Regeling vervallen per 01-07-2008

Gebruiksverordening

Geldend van 01-01-1994 t/m 30-06-2008

Artikel 1 Verbod tot gebruik van bouwwerken, open erven en terreinen in afwijking van de bestemming

  • 1. Zolang bij een bestemmingsplan, tot stand gekomen als uitbreidingsplan of als voorschriften ex artikel 43 van de Woningwet 1901, hetzij voor, hetzij na inwerkingtreding van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (Stb., 286 van 1962) geen voorschriften zijn gegeven omtrent het gebruik van de in die plannen of voorschriften begrepen bouwwerken, open erven of terreinen en geen aanpassing aan de Wet op de Ruimtelijke Ordening heeft plaatsgevonden, is het verboden die bouwwerken, open erven of terreinen te gebruiken, in gebruik te geven of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de uit dat plan of die voorschriften voortvloeiende bestemming, nadat de bij het bestemmingsplan aangegeven bestemming is verwezenlijkt.

  • 2. Het is verboden niet in een bestemmingsplan begrepen bouwwerken en hun aanhorigheden te gebruiken in strijd met de bestemming, die zij blijkens hun constructie dan wel inrichting hebben.

  • 3. Niet van toepassing is het bepaalde in de leden 1 en 2 voor een gebruik dat tot het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet onwettig was en zolang in dat gebruik geen wijziging wordt gebracht.

  • 4. Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in de leden 1 en 2.

Artikel 2

  • 1. De verordening treedt in werking op de achtste dag na die waarop zij is afgekondigd.

  • 2. Deze verordening kan worden aangehaald als "Gebruiksverordening".