Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR31295
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR31295/1
Regeling vervallen per 02-02-2012
Handhaving kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzaalwerk gemeente Stadskanaal 2010
Geldend van 15-07-2010 t/m 01-02-2012
Intitulé
Handhaving kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzaalwerk gemeente Stadskanaal 2010Inleiding
Bij kinderopvang en peuterspeelzaalwerk gaat het om jonge kinderen. Ouders moeten de zorg voor hen met een gerust hart kunnen uitbesteden. De gemeente Stadskanaal wil haar inwoners dan ook kunnen garanderen dat er sprake is van kwalitatief goede voorzieningen. Om deze garantie waar te kunnen maken is het van belang dat de drie pijlers van het kwaliteitsbeleid voor de kinderopvang en peuterspeelzaalwerk goed uitgewerkt zijn. Deze pijlers zijn:
-
Pijler 1
-
Het stellen van kwaliteitsregels;
-
Pijler 2
-
Toezicht op de naleving van de regels;
-
Pijler 3
-
Handhaving en sanctionering bij het niet naleven van de regels
Deze nota gaat over pijler 3. Gezien de samenhang die er tussen de pijlers is, lichten we hieronder alle drie de pijlers kort toe. Voor een schematische weergave van de samenhang tussen de pijlers verwijzen wij naar bijlage 1.
Pijler 1 Kwaliteitsregels
Het peuterspeelzaalwerk en de kinderopvang vallen allebei onder een ander kwaliteitsregime. De kwaliteitsregels voor de kinderopvang zijn vastgelegd in de Wet kinderopvang . De kwaliteitsregels voor het peuterspeelzaalwerk zijn vastgelegd in de Verordening kwaliteitsregels peuterspeelzalen gemeente Stadskanaal. Zowel de Wet kinderopvang als de Verordening kwaliteitsregels peuterspeelzalen gemeente Stadskanaal verplicht de houders om verantwoorde kinderopvang of peuterspeelzaalwerk aan te bieden. Verantwoord betekent dat het bijdraagt aan een goede en gezonde ontwikkeling van het kind in een veilige en gezonde omgeving. De kwaliteitsregels richten zich op de domeinen ouders, personeel, veiligheid en gezondheid, accommodatie en inrichting, groepsgrootte en leidster-kindratio, pedagogisch beleid en praktijk en klachten.
Pijler 2 Toezicht
Zowel in de Verordening kwaliteitsregels peuterspeelzalen gemeente Stadskanaal in de Wet kinderopvang is vastgelegd dat de GGD, namens het college, toezicht houdt op de naleving van de kwaliteitsregels. De toezichthouder onderzoekt na melding door de houder of een peuterspeelzaal, kindercentrum of gastouderbureau voldoet aan de regels. Daarnaast onderzoekt de toezichthouder periodiek of aan de kwaliteitseisen wordt voldoen. Ook kan de toezichthouder incidenteel onderzoek uitvoeren. Bij de inspecties gebruikt de toezichthouder toetsingskaders. Op basis hiervan bepaalt de toezichthouder de mate waarin een peuterspeelzaal, kindercentrum of gastouderbureau voldoet aan de gestelde kwaliteitsregels. Hierbij kunnen ze voldoende, onvoldoende of slecht scoren.
In het kader van de Wet kinderopvang is het toezicht door de GGD de eerstelijnstoezicht. De Inspectie voor Werk en Inkomen (IWI) houdt weer toezicht op gemeenten. IWI ziet erop toe dat het systeem van eerstelijnstoezicht en handhaving kinderopvang door gemeenten goed werkt. Het toezicht van IWI is signalerend van aard. Het college moet jaarlijks een gemeentelijk jaarverslag opstellen over de werkzaamheden die in het kader van toezicht en handhaving We Kinderopvang in het voorgaande jaar zijn verricht
Pijler 3 Handhaving
Als uit een inspectie blijkt dat een peuterspeelzaal, kindercentrum of gastouderbureau onvoldoende of slecht scoort en dus niet voldoet aan de regelgeving, dan zal het college ingrijpen. Het is belangrijk om vast te leggen hoe we met overtredingen van de kwaliteitsregels omgaan. Bij het formuleren van het handhavingsbeleid hebben wij aansluiting gezocht bij het gemeentelijke integrale handhavingsbeleid en deze nota kan dan ook gezien worden als een uitwerking hiervan.
1. Handhaving kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in de gemeente Stadskanaal
De Wet kinderopvang en de Verordening kwaliteitsregels peuterspeelzalen gemeente Stadskanaal (die geënt is op de Wet kinderopvang ) bieden een aantal mogelijkheden om de handhaving van de kwaliteit goed te regelen (zie bijlage 2). In dit hoofdstuk beschrijven we de aanpak hiervan binnen de gemeente Stadskanaal.
1.1. Prioriteitsstelling handhaving
Transparantie bij de handhaving is van belang om consequent te kunnen optreden bij bepaalde overtredingen. Niet elke overtreding kunnen we sanctioneren, simpelweg omdat daarvoor niet voldoende capaciteit is. Het is dan ook nodig om prioriteiten te stellen. Het afwegingsmodel van de VNG heeft hiervoor de basis gevormd. Bij dit model wordt gekeken naar het negatieve effect dat zich kan voordoen bij een overtreding. De ernst van dit negatieve effect wordt bepaald door aan een aantal beoordelingsfactoren een score toe te kennen van 1 tot en met 4. Deze beoordelingsfactoren zijn:
- •
Veilig omgeving: in welke mate draagt het niet voldoen aan de specifieke wettelijke eis uit het toetsingskader bij aan een onveilige omgeving?
- •
Gezonde omgeving: in welke mate draagt het niet voldoen aan de specifieke wettelijke eis uit het toetsingskader bij aan een ongezonde omgeving?
- •
Pedagogische kwaliteit: in welke mate draagt het niet voldoen aan de specifieke wettelijke eis uit het toetsingskader bij aan een vermindering van de pedagogische ontwikkeling van het kind?
- •
Invloed ouders: in welke mate draagt het niet voldoen aan de specifieke wettelijke eis uit het toetsingskader bij aan een beperking van de transparantie, medezeggenschap en de mate waarin ouders inspraak en medezeggenschap kunnen hebben in het beleid?
- •
Geloofwaardigheid: hoe groot is de politiek-bestuurlijke afbreuk als de specifieke wettelijke eis uit het toetsingskader onvoldoende wordt nageleefd?
De scores zijn als volgt opgebouwd:
- 1:
niet of nauwelijks invloed
- 2:
beperkte invloed
- 3:
aanzienlijke invloed
- 4:
ernstige en directe invloed
Het ingevulde model geeft op basis van het gemiddelde van de beoordelingsfactoren per soort kinderopvang een uitkomst van “hoog”, “gemiddeld” en “laag”. Dit wil zeggen dat als niet voldaan wordt aan de voorwaarden die bij de kwaliteitsregel horen, de ernst daarvan als hoog, gemiddeld of laag gedefinieerd wordt. Dit heeft weer gevolgen voor de inzet van een sanctie-instrument. Hoe hoger het belang, hoe zwaarder de sanctie.
Het model is per opvangsoort ingevuld, in overleg met de inspecteurs van de GGD en het team Ruimte. In tabel 1, 2, 3 en 4 zijn de uitkomsten van het ingevulde afwegingsmodel weergegeven.
Tabel 1 Handhaving- en sanctiebeleid dagopvang
Domein |
Kwaliteitsaspect |
Indicatie |
Prioritering overtreding |
Fase 1 |
Fase 2 (met toelichting) |
Boetes (in €) |
1. Ouders |
1.1 Reglement Oudercommissie (artikel 59 Wet kinderopvang ) [1], [2] |
1.1.0 Reglement oudercommissie |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.500 (indien deze ontbreekt) |
1.1.1 Het reglement omvat regels omtrent het aantal leden. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
1.1.2 Het reglement omvat regels omtrent de wijze van kiezen van de leden. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
1.1.3 Het reglement omvat regels omtrent de zittingsduur van de leden. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
1.1.4 Het reglement omvat geen regels omtrent werkwijze van de oudercommissie. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
1.1.5 De houder wijzigt het reglement na instemming van de oudercommissie. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
1.2 Instellen oudercommissie (artikel 58 Wet kinderopvang ) |
1.2.0 De houder heeft een oudercommissie ingesteld. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
|
1.2.1 Voorwaarden oudercommissie (artikel 58 Wet kinderopvang ) |
1.2.1.1 De houder is geen lid. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
|
1.2.1.2 Het personeel is geen lid. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
1.2.1.3 De leden worden gekozen uit en door de ouders. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
1.2.1.4 De houder stelt de oudercommissie in de gelegenheid haar eigen werkwijze te bepalen. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
1.2.2 Adviesrecht oudercommissie (artikel 60 Wet kinderopvang ) [3] |
1.2.2.1 De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen. [4] |
Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
750 |
|
1.2.2.2 De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft. |
Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
750 |
||
1.2.2.3 Van een gevraagd advies van de oudercommissie wijkt de houder alleen af indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet. |
Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
750 |
||
1.2.2.4 De houder geeft de oudercommissie gelegenheid ook ongevraagd te adviseren over de genoemde onderwerpen. |
Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
750 |
||
1.3 Informatie voor ouders (artikel 54 en 63, vierde lid Wet kinderopvang + artikel 3, tweede lid Beleidsregels kwaliteit kinderopvang ) |
1.3.1 De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. [5] |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
|
1.3.2 De houder informeert de ouders en de kinderen in welke stamgroep het kind zit en welke beroepskrachten op welke dag bij welke groep horen. [6] [7] |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
1.3.3 De houder legt een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom of bestuursdwang en/of boete |
500 |
||
1.3.4 De informatie is gedetailleerd genoeg om ouders een adequaat beeld van de praktijk te geven. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
1.3.5 De praktijk sluit aan bij de aan de ouders verstrekte informatie. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
2. Personeel |
2.1 Verklaring omtrent het gedrag (artikel 50, tweede en derde lid en artikel 90, derde lid Wet kinderopvang + artikel 10 Beleidsregels kwaliteit kinderopvang ) [8] |
2.1.1 Personen werkzaam bij het indercentrum zijn in het bezit van een verklaring omtrent gedrag. [9] |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
3.000 per ontbrekend VOG |
2.1.2 De verklaring omtrent het gedrag is voor aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overlegd. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
3.000 per VOG |
||
2.1.3 De verklaring omtrent het gedrag is bij het overleggen niet ouder dan twee maanden. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.500 per VOG |
||
2.2 Passende Beroepskwalificatie (artikel 50, eerste lid Wet kinderopvang + artikel 9, eerste lid Beleidsregels kwaliteit kinderopvang )[10] |
2.2.0 Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de CAO-kinderopvang is opgenomen. [11] |
Gemiddeld |
Aanwijziging Hersteltermijn: 6 -18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
3.000 per persoon |
|
2.3 Voorwaarde en inzet van beroepskrachten in opleiding (artikel 50, eerste lid Wet kinderopvang + artikel 9, tweede lid Beleidsregels kwaliteit kinderopvang ) |
2.3.0 Alle beroepskrachten in opleiding worden ingezet conform de voorwaarden van de CAO-kinderopvang. |
Gemiddeld |
Aanwijziging Hersteltermijn: 6 -18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.000 per persoon |
|
2.4 Gebruik van de voorgeschreven voertaal (artikel 55 Wet kinderopvang ) [12] |
2.4.0 De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt of er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, daar de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode [13] |
Gemiddeld |
Aanwijziging Hersteltermijn: 6 -18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.500 |
|
3. Veiligheid en gezondheid |
3.1 Risico-inventarisatie veiligheid (artikel 51 Wet kinderopvang ) |
3.1.0.0 Risico-inventarisatie veiligheid. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
8.000 (indien deze ontbreekt) |
3.1.0.1 De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud. [14] |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
4.000 |
||
3.1.0.2 De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
4.000 |
||
3.1.1 Beleid veiligheid (artikel 51 Wet kinderopvang + artikel 8 Beleidsregels kwaliteit kinderopvang ) |
3.1.1.1 De risico-inventarisatie beschrijft de veiligheidsrisico's die de opvang van de kinderen met zich meebrengt op de thema's: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verstikking, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.500 |
|
3.1.1.2 Er is een plan van aanpak waarin is aangegeven welke maatregelen op welk moment worden genomen in verband met de risico's, alsmede de samenhang tussen de risico's en de maatregelen. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.500 |
||
3.1.1.3 Er is een registratie van ongevallen, waarbij per ongeval de aard en plaats van het ongeval, de leeftijd van het kind, de datum van het ongeval en een overzicht van te treffen maatregelen worden vermeld. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.500 |
||
3.1.2 Uitvoering beleid veiligheid (artikel 51 Wet kinderopvang + artikel 8 Beleidsregels kwaliteit kinderopvang ) |
3.1.2.1 De geïnventariseerde risico's zijn compleet en komen overeen met de risico's in de praktijk. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
|
3.1.2.2 Risico's worden gereduceerd door het nemen van preventieve maatregelen die effectief en adequaat zijn. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom of bestuursdwang en/of boete |
1.000 |
||
3.1.2.3 De houder draagt zorg voor uitvoering van het plan van aanpak. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom of bestuursdwang en/of boete |
1.000 |
||
3.1.2.4 Beroepskrachten zijn op de hoogte van de risico's en de aanpak daarvan. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
3.1.2.5 Beroeps- krachtenhandelen conform het plan van aanpak |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
3.2 Risico-inventarisatie gezondheid (artikel 58 Wet kinderopvang ) |
3.2.0.0 Risico-inventarisatie gezondheid. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
8.000 (indien deze ontbreekt) |
|
3.2.0.1 De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud. [15] |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
4.000 |
||
3.2.0.2 De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
4.000 |
||
3.2.1 Beleid gezondheid (artikel 51 Wet kinderopvang + artikel 8 Beleidsregels kwaliteit kinderopvang ) |
3.2.1.1 De risico-inventarisatie beschrijft de gezondheidsrisico's die de opvang van de kinderen met zich meebrengt op de thema's: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.500 |
|
3.2.1.2 Er is een plan van aanpak waarin is aangegeven welke maatregelen op welk moment worden genomen in verband met de risico's, alsmede de samenhang tussen de risico's en de maatregelen. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.500 |
||
3.2.2 Uitvoering beleid gezondheid (artikel 51 Wet kinderopvang + artikel 8Beleidsregels kwaliteit kinderopvang ) |
3.2.2.1 De geïnventariseerde risico's zijn compleet en komen overeen met de risico's in de praktijk. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.000 |
|
3.2.2.2 Risico's worden gereduceerd door het nemen van preventieve maatregelen die effectief en adequaat zijn. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom of bestuursdwang en/of boete |
2.000 |
||
3.2.2.3 De houder draagt zorg voor uitvoering van plan van aanpak. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom of bestuursdwang en/of boete |
2.000 |
||
3.2.2.4 Beroepskrachten zijn op de hoogte van de risico's en de aanpak daarvan. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.000 |
||
3.2.2.5 Beroepskrachten handelen conform het plan van aanpak. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.000 |
||
3.3 Protocol met betrekking tot een Meldcode kindermishandeling (artikel 15a Beleidsregels kwaliteit kinderopvang ) |
3.3.0 De houder heeft een protocol kindermishandeling. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
8.000 |
|
3.3.1 Inhoud protocol kindermishandeling (artikel 15a Beleidsregels kwaliteit kinderopvang ) |
3.3.1.1 Het protocol hanteert de definitie van kindermishandeling conform de Wet op de jeugdzorg (2005). [16] |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
|
3.3.1.2 In het protocol zijn verantwoordelijkheden per organisatielaag uitgesplitst in taken en bevoegdheden. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
3.3.1.3 Het protocol bevat een stappenplan waarin minimaal de volgende fases in aanbod komen: vermoeden, overleg, plan van aanpak, beslissen, handelen, evaluatie en nazorg. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
3.3.1.4 Het stappenplan bevat een tijdslijn vanaf de persoon met een vermoeden van kindermishandeling tot en met nazorg. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
3.3.1.5 Het stappenplan is voorzien van een heldere toelichting, hulpmiddelen voor het doorlopen ervan en aandachtspunten voor de gespreksvoering met verschillende partijen. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
3.3.1.6 Het protocol bevat een lijst van signalen per ontwikkelingsgebied om kindermishandeling zo vroeg mogelijk te signaleren. [17] |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
3.3.1.7 Het protocol besteedt aandacht aan de mogelijke situatie dat een beroepskracht de vermoedelijke dader is. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
3.3.1.8 Het protocol besteedt aandacht aan de omgang met de Wet bescherming persoonsgegevens. [18] |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
3.3.1.9 Het protocol bevat praktische informatie over de Bureaus Jeugdzorg en het Advies & Melpunt Kindermishandeling (AMK). |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
3.3.1.10 De beroepskrachten kennen de inhoud van het protocol en handelen er aantoonbaar naar. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
4. Accomodatie en inrichting |
4.1 Binnenspeelruimte (artikel 5 Beleidsregels kwaliteit kinderopvang ) |
4.1.1 Elke stamgroep beschikt over een afzonderlijke vaste groepsruimte |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.000 |
4.1.2 Er is ten minste 3,5 m² bruto oppervlakte in de groepsruimte beschikbaar per kind, waaronder mede begrepen passend voor spelactiviteiten ingerichte ruimtes buiten de groepsruimte. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
3,0 - 3,5 m² : 2.000 |
||
< 3,0 m² : 4.000 |
||||||
4.1.3 De binnenspeelruimte is ingericht in overeenstemming met het aantal op te vangen kinderen. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.000 |
||
4.1.4 De binnenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom of bestuursdwang en/of boete |
2.000 |
||
4.2 Slaapruimte (artikel 6 Beleidsregels kwaliteit kinderopvang ) |
4.2.1 Er is een afzonderlijke slaapruimte voor in ieder geval kinderen tot anderhalf jaar. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.500 |
|
4.2.2 De slaapruimte is afgestemd op het aantal op te vangen kinderen. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.500 |
||
4.3 Buitenspeelruimte (artikel 7, eerste lid Beleidsregels kwaliteit kinderopvang ) |
4.3.1 Er is tenminste 3 m² bruto buitenspeelruimte beschikbaar per aanwezig kind. |
Gemiddeld |
Aanwijziging Hersteltermijn: 6 -18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
2,5 - 3,0 m² : 1.000 |
|
< 2,5 m² : 2.000 |
||||||
4.3.2 De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk. |
Gemiddeld |
Aanwijziging Hersteltermijn: 6 -18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
4.3.3 De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum. |
Gemiddeld |
Aanwijziging Hersteltermijn: 6 -18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
4.3.4 De buitenruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid. |
Gemiddeld |
Aanwijziging Hersteltermijn: 6 -18 weken |
Last onder dwangsom of bestuursdwang en/of boete |
1.000 |
||
5. Groepsgrootte en beroepskracht-kind-ratio |
5.1 Opvang in groepen (artikel 3 lid 1 en lid 9 Beleidsregels kwaliteit kinderopvang ) |
5.1.1 De opvang vindt plaats in stamgroepen. [19] |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
4.000 |
5.1.2 De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar of de stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 per kind |
||
5.2 Vaste beroepskrachten en vaste ruimtes (artikel 3 lid 3 en lid 4 Beleidsregels kwaliteit kinderopvang ) [20] |
5.2.1 Aan ieder kind worden maximaal drie vaste beroepskrachten toegewezen [21]. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 per kind |
|
5.2.2 Dagelijks is er minimaal een van de vaste beroepskrachten werkzaam op de groep van het kind. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 per kind |
||
5.2.3 Iedere kind maakt van maximaal twee stamgroepenruimtes [22] gebruik gedurende de week. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 per kind |
||
5.3 Beroepskracht-kind-ratio (artikel 3 lid 7, lid 8 en lid 12 Beleidsregels kwaliteit kinderopvang ) |
5.3.1 De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantaal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de stamgroep bedraagt tenminste 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar; Bij kinderen van verschillende leeftijden in een groep wordt het rekenkundig gemiddelde berekend. [23] |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.000 per ontbrekende beroepskracht |
|
5.3.2 Indien conform de beroepskracht-kind-ratio slechts een beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is, dan is ondersteuning van deze beroepskracht door een andere volwassene in geval van calamiteiten geregeld. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.000 |
||
5.4 Inzet beroepskrachten in afwijking van de beroepskracht-kind-ratio bij openingstijden van 10 uur of langer (artikel 3 lid 10, lid 11 en lid 12 Beleidsregels kwaliteit kinderopvang ) |
5.4.1 Gedurende de genoemde openingstijden kunnen ten hoogste drie uur per dag, niet aaneengesloten, minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kind-ratio vereis is. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.000 |
|
5.4.2 De drie uur afwijkende inzet betreft uitsluitend de tijd voor 9.30 en na 16.30 en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijk middagpauze. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.000 |
||
5.4.3 De afwijking betreftmaximaal anderhalf aangeengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 en maximaal twee uur aaneengesloten tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.000 |
||
5.4.4 Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.000 |
||
5.4.5 Indien als gevolg van het afwijken van de beroepskracht-kind-ratio slechts een beroepskracht in het kindercentrum ingezet wordt, dan is er ten minste een andere volwassene in het kindercentrum aanwezig. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.000 |
||
6. Pedagogisch beleid en praktijk |
6.1 Pedagogisch beleidsplan (artikel 2 Beleidsregels kwaliteit kinderopvang ) |
6.1.0.0 De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. [24] |
Gemiddeld |
Aanwijziging Hersteltermijn: 6 -18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
3.000 |
6.1.1 Inhoud pedagogisch beleidsplan (artikel 50 Wet kinderopvang + artikel 2 Beleidsregels kwaliteit kinderopvang ) |
6.1.1.1 In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke en sociale competentie, persoonlijke competentie en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaats vindt. |
Gemiddeld |
Aanwijziging Hersteltermijn: 6 -18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
750 |
|
6.1.1.2 Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en leeftijdsopbouw van de stamgroep. |
Gemiddeld |
Aanwijziging Hersteltermijn: 6 -18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
750 |
||
6.1.1.3 Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun stamgroep verlaten. |
Gemiddeld |
Aanwijziging Hersteltermijn: 6 -18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
750 |
||
6.1.1.4 Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. [25] |
Gemiddeld |
Aanwijziging Hersteltermijn: 6 -18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
750 |
||
6.1.2 Pedagogische praktijk (artikel 50 Wet kinderopvang + artikel 2 Beleidsregels kwaliteit kinderopvang ) |
6.1.2.1 De beroepskrachten kennen de inhoud van het pedagogisch beleidsplan |
Gemiddeld |
Aanwijziging Hersteltermijn: 6 -18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
|
6.1.2.2 De beroepskrachten handelen conform het pedagogisch beleidsplan |
Gemiddeld |
Aanwijziging Hersteltermijn: 6 -18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
6.2 Emotionele veiligheid (artikel 49 en 50 Wet kinderopvang + artikel 2 Beleidsregels kwaliteit kinderopvang ) |
6.2.1 De beroepskracht communiceert met de kinderen. |
Gemiddeld |
Aanwijziging Hersteltermijn: 6 -18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
|
6.2.2 De beroepskracht heeft een respectvolle houding naar de groep. |
Gemiddeld |
Aanwijziging Hersteltermijn: 6 -18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.000 |
||
6.2.3 Er heerst een ontspannen, open sfeer in de groep. |
Gemiddeld |
Aanwijziging Hersteltermijn: 6 -18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
6.2.4 De kinderen worden uitgenodigd tot participatie. |
Gemiddeld |
Aanwijziging Hersteltermijn: 6 -18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
6.2.5 Kinderen hebben vaste beroepskrachten en bekende leeftijdsgenootjes om zich heen. |
Gemiddeld |
Aanwijziging Hersteltermijn: 6 -18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
6.2.6 Er is informatie-overdracht tussen ouders en beroepskracht. |
Gemiddeld |
Aanwijziging Hersteltermijn: 6 -18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
6.3 Persoonlijke competentie artikel 49 en 50 Wet kinderopvang + artikel 2 Beleidsregels kwaliteit kinderopvang ) |
6.3.1 De beroepskracht ondersteunt en stimuleert individuele kinderen. |
Gemiddeld |
Aanwijziging Hersteltermijn: 6 -18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
|
6.3.2 Er is een goede interactie tussen beroepskracht en individuele kinderen. |
Gemiddeld |
Aanwijziging Hersteltermijn: 6 -18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
6.3.3 Kinderen hebben de mogelijkheid om eigen ervaringen op te doen middels spelmateriaal, activiteiten-aanbod en inrichting |
Gemiddeld |
Aanwijziging Hersteltermijn: 6 -18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
6.3.4 Er is aandacht voor leermomenten. Hierbij is taal en motorisch spel van jonge kinderen belangrijk |
Gemiddeld |
Aanwijziging Hersteltermijn: 6 -18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
6.4 Sociale competentie artikel 49 en 50 Wet kinderopvang + artikel 2 Beleidsregels kwaliteit kinderopvang ) |
6.4.1 De beroepskracht ondersteunt de kinderen in de interactie tussen kinderen onderling. |
Gemiddeld |
Aanwijziging Hersteltermijn: 6 -18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
|
6.4.2 De beroepskracht ondersteunt de kinderen in het voorkomen en oplossen van conflicten. |
Gemiddeld |
Aanwijziging Hersteltermijn: 6 -18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
6.4.3 De kinderen maken deel uit van het groepsgebeuren. |
Gemiddeld |
Aanwijziging Hersteltermijn: 6 -18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
6.5 Overdracht van normen en waarden artikel 49 en 50 Wet kinderopvang + artikel 2 Beleidsregels kwaliteit kinderopvang ) |
6.5.1 Afspraken, regels en omgangsvormen zijn aanwezig. |
Gemiddeld |
Aanwijziging Hersteltermijn: 6 -18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
|
6.5.2 Afspraken, regels en omgangsvormen zijn duidelijk. |
Gemiddeld |
Aanwijziging Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
6.5.3 Afspraken, regels en omgangsvormen worden aan de kinderen uitgelegd. |
Gemiddeld |
Aanwijziging Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
6.5.4 Beroepskrachten geven zelf in hun spreken en handelen het goede voorbeeld. |
Gemiddeld |
Aanwijziging Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.000 |
||
7. Klachten |
7.1 Wet klachtenrecht cliënten zorgsector (artikel 2 Wet klachtrecht cliënten zorgsector ) |
7.1.0 Wet klachtrecht clienten zorgsector. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.500 (indien deze ontbreekt) |
7.1.1 De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten die voldoet aan de beschreven eisen. [26] |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
7.1.2 De houder brengt de regeling op passende wijze onder de aandacht van de ouders. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
7.1.3 Een houder ziet erop toe dat de klachtencommissie werkt met een reglement |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
7.1.4 De houder hanteert de termijn waarbinnen schriftelijk wordt gereageerd naar aanleiding van een oordeel van de klachtencommissie. [27] |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
7.1.5 De houder leeft geheimhoudingsplicht na. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
7.1.6 De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar verslag wordt opgesteld, waarin een minimaal aantal zaken wordt aangegeven. [28] |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
7.1.7 De houder zendt het verslag voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de toezichthouder. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
7.2 Klachtenregeling oudercommissie (artikel 60a Wet kinderopvang ) |
7.2.0 Klachtenregeling oudercommissie. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.500 (indien deze ontbreekt) |
|
7.2.1 De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van de oudercommissie over een door hem genomen besluit als bedoeld in artikel 60a, eerste lid van de Wet kinderopvang , die voldoet aan debeschreven eisen. [29] |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
7.2.2 De houder brengt de regeling op passende wijze onder de aandacht van de oudercommissie. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
7.2.3 De houder zorgt voor naleving van de regeling. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
7.2.4 De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar verslag wordt opgesteld, waarin een minimaal aantal zaken wordt aangegeven. [30] |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
7.2.5 De houder zendt het verslag voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de toezichthouder. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
Tabel 2 Handhaving- en sanctiebeleid Buitenschoolse opvang (BSO)
Domein |
Kwaliteitsaspect |
Indicatie |
Prioritering overtreding |
Fase 1 |
Fase 2 (met toelichting) |
Boetes (in €) |
1. Ouders |
1.1 Oudercommissie |
1.1.0 Reglement oudercommissie (artikel 59 Wet kinderopvang ) . [31], [32] |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.500 (indien deze ontbreekt) |
1.1.1 Het reglement omvat regels ontrent het aantal leden. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
1.1.2 Het reglement omvat regels omtrent de wijze van kiezen van de leden. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
1.1.3 Het reglement omvat regels omtrent de zittingsduur van de leden. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
1.1.4 Het reglement omvat geen regels omtrent werkwijze van de oudercommissie. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
1.1.5 De houder wijzigt het reglement na instemming van de oudercommissie. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
1.2 Instellen oudercommissie (artikel 58 Wet kinderopvang ) |
1.2.0.0 De houder heeft oudercommissie ingesteld. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
|
1.2.1 Voorwaarden oudercommissie (artikel 58 Wet kinderopvang ). |
1.2.1.0 De houder is geen lid. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
|
1.2.1.1. Het personeel is geen lid. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
1.2.1.2 De leden worden gekozen uit en door de ouders. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
1.2.1.3 De houder stelt de oudercommissie in de gelegenheid haar eigen werkwijze te bepalen. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
1.2.2 Adviesrecht oudercommissie (artikel 60 Wet kinderopvang ) |
1.2.2.0 De houder stelt de oudercommissie in staat advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen. [33] |
Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
|
1.2.2.1 De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft. |
Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
1.2.2.2 Van een gevraagd advies van de oudercommissie wijkt de houder alleen af indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet. |
Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
1.2.2.3 De houder geeft de oudercommissie de gelegenheid ook ongevraagd te adviseren over de genoemde onderwerpen. [34] |
Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
1.3 Informatie voor ouders(artikel 54 en 63, vierde lid Wet kinderopvang + artikel 3, tweede lid Beleidsregels kwaliteit kinderopvang ) |
1.3.1 De houder informeert de ouders over het te voeren bleid. [35] |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
|
1.3.2 De houder informeert de ouders en de kinderen in welke basisgroep het kind zit en welke beroepskrachten bij deze groep horen. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
1.3.3 De houder legt een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom of bestuursdwang en/of boete |
500 |
||
1.3.4 De informatie is gedetailleerd genoeg om ouders een adequaat beeld van de praktijk te geven. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
1.3.5 De praktijk sluit aan bij de aan de ouders verstrekte informatie. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
2. Personeel |
2.1 Verklaring omtrent het gedrag (artikel 50, tweede en derde lid en artikel 90, derde lid van de Wet kinderopvang + artikel 10 van de Beleidsregels kwaliteit kinderopvang .[36] |
2.1.1 Personen werkzaam bij het kindercentrum zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag. [37] |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
3.000 per ontbrekend VOG |
2.1.2 De verklaring omtrent het gedrag is voor aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overlegd. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
3.000 per VOG |
||
2.1.3 De verklaring omtrent het gedrag is bij overleggen niet ouder dan twee maanden. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.500 per VOG |
||
2.2 Passende beroepskwalificatie (artikel 50, eerste lid Wet kinderopvang + artikel 9, eerste lid Beleidsregels kwaliteit kinderopvang ) |
2.2.0 Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de CAO-kinderopvang is opgenomen. |
Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
3.000 |
|
2.3 Voorwaarde en inzet van beroepskrachten in opleiding (artikel 50, eerste lid Wet kinderopvang + artikel 9, tweede lid Beleidsregels kwaliteit kinderopvang ) |
2.3.0 Alle beroepskrachten in opleiding worden altijd ingezet conform de voorwaarden van de CAO-kinderopvang. [38] |
Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.000 |
|
2.4 Gebruik van de voorgeschreven voertaal(artikel 55 Wet kinderopvang ) [39] |
2.4.0 De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt of er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, daar de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe genoodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode. [40] |
Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.500 |
|
3. Veiligheid en gezondheid |
3.1 Risico-inventarisatie veiligheid (artikel 51 Wet kinderopvang ) |
3.1.0.0 Risico-inventarisatie veiligheid. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
8.000 (indien deze ontbreekt) |
3.1.0.1 De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud. [41] |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
4.000 |
||
3.1.0.2 De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
4.000 |
||
3.1.1 Beleid veiligheid(artikel 51 Wet kinderopvang + artikel 8 Beleidsregels kwaliteit kinderopvang ) |
3.1.1.1 De risico-inventarisatie beschrijft de veiliheidsrisico's die de opvang van de kinderen met zich meebrengt op de thema's: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verstikking, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.500 |
|
3.1.1.2 Er is een plan van aanpak waarin is aangegeven welke maatregelen op welk moment worden genomen in verband met de risico's, alsmede de samenhang tussen de risico's en de maatregelen. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.500 |
||
3.1.1.3 Er is een registratie van ongevallen, waarbij per ongeval de aard en plaats van het ongeval, de leeftijd van het kind, de datum van het ongeval en een overzicht van te treffen maatregelen worden vermeld. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.500 |
||
3.1.2 Uitvoering beleid veiligheid (artikel 51 Wet kinderopvang + artikel 8 Beleidsregels kwaliteit kinderopvang ) |
3.1.2.1 De geïnventariseerde risico's zijn compleet en komen overeen met de risico's in de praktijk. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
|
3.1.2.2 Risico's worden gereduceerd door het nemen van preventieve maatregelen die effectief en adequaat zijn. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom of bestuursdwang en/of boete |
1.000 |
||
3.1.2.3 De houder draagt zorg voor uitvoering van het plan van aanpak. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom of bestuursdwang en/of boete |
1.000 |
||
3.1.2.4 Beroepskrachten zijn op de hoogte van de risico's en de aanpak daarvan. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
3.1.2.5 Beroepskrachten handelen conform het plan van aanpak. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
3.2.0 Risico-inventarisatie gezondheid (artikel 58 Wet kinderopvang ) |
3.2.0.0 Risico-inventarisatie gezondheid |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
8.000 (indien deze ontbreekt) |
|
3.2.0.1 De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
4.000 |
||
3.2.0.2 De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
4.000 |
||
3.2.1 Beleid gezondheid (artikel 51 Wet kinderopvang + artikel 8 Beleidsregels kwaliteit kinderopvang ) |
3.2.1.1 De risico-inventarisatie beschrijft de gezondheids-risico's die de opvang van de kinderen met zich meebrengt op de thema's: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.500& |
|
3.2.1.2 Er is een plan van aanpak waarin is aangegeven welke maatregelen op welk moment worden genomen in verband met de risico's, alsmede de samenhang tussen de risico's en de maatregelen. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.500 |
||
3.2.2 Uitvoering beleid gezondheid (artikel 51 Wet kinderopvang + artikel 8 Beleidsregels kwaliteit kinderopvang ) |
3.2.2.1 De geïnventariseerde risico's zijn compleet en komen overeen met de risico's in de praktijk. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.000 |
|
3.2.2.2 Risico's worden gereduceerd door het nemen van preventieve maatregelen die effectief en adequaat zijn. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.000 |
||
3.2.2.3 De houder draagt zorg voor uitvoering van het plan van aanpak. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.000 |
||
3.2.2.4 Beroepskrachten zijn op de hoogte van de risico's en de aanpak daarvan. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.000 |
||
3.2.2.5 Beroepskrachten handelen conform het plan van aanpak. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.000 |
||
3.3 Protocol met betrekking tot een Meldcode kindermishandeling (artikel 15a Beleidsregels kwaliteit kinderopvang ) |
3.3.0.1 De houder heeft een protocol kindermishandeling |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
8.000 |
|
3.3.1 Inhoud protocol kindermishandeling (artikel 15a Beleidsregels kwaliteit kinderopvang ) |
3.3.1.1 Het protocol hanteert de definitie van kindermishandeling conform de Wet op de Jeugdzorg (2005). [42] |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
|
3.3.1.2 In het protocol zijn verantwoordelijkheden per organisatielaag uitgesplitst in taken en bevoegdheden. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
3.3.1.3 Het protocol bevat een stappenplan waarin minimaal de volgende fases in aanbod komen: vermoeden, overleg, plan van aanpak, beslissen, handelen, evaluatie en nazorg. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
3.3.1.4 Het stappenplan bevat een tijdslijn vanaf de persoon met een vermoeden van kindermishandeling tot en met de nazorg. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
3.3.1.5 Het stappenplan is voorzien van een heldere toelichting, hulpmiddelen voor het doorlopen ervan en aandachtspunten voor de gespreksvoering met verschillenden partijen. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
3.3.1.6 Het protocol bevat een lijst van signalen per ontwikkelingsgebied om kindermishandeling zo vroeg mogelijk te signaleren. [43] |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
3.3.1.7 Het protocol besteedt aandacht aan de mogelijke situatie dat een beroepskracht de vermoedelijke dader is. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
3.3.1.8 Het protocol besteedt aandacht aan de omgang met de Wet bescherming persoonsgegevens . [44] |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
3.3.1.9 Het protocol bevat praktische informatie over de Bureau's Jeugdzorg en het Advies & Meldpunt Kindermishandeling (AMK). |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
3.3.1.10 De beroepskrachten kennen de inhoud van het protocol en handelen er aantoonbaar naar. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
4. Accomodatie en inrichting |
4.1 Binnenspeelruimte (artikel 5 Beleidsregels kwaliteit kinderopvang ) |
4.1.1 Er is tenminste 3,5 m²bruto oppervlakte voor spelactiviteiten ingerichte ruimtes beschikbaar per kind. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
3,0 - 3,5 m² : 2.000 |
< 3,0 m² : 4.000 |
||||||
4.1.2 De binnenspeelruimte is ingericht in overeenstemming met het aantal op te vangen kinderen. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.000 |
||
4.1.3 De binnenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom of bestuursdwang en/of boete |
2.000 |
||
4.2 Buitenspeelruimte (artikel 7, eerste lid Beleidsregels kwaliteit kinderopvang ) |
4.2.1 Er is tenminste 3 m² bruto buitenspeelruimte beschikbaar per aanwezig kind. |
Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
2,5 - 3,0 m² : 1.000 |
|
< 2,5 m² : 2.000 |
||||||
4.2.2 De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk. |
Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
4.2.3 De buitenspeelruimte is vast beschikbaar voor de buitenschoolse opvang. |
Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
4.2.4 De buitenruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid. |
Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom of bestuursdwang en/of boete |
1.000 |
||
4.3 Aanvullende eisen indien de buitenspeelruimte niet-aangrenzend is (artikel 7, tweede lid Beleidsregels kwaliteit kinderopvang ) |
4.3.1 De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is in de directe nabijheid van het kindercentrum. |
Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
|
4.3.2 De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is voor kinderen goed bereikbaar. [45] |
Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
4.3.3 De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is voor kinderen veilig bereikbaar. [46] |
Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
5. Groepsgrootte en leidster-kindratio |
5.1 Opvang van groepen(artikel 4 lid 1, lid 2, lid 5 en lid 6 Beleidsregels kwaliteit kinderopvang ) |
5.1.1 Ieder kind behoort bij een basisgroep. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
4.000 |
5.1.2 De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basis-onderwijs voor die kinderen eindigt of de basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 per kind |
||
5.1.3 Bij activiteiten in groepen groter dan dertig kinderen, besteedt de houder in het pedagogisch beleidsplan aantoonbaar extra aandacht aan de omgang met de basisgroep. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
5.2 Beroepskracht-kind-ratio artikel 4 lid 3, lid 2, lid 4 en lid 9 Beleidsregels kwaliteit kinderopvang ) |
5.2.1 De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de basisgroep bedraagt tenminste. [47] 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. [48] 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar.of 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.000 per ontbrekende beroepskracht |
|
5.2.2 Indien conform de beroepskracht-kind-ratio slechts een beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is, dan is ondersteuning van deze beroepskracht door een andere volwassene in geval van calamiteiten geregeld. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.000 |
||
5.3 Inzet beroepskrachten in afwijking van de beroepskracht-kind-ratio (artikel 4, lid 7 en lid 8 Beleidsregels kwaliteit kinderopvang ) |
5.3.1 Bij buitenschoolse opvang gedurende schooldagen [49], kunnen ten hoogste een half uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kind-ratio vereist is. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.000 |
|
5.3.2 Bij buitenschoolse opvang gedurende vrije dagen [50], kunnen ten hoogste drie uur per dag minder beroeps- krachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kind-ratio vereist is. Deze inzet betreft de tijd voor 9.30 en na 16.30 en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.000 |
||
5.3.3 De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.000 |
||
5.3.4 Minstens de helft van het aantal vereiste beroeps-krachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van beroepskracht-kind-ratio. |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.000 |
||
5.3.5 Indien als gevolg van het afwijken van de beroepskracht-kind-ratio slechts een beroepskracht in het kinder-centrum ingezet wordt, dan is er ten minste een andere volwassene in het kinder- centrum aanwezig |
Hoog |
Bevel door GGD of aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.000 |
||
6. Pedagogisch beleid en praktijk |
6.1 Pedagogisch beleidsplan (artikel 50 Wet kinderopvang + artikel 2 Beleidsregels kwaliteit kinderopvang ) |
6.1.0.0 De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. |
Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
3.000 (indien deze ontbreekt) |
6.1.1 Pedagogisch beleid (artikel 50 Wet kinderopvang + artikel 2 Beleidsregels kwaliteit kinderopvang )[51] |
6.1.1.1 In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijk-heden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke en sociale competentie en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaats vindt. |
Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
750 |
|
6.1.1.2 Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en leeftijdopbouw van de basisgroep. |
Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
750 |
||
6.1.1.3 Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun basisgroep verlaten. |
Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
750 |
||
6.1.1.4 Bij activiteiten in groepen groter dan dertig kinderen besteedt de houder in het pedagogisch beleidsplan aantoonbaar extra aandacht aan de omgang met de basisgroep. |
Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
750 |
||
6.1.1.5 Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. [52] |
Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
750 |
||
6.1.2 Pedagogisch praktijk (artikel 50 Wet kinderopvang + artikel 2 Beleidsregels kwaliteit kinderopvang ) |
6.1.2.1 De beroepskrachten kennen de inhoud van het pedagogisch beleidsplan. |
Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
750 |
|
6.1.2.2 De beroepskrachten handelen conform het pedagogisch beleidsplan |
Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
750 |
||
6.2 Emotionele veiligheid (artikel 49 en 50 Wet kinderopvang + artikel 2 Beleidsregels kwaliteit kinderopvang ) |
6.2.1 De beroepskracht communiceert met de kinderen. |
Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
|
6.2.2 De beroepskracht heeft een respectvolle houding naar de kinderen. |
Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.000 |
||
6.2.3 Er heerst een ontspannen, open sfeer in de groep. |
Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
6.2.4 De kinderen worden uitgenodigd tot participatie. |
Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
6.2.5 Kinderen hebben vaste beroepskrachten en bekende leeftijdsgenootjes om zich heen. |
Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
6.2.6 Er is informatieover-dracht tussen ouders en beroepskracht. |
Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
6.3 Persoonlijke competentie (artikel 49 en 50 Wet kinderopvang + artikel 2 Beleidsregels kwaliteit kinderopvang ) |
6.3.1 De beroepskracht ondersteunt en stimuleert individuele kinderen. |
Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
|
6.3.2 Er is een goede interactie tussen de beroepskracht en individuele kinderen. |
Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
6.3.3 Kinderen hebben de mogelijkheid om eigen ervaringen op te doen middels, spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting. |
Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
6.3.4 Er is aandacht voor leermomenten. Hierbij is taal en motorisch spel van jonge kinderen belangrijk. |
Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
6.4 Sociale competentie (artikel 49 en 50 Wet kinderopvang + artikel 2 Beleidsregels kwaliteit kinderopvang ) |
6.4.1 De beroepskracht ondersteunt de kinderen in de interactie tussen kinderen onderling. |
Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
|
6.4.2 De beroepskracht ondersteunt de kinderen in het voor komen en oplossen van conflicten. |
Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
6.4.3 De kinderen maken deel uit van het groepsgebeuren. |
Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
6.5 Overdracht van normen en waarden (artikel 49 en 50 Wet kinderopvang + artikel 2 Beleidsregels kwaliteit kinderopvang ) |
6.5.1 Afspraken, regels en omgangsvormen zijn aanwezig. |
Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.000 |
|
6.5.2 Afspraken, regels en omgangsvormen zijn duidelijk. |
Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
6.5.3 Afspraken,regels en omgangsvormen worden aan de kinderen uitgelegd. |
Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
6.5.4 Beroepskrachten geven zelf in hun spreken en handelen het goede voorbeeld. |
Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
7. Klachten |
7.1 Wet klachtenrecht cliënten zorgsector (artikel 2 Wet klachtrecht cliënten zorgsector ) |
7.1.0 Wet klachtrecht clienten zorgsector |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.500 (indien deze ontbreekt) |
7.1.1 De regeling voor de behandeling van klachten voorziet erin dat er wordt voldaan aan de beschreven eisen. [53] |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
7.1.2 De houder brengt de regeling op passende wijze onder de aandacht van ouders. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
7.1.3 De houder ziet erop toe dat de klachtencommissie werkt met een reglement. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
7.1.4 De houder hanteert de termijn waarbinnen schriftelijk wordt gereageerd naar aanleiding van een oordeel van de klachtencommissie. [54] |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
7.1.5 De houder leeft geheimhoudingsplicht na. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
7.1.6 De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar verslag wordt opgesteld, waarin een minimaal aantal zaken wordt aangegeven. [55] |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
7.1.7 De houder zendt het verslag voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de inspecteur (lees: GGD-inspecteur kinderopvang) |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
7.2 Klachtenregeling oudercommmissie (artikel 60a van de Wet kinderopvang ) [56] |
7.2.0 Klachtenregeling oudercommissie. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.500 (indien deze ontbreekt) |
|
7.2.1 De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van de oudercommissie over een door hem genomen besluit als bedoeld inartikel 60a, eerste lid van de Wet kinderopvang [57] die voldoet aan de beschreven eisen. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
7.2.2 De houder brengt de regeling op passende wijze onder de aandacht van de oudercommissie. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
7.2.3 De houder zorgt voor naleving van de regeling. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
7.2.4 De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar verslag wordt opgesteld, waarin een minimaal aantal zaken wordt aangegeven [58]. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
7.2.5 De houder zendt het verslag voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de toezichthouder. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
Tabel 3 Handhaving- en sanctiebeleid Gastouderopvang (GOO)
Domein |
Kwaliteitsaspect |
Indicatie |
Prioritering overtreding |
Fase 1 |
Fase 2 (met toelichting) |
Boetes (in €) |
1. Ouders |
1.1 Reglement oudercommissie |
1.1.0 Reglement ouder-commissie (artikel 59 Wet kinderopvang ). [59] |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.500 (indien deze ontbreekt) |
1.1.1 Het reglement omvat regels omtrent het aantal leden. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
1.1.2 Het reglement omvat regels omtrent de wijze van kiezen van de leden. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
1.1.3 Het reglement omvat regels omtrent de zittingsduur van de leden. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
1.1.4 Het reglement omvat geen regels omtrent werkwijze van de oudercommissie. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
1.1.5 De houder wijzigt het reglement na instemming van de oudercommissie. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
1.2 Instellen oudercommissie (artikel 58 Wet kinderopvang ) |
1.2.0.0 De houder heeft een oudercommissie ingesteld. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
|
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
|||
1.2.1 Voorwaarden oudercommissie (artikel 58 Wet kinderopvang ) |
1.2.1.1 De houder is geen lid. |
|||||
1.2.1.2 Het personeel is geen lid. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
1.2.1.3 De leden worden gekozen uit en door de vraagouders. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
1.2.1.4 De houder stelt de oudercommissie in de gelegenheid haar eigen werkwijze te bepalen. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
1.2.2 Adviesrecht oudercommissie [60] |
1.2.2.1 De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen. [61] |
Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
|
1.2.2.2 De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft. |
Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
1.2.2.3 Van een gevraagd advies van de ouder-commissie wijkt de houder alleen af indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet. |
Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
1.2.2.4 De houder geeft de oudercommissie gelegenheid ook ongevraagd te adviseren over de genoemde onderwerpen. |
Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
1.3 Informatie voor vraagouders (artikel 56 en 63 lid 4 Wet kinderopvang + artikel 11 en artikel 12 lid 4 Beleidsregels kwaliteit kinderopvang ) [62] |
1.3.1 De houder informeert de vraagouders over het te voeren beleid. [63] |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
|
1.3.2 De houder legt een afschrift van het inspectierapport op een voor vraagouders, gastouders en personeel toegankelijke plaats. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom of bestuursdwang en/of boete |
500 |
||
1.3.3 De houder draagt zorg dat de risico-inventarisatie inzichtelijk is in de woning waar de opvang plaats vindt. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
1.3.4 Het gastouderbureau draagt zorg voor een goede bereikbaarheid van het gastouderbureau voor de vraagouder en informeert de vraagouder hierover. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
1.3.5 De informatie is gedetailleerd genoeg om vraagouders een adequaat beeld van de praktijk te geven. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
1.3.6 De praktijk sluit aan bij de aan de vraagouders verstrekte informatie. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
2. Personeel |
2.1 Verklaring omtrent het gedrag (artikel 56 lid 3 en artikel 90 lid 3 Wet kinderopvang + artikel 15 Beleidsregels kwaliteit kinderopvang ) |
2.1.1 Personen werkzaam bij het gastouderbureau zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag. [64] |
Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
3.000 per ontbrekende VOG |
2.1.2 De houder draagt er zorg voor dat gastouders in het bezit zijn van een verklaring omtrent het gedrag. |
Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
3.000 per ontbrekende VOG |
||
2.1.3 De houder draagt er zorg voor dat, bij opvang bij de gastouder thuis, alle huisgenoten vanaf 18 jaar in het bezit zijn van een verklaring omtrent het gedrag. |
Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
3.000 per ontbrekende VOG |
||
2.1.4 De verklaring omtrent het gedrag wordt overlegd bij inschrijving bij het gastouderbureau. Dit geldt voor de gastouder en eventuele huisgenoten vanaf 18 jaar. |
Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
3.000 per VOG |
||
2.1.5 De verklaring omtrent het gedrag is bij overleggen niet ouder dan twee maande.n |
Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.500 per VOG |
||
2.2 Pedagogische kennis (artikel 56 lid 1 Wet kinderopvang + artikel 12a lid 8 Beleidsregels kwaliteit kinderopvang ) |
2.2.0 Het gastouderbureau toont aan dat de bemiddelings-medewerkers werkzaam bij het gastouderbureau bschikken over voor gastouderopvang relevante pedagogische kennis. |
Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
|
3. Veiligheid en gezondheid |
3.1 Risico-inventarisatie veiligheid (artikel 49 en 56 Wet kinderopvang + artikel 12 lid 2, lid 3, lid 4, lid 5 en lid 6 Beleidsregels kwaliteit kinderopvang ) |
3.1.0.0 Risico-inventarisatie veiligheid |
Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom n/of boete |
8.000 (indien deze ontbreekt) |
3.1.0.1 De houder legt voor aanvang van de opvang en daarna jaarlijks voor elke woning waar gastouderopvang plaats vindt in een risico-inventarisatie die veiligheids-risico's voor de op te vangen kinderen vast, in alle voor kinderen toegankelijke ruimtes. Daartoe bezoekt het gastouderbureau elke opvangwoning minimaal een keer per jaar. |
Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
4.000 |
||
3.1.0.2 De risico-inventarisatie is maximaal een jaar oud. |
Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
4.000 |
||
3.1.0.3 De houder draagt er zorg voor dat de risico-inventarisatie veiligheid de actuele situatie van de opvang betreft. |
Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
4.000 |
||
3.1.1 Beleid veiligheid (artikel 49 en 56 Wet kinderopvang + artikel 12 lid 2, lid 3, lid 4, lid 5 en lid 6 Beleidsregels kwaliteit kinderopvang ) |
3.1.1.1 De risico-inventarisatie beschrijft de veiligheidsrisico's die de opvang van de kinderen met zich meebrengt op de thema's: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verstikking, verwonding, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. |
Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.500 |
|
3.1.1.2 Er is een plan van aanpak waarin de houder adviseert welke maatregelen op welk moment moeten worden genomen in verband met de risico's, alsmede de samenhang tussen de risico's en de maatregelen. |
Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.500 |
||
3.1.1.3 Er is een registratie van ongevallen, waarbij per ongeval de aard en plaats van het ongeval, de leeftijd van het kind, de datum van het ongeval en een overzicht van te treffen maatregelen worden vermeld. |
Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.500 |
||
3.1.2 Uitvoering beleid veiligheid (artikel 49 en 56 Wet kinderopvang + artikel 12 lid 2, lid 3, lid 4, lid 5 en lid 6 Beleidsregels kwaliteit kinderopvang ) |
3.1.2.1 De houder draagt er zorg voor dat geïnventariseerde risico's compleet zijn en overeenkomen met de risico's in de praktijk. |
Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
|
3.1.2.2 De houder brengt de gastouder op de hoogte van de uitkomsten van de risico-inventarisatie en het daaruit voortvloeiende plan van aanpak. |
Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
3.1.2.3 De houder draagt er zorg voor dat risico's worden gereduceerd door het nemen van preventieve maatregelen die effectief en adequaat zijn. |
Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
3.1.2.4 De houder begeleidt gastouders, zodat zij handelen conform het plan van aanpak. |
Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
3.2 Risico-inventarisatie gezondheid (artikel 49 Wet kinderopvang + artikel 12 lid 2, lid 3, lid 4, lid 5 en lid 6 Beleidsregels kwaliteit kinderopvang ) |
3.2.0.0 Risco-inventarisatie gezondheid. |
Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
8.000 (Indien deze ontbreekt) |
|
3.2.0.1 De houder legt voor aanvang van de opvang en daarna jaarlijks voor elke woning waar gastouderopvang plaatsvindt. in een risico-inventarisatie de gezondheidsrisico's voor de op te vangen kinderen vast, in alle voor kinderen toegankelijke ruimtes. Daartoe bezoekt het gastouderbureau elke opvangwoning minimaal een keer per jaar. |
Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.000 |
||
3.2.0.2 De risico-inventarisatie is maximaal een jaar oud. |
Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.000 |
||
3.2.0.3 De houder draagt er zorg voor dat de risico-inventarisatie gezondheid de actuele situatie van de opvang betreft. |
Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.000 |
||
3.2.1 Beleid gezondheid (artikel 49 en 56 Wet kinderopvang + artikel 12 lid 2, lid 3, lid 4, lid 5 en lid 6 Beleidsregels kwaliteit kinderopvang ) |
3.2.1.1 De risico-inventarisatie beschrijft de gezondheids-risico's die de opvang van de kinderen met zich meebrengt op de thema's: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. |
Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.500 |
|
3.2.1.2 Er is een plan van aanpak waarin is aangegeven welke maatregelen op welk moment worden genomen in verband met de risico's, alsmede de samenhang tussen de risico's en de maatregelen. |
Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.500 |
||
3.2.2 Uitvoering beleid gezondheid (artikel 49 en 56 Wet kinderopvang + artikel 12 lid 2, lid 3, lid 4, lid 5 en lid 6 Beleidsregels kwaliteit kinderopvang ) |
3.2.2.1 De houder draagt er zorg voor dat geïnventariseerde risico's compleet zijn en overeenkomen met de risico's in de praktijk. |
Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.000 |
|
3.2.2.2 De houder brengt de gastouder op de hoogte van de uitkomsten van de risico-inventarisatie en het daaruit voortvloeiende plan van aanpak. |
Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.000 |
||
3.2.2.3 De houder draagt er zorg voor dat risico's worden gereduceerd door het nemen van preventieve maatregelen die effectief en adequaat zijn. |
Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.000 |
||
3.2.2.4 De houder begeleidt gastouders, zodat zij handelen conform het plan van aanpak. |
Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.000 |
||
3.2.2.5 De houder draagt er zorg voor dat het gedeelte van de woning waar de kinderen worden opgevangen, rookvrij is ten tijde van de opvang. |
Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.000 |
||
3.3 Protocol kindermis-handeling (artikel 15a Beleidsregels kwaliteit kinderopvang ) |
3.3.0.0 Protocol kindermishandeling |
Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
8.000 |
|
3.3.1 Inhoud protocol kindermishandeling (artikel 15a Beleidsregels kwaliteit kinderopvang ) |
3.3.1.1 Het protocol hanteert de definitie van kindermishandeling conform de Wet op de Jeugdzorg. [65] |
Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
|
3.3.1.2 In het protocol zijn verantwoordelijkheden per organisatielaag uitgesplitst in taken en bevoegdheden. |
Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
3.3.1.3 Het protocol bevat een stappenplan waarin minimaal de volgende fases in aanbod komen: vermoeden, overleg, plan van aanpak, beslissen, handelen, evaluatie en nazorg. |
Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
3.3.1.4 Het stappenplan bevat een tijdslijn vanaf de persoon met een vermoeden van kindermishandeling tot en met nazorg. |
Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
3.3.1.5 Het stappenplan is voorzien vna een heldere toelichting, hulpmiddelen voor het doorlopen ervan en aandachtspunten voor de gespreksvoering met verschillende partijen. |
Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
3.3.1.6 Het protocol bevat een lijst van signalen per ontwikkelingsgebied [66], uitgesplitst voor de groep 0-4 jaar en de groep 4-12 jaar, om kindermishandeling zo vroeg mogelijk te signaleren. |
Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
3.3.1.7 Het protocol besteedt aandacht aan de omgang met de Wet bescherming persoonsgegevens [67]. |
Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
3.3.1.8 het protocol besteedt aandacht aan de mogelijke situatie dat een persoon werkzaam bij het gastouderbureau, een gastouder of een volwassen huisgenoot van de gastouder de vermoedelijke dader is. |
Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
3.3.1.9 Het protocol bevat praktische informatie over de Bureau's Jeugdzorg en het Advies & Meldpunt Kindermishandeling (AMK). |
Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
3.3.1.10 De gastouders en personen werkzaam bij het gastouderbureau kennen de inhoud van het protocol en handelen er aantoonbaar naar. |
Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
4. Accommodatie en inrichting |
4.1 Aantal op te vangen kinderen door gastouders (artikel 1 Wet kinderopvang + artikel 11 lid 2 onder b Beleidsregels kwaliteit kinderopvang ) |
4.1.1 De houder draagt er zorg voor dat de gastouder maximaal 4 kinderen tegelijk opvangt (exclusief eigen kinderen), in de woning van de gastouder of de vraagouder. Er zijn maximaal vier kinderen onder de vier jaar (inclusief eigen kinderen) gedurende de opvang aanwezig of de houder draagt er zorg voor dat bij de innovatieve gastouderopvang een gastouder maximaal 6 kinderen tegelijk opvangt (exclusief eigen kinderen), op het woonadres van de gastouder of de vraagouder. |
Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 per extra kind |
4.1.2 De houder beoordeelt of de samenstelling van de groep kinderen verantwoord is. Bij deze beoordeling wordt tenminste het aantal en de leeftijd van de niet-eigen kinderen en van de eigen kinderen meegewogen. |
Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
5. Pedagogisch beleid en praktijk |
5.1 Pedagogisch beleidsplan (artikel 11 Beleidsregels kwaliteit kinderopvang ) [68] |
5.1.0.0 De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat gastouderbureau kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. |
Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
3.000 |
5.1.1 Inhoud pedagogisch beleidsplan (artikel 11 Beleidsregels kwaliteit kinderopvang ) |
5.1.1.1 In het pedagogisch beleidsplan staan in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. |
Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
|
5.1.1.2 Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de leeftijdsopbouw en aantallen van de kinderen die door een gastouder worden opgevangen. |
Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
5.1.1.3 Het pedagogisch plan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de eisen die aan de opvanglocatie worden opgesteld. |
Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
5.1.1.4 De houder van innovatieve gastouderopvang beschrijft in het pedagogisch beleidsplan de wijze waarop de ondersteuning van een gastouder bij de gelijktijdige opvang van meer dan vier opvangkinderen door een andere volwassene in geval van calamiteiten is geregeld. |
Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
5.1.2 Pedagogische praktijk (artikel 49 en 56 Wet kinderopvang + artikel 2 Beleidsregels kwaliteit kinderopvang ) |
5.1.2.1 De houder informeert de gastouders over de inhoud van het pedagogisch beleidsplan waardoor zij ernaar kunnen handelen. |
Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
|
5.1.2.2 De houder ziet er op toe dat gastouders handelen conform het pedagogisch beleidsplan. |
Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
5.1.2.3 De houder begeleidt gastouders, zodat zij handelen conform het pedagogisch beleidsplan. |
Gemiddeld |
Aanwijzing Hersteltermijn: 6 - 18 weken |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.000 |
||
6. Kwaliteit gastouders en opvangwoning |
6.1 Kwaliteit gastouders en opvangwoning (artikel 49 en 56 Wet kinderopvang + artikel 11 lid 2, lid 6 en artikel 12a lid 1, lid 2 en lid 4 Beleidsregels kwaliteit kinderopvang ) |
6.1.1 De houder draagt er zorg voor dat iedere woning waar gastouderopvang plaats vindt over voldoende speel- en slaapruimte voor kinderen beschikt, afgestemd op het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. |
Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.000 |
6.1.2 De houder draagt er zorg voor dat iedere woning waar gastouderopvang plaats vindt over voldoende buitenspeelmogelijkheden voor kinderen beschikt, afgestemd op het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. [69] |
Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.000 |
||
6.1.3 De houder formuleert criteria voor de kwaliteit van de gastouders en legt deze schriftelijk vast [70]. |
Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.000 |
||
6.1.4 De houder draagt er zorg voor dat deze criteria bij de start van de opvang en daarna jaarlijks worden getoetst door middel van een bezoek door personen werkzaam bij het gastouderbureau aan de woning waar de opvang plaats vindt. |
Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.000 |
||
6.1.5 De houder draagt er zorg voor dat de kwaliteitscriteria voor gastouders bekend zijn bij de vraagouders. |
Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.000 |
||
6.1.6 De houder evalueert jaarlijks mondeling de opvang met de vraagouders en legt deze schriftelijk vast. |
Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.000 |
||
7. Kwaliteit gastouderbureau |
7.1 Kwaliteit gastouderbureau (artikel 56 lid 1 Wet kinderopvang + artikel 12a lid 5, lid 6, lid 7 en artikel 13 Beleidsregels kwaliteit kinderopvang ) |
7.1.1 De houder draagt zorg voor ten minste twee bezoeken [71] per jaar aan de woning waar de gastouderopvang plaats vindt, waarbij in ieder geval de jaarlijkse risico-inventarisatie, de jaarlijkse toetsing van de criteria voor de gastouders en de jaarlijkse evaluatie van de opvang plaats vinden. Dit bezoek wordt afgelegd door personen werkzaam bij het gastouderbureau. |
Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsomen/of boete |
1.000 per ontbrekend bezoek |
7.1.2 De houder biedt gastouders bij de start van hun werkzaamheden introductiecursus(sen) aan die gerelateerd zijn aan de opvangtaken. |
Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.000 |
||
7.1.3 De houder organiseert naast de introductiecursus(sen) of themabijeen-komsten voor de gastouders en biedt cursussen of bijeenkomsten aan waarbij gastouders elkaar kunnen ontmoeten en ervaringen uitwisselen. |
Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.000 |
||
7.1.4 De houder voert bij een nieuwe koppeling een koppelingsgesprek met de vraag- en gastouder. Dit koppelingsgesprek wordt uitgevoerd in de opvang-woning door een bemiddelingsmedewerker van het gastouderbureau. |
Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.000 |
||
7.1.5 De houder draagt er zorg voor dat de bemiddelings-medewerker een intake-gesprek voert met de vraag- en gastouder aan huis. |
Hoog |
Aanwijzing Hersteltermijn: 7 - 14 dagen |
Last onder dwangsom en/of boete |
2.000 |
||
8. Klachten |
8.1 Wet klachtenrecht cliënten zorgsector (artikel 2 Wet klachtrecht cliënten zorgsector ) |
8.1.0 Wet klachtrecht cliënten zorgsector |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.500 (indien deze ontbreekt) |
8.1.1 De regeliing voor de behandeling van klachten voorziet erin dat er wordt voldaan aan de beschreven eisen. [72] |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
8.1.2 De houder brengt de regeling op passende wijze onder de aandacht van vraagouders. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
8.1.3 Een houder ziet erop toe dat de klachtencommissie werkt met een reglement. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
8.1.4 De houder hanteert de termijn waarbinnen schriftelijk wordt gereageerd naar aanleiding van een oordeel van de klachtencommissie. [73] |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
8.1.5 De houder leeft geheimhoudingsplicht na. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
8.1.6 De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar verslag wordt opgesteld, waarin een minimaal aantal zaken wordt aangegeven. [74] |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
8.1.7 De houder zendt het verslag voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de toezichthouder. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
8.2 Klachtenregeling ouder-commissie (artikel 60a Wet kinderopvang ) |
8.2.0 Klachtenregeling oudercommissie |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
1.500 (indien deze ontbreekt) |
|
8.2.1 De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van de oudercommissie over een door hem genomen besluit als bedoeld in artikel 60a, eerste lid, van de Wet kinderopvang die voldoet aan de beschreven eisen [75]. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
8.2.2 De houder brengt de regeling op passende wijze onder de aandacht van de oudercommissie. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
8.2.3 De houder zorgt voor naleving van de regeling. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
8.2.4 De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar verslag wordt opgesteld, waarin een minimaal aantal zaken wordt aangegeven [76]. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
||
8.2.5 De houder zendt het verslag voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de toezichthouder. |
Laag |
Aanwijzing Hersteltermijn: 5 - 7 maanden |
Last onder dwangsom en/of boete |
500 |
Tabel 4 Handhaving overige overtredingen
Overtreding |
Boete (in €) |
artikel 5:20 Algemene wet bestuursrecht |
2.500 |
artikel 45 Wet kinderopvang |
10.000 |
artikel 47 lid 1 Wet kinderopvang , wijzigingen niet onverwijld melden |
500 |
artikel 65 Wet kinderopvang , overtreding aanwijzing/bevel |
Zie de genoemde bedragen bij de desbetreffende bevelen/aanwijzigingen in de tabellen 1 tot en met 3. |
artikel 66 lid 1 of lid 2 Wet kinderopvang , exploitatieverbod |
10.000 |
1.2. Sanctieprotocol
De prioriteitsstelling gebruiken we om te bepalen welke sanctie-instrumenten ingezet gaan worden. Sanctionering gebeurt in twee fasen. Fase 1 is gericht op herstel. De ondernemer krijgt in fase 1 een aanwijzing of een waarschuwing. Hierin geven we aan dat niet voldaan wordt aan bepaalde kwaliteitsregels van de Wet kinderopvang of Verordening kwaliteitsregels peuterspeelzalen gemeente Stadskanaal en dat de ondernemer een bepaalde tijd heeft om de situatie te herstellen. Na de hersteltermijn gaat de inspecteur van de GGD kijken of nu wel voldaan wordt aan de kwaliteitsregels.
Als een houder de situatie niet herstelt, dan gaat fase 2 in. In deze fase kunnen we door middel van bijvoorbeeld een dwangsom of bestuursdwang afdwingen dat een ondernemer de kwaliteitsregels nakomt. Uitgangspunt is: hoe hoger de prioriteit (het belang), hoe zwaarder het sanctie-instrument. Om de sanctiestrategie te kunnen bepalen is een sanctieprotocol opgesteld (zie tabel 5).
Tabel 5 Sanctieprotocol
|
|
Sanctie-instrument |
Hersteltermijn |
Herinspectie |
Hoog belang en slechte score |
Fase 1 |
Bevel (bij direct gevaar) |
Maximaal 7 dagen |
Ja |
Aanwijzing |
Maximaal 7 dagen tot 2 weken |
|||
Fase 2 |
Exploitatieverbod |
Maximaal 6 weken |
Ja |
|
Verwijdering uit register |
||||
Bestuursdwang |
||||
Dwangsom |
||||
Hoog belang en onvoldoende score |
Fase 1 |
Aanwijzing |
Maximaal 6 weken |
Ja |
Fase 2 |
Exploitatieverbod |
Maximaal 3 maanden |
Ja |
|
Verwijdering uit register |
||||
Bestuursdwang |
||||
Dwangsom |
||||
Gemiddeld belang en slechte score |
Fase 1 |
Aanwijzing |
Maximaal 2 weken tot 6 maanden |
Ja |
Fase 2 |
Dwangsom |
Maximaal 2 weken tot 6 maanden |
Ja |
|
Bestuurlijke boete |
||||
Bestuursdwang |
||||
Gemiddeld belang en onvoldoende score |
Fase 1 |
Aanwijzing |
Maximaal 2 weken tot 6 maanden |
Ja |
Fase 2 |
Dwangsom |
Maximaal 2 weken tot 6 maanden |
Ja |
|
Bestuurlijke boete |
||||
Laag belang en slechte score |
Fase 1 |
Waarschuwing |
Maximaal 1 jaar |
Nee, meenemen bij reguliere inspectie |
Fase 2 |
Dwangsom |
Maximaal 1 jaar |
Nee, meenemen bij reguliere inspectie |
|
Bestuurlijke boete |
||||
Laag belang en onvoldoende score |
Fase 1 |
Waarschuwing |
Maximaal 1 jaar |
Nee, meenemen bij reguliere inspectie |
Fase 2 |
Waarschuwing |
Maximaal 1 jaar |
Nee, meenemen bij reguliere inspectie |
Wij stellen voor om bovenstaand sanctieprotocol te gebruiken bij het bepalen van de sanctiestrategie voor de peuterspeelzalen en kinderopvangorganisaties.
Het sanctieprotocol zien we vooral als een richtlijn, omdat het bij sanctionering toch vaak om maatwerk gaat. Hierbij maakt het niet uit wie een bepaalde overtreding maakt, maar bepaalt de overtreding zelf en de omstandigheden waaronder deze is gepleegd de aanpak. Als we bijvoorbeeld meerdere lichte overtredingen constateren of een herhaling van overtredingen, dan kunnen we voor een zwaardere sanctiestrategie kiezen. Ook is het denkbaar dat meerdere overtredingen tegelijk plaatsvinden. In dat geval gaan we uit van de zwaarste overtreding.
2. Uitvoering handhavingsbeleid gemeente Stadskanaal
Bij de handhaving van de kwaliteit van de kinderopvang en het peuterspeelzaalwerk zijn verschillende afdelingen/organisaties betrokken. Het is dan ook zinvol om duidelijke afspraken te maken over wie welke verantwoordelijkheid heeft:
- •
Het team Samenleving is verantwoordelijk voor het beleid rond de kwaliteit van de kinderopvang en het peuterspeelzaalwerk en heeft daarmee de regie over hettotale kwaliteits- en handhavingsproces. Deze dienst is verantwoordelijk voor deverslaggeving naar het rijk.
- •
Het team Ruimte is verantwoordelijk voor het uitvoeren van de melding, registratie en handhavingstaak. Het team Ruimte verstrekt afschriften van GGD-rapportages en eventueel hieruit volgende rapportages overhandhavingsacties aan de verantwoordelijke beleidsambtenaar.
- •
De GGD is verantwoordelijk voor het uitvoeren van de inspecties.
Ten slotte streven wij ernaar gecombineerde inspecties uit te laten voeren door de GGD en brandweer. Dit ontlast de kindercentra, temeer omdat eventuele tegenstrijdigheden van verschillende wetten meteen besproken kunnen worden.
Bijlage 1
Bijlage 2 Handhaving volgens de wet kinderopvang en verordening kwaliteitsregels peuterspeelzaalwerk.
Het college kan op basis van de bevindingen van de toezichthouder ingrijpen. Hiertoe heeft het college op grond van de wet Kinderopvang een aantal instrumenten tot zijn beschikking. Hieronder worden deze sanctiemogelijkheden kort beschreven.
Aanwijzing
Als een kindercentrum of gastouderbureau zich niet aan de kwaliteitseisen houdt, dan kan het college een aanwijzing geven. Een aanwijzing is een beschikking de zin van de Algemene Wet Bestuursrecht (Awb). In aanwijzing staat welke overtredingen geconstateerd zijn, welke maatregelen binnen welke termijn getroffen moeten worden en de waarschuwing dat de aanwijzing kan worden afgedwongen met bestuursdwang, dwangsom of kan leiden tot een bestuurlijke boete.
Bevel
Als de toezichthouder oordeelt dat de kwaliteit zo tekortschiet dat de gezondheid of de veiligheid van de kinderen in direct gevaar is, dan kan de toezichthouder een schriftelijk bevel geven. De toezichthouder is hiertoe bevoegd. De bevoegdheid voor het toepassen van de andere sanctie-instrumenten onder de Wet kinderopvang ligt bij het college. Een bevel is een beschikking in de zin van de Algemene wet bestuursrecht . Een bevel heeft een geldigheidsduur van zeven dagen. Het college kan de geldigheidsduur verlengen. Deze bevoegdheid kan niet worden uitgeoefend ten aanzien van een gastouderbureau.
Verbod exploitatie voort te zetten
Het college kan de houder verbieden de exploitatie van een kindercentrum of gastouderbureau voort te zetten, zolang hij een bevel of een aanwijzing niet opvolgt en het toepassen van bestuursdwang niet mogelijk is. Het geven van een verbod tot exploitatie is een beschikking in de zin van de Awb.
Verbod om in exploitatie te gaan
Het college kan de houder verbieden een kindercentrum, peuterspeelzaal of gastouderbureau in exploitatie te nemen, als blijkt dat het kindercentrum, peuterspeelzaal of het gastouderbureau naar verwachting niet dan wel niet langer aan de voorschriften voldoet.
Verwijdering uit het register
Het college mag de gegevens van een kindercentrum, peuterspeelzaal of gastouderbureau uit het register verwijderen, als uit onderzoek blijkt dat de houder niet aan de kwaliteitseisen voldoet.
Verwijdering ligt echter niet meteen voor de hand. Eerst zal geprobeerd worden om afspraken te maken over het nemen van maatregelen om de tekortkomingen op te heffen. Het verwijderen uit het register is een uiterst middel: het heeft tot gevolg dat de ouders die gebruik maken van een kindercentrum, de aanspraak op tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang verliezen.
Bestuursdwang
Nadat de aanwijzing of het bevel niet uitgevoerd is, kan het college besluiten ter handhaving bestuursdwang aan te zeggen, waarbij bijvoorbeeld besloten wordt een onveilig speeltoestel op kosten van de houder weg te halen, als de ondernemer dat na aanwijzing niet zelf gedaan heeft. Niet alle overtredingen zijn geschikt om met bestuursdwang op te lossen. In de plaats van bestuursdwang kan dan een last onder dwangsom worden opgelegd.
Dwangsom
In plaats van bestuursdwang kan het college besluiten een last onder dwangsom op te leggen. Deze sanctie kan alleen worden opgelegd aan de overtreder zelf. Een last onder dwangsom wordt niet opgelegd als er acuut gevaar is. Dan is het beter om te kiezen voor bijvoorbeeld bestuursdwang. Een last onder dwangsom is een herstelsanctie: de overtreding moet ’hersteld’ worden. Gebeurt dit niet of niet tijdig, dan moet een geldsom worden betaald. Een voorbeeld waar de dwangsom een goed instrument kan zijn, is in het geval dat er consequent niet wordt voldaan aan de leidsterkindratio. Dit gebeurt vaak vanuit kostenoverwegingen van de ondernemer. Door een dwangsom op te leggen, vervalt het economisch voordeel.
Bestuurlijke boete houder
Een bestuurlijke boete kan worden opgelegd als een houder een verplichting, een aanwijzing of een bevel niet nakomt.
Strafrechtelijke mogelijkheden
Strafrechtelijke vervolging is geen specifieke mogelijkheid voor het college en de toezichthouder zelf. Als het gaat om een opzettelijke of roekeloze overtreding die een direct gevaar voor de gezondheid of de veiligheid van personen tot gevolg heeft, dan kan geen gebruik worden gemaakt van de bestuurlijke boete. Als de gedraging strafbaar is, wordt het aan het OM voorgelegd.
Voetnoten
[1]
Dit item geldt niet voor kindercentra waar de opvang uitsluitend en onbezoldigd door ten minste een van de ouders wordt gedaan.
[2]
Conform artikel 59 van de Wet kinderopvang geldt de verplichting voor het vaststellen van een reglement binnen zes maanden na melding. Het instellen van een oudercommissie op basis van dit reglement en het toepassen van het adviesrecht is eveneens aan deze termijn van zes maanden na melding gekoppeld.
[3]
Conform artikel 59 van de Wet kinderopvang geldt de verplichting voor het vaststellen van een reglement binnen zes maanden na melding. Het instellen van een oudercommissie op basis van dit reglement en het toepassen van het adviesrecht is eveneens aan deze termijn van zes maanden na melding gekoppeld.
[4]
Het gaat hier om de volgende onderwerpen: het bieden van verantwoorde kinderopvang; het pedagogisch beleid; voedingsaangelegenheden van algemene aard; het algemene beleid op het gebied van opvoeding, veiligheid, gezondheid; de openingstijden; het beleid met betrekking tot spel- en ontwikkelingsactiviteiten ten behoeve van de kinderen; de vaststelling of wijziging van een regeling inzake de behandeling van klachten en het aanwijzen van personen die belast worden met de behandeling van klachten; wijziging van de prijs van kinderopvang.
[5]
Het gaat hier om: het bieden van verantwoorde kinderopvang; het pedagogisch beleid; het aantal beroepskrachten in relatie tot het aantal kinderen per leeftijdscatagorie; de groepsgrootte; de opleidingseisen van de beroepskrachten; het beleid met betrekking tot de voorwaarden waaronder en de mate waarin beroepskrachten in opleiding kunnen worden belast met de verzorging en opvang van kinderen; het te voeren beleid inzake veiligheid en gezondheid, waaronder risico-inventarisatie; het te voeren beleid inzake de te gebruiken voertaal, voor zover geen Nederlands.
[6]
Deze beroepskrachten zijn tevens aanspreekpunt voor de ouders van het kind.
[7]
Deze voorwaarde geldt niet voor kinderen die gebruik maken van een flexibel aanbod, dat er uit bestaat dat de dagen waarop deze kinderen komen per week verschillen. Welke kinderen dat zijn moet blijken uit het contract tussen de houder en de ouders van het kind (Beleidsregels kwaliteit kinderopvang, artikel 3, zesde lid ).
[8]
Normen ontleend aan de beleidsregel gelden als richtlijn. De houder mag daar evenuteel van afwijken, mits hij daarvoor een goede reden heeft en ten minste een gelijkwaardig alternatief biedt voor hetgeen de betreffende norm in de beleidsregel beoogt. Is dat het geval dan is de beleidsregel op dat onderdeel niet van toepassing.
[9]
Deze verplichting geldt voor de houder, bestuurder of werknemer met een arbeidsovereenkomst, met uitzondering van werknemers die niet op het kindercentrum werkzaam zijn. Het gaat hierbij om alle bestuurders, dus ook om leden van een stichtingsbestuur. De verplichting tot overleggen van een verklaring omtrent het gedrag geldt ook voor uitzandkrachten werkzaam op een kindercentrum. Conform artikel 10, lid 3 van de Beleidsregels kwaliteit kinderopvang dienen zij alleen de eerste keer dat de werkzaamheden op een kindercentrum aanvangen, een verklaring omtrent het gedrag te overleggen. Voor stagiaires die minimaal drie maanden worden ingezet geldt dat zij in het bezit zijn ven een verklaring omtrent het gedrag of dat bij aanvang van hun eerste stageperiode een VOG voor hen moet zijn aangevraagd.
[10]
Deze voorwaarde geldt niet voor kinderen die gebruik maken van een flexibel aanbod, dat er uit bestaat dat de dagen waarop deze kinderen komen per week verschillen. Welke kinderen dat zijn moet blijken uit het contract tussen de houder en de ouders van het kind (Beleidsregels kwaliteit kinderopvang, artikel 3, zesde lid )
[11]
Het gaat hier om de CAO kinderopvang die voor dit kindercentrum geldend is. Voor personen die vanaf een momen voor mei 1991 in dienst zijn bij de huidige werkgever geldt een overgangsbepaling.
[12]
De Nederlandse taal is de voertaal. Daar waar naast de Nederlandse taal, de Friese taal of een streektaal in levend gebruik is, kan de Friese of de streektaal mede als voertaal worden gebruikt. De in Nederland erkende streektalen zijn het Nedersaksisch en het Limburgs.
[13]
Het gaat hier bijvoorbeeld om een kindercentrum voor kinderen van internationale bedrijven of organisaties waar de voertaal bijvoorbeeld Engels is.
[14]
De risico-inventarisatie dient gereed te zijn bij aanvang van de opvang.
[15]
De risico-inventarisatie dient gereed te zijn bij aanvang van de opvang.
[16]
Kindermishandeling is elke vorm van bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of onvrijheid staat, actief of passief, opdringen waardoor ernstige schade wordt berokkend of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel. Hieronder vallen ook verwaarlozing en onthouden van essentiële hulp, medische zorg en onderwijs en het getuige zijn van huiselijk geweld.
[17]
De ontwikkelingsgebieden die aan bod dienen te komen zijn: psycho-sociale signalen, medische signalen, kenmerken verzorgers/gezin, signalen specifiek voor seksueel misbruik, signalen die specifiek zijn voor kinderen die getuige zijn van huiselijk geweld.
[18]
In het protocol dienen de volgende punten behandeld te worden: zorgvuldig handelen, inzagerecht ouders/wettelijk vertegenwoordigers, contact met andere instellingen, omgaan met schriftelijke informatie.
[19]
Indien het kindercentrum daarvoor kiest, mogen de kinderen bij (spel)activiteiten de stamgroepruimte verlaten.
[20]
Voorwaarden 5.2.1, 5.2.2 en 5.2.3 gelden niet voor kinderen die gebruik maken van een flexibel aanbod, dat er uit bestaat dat de dagen waarop deze kinderen komen per week verschillen. Welke kinderen dat zijn moet blijken uit het contract tussen de houder en de ouders van het kind.
[21]
Indien in de groep met drie beroepskrachten tegelijk wordt gewerkt, worden er maximaal vier vaste beroepskrachten toegewezen aan ieder kind.
[22]
Een stamgroepruimte is de ruimte waar de kinderen van de dagopvang het grootste deel van de dag aanwezig zijn.
[23]
Als bij (spel)activiteiten de kinderen de basisgroep verlaten, kan de beroepskracht-kind-ratio op kindercentrumniveau worden vastgesteld volgens dezelfde sleutel. De op locatie aanwezige beroepskrachten houden zich bezig met taken die direct met de kinderen te maken hebben.
[24]
Conform artikel 2, lid 5 van de Beleidsregels kwaliteit kinderopvang wordt het Pedagogisch beleidsplan voor de eerste maal binnen zes maanden na melding door de houder vastgesteld.
[25]
Het betreft volwassenen die ingezet worden als achterwacht in geval van calamiteiten.
[26]
Door of namens een client kan bij de klachtencommissie een klacht tegen een zorgaanbieder worden ingediend over een gedraging van hem of van voor hemwerkzame personen jegens de client. Klachten van clienten worden behandeld door een klachtencommissie (min. 3 leden, voorzitter klachtencommissie niet in dienst bij de organisatie, persoon waarover geklaagd wordt, mag niet in de commissie zitten). Binnen een afgesproken termijn moeten klager, degene over wie geklaagd is en houder schriftelijk en met redenen omkleed in kennis worden gesteld van het oordeel (gegrondheid en eventuele aanbevelingen). Als de termijn wordt overschreden, worden betrokkenen ingelicht (met reden). Klager en degene over wie geklaagd is worden in de gelegenheid gesteld om gehoord te worden (schriftelijk of mondeling). Klager en beklaagde mogen zich laten bijstaan.
[27]
De houder deelt de klager en de klachtencommissie, binnen een maand na ontvangst van het oordeel van de klachtencommissie schriftelijk mede of hij naar aanleiding van dat oordeel maatregelen zal nemen en zo ja, welke. Als de termijn wordt overschreden, worden betrokkenen ingelicht (met reden) en wordt er een nieuwe termijn afgesproken.
[28]
Het openbaar verslag bevat de volgende onderdelen: beknopte beschrijving van de regeling, de wijze waarop de houder de regeling onder de aandacht heeft gebracht, de samenstelling van de klachtencommissie, in welke mate de klachtencommissie haar werkzaamheden heeft kunnen verrichten, het aantal en de aard van de door de klachtencommissie behandelde klachten, de strekking van de oordelen en de aanbevelingen en de aarde van de maatregelen.
[29]
De getroffen regeling waarborgt dat aan de behandeling van een klacht van de oudercommissie niet wordt deelgenomendoor de houder of door een persoon die werkzaam is voor of bij de houder op wie die klacht betrekking heeft. De artikelen 2, tweede tot en met vijfde lid, zevende lid en negende lid , artikel 2a , artikel 3c en artikel 4 van de Wet klachtrecht cliënten zorgsector zijn van overeenkomstige toepassing.
[30]
Het openbaar verslag bevat de volgende onderdelen: beknopte beschrijving van de regeling, de wijze waarop de houder de regeling onder de aandacht heeft gebracht, de samenstelling van de klachtencommissie, in welke mate de klachtencommissie haar werkzaamheden heeft kunnen verrichten, het aantal en de aard van de door de klachtencommissie behandelde klachten, de strekking van de oordelen en de aanbevelingen en de aard van de maatregelen.
[31]
Dit item geldt niet voor kindercentra waar de opvang uitsluitend en onbezoldigd door ten minste een van de ouders wordt gedaan.
[32]
Conform artikel 59 van de Wet kinderopvang geldt de verplichting voor het vaststellen van een reglement binnen zes maanden na melding. Het instellen van een oudercommissie op basis van dit reglement en het toepassen van het adviesrecht is eveneens aan deze termijn van zes maanden na melding gekoppeld.
[33]
Het gaat hier om de volgende onderwerpen: het bieden van verantwoorde kinderopvang; het pedagogisch beleid; voedingsaangelegendheden van algemene aard; het algemene beleid op het gebied van opvoeding, vieligheid, gezondheid; de openingstijden; het beleid met betrekking tot spel- en ontwikkelingsactiviteiten ten behoeve van de kinderen; de vaststelling of wijziging van een regeling inzake de behandeling van klachten en het aanwijzen van personen die belast worden met de behandeling van klachten; wijziging van de prijs van kinderopvang.
[34]
Het gaat hier om de volgende onderwerpen: het bieden van verantwoorde kinderopvang; het pedagogisch beleid; voedingsaangelegenheden van algemene aard; het algemene beleid op het gebied van opvoeding, veiligheid, gezondheid; de openingstijden; het beleid met betrekking tot spel- en ontwikkelingsactiviteiten ten behoeve van de kinderen; de vaststelling of wijziging van een regeling inzake de behandeling van klachten en het aanwijzen van personen die belast worden met de behandeling van klachten; wijziging van de prijs van kinderopvang.
[35]
Het gaat hier om: het bieden van verantwoorde kinderopvang; het pedagogisch beleid; het aantal beroepskrachten in relatie tot het aantal kinderen per leeftijdscategorie; de groepsgrootte; de opleidingseisen van de beroepskrachten; het beleid met betrekking tot de voorwaarden waaronder en de mate waarin beroepskrachten in opleiding kunnen worden belast met de verzorging en opvang van kinderen; het te voeren beleid inzake veiligheid en gezondheid, waaronder de risico-inventarisatie; het te voeren beleid inzake de te gebruiken voertaal, voor zover geen Nederlands.
[36]
Normen ontleend aan de beleidsregel gelden als richtlijn
[37]
Deze verplichting geldt voor de houder, bestuurder of werknemer met een arbeidsovereenkomst, met uitzondering van werknemers die niet op het kindercentrum werkzaam zijn. Het gaat hierbij om alle bestuurders, dus ook om leden van een stichtingsbestuur. De verplichting tot overleggen van een verklaring omtrent het gedrag geldt ook voor uitzendkrachten werkzaam op een kindercentrum. Conform artikel 10, lid 3 van de Beleidsregels kwaliteit kinderopvang dienen zij alleen de eerste keer dat de werkzaamheden op een kindercentrum aanvangen, een verklaring omtrent het gedrag te overleggen. Voor stagiaires die minimaal drie maanden worden ingezet geldt dat zij in het bezit zijn van een verklaring omtrent het gedrag of dat bij aanvang van hun eerste stageperiode een VOG voor hen moet zijn aangevraagd.
[38]
Het gaat hier om de CAO-kinderopvang die voor dit kindercentrum geldend is. Voor personen die vanaf een moment voor mei 1991 in dienst zijn bij de huidige werkgever geldt een overgangsbepaling.
[39]
De nederlandse taal is de voertaal. Daar waar de Nederlandse taal, de Friese taal of een streektaal in levend gebruik is, kan de Friese of de streektaal mede als voertaal worden gebruikt. De in Nederland erkende streektalen zijn het Nedersaksisch en het Limburgs.
[40]
Het gaat hier bijvoorbeeld om een kindercentrum voor kinderen van internationale bedrijven of organisaties waar de voertaal bijvoorbeeld Engels is.
[41]
De risico-inventarisatie dient gereed te zijn bij aanvang van de opvang.
[42]
Kindermishandeling is elke vorm van bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzicht van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of onvrijheid staat, actief of passief, opdringen waardoor ernstige schade wordt berokkend of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel. Hieronder vallen ook verwaarlozing en onthouden van essentiële hulp, medische zorg en onderwijs en het getuige zijn van huiselijk geweld.
[43]
De ontwikkelingsgebieden die aan bod dienen te komen zijn: psycho-sociale signalen, medische signalen, kenmerken verzorgers/gezin, signalen specifiek voor seksueel misbruik, signalen die specifiek zijn voor kinderen die getuige zijn van huiselijk geweld.
[44]
In het protocol dienen de volgende punten behandeld te worden: zorgvuldig handelen, inzagerecht ouders/wettelijke vertegenwoordigers, contact met andere instellingen, omgaan met schriftelijke informatie.
[45]
Goed bereikbaar betekent dat de buitenspeelruimte in een kort tijdsbestek lopend te bereiken is zonder dat natuurlijke obstakels zoals rivieren of verkeerstechnische obstakels zoals snelwegen of treinrails de route bemoeilijken.
[46]
De risico's van de route van de bso naar de buitenspeelplaats dienen op verantwoorde wijze te zijn vastgelegd in de risico-inventarisatie veiligheid en het plan van aanpak, zodat ook de veiligheid gewaarborgd wordt.
[47]
Als bij (spel)activiteiten de kinderen de basisgroep verlaten, kan de beroepskracht-kind-ratio op kindercentrumniveau worden vastgesteld volgens dezelfde sleutel. De op locatie aanwezige beroepskrachten houden zich bezig met taken die direct met de kinderen te maken hebben.
[48]
Tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt.
[49]
Schooldagen: voor en na de dagelijkse schooltijd op korte en lange dagen.
[50]
Vrije dagen; volledige schoolvrije dagen en vakantiedagen waarbij het kindercentrum 10 uur of langer per dag geopend is.
[51]
Conform artikel 2, lid 5 van de Beleidsregels kwaliteit kinderopvang wordt het Pedagogisch beleidsplan voor de eerste maal binnen zes maanden na melding door de houder opgesteld.
[52]
Het betreft volwassenen die ingezet worden als achterwacht in het geval van calamiteiten en de derde volwassene die ingezet wordt bij een groep 8-12 jarigen.
[53]
Door of namens een cliënt kan bij de klachtencommissie een klacht tegen een zorgaanbieder worden ingediend over een gedraging van hem of van voor hem werkzame personen jegens de cliënt. Klachten van cliënten worden behandeld door een klachten commissie (min. 3 leden, voorzitter klachtencommissie niet in dienst bij de organisatie, persoon waarover geklaagd wordt, mag niet inde commissie zitten). Binnen een afgesproken termijn moeten klager, degene over wie geklaagd is en houder schriftelijk en met redenen omkleed in kennis worden gesteld van het oordeel (gegrondheid en evt. aanbevelingen). Als de termijn wordt overschreden, worden betrokkenen ingelicht (met reden). Klager en degene over wie geklaagd is worden in de gelegenheid gesteld om gehoord te worden (schriftelijk of mondeling). Klager en beklaagde mogen zich laten bijstaan.
[54]
De houder deelt de klager en de klachtencommissie, binnen een maand na ontvangst van het oordeel van de klachtencommissie schriftelijk mede of hij naar aanleiding van dat oordeel maatregelen zal nemen en zo ja, welke. Als de termijn wordt overschreden, worden betrokkenen ingelicht (met reden) en wordt er een nieuwe termijn besproken.
[55]
Het openbaar verslag bevat de volgende onderdelen: beknopte beschrijving van de regeling, de wijze waarop de houder de regeling onder de regeling onder de aandacht heeft gebracht, de samenstelling van de klachtencommissie, in welke mate de klachtencommissie haar werkzaamheden heeft kunnen verrichten, het aantal en de aard van de door de klachtencommissie behandelde klachten, de strekking van de oordelen en de aanbevelingen en de aarde van de maatregelen.
[56]
Op het moment van publicatie van dit toetsingskader dient het volgende wetsvoorstel door de Eerste Kamer nog te worden behandeld: Wijziging van de Wet kinderopvang en enige andere wetten in verband met het herstel van enkele onvolkomenheden in de Wet kinderopvang en het opnemen van een klachtenregeling voor oudercommissies in die wet alsmede in verband met de overgang van het beleidsterrein kinderopvang naar het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (Kamerstukken I 2007/08, nr. 31 134). Dit gebeurt naar verwachting in het eerste kwartaal van 2008.
[57]
De getroffen regeling waarborgt dat aan de behandeling van een klacht van de oudercommissie niet wordt deelgenomen door de houder of door een persoon die werkaam is voor of bij de houder op wie die klacht betrekking heeft. De artikel 2, tweede tot en met vijfde lid, zevende lid, en negende lid , artikel 2a , artikel 3c en artikel 4 van de Wet klachtrecht cliënten zorgsector zijn van overeenkomstige toepassing.
[58]
Het openbaar verslag bevat de volgende onderdelen: beknopte beschrijving van de regeling, de wijze waarop de houder de regeling onder de aandacht heeft gebracht, de samenstelling van de klachtencommissie, in welke mate de klachtencommissie haar werkzaamheden heeft kunnen verrichten, het aantal en de aard van de door de klachtencommissie behandelde klachten, de strekking van de oordelen en de aanbevelingen en de aard van de maatregelen.
[59]
Conform artikel 59 van de Wet kinderopvang geldt de verplichting voor het vaststellen van een reglement binnen zes maanden na melding. Het instellen van een oudercommissie op basis van dit reglement en het toepassen van het adviesrecht is eveneens aan deze termijn van zes maanden na melding gekoppeld.
[60]
Conform artikel 59 van de Wet kinderopvang geldt de verplichting voor het vaststellen van een reglement binnen zes maanden na melding. Het instellen van een oudercommissie op basis van dit reglement en het toepassen van het adviesrecht is eveneens aan deze termijn van zes maanden na melding gekoppeld.
[61]
Het gaat hier om de volgende onderwerpen: het bieden van verantwoorde kinderopvang; het pedagogisch beleid; voedingsaangelegenheden van algemene aard; het algemene beleid op het gebied van opvoeding, veiligheid, gezondheid; de openingstijden; het beleid met betrekking tot spel- en ontwikkelingsactiviteiten ten behoeve van de kinderen; de vaststelling of wijziging van een regeling inzake de behandeling van klachten en het aanwijzen van personen die belast worden met de behandeling van klachten; wijziging van de prijs van kinderopvang.
[62]
Normen ontleend aan de beleidsregel gelden als richtlijn. De houder mag daar eventueel van afwijken, mits hij daarvoor een goede reden heeft en ten minste een gelijkwaardig alternatief biedt voor hetgeen de betreffende norm in de beleidsregel beoogt. Is dat het geval dan is de beleidsregel op dat onderdeel niet van toepassing.
[63]
Het gaat hier om: het bieden van verantwoorde kinderopvang; het pedagogisch beleid; de hoeveelheid kinderen (inclusief eigen kinderen) in welke leeftijd die per gastouder maximaal worden opgevangen; de wijze van tot stand brengen en begeleiden van gastouderopvang; vooraf informatie over het beleid ten aanzien van veiligheid en gezondheid; het te voeren beleid inzake veiligheid en gezondheid; de innovatieve status van de kinderopvang; omgang met de afwijkende regelgeving indien innovatief.
[64]
Deze verplichting geldt ook voor personen die als houder, bestuurder en hoofd gastouderbureau werkzaam zijn of bemiddelingswerkzaamheden uitvoeren. Het gaat hierbij om alle bestuurders, dus ook om leden van een stichtingsbestuur. De verplichting tot overleggen van een verklaring omtrent het gedrag geldt ook voor uitzendkrachten, die bemiddelingswerkzaamheden uitvoeren. Conform artikel 10 lid 3 van de Beleidsregels kwaliteit kinderopvang , dienen zij alleen de eerste keer dat de werkzaamheden op een gastouderbureau aanvangen een verklaring omtrent het gedrag te overleggen.
[65]
Kindermishandeling is elke vorm van bedreigende of geweldadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of onvrijheid staat, actief of passief, opdringen waardoor ernstige schade wordt berokkend of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel. Hieronder vallen ook verwaarlozing en onthouden van essentiële hulp, medische zorg en onderwijs en het getuige van huiselijk geweld.
[66]
De ontwikkelingsgebieden per leeftijdscategorie (0-4 jarigen dan wel 4-12 jarigen) die aan bod dienen te komen zijn: psycho-sociale signalen, medische signalen, kenmerken verzorgers/gezin, signalen specifiek voor seksueel misbruik, signalen die specifiek zijn voor kinderen die getuige zijn van huiselijk geweld.
[67]
In het protocol dienen de volgende punten behandeld te worden: zorgvuldig handelen, inzagerecht ouders/wettelijk vertegenwoordigers, contact met andere instellingen, omgaan met schriftelijke informatie.
[68]
Conform artikel 2, lid 5 van de Beleidsregels kwaliteit kinderopvang wordt het beleidsplan voor de eerste maal binnen zes maanden na melding door de houder vastgesteld.
[69]
Voor innovatieve gastouderopvang gaat het om 'ruimtes op het woonadres van de gastouder of vraagouder waar innovatieve gastouderopvang plaatsvindt'
[70]
Deze criteria hebben in ieder geval betrekking op:
- a.
lichamelijk en geestelijke gezondheid;
- b.
bereid zijn tot samenwerking met het gastouderbureau en tot het volgen van aanvullende cursussen/trainingen/bijeenkomsten die gerelateerd zijn aan de opvangtaak;
- c.
resprecteren van privacygevoelige gegevens en geen informatie doorspelen aan derden;
- d.
openstaan voor en respecteren van andere gewoontes, culturen, levenswijzen en opvoedingsideeën;
- e.
beschikken over goede communicatieve vaardigheden en in staat zijn om op een professionele manier contact met de vraagouders te onderhouden en afspraken te maken;
- f.
kennis hebben van ontwikkeling van kinderen, positief staan ten opzichte van de vier pedagogische doelstellingen zoals uitgewerkt in het pedagogisch beleidsplan, en deze in praktijk kunnen brengen;
- g.
kennis hebben van EHBO voor kinderen (volgens eindtermen van het Oranje Kruis)
- h.
in staat zijn tot reflecteren op het eigen handelen;
- i.
kinderen niet alleen laten of het toezicht aan anderen overlaten;
- j.
regelmatig en gedurende minimaal een half jaar beschikbaar zijn voor opvang;
- k.
goede beheersing van de Nederlandse taal;
- l.
goed telefonisch bereikbaar;
- m.
in bezit van AVP verzekering/inzittenden verzekering bij autogebruik.
[71]
Naast deze bezoeken vinden er intake- en koppelingsgesprekken plaats.
[72]
Door of namens een cliënt kan bij de klachtencommissie een klacht tegen een zorgaanbieder worden ingediend over een gedraging van hem of van voor hem werkzame personen jegens de cliënt. Klachten van cliënten worden behandeld door een klachtencommissie (min. 3 leden, voorzitter klachtencommissie niet in dienst bij de organisatie, persoon waarover geklaagd wordt, mag niet in de commissie zitten). Binnen een afgesproken termijn moeten klager, degene over wie geklaagd is en houder schriftelijk en met redenen omkleed in kennis worden gesteld van het oordeel (gegrondheid en evt. aanbevelingen). Als de termijn wordt overschreden, worden betrokkenen ingelicht (met reden). Klager en degene over wie geklaagd is worden in de gelegenheid gesteld om gehoord te worden (schriftelijk of mondeling). Klager en beklaagde mogen zich laten bijstaan.
[73]
De houder deelt de klager en de klachtencommissie, binnen een maand na ontvangst van het oordeel van de klachtencommissie schriftelijk mee of hij naar aanleiding van dat oordeel maatregelen zal nemen en zo ja, welke. Als de termijn wordt overschreden, worden betrokkenen ingelicht (met reden) en wordt er een nieuwe termijn afgesproken.
[74]
Het openbaar verslag bevat de volgende onderdelen: beknopte beschrijving van de regeling, de wijze waarop de houder de regeling onder de aandacht heeft gebracht, de samenstelling van de klachtencommissie, in welke mate de klachtencommissie haar werkzaamheden heeft kunnen verrichten, het aantal en de aard van de door de klachtencommissie behandelde klachten, de strekking van de oordelen en de aanbevelingen en de aard van de maatregelen.
[75]
De getroffen regeling waarborgt dat aan de behandeling van de klacht van de oudercommissie niet wordt deelgenomen door de houder of door een persoon die werkzaam is voor of bij de houder op wie de klacht betrekking heeft. De artikelen 2, tweede tot en met vijfde lid, zevende lid en negende lid , 2a , 3c en 4 van de Wet klachtrecht cliënten zorgsector zijn van overeenkomstige toepassing.
[76]
Het openbaar verslag bevat de volgende onderdelen: beknopte beschrijving van de regeling, de wijze waarop de houder de regeling onder de aandacht heeft gebracht, de samenstelling van de klachtencommissie, in welke mate de klachtencommissie haar werkzaamheden heeft kunnen verrichten, het aantal en de aard van de door de klachtencommissie behandelde klachten, de strekking van de oordelen en de aanbevelingen en de aard van de maatregelen.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl