Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening Cliëntenparticipatie Wwb en Wij 2009

Geldend van 01-10-2009 t/m 31-12-2014

Intitulé

Verordening Cliëntenparticipatie Wwb en Wij 2009

De raad van de gemeente Son en Breugel;

 

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Son en Breugel van 15 september 2009, bijlage nr.: 48 – 2009;

 

Gelet op artikel 147 van de Gemeentewet; en de artikelen 47 en 7 lid 1 Wet werk en bijstand; en artikel 12, eerste lid en onderdeel d van de Wet investeren in jongeren;

 

Besluit vast te stellen de volgende verordening: Verordening Cliëntenparticipatie Wwb en Wij 2009  

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Cliëntenparticipatie : het –tijdig- betrekken van (lokale) platforms bij de voorbereiding van besluitvorming in het kader van het gemeentelijke beleid met betrekking tot sociale zaken.

  • b.

    College : het college van burgemeester en wethouders van Son en Breugel.

  • c.

    Cliënt : cliënt van de afdeling Werk en Samenleving in het kader van de uitvoering van de Wet werk en bijstand en Wet Investeren in Jongeren (inclusief minimabeleid en andere inkomensregelingen).

  • d.

    Belangenorganisaties : Organisaties, die binnen hun doelstelling (ook) de behartiging van belangen van cliënten opgenomen hebben.

Artikel 2 Doelstelling

In artikel 47 van de Wet werk en bijstand en in artikel 12 van de Wet Investeren in Jongeren is vastgelegd dat cliënten en vertegenwoordigers van belangenorganisaties invloed moeten kunnen uitoefenen op het lokale beleid met betrekking tot de Wet werk en bijstand. Er dient sprake te zijn van goede communicatie tussen cliënten, vertegenwoordigers van belangenorganisaties en het lokale bestuur. Om dit doel te bereiken wordt een cliëntenoverlegorgaan opgericht onder de naam Cliëntenparticipatie Son en Breugel (CLIP).

 

Artikel 3 Beleidsterreinen

  • 1 De Cliëntenparticipatie adviseert het gemeentebestuur over:

    • a.

      het gemeentelijk beleid op het terrein van de Wwb, de Wij, de Ioaw en de Ioaz,

    • b.

      onderwerpen die verwant zijn aan de Wwb, de Wij, de Ioaw en de Ioaz en

    • c.

      onderwerpen die de minima in Son en Breugel raken

  • 2 In de vergaderingen komt het beleid met betrekking tot de hiervoor genoemde regelingen en aanverwante zaken aan de orde. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling om de individuele belangen van cliënten aan de orde te stellen.

Artikel 4 Samenstelling

  • 1 De Cliëntenparticipatie bestaat uit cliënten van de afdeling Werk en Samenleving en vertegenwoordigers van cliëntenbelangenorganisaties. Deze belangenorganisaties kunnen bijvoorbeeld zijn de ouderenbonden en de kerken.

  • 2 De Cliëntenparticipatie telt maximaal 12 leden.

  • 3 Leden van de Cliëntenparticipatie worden aangewezen door het college op voordracht van de Cliëntenparticipatie.

  • 4 Het lidmaatschap van de Cliëntenparticipatie is onverenigbaar met het (burger‑)lidmaatschap van de gemeenteraad, het college, dan wel met het werkzaam zijn op de afdeling Werk en Samenleving.

Artikel 5 Werkwijze

  • 1 De organisatie en werking van de Cliëntenparticipatie is vastgelegd in het Reglement CLIP. Dit reglement wordt op voorstel van de Cliëntenparticipatie vastgesteld door het college.

  • 2 Het college kan de Cliëntenparticipatie om advies vragen. Advies wordt in ieder geval gevraagd ten aanzien van de uitvoering van het gemeentelijke beleid inzake de Wwb, de Wij, de Ioaw, de Ioaz en aanvullende regelingen voor de minima.

  • 3 Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd, dat het uitgebrachte advies toegevoegd kan worden aan de stukken die bij de definitieve besluitvorming worden betrokken.

  • 4 Adviezen kunnen door de Cliëntenparticipatie desgewenst ook uit eigen beweging worden verstrekt.

  • 5 In het geval dat het afgeweken wordt van het advies van de Cliëntenparticipatie, wordt dit bij het besluit vermeld. Tevens wordt aangegeven op welke gronden van het advies van de Cliëntenparticipatie is afgeweken. Het voorgaande wordt na de besluitvorming ook bekendgemaakt aan de Cliëntenparticipatie.

  • 6 De vergadering vindt tenminste zes maal per jaar plaats en voorts zo vaak als de voorzitter en of CLIP noodzakelijk vindt.

Artikel 6 De voorzitter

  • 1 De leden van de Cliëntenparticipatie kiezen met meerderheid van stemmen een voorzitter.

  • 2 De zittingsduur voor de voorzitter is, behoudens tussentijds aftreden, vier jaar. De voorzitter is na afloop van deze termijn éénmaal terstond herkiesbaar.

  • 3 De voorzitter blijft na het verstrijken van de termijn in functie totdat een nieuwe voorzitter is gekozen.

  • 4 Bij het staken van de stemmen in de vergadering heeft de voorzitter een beslissende stem.

Artikel 7 De secretaris

  • 1 1.De leden van de Cliëntenparticipatie kiezen met meerderheid van stemmen uit hun midden een secretaris.

  • 2 Tot de taken van de secretaris behoren in ieder geval:

    - Het in overleg met de voorzitter verzorgen van de agenda voor de vergaderingen van de Cliëntenparticipatie;- Het verzorgen van de vastlegging van besluiten van de Cliëntenparticipatie;- Het opstellen van een begroting voor de Cliëntenparticipatie;- Het opstellen van het jaarverslag van de Cliëntenparticipatie;- Het voeren van correspondentie namens de Cliëntenparticipatie;- Het verzorgen van het archief van de Cliëntenparticipatie;- Het volgen van de ontwikkelingen in de wetgeving.

     

Artikel 8 Externe deskundigen

  • 1 Het staat de Cliëntenparticipatie vrij om externe deskundigen te betrekken bij hun vergaderingen.

  • 2 De externe deskundigen, als genoemd in lid 1, komen niet in aanmerking voor een vergoeding als bedoeld in artikel 9 van deze verordening.

Artikel 9 Facilitering

  • 1 Het college zorgt er voor dat de Cliëntenparticipatie kan beschikken over de middelen die noodzakelijk zijn om de in deze verordening geformuleerde taken te kunnen uitvoeren.

  • 2 Ten behoeve van de Cliëntenparticipatie wordt jaarlijks in de begroting een budget opgenomen.

  • 3 Ten laste hiervan kunnen ondermeer kosten die verband houden met deskundigheidsbevordering, reiskosten en organisatiekosten worden ondergebracht, dit ter beoordeling van het college.

  • 4 De gemeente stelt vergaderruimte en kopieerfaciliteiten beschikbaar.

  • 5 Aan de voorzitter en de leden van de Cliëntenparticipatie wordt een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen verstrekt. De hoogte van deze vergoedingen wordt vastgesteld door het college.

     

Artikel 10 Informatievoorziening door de gemeente

Door of namens het college wordt de Cliëntenparticipatie voorzien van de voor de uitvoering van zijn taak relevante informatie.

Artikel 11 Geheimhoudingsplicht

De leden van de Cliëntenparticipatie nemen kennis van het bepaalde in artikel 2:5 van de Algemene wet bestuursrecht met betrekking tot de geheimhouding van informatie. Behoudens voorafgaande schriftelijke toestemming van het college, zal de cliëntenparticipatie informatie en gegevensdragers die hem ter beschikking staan niet aan derden kenbaar maken. 

Artikel 12 Slotbepalingen

  • 1 Het college kan met betrekking tot de uitvoering van deze verordening nadere regels stellen.

  • 2 Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening Cliëntenparticipatie Wwb en Wij 2009”.

  • 3 Deze verordening treedt in werking op 1 oktober 2009.

  • 4 Daar waar het Reglement CLIP afwijkt van de bepalingen in deze verordening, prevaleert hetgeen is bepaald in de verordening.

Ondertekening

 
Aldus vastgesteld in de raadvergadering van 1 oktober 2009.
 
 
 
De raad van de gemeente Son en Breugel,
De griffier, De voorzitter,
 
 
 
mr. F. den Hengst drs. J.F.M. Gaillard 
 

Toelichting 1 Nota van toelichting Verordening Clientenparticipatie Wwb en Wij 2009

Algemeen

Bij de behandeling van de Wet werk en bijstand is naar aanleiding van een amendement van het Tweede-Kamerlid Bakker een artikel ingevoegd over cliëntenparticipatie. Doel van dit amendement is dat de cliëntenparticipatie bij de gemeenten op een lijn wordt gebracht met de Wet SUWI. Daarin wordt gesteld dat cliëntenparticipatie onmisbaar is in een uitvoeringsstructuur waarin de cliënt centraal staat.

Artikel 47 van de Wet werk en bijstand schrijft voor dat gemeenten bij verordening regels opstellen voor cliëntenparticipatie Wwb.

 

Met ook een verordening cliëntenparticipatie voor de Wij wordt invulling gegeven aan de in artikel 12 Wij gegeven opdracht om regels te stellen met betrekking tot de wijze waarop jongeren, of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van de Wij. Het behoort tot de gemeentelijke beleidsvrijheid om daarin eigen beleidskeuzes te maken. Van de zijde van de regering is op vragen vanuit de Tweede Kamer opgemerkt dat het voor de hand ligt om aansluiting te zoeken bij de bestaande vormen van cliëntenparticipatie in het kader van de Wwb. Deze suggestie is overgenomen en wordt geformaliseerd door een wijziging van de verordening cliëntenparticipatie Wwb. Deze krijgt daardoor niet alleen een andere inhoud maar ook een andere naam en zal voortaan als verordening cliëntenparticipatie Wwb en Wij door het leven gaan.

 

De gemeente Son en Breugel hecht grote waarde aan cliëntenparticipatie.

 

Met deze verordening wordt formeel geregeld wat de gemeente Son en Breugel al doet, namelijk dat het college zich inspant voor het bestaan van een orgaan dat zich richt op de belangenbehartiging van gemeenteburgers met een inkomen op het minimumniveau in het algemeen en in het bijzonder bijstandsgerechtigden, mensen met een uitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet en andere werkloze werkzoekenden zonder uitkering die onder de werking van de Wwb en de Wij vallen.

 

Artikelsgewijze toelichting 

Artikel 1 BegripsomschrijvingenDit artikel bevat enkele begripsomschrijvingen.

 

Artikel 2 DoelstellingHet college spant zich in voor cliëntenparticipatie. Zij doet dit door het bestaan van een Cliëntenparticipatie te bevorderen. De rechten en plichten die voortvloeien uit deze verordening zijn van toepassing op de Cliëntenparticipatie waarmee het college afspraken maakt om de belangenbehartiging voor een bepaalde periode uit te voeren.

De Cliëntenparticipatie kan zijn standpunten over de uitvoering van de wet aan het college kenbaar maken. Het gaat daarbij om een breed scala van onderwerpen die de cliënten raken, zoals inkomensverstrekking, arbeidsreïntegratie en fraudebestrijding.

De wijze waarop de Cliëntenparticipatie betrokken wordt, is beschreven in de rest van de verordening.

 

Artikel 3 Beleidsterreinen

De werkzaamheden van de Cliëntenparticipatie moeten gericht zijn op belangenbehartiging van cliënten zonder daarbij in te gaan op de individuele belangen van cliënten.

 

Artikel 4 Samenstelling

Omdat het hier onder meer gaat om belangenbehartiging van cliënten, is het wenselijk, en zelfs noodzakelijk, dat de Cliëntenparticipatie voor een deel bestaat uit leden van de doelgroep zelf. Uiteraard mag de doelgroep zich laten vertegenwoordigen.

Artikel 5 WerkwijzeDeze verordening regelt de uitgangspunten van Cliëntenparticipatie. De verdere invulling en praktische werkwijze van de Cliëntenparticipatie zijn vastgelegd in het Reglement CLIP van de Cliëntenparticipatie Son en Breugel. Na vaststelling van deze verordening zal het bestaande reglement worden afgestemd op de verordening. Om eventuele strijdigheid tussen verordening en het bestaande reglement te ondervangen is in de slotbepalingen opgenomen dat de verordening in dat geval voorgaat.

 

Artikel 6 en 7 De voorzitter en de secretarisDe maximale aaneengesloten zittingsduur voor de voorzitter is 8 jaar. Zie voor een nadere uitwerking van de taken en bevoegdheden het Reglement CLIP.

 

Artikel 8 Externe deskundigenHet staat de Cliëntenparticipatie vrij om externe deskundigen te betrekken bij hun vergaderingen.

 

Artikel 9 Facilitering De leden moeten kunnen vergaderen en de nodige informatie verzamelen. Daarnaast moet de Cliëntenparticipatie voldoende bereikbaar zijn voor leden, cliënten en de gemeente.

 

Artikel 10 Informatievoorziening door de gemeenteOm zijn taak goed te kunnen uitvoeren, heeft de Cliëntenparticipatie informatie van de gemeente nodig. In ieder geval geeft het college de Cliëntenparticipatie het voorlichtingsmateriaal voor cliënten en relevante conceptbeleidsstukken. Het gaat daarbij om conceptbeleidsstukken over de uitvoering van de wet, zoals het beleidsplan ter uitvoering van de Wet werk en bijstand en de verantwoording daarvan.

 

Artikel 11 Geheimhoudingsplicht

Om een goed advies uit te kunnen brengen, neemt de Cliëntenparticipatie soms in een vroeg stadium kennis van beleidsvoornemens. Daarvoor zullen vaak conceptbeleidsstukken overgelegd worden. Omdat beleid pas openbaar wordt na besluitvorming door het college, geldt tot dat moment voor de Cliëntenparticipatie de geheimhoudingsplicht.

Dit houdt onder andere in dat de Cliëntenparticipatie (de inhoud van) nog niet vastgestelde beleidsplannen niet verspreidt onder anderen dan zijn leden, en ook zijn leden zich aan de geheimhoudingsplicht houden. Na schriftelijke toestemming van de gemeente mag de Cliëntenparticipatie (de inhoud) van beleidsplannen openbaar maken. Een openbaar besluit van het college van burgemeester en wethouders mag beschouwd worden als schriftelijke goedkeuring van de gemeente.

 

Artikel 12 SlotbepalingenHier worden de naam van de verordening en de datum van inwerkingtreding geregeld.