Marktverordening Son en Breugel 2005

Geldend van 24-02-2010 t/m heden

Intitulé

Marktverordening Son en Breugel 2005

MARKTVERORDENING SON EN BREUGEL 2005De raad van de gemeente Son en Breugel;gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 april 2005, bijlage nr.: 28 - 2005;gelet op artikel 147, eerste lid, alsmede artikel 149 van de Gemeentewet;                                                                             b e s l u i t :vast te stellen de "Verordening op de warenmarkt voor de gemeente Son en Breugel 2005". 

Paragraaf 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze marktverordening wordt verstaan onder:

  • a.

    markt: de door het college ingestelde warenmarkt;

  • b.

    standplaats: de voor de duur van een markt aangewezen ruimte voor het uitoefenen van de markthandel;

  • c.

    vaste standplaats: een standplaats die voor onbepaalde tijd ter beschikking is gesteld aan een vergunninghouder;

  • d.

    dagplaats: een standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld aan een vergunninghouder, omdat deze niet als vaste standplaats is toegewezen dan wel ingenomen;

  • e.

    standwerken: de activiteit waarbij de vergunninghouder publiek om zich heen verzamelt en dat publiek door een aansprekende uiteenzetting probeert over te halen tot de aankoop van één artikel;

  • f.

    standwerkerplaats: een dagplaats, die ter beschikking wordt gesteld om te standwerken;

  • g.

    vergunninghouder of standplaatshouder: degene aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats;

  • h.

    wachtlijst: de lijst van gegadigden voor een vaste standplaats;

  • i.

    anciënniteitlijst: de lijst van vergunninghouders van een vaste standplaats;

  • j.

    branche-indeling: de indeling in artikelgroepen en het aantal vastgestelde plaatsen per artikelgroep;

  • k.

    marktmeester: de als zodanig door het college aangewezen persoon;

Artikel 2 Inrichting van de markt; branche-indeling

  • 1 Het college bepaalt ten aanzien van de markt:

    • a.

      het aantal standplaatsen;

    • b.

      de afmetingen van de standplaatsen;

    • c.

      de opstelling en indeling van de markt;

    • d.

      welke standplaatsen worden toegewezen als vaste standplaats en welke als standwerkerplaats;

    • e.

      welk gedeelte van de markt eventueel bestemd is voor het plaatsen van verkoopwagens.

  • 2 Het college kan voor de markt vaststellen:

    • a.

      een lijst met artikelgroepen (branches);

    • b.

      een maximumaantal standplaatsen per branche.

Artikel 3 Nadere regels

Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

Artikel 4 Voorschriften en beperkingen

  • 1 Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing, ter bescherming van de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is verleend.

  • 2 Degene aan wie krachtens deze verordening een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen.

Paragraaf 2 VERGUNNING

Artikel 5 Standplaatsvergunning

  • 1 Het is verboden een standplaats op een markt in te nemen zonder vergunning van het college.

  • 2 Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.

Artikel 6 Vereisten

Voor toewijzing van een standplaats komt uitsluitend in aanmerking een handelingsbekwaam natuurlijk persoon die een aanvraag voor een vergunning heeft ingediend bij het college en die daarbij tevens aantoont dat hij persoonlijk voldoet aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie.

Artikel 7 Inhoud vaste standplaatsvergunning

  • 1 Een vaste standplaatsvergunning vermeldt in ieder geval:

    • a.

      de naam en voornamen, geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder;

    • b.

      een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste standplaats met vermelding van het nummer en de afmetingen daarvan;

    • c.

      de verkoopmaterialen die de vergunninghouder bij het innemen van de plaats mag gebruiken;

    • d.

      de artikelen (branche) die de vergunninghouder mag verhandelen;

    • e.

      de datum waarop aan de vergunninghouder voor het eerst vergunning is verleend en zijn volgnummer op de anciënniteitlijst;

    • f.

      dat de vergunninghouder zelf zorg draagt voor de inzameling en afvoer van zijn afval en dat hij zijn standplaats schoon oplevert

  • 2 Aan de vergunning wordt een kopie van een door een officiële instantie afgegeven en van een goed gelijkende foto voorzien legitimatiebewijs gehecht.

Artikel 8 Inschrijving op de anciënniteitlijst

Vergunninghouders van vaste plaatsen worden met vermelding van en in volgorde van de datum, waarop aan hen voor het eerst een vaste plaats is toegewezen, op een doorlopend te nummeren lijst ingeschreven. Bij deze inschrijving wordt tevens vermeld welke soort artikelen de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe hij behoort.

Artikel 9 Inschrijving op de wachtlijst

  • 1 Het college schrijft de aanvrager in op de wachtlijst, indien hij voldoet aan de in artikel 6 gestelde vereisten, als aan hem geen vaste plaats kan worden toegewezen.

  • 2 Het college vermeldt bij de inschrijving in ieder geval:

    • a.

      de naam en voornamen, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de aanvrager;

    • b.

      de datum waarop de aanvraag door hem is ontvangen;

    • c.

      de artikelen (branche) die de aanvrager wil verhandelen;

    • d.

      de verkoopmaterialen die de aanvrager wil gebruiken.

  • 3 Het college verstrekt de aanvrager een schriftelijk bewijs van inschrijving op de wachtlijst.

  • 4 De inschrijving op de wachtlijst blijft gehandhaafd, indien hierom door de ingeschrevene jaarlijks voor 1 januari schriftelijk is verzocht.

Artikel 10 Doorhalen van inschrijving op wachtlijst

De inschrijving op de wachtlijst wordt doorgehaald:

  • a.

    indien de ingeschrevene zijn inschrijving niet jaarlijks voor 1 januari om verlenging van de inschrijving heeft verzocht;

  • b.

    op schriftelijk verzoek van de ingeschrevene;

  • c.

    bij overlijden van de ingeschrevene;

  • d.

    wanneer aan de ingeschrevene een vergunning voor een vaste standplaats is verleend, tenzij hij deze op grond van bijzondere omstandigheden niet aanvaardt;

  • e.

    indien niet meer aan de vereisten van artikel 6 wordt voldaan.

Artikel 11 Toewijzing vaste standplaatsen

  • 1 Vrijkomende plaatsen zullen worden bekend gemaakt aan de kooplieden die op de markt standplaats innemen en zullen gedurende de eerste 8 weken slechts als dagplaats worden uitgegeven.

  • 2 Indien voor de toewijzing van een beschikbare vaste standplaats meer aanvragers in aanmerking komen, wordt de plaats achtereenvolgens toegewezen aan:

    • a.

      de vergunninghouder van een vaste standplaats die aan het college schriftelijk de wens te kennen heeft gegeven van standplaats te willen veranderen

    • b.

      degene die zich op de wachtlijst heeft laten inschrijven, in volgorde van inschrijving op deze lijst; een en ander met inachtneming van de branche-indeling indien sprake is van een gesaneerde markt.

Artikel 12 Overschrijving vaste standplaatsvergunning

  • 1 In geval van overlijden of blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder kan de vergunning voor de vaste standplaats worden overgeschreven op de achterblijvende echtgenoot, de geregistreerde partner of de levenspartner van de vergunninghouder.

  • 2 Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste lid en ook in geval van bedrijfsbeëindiging, kan een kind van de vergunninghouder een vergunning voor de vaste standplaats krijgen indien hij tenminste drie jaar in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende eenzelfde periode als mede-eigenaar in dit bedrijf heeft gefunctioneerd en zich heeft laten inschrijven op de wachtlijst.

  • 3 Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste en tweede lid, kan een personeelslid een vergunning voor een vaste standplaats krijgen indien hij tenminste drie jaar in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt en zich heeft laten inschrijven op de wachtlijst.

  • 4 Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen twee maanden na het overlijden van de vergunninghouder of nadat de blijvende arbeidsongeschiktheid van vergunninghouder is vastgesteld of nadat vergunninghouder zijn bedrijf heeft beëindigd.

  • 5 Het college is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken van het bepaalde in dit artikel.

Artikel 13 Intrekking vaste standplaatsvergunning

  • 1 De vergunning voor het innemen van een vaste standplaats wordt ingetrokken:

    • a.

      op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder;

    • b.

      bij overlijden van de vergunninghouder, tenzij op grond van artikel 12 de vergunning wordt overgeschreven.

  • 2 Het college kan een vergunning voor een vaste standplaats intrekken:

    • a.

      indien ter verkrijging van de vergunning onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    • b.

      indien de vergunninghouder niet meer voldoet aan de in artikel 6 genoemde vereisten voor het toewijzen van een standplaats.

  • 3 Indien degene op wie een vergunning ingevolge artikel 12 is overgeschreven, reeds vergunning heeft voor een andere vaste plaats op dezelfde markt, wordt laatstgenoemde vergunning ingetrokken.

Artikel 14 Toewijzing dagplaats

  • 1 Toewijzing van een dagplaats geschiedt door afgifte van een vergunning door het college op het moment dat de standplaats niet als vaste standplaats wordt ingenomen.

  • 2 De dagplaats wordt toegewezen overeenkomstig de plaats op de wachtlijst van de gegadigden die zich daarvoor op de dag zelf vóór 12.00 uur aanmelden bij de marktmeester.

Artikel 15 Toewijzing standwerkerplaats

  • 1 Het college wijst een standwerkerplaats toe door middel van loting.

  • 2 Het is een ingeschrevene op de wachtlijst niet toegestaan deel te nemen aan de loting voor een standwerkerplaats zolang deze inschrijving niet definitief is vervallen, tenzij hij als standwerker een ander artikel wenst te verkopen dan het artikel waarmee hij op de wachtlijst staat. In dat geval mag hij wel aan de loting deelnemen.

  • 3 Indien een standwerker zich wil doen bijstaan, meldt hij dit vooraf aan de markt- meester onder vermelding van de naam van degene die hem zal bijstaan. Degene die hem zal bijstaan, mag niet op eigen naam deelnemen aan de loting.

Paragraaf 3 BEPALINGEN OVER HET GEBRUIK VAN DE STANDPLAATS

Artikel 16 Persoonlijk innemen standplaats; bijstand

  • 1 De vergunninghouder neemt de standplaats die hem is toegewezen persoonlijk in. Hij mag de standplaats niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.

  • 2 De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan.

  • 3 De vergunninghouder en degene die hem bijstaat mogen zich niet schuldig maken aan wangedrag of bedrog.

Artikel 17 Aantal keren innemen vaste standplaats

De vergunninghouder van een vaste standplaats neemt ten minste eenmaal per twee weken en ten minste tienmaal per dertien weken zijn standplaats op de markt in, dit met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 18 en 19.

Artikel 18 Afwezigheid wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden

  • 1.

    De vergunninghouder van een vaste standplaats die wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste standplaats in te nemen, deelt dit schriftelijk mee aan het college. Bij vakantie geeft de vergunninghouder aan hoe lang zijn afwezigheid duurt.

  • 2.

    De schriftelijke mededeling wordt tijdig voor de betreffende marktdag gedaan. Plotselinge verhindering wordt mondeling of telefonisch aan de marktmeester ge-meld, gevolgd door een schriftelijke bevestiging daarvan aan het college.

Artikel 18 Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de marktmeester en de bij besluit van het college aangewezen personen.

  • 1 De vergunninghouder van een vaste standplaats die wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste standplaats in te nemen, deelt dit schriftelijk mee aan het college. Bij vakantie geeft de vergunninghouder aan hoe lang zijn afwezigheid duurd.

  • 2 De schriftelijke mededeling wordt tijdig voor de betreffende marktdag gedaan. Plotselinge verhindering wordt mondeling of telefonisch aan de marktmeester ge-meld, gevolgd door een schriftelijke bevestiging daarvan aan het college.

Artikel 19 Ontheffing en vervanging

  • 1 In geval van ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden kan het college op aanvraag van de vergunninghouder van een vaste standplaats hem tijdelijk ontheffing verlenen van de verplichting om ten minste eenmaal per twee weken en tienmaal per dertien weken de standplaats op de markt in te nemen.

  • 2 Het college kan op aanvraag van de vergunninghouder hem vergunning verlenen om zich in geval van ziekte maximaal twee jaar en in geval van vakantie of bijzondere omstandigheden maximaal zes weken op zijn standplaats te laten vervangen door een met name genoemde persoon, mits de vervanger aan de vereisten van artikel 6 voldoet.

Artikel 20 Legitimatie en identiteit vergunninghouder

  • 1 Degene die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, dient zich tegenover de marktmeester te kunnen legitimeren door middel van een door een officiële instantie afgegeven en van een goed gelijkende foto voorzien legitimatiebewijs.

  • 2 De vergunninghouder dient bij zijn standplaats duidelijk zichtbaar zijn naam en eventuele bedrijfsnaam aan te geven.

Artikel 21 Tijdstip innemen standplaats / aan- en afvoer goederen

  • 1 Het is verboden voor vergunninghouders op het marktterrein meer dan 2,5 uur voor aanvang en meer dan 2 uur na afloop van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen dan wel goederen aan of af te voeren.

  • 2 De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen. Met het opruimen mag niet vóór 16.30 uur worden begonnen. Het college kan van in dit lid genoemde verplichtingen ontheffing verlenen.

  • 3 Indien de vergunninghouder zijn vaste plaats niet uiterlijk om 13.00 uur heeft ingenomen, wordt de betreffende standplaats voor die dag als dagplaats aangemerkt.

  • 4 Het bepaalde in het derde lid is niet van toepassing indien de vergunninghouder de marktmeester vóór dit tijdstip, onder opgave van een geldige reden die hem belet tijdig aanwezig te zijn, heeft verzocht de plaats vrij te houden.

Paragraaf 4 STRAF-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 22 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 23 Intrekking en schorsing vaste standplaatsvergunning

Onverminderd artikel 13 kan het college een vergunning voor een vaste standplaats, al dan niet voorwaardelijk, intrekken dan wel telkens voor ten hoogste vier achtereenvolgende marktdagen schorsen, indien de vergunninghouder of degene die hem bijstaat:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b.

    van de plaats gebruik wordt gemaakt, strijdig met het doel, waarvoor zij is bestemd;

  • c.

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • d.

    niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

Artikel 24 Uitsluiting dagplaatshouder of standwerker

Het college kan een vergunninghouder van een dagplaats of een standwerkerplaats van de toewijzing van een dagplaats of een standwerkerplaats uitsluiten voor ten hoogste vier marktdagen, indien deze:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening overtreedt;

  • b.

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkerplaats.

  • d.

    niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

Artikel 25 Onmiddellijke verwijdering

Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet kan het college een vergunninghouder gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen, indien hij:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b.

    zich op de markt schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkerplaats.

Artikel 26 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de marktmeester en de bij besluit van het college aangewezen personen.

Artikel 27 Intrekking oude regeling

De "Marktverordening 1999", vastgesteld op 27 mei 1999 en de wijziging van deze verordening, vastgesteld op 26 april 2001, worden ingetrokken.

Artikel 28 Overgangsbepalingen

  • 1 Besluiten van het college genomen krachtens de Marktverordening 1999 gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2 De bestaande anciënniteit- en wachtlijsten worden geacht anciënniteit- en wachtlijsten in de zin van deze verordening te zijn.

  • 3 Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Marktverordening 1999 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 29 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na het verstrijken van een termijn van zes weken na de datum van uitgifte van het plaatselijk blad De Brug waarin zij is geplaatst.

Artikel 30 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: "Marktverordening Son en Breugel 2005".

Ondertekening

Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 28 april 2005.DE RAAD VOORNOEMD, De griffier,                     De voorzitter,mr. F. den Hengst      drs. J.F.M. Gaillard
 

Toelichting ten aanzien van de wijzigingen in de Marktverordening Son en Breugel 2005. 1

Algemeen De oorspronkelijke modelmarktverordening van de VNG is in 1998 tot stand gekomen in samenwerking met het Centraal Overleg Marktaangelegenheden (COM). In het COM werken drie partijen samen: de Nederlandse Vereniging van Marktbeheerders (NVM), de afdeling Markt-, Straat- en Rivierhandel (MSR) van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel (HBD) en de Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel (CVAH). In 2003 is de modelmarktverordening naar aanleiding van de dualisering van het gemeentebestuur herzien. Hierbij is de indeling en nummering van de artikelen vereenvoudigd. De modelmarktverordening is verder inhoudelijk hetzelfde gebleven omdat de raad in het dualistisch stelsel de verordenende bevoegdheid heeft gehouden. De taak van de VNG was een model te bieden dat het merendeel van de gemeenten zonder meer kan overnemen. Het blijft echter een model, dus afwijkingen zijn mogelijk.

De modelmarktverordening 2003 van de VNG is als basis genomen voor de nieuwe "Marktverordening Son en Breugel 2005". Het voorliggende ontwerp is op voorstel van de Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel op onderdelen aangepast. Deze aanpassingen zijn in onderstaande toelichting opgenomen. Overigens is in de toelichting alleen ingegaan op inhoudelijke wijzigingen en niet op de hiervoor genoemde andere indeling en nummering van de artikelen.

Voormalig artikel 2; dag, tijd en plaats van de markt.

Omdat de instelling, verandering en afschaffing van (jaar)markten voortaan een bevoegdheid van het college is en niet meer van de raad, is dit artikel in de nieuwe verordening niet meer opgenomen.Artikel 11, toewijzing vaste standplaatsen De redactie van artikel 11 is aangepast in die zin dat een wat andere formulering is gekozen met expliciete vermelding van het woord "plaatsverbetering". Ondanks deze wat andere formulering verandert er inhoudelijk niets omdat ook in de oude verordening was geregeld dat aan standplaatshouders die een andere standplaats willen een voorkeur wordt toegekend als er een plaats vrij komt. Daarna pas komen de personen in aanmerking die op de wachtlijst staan.Artikel 12, lid 2 overschrijving vaste standplaatsvergunning Een koopman die zijn aantal markten vanwege zijn leeftijd wil verminderen, zal vragen om zijn standplaats te mogen overdragen aan degene die daar recht op heeft. Tot nu toe was geregeld dat overschrijving van een vergunning alleen maar kan als de vergunninghouder overlijdt dan wel arbeidsongeschikt is geworden. Thans is het ook mogelijk om in geval van bedrijfsbeëindiging de vergunning te laten overschrijven. Een kind van de vergunninghouder kan DE standplaats krijgen in plaats van EEN plaats.

Omdat vaak nogal zwaar geïnvesteerd is en het aantal kramen van belang is, zou een kind niet gedwongen moeten worden om ergens op de markt EEN plaats toegewezen te krijgen met mogelijk minder kramen. In de oude verordening was dat namelijk zo geregeld.Artikel 12, lid 3 overschrijving vaste standplaatsvergunning In geval van overlijden of blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder of in geval van bedrijfsbeëindiging bestaat de mogelijkheid om de standplaats over te schrijven op een personeelslid van het marktbedrijf (mits de plaats niet kan worden overgeschreven op respectievelijk de partner of een kind van de vergunninghouder). Overschrijving van de standplaats op een personeelslid was in de oude verordening niet geregeld. Het personeelslid heeft nu dezelfde mogelijkheden als een kind van de vergunninghouder mits men in loondienst is van het bedrijf en op de wachtlijst staat ingeschreven.

De mogelijkheid van overschrijving van de vergunning op een medewerker van de vergunninghouder is in 2003 bij de VNG (en ook nu tijdens het overleg over de nieuwe verordening) expliciet door de CVAH bepleit. Gelet op het standpunt van de CVAH heeft de VNG in 2003 geadviseerd dit standpunt te betrekken bij de totstandkoming van een nieuwe marktverordening of beleid.Artikel 15, lid 2 toewijzing standwerkerplaats Deelname aan de loting voor een standwerkerplaats door een ingeschrevene op de wachtlijst is toegestaan in het geval een ander artikel wordt verkocht dan het artikel waarmee men op de wachtlijst staat. In de oude verordening was deelname aan de loting door een ingeschrevene op de wachtlijst in alle gevallen niet toegestaan terwijl dit feitelijk geen problemen hoeft op te leveren als maar een ander soort artikel wordt aangeboden dan waarmee men staat ingeschreven.Artikel 19, lid 2 ontheffing en vervanging In geval van ziekte mag vervanging maximaal 2 jaar duren en in geval van vakantie of bijzondere omstandigheden mag de vervanging maximaal 6 weken duren. In de oude verordening was geen tijdpad vermeld terwijl dit voor bepaalde procedures wel van belang kan zijn.