Regeling vervallen per 02-05-2015

Beleidsregel wet BIBOB gemeente Stadskanaal

Geldend van 22-11-2007 t/m 01-05-2015

Intitulé

Beleidsregel wet BIBOB gemeente Stadskanaal

Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van Stadskanaal hebben op grond van artikel 3 van de wet BIBOB de bevoegdheid om vergunningen en subsidies te weigeren respectievelijk in te trekken indien ernstig gevaar bestaat dat daarmee strafbare feiten zullen worden gepleegd of uit strafbare feiten verkregen voordelen zullen worden benut. In deze beleidsregel maken zij bekend in welke gevallen en hoe zij van die bevoegdheid gebruik zullen maken.

De wet BIBOB

'BIBOB' staat voor: Bevordering Integriteitsbeoordelingen door het Openbaar Bestuur.

Bedoeling van de wet is om overheden in hun rol van vergunningverlener, subsidiegever en/of opdrachtgever in staat te stellen een bijdrage te leveren in de strijd tegen de georganiseerde misdaad, danwel criminele activiteiten in het bijzonder tegen infiltratie van de onderwereld in de bovenwereld, in het gebied en op de beleidsterreinen waarvoor zij mede verantwoordelijk zijn.

Vergunningen en subsidies mogen worden geweigerd of ingetrokken als ter verkrijging daarvan een strafbaar feit is gepleegd, bijvoorbeeld omkoping of valsheid in geschrifte.

Vergunningen en subsidies mogen daarnaast worden geweigerd of ingetrokken als ernstig gevaar bestaat dat zij zullen worden gebruikt om

  • a)

    strafbare feiten te plegen of

  • b)

    uit strafbare feiten verkregen voordelen te benutten. Als sprake is van mindere mate van dergelijk gevaar mogen er extra voorschriften, gericht op beperking van dat gevaar, aan de vergunning/subsidie worden verbonden.

Ter vaststelling van de mate van gevaar kan het bestuursorgaan zich laten bijstaan door Bureau BIBOB. Dit bureau is een onderdeel van het Ministerie van Justitie. Desgevraagd doet Bureau BIBOB onderzoek naar de handel en wandel van aanvragers van vergunningen, houders van reeds verleende vergunningen, subsidievragers en gegadigden voor overheidsopdrachten. Het bureau heeft hierbij toegang tot databanken die gewoonlijk voor gemeenten gesloten blijven. Het bureau stelt op basis van zijn bevindingen een onderzoeksrapport op en formuleert daarin een conclusie over de te verwachten mate van gevaar.

Burgemeester en wethouders respectievelijk de burgemeester zullen van hun BIBOB-bevoegdheden gebruikmaken bij de verlening en handhaving van de navolgende vergunningen:

  • de vergunning uit art. 3 Drank- en Horecawet (horecavergunning), voor bedrijven in de commerciële en, op indicatie, paracommerciële horeca (een rechtspersoon die zich richt op activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal-culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard);

  • het alcoholvrij verlof, voor zover het betreft de coffeeshops;

  • het alcoholvrij verlof, voor zover het betreft internetcafés en belwinkels waar tevens bedrijfsmatig alcoholvrije dranken worden verstrekt;

  • de exploitatievergunning uit art. 3.2.1 APV, voor zover het betreft de prostitutiebedrijven; [ met ingang van 05-06-2008 geldt artikel 3.2.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Stadskanaal 2008 ]

  • de exploitatievergunning uit de speelautomatenhalverordening;

  • smart en grow shops (zodra regelgeving is vastgesteld)

  • de milieuvergunning indien er aanwijzingen bestaan dat sprake is van het gevaar als bedoeld in artikel 3 van de Wet BIBOB;

  • De bouwvergunning indien er aanwijzingen bestaan dat sprake is van het gevaar als bedoeld in artikel 3 van de Wet BIBOB.

De doelstelling van het college respectievelijk de burgemeester met deze toepassing van de wet BIBOB is om personen en organisaties die in relatie staan tot de georganiseerde misdaad danwel criminele activiteiten de voet dwars zetten bij pogingen actief te worden respectievelijk belangen te verwerven in de plaatselijke economie. Een nevendoelstelling van het college en de burgemeester is een en ander tegen zo gering mogelijke extra kosten voor burgers en bestuur te realiseren.

Aanvragen om horecavergunning zullen worden getoetst aan het gevaarcriterium uit de wet BIBOB. Indien sprake lijkt van ernstig gevaar dat de vergunning zal worden gebruikt om strafbare feiten te plegen of uit strafbare feiten verkregen voordelen te benutten zullen wij de vergunning weigeren. Als sprake lijkt van mindere mate van gevaar, dan ernstig, zullen wij aan de te verlenen vergunning extra, gevaarbeperkende voorwaarden verbinden.

Van onze bevoegdheid om reeds verleende vergunningen in te trekken zullen wij slechts op indicatie gebruik maken, dat wil zeggen wanneer aanwijzingen bestaan dat sprake is van het gevaar als bedoeld in art. 3 wet BIBOB.

In verband met het alcoholvrij verlof zal de burgemeester slechts op indicatie, in de hierboven bedoelde zin, gebruik maken van de bevoegdheid om reeds verleende verloven in te trekken.

Van de bevoegdheid om aanvragen aan het gevaarcriterium uit de wet BIBOB te toetsen en het verlof afhankelijk van de uitkomst daarvan te weigeren of daar extra voorschriften aan te verbinden, zal de burgemeester voortaan steeds en in alle gevallen gebruik maken.

In verband met de exploitatievergunning uit art. 3.2.1 APV voor prostitutiebedrijven zal de burgemeester slechts op indicatie gebruik maken van de bevoegdheid om een reeds verleende vergunning in te trekken, dan wel daar extra voorschriften aan te verbinden. [ met ingang van 05-06-2008 geldt artikel 3.2.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Stadskanaal 2008 ]

Van de bevoegdheid om aanvragen om exploitatievergunning voor een prostitutiebedrijf aan het gevaarcriterium uit de wet BIBOB te toetsen en die vergunning afhankelijk van de uitkomst daarvan te weigeren of van extra voorschriften te voorzien, zal de burgemeester in alle gevallen gebruik maken.

In verband met de exploitatievergunning uit de speelhallenverordening zal de burgemeester slechts op indicatie gebruik maken van de bevoegdheid om reeds verleende exploitatievergunningen in te trekken.

Van de bevoegdheid om aanvragen voor zo'n exploitatievergunning aan het gevaarcriterium uit de wet BIBOB te toetsen en de vergunning afhankelijk van de uitkomst daarvan te weigeren of van extra voorschriften te voorzien zal de burgemeester in alle gevallen gebruik maken.

Ten behoeve van de beoordeling van het gevaar dat de vergunning zal worden gebruikt om strafbare feiten te plegen of uit strafbare feiten verkregen voordelen te benutten, zullen van aanvragers extra gegevens worden gevraagd. In normale gevallen, dat wil zeggen gevallen waarin geen aanwijzingen bestaan dat van het gevaar als bedoel in art. 3 wet BIBOB sprake is, zullen in ieder geval de volgende gegevens worden gevraagd:

  • de NAW-gegevens en het burgerservicenummer van de aanvrager (inclusief statutaire naam van de aanvrager, statutaire vestigingsplaats en feitelijke vestigingsplaats);

  • de NAW-gegevens van de persoon die het aanvraagformulier namens de aanvrager invult;

  • het nummer van inschrijving bij de Kamer van Koophandel;

  • de rechtsvorm van de aanvrager;

  • de handelsna(a)m(en) waarvan de aanvrager gebruik maakt of heeft gemaakt;

  • de vraag wie leiding geeft of geven aan de aanvrager respectievelijk leiding heeft of hebben gegeven (rechtspersonen en/of natuurlijke personen);

  • de vraag wie zeggenschap heeft of hebben over de aanvrager respectievelijk zeggenschap heeft of hebben gehad (rechtspersonen en/of natuurlijke personen);

  • de vraag wie de aanvrager vermogen verschaft of verschaffen of vermogen heeft of hebben verschaft (e.e.a. al dan niet via een tussenpersoon);

  • de vraag wie onderaannemer van de aanvrager is of zijn;

  • de wijze van financiering.

In gevallen waarin wél aanwijzingen bestaan dat sprake is van het gevaar als bedoeld in art. 3 wet BIBOB, moeten aanvragers respectievelijk houders van vergunningen er rekening mee te houden dat méér extra gegevens van hen zullen worden gevraagd. Deze gegevens zijn voor hen kenbaar uit de standaardformulieren die burgemeester en wethouders voor die gevallen hebben vastgesteld.

Inschakeling Bureau BIBOB

Bij de beoordeling van de mate van gevaar dat de vergunning zal worden gebruikt om strafbare feiten te plegen of uit strafbare feiten verkregen voordelen te benutten zullen wij ons laten bijstaan door Bureau BIBOB wanneer er

  • a)

    aanwijzingen zijn dat de aanvrager of houder van de vergunning in relatie staat tot in verband met de vergunning ter zake doende strafbare feiten en

  • b)

    het daarop gestoelde vermoeden dat de vergunning zal worden gebruikt om strafbare feiten te plegen of uit strafbare feiten verkregen voordelen te benutten niet wordt weerlegd door de gegevens die de aanvrager/houder heeft verstrekt, en/of voor een betrouwbare vaststelling van de mate van gevaar onvoldoende gegevens respectievelijk gegevensverwerkende capaciteit bij de gemeente aanwezig zijn en het verlenen van de vergunning onder gevaarbeperkende aanvullende voorwaarden niet goed mogelijk, ondoelmatig en/of ineffectief lijkt.

De bevindingen en het advies van Bureau BIBOB zullen wij Awb-conform in onze besluitvorming over de aanvraag en/of de reeds verleende vergunning meenemen, dat wil zeggen als wij het advies van Bureau BIBOB niet overnemen, zullen wij de redenen daarvoor in ons besluit vermelden.