­raadpleegd.

i. gemeenschappelijke regeling Samenwerkingsverband Regio Eindhoven (SRE) 

Hoofdstuk 2

De zorg van het college van burgemeester en wethouders voor de archiefbescheiden die nog niet naar de archiefbewaarplaats zijn overgebracht.

Artikel 2

Het college van burgemeester en wethouders draagt zorg voor het inrichten en instandhou­den van voldoende en doelmatige archief­ruimten.

Artikel 3

Het college van burgemeester en wethouders wijst de beheer­der(s) aan.

Artikel 4

Het college van burgemeester en wethouders draagt zorg voor de aanstelling van voldoende deskundig personeel voor de werk­zaamheden verbonden aan het beheer van de archiefbe­scheiden.

Artikel 5

  • 1 Het college van burgemeester en wethouders draagt er zorg voor, dat de vervaar­di­ging en de bewaring van de archiefbe­scheiden geschiedt op zodanige wijze, dat het behoud van deze bescheiden voldoende is gewaarborgd.

  • 2 Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aan­zien van de ver­vaardiging van bescheiden bestemd voor een overheidsorgaan of andere belanghebbende, van welke bescheiden redelijker­wijze kan worden aangenomen dat zij voor dezen als archiefbescheiden voor blijvende bewaring in aanmer­king komen.

Artikel 6

Het college van burgemeester en wethouders draagt er zorg voor, dat jaarlijks op de gemeentebegroting voldoende midde­len worden geraamd ter bestrij­ding van de kosten die aan de zorg voor de archiefbe­scheiden zijn verbonden.

Artikel 7

Het college van burgemeester en wethouders stelt voor het beheer van de archief­beschei­den die nog niet naar de archief­bewaarplaats zijn overgebracht, voor­schrif­ten vast.

Artikel 8

Het college van burgemeester en wethouders brengt de rapporta­ges welke door de archiva­ris aan hen zijn uitgebracht in verband met het toezicht bedoeld in artikel 32, tweede lid, van de wet, ter kennis van de raad.

Hoofdstuk 3

Toezicht van de archivaris op het beheer van de ar­chiefbeschei­den, die nog niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats.

Artikel 9

De archivaris is bevoegd, ter uitoefening van het hem bij artikel 32, tweede lid, van de wet opge­dragen toezicht, zich onder handha­ving van zijn verant­woordelijkheid te doen ver­van­gen door aan hem onderge­schikte daartoe gekwalificeerde ambte­naren.

Artikel 10

  • 1 De beheerders verstrekken aan de archivaris of aan degene die namens hem met het toezicht is belast, alle bescheiden en inlichtingen die voor een goede vervulling van zijn taak noodzakelijk zijn en verlenen de nodige medewerking om inzicht te verschaffen in de ordening en toeganke­lijkheid van de archief­bescheiden alsmede in de opzet en werking van hulpmid­delen en systemen waarin ar­chiefbe­scheiden zijn opgeno­men.

  • 2 De archivaris en degenen die hem in de uitoefening van het toezicht vervan­gen of bijstaan, hebben met inachtne­ming van de voorschrif­ten ten aanzien van de beveiliging van geheimen, toegang tot de ar­chiefbe­scheiden die nog niet naar de archief­bewaarplaats zijn overgebracht en de ruimten waarin deze zich bevinden.

Artikel 11

De beheerder(s) doet/doen aan de archivaris tijdig mededeling van tenminste het voorne­men tot:

  • a.

    opheffing, samenvoeging of splitsing van een beheerseen­heid of over­dracht van één of meer taken aan een andere beheerseenheid, aan een ander overheidsorgaan of aan een andere rechtspersoon;

  • b.

    bouw, verbouwing, inrichting, of verandering van inrich­ting en ingebruikneming van ruimten als archiefruim­te;

  • c.

    verandering van de plaats van bewaring van niet naar de archiefbe­waarplaats overge­brachte archiefbe­scheiden;

  • d.

    ontwerp, vervanging, aanschaf of invoering van een informatiesys­teem;

  • e.

    voorbereiding, invoering en wijziging van ordeningssys­temen.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 12

Met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verorde­ning vervalt de Archief­verordening gemeente Son en Breugel 1999.

Artikel 13

Deze verordening kan worden aangehaald als Archiefverordening Son en Breugel 2006.Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 20 december 2006.

Toelichting 1 gemeente met archiefdienst in gemeenschappelijke regeling Memorie van toelichting

Bij de meeste archiefdiensten op basis van een gemeenschappelijke regeling blijven de betrokken overheden verantwoordelijk voor de zorg voor de eigen archiefbescheiden; de integratie betreft meestal alleen het beheer van de overgebrachte en het toezicht op het beheer van de niet-overgebrachte archiefbescheiden. In de regel worden de volgende taken en bevoegdheden overgedragen aan het bestuur van de gemeenschappelijke regeling:

- het opheffen van beperkingen aan de openbaarheid (artikel 15, derde lid, Archiefwet 1995);

- het stellen van beperkingen aan de openbaarheid van archiefbescheiden die uit anderen hoofde in de archiefbewaarplaats zijn opgenomen om daar te berusten (artikel 16, tweede lid, Archiefwet 1995);

- de benoeming van de (directeur van de dienst die als) streekarchivaris (gaat functioneren) (artikel 32, derde lid, Archiefwet 1995);

- het aanwijzen van de gemeentelijke archiefbewaarplaatsen (artikel 31 Archiefwet 1995)

- het toezicht op het beheer van de niet naar de archiefbewaarplaats overgebrachte archiefbescheiden (artikel 32, tweede lid, Archiefwet 1995). 

 

Deze model Archiefverordening sluit aan bij de Archiefwet 1995 (Stb. 276 en 277) en het Archiefbesluit 1995 (Stb. 671), en dient door de gemeenteraad te worden vastgesteld op grond van de in de aanhef genoemde artikelen in de Archiefwet 1995.

Zij beschrijft in hoofdzaak de regeling voor de zorg, die het college van burgemeester en wethouders draagt voor de archieven van de gemeentelijke organen. De regeling voor het beheer van de archiefbewaarplaats en het toezicht op het beheer van de archiefbescheiden, die niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats wordt beschreven in de Archiefverordening van de Gemeenschappelijke Regeling waaraan deze taken en bevoegdheden zijn gedelegeerd.

Deze verordening is, evenals wet en besluit, niet alleen van toepassing op klassieke, papieren archiefbescheiden, maar ook op moderne, digitale informatiedragers.

Hoofdstuk II bevat een uitwerking van het begrip "zorg", dat in de Archiefwet 1995 niet wordt gedefinieerd. Wat voldoende en doelmatige archiefruimten zijn (art. 2), is geregeld in het Archiefbesluit 1995.

 

Dit model is aangepast aan de dualisering van de medebewindsbevoegdheden met ingang van 8 maart 2006. Vanaf die datum is niet langer de gemeenteraad bevoegd om de archivaris te benoemen en de archiefbewaarplaats aan te wijzen. Deze bevoegdheden komen dan te berusten bij het College van Burgemeester en Wethouders. Dit heeft onder andere tot gevolg dat het hoofdstuk over de archiefbewaarplaats in de oude verordeningen is overgeheveld naar het Besluit Informatiebeheer.

Verder worden sinds de dualisering van het gemeentebestuur in 2002, gemeentelijke verordeningen ondertekend door de burgemeester en de griffier. Dat is ook in deze versie aangepast.

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1

Begripsbepalingen zijn alleen uit de wet overgenomen als daaraan in deze verordening een meer specifieke betekenis moest worden toegekend.

 

Artikel 2

De ministeriële Regeling bouw en inrichting archiefruimten en archiefbewaarplaatsen (Nederlandse Staatscourant nr. 180 d.d. 18 september 2001, verbeterd in nr. 209 d.d. 29 oktober 2001) stelt op grond van artikel 13, vierde lid, van het Archiefbesluit 1995 vast, aan welke bouwkundige en inrichtingseisen de archiefbewaarplaats en de archiefruimten moeten voldoen.

 

Artikel 3

De aanwijzing van de beheerders is opgenomen in de op grond van artikel 7 te stellen voorschriften: het Besluit Informatiebeheer.

 

Artikel 5

De ministeriële Regeling duurzaamheid archiefbescheiden (Nederlandse Staatscourant nr. 180 d.d. 18 september 2001) stelt op grond van artikel 11 tweede lid van het Archiefbesluit 1995 nadere regels omtrent de kwaliteit van en de procedures rond het materiële behoud van de daarvoor in aanmerking komende archiefbescheiden. Artikel 11 van het Archiefbesluit 1995 kent de in dit artikel bedoelde verplichting slechts ten behoeve van de interne stukken. Uit overwegingen van behoorlijk bestuur en ter besparing van conserveringskosten voor de overheid als geheel achten wij dit onjuist. Daarom is in het tweede lid bepaald, dat ook de te verzenden stukken aan de genoemde Regeling dienen te voldoen. De gemeente heeft als ontvanger van door andere overheden opgemaakte stukken daarvan zelf ook profijt.

 

Artikel 7

De bedoelde voorschriften zijn opgenomen in het Besluit Informatiebeheer.

 

Artikel 10

De ontwikkelingen op het gebied van de moderne informatietech­nologie hebben in de wet geleid tot een gewijzigde definitie van de term "archiefbeschei­den". De wetgever heeft - binnen de formele betekenis van het begrip archiefbe­scheiden - bedoeld onder deze term alle op enigerlei wijze vastgelegde informatie te begrijpen inclusief die welke slechts via informatietechno­logie opgevraagd kan worden.

Ondanks de ruimere betekenis van "archiefbescheiden" kan de materie veelal met de traditionele bepalingen worden geregeld, zij het dat sommige begrip­pen een andere, ruimere inhoud hebben gekregen. Dat heeft onder andere gevolgen voor een term als "beheer". Zo zal het voor het toezicht op het beheer van machine leesbare gegevensbestanden niet meer voldoende zijn dat toegang tot de ruimte is verzekerd. De formulering betref­fende de noodzake­lijke medewerking is ontleend aan de artike­len 52 van de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen en 45 van de Wet Persoonsregistraties. Artikel 17 van het Ab 1995 regelt op overeenkomstige wijze het door de algemene rijksarchivaris uit te oefenen toezicht op de rijks- en andere overheidsorga­nen.

 

 

Artikel 11

Slechts die aspecten van de uitoefening van het archiefbeheer zijn hier vermeld, die bij constatering achteraf tot onevenre­dig hoge kosten zouden kunnen leiden, of die ernstige schade voor het behoud dan wel de openbaar­heid van de archiefbe­schei­den en de rechtszekerheid van de burger tot gevolg zouden hebben.